[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Staatsexamens vo 2023

Voortgezet Onderwijs

Brief regering

Nummer: 2023D50030, datum: 2023-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31289-563).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31289 -563 Voortgezet Onderwijs.

Onderdeel van zaak 2023Z20435:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 563 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2023

In deze brief informeer ik uw Kamer over de behaalde resultaten bij het staatsexamen voortgezet onderwijs in 2023 (hierna: staatsexamen) middels de staatsexamenmonitor 2023 van de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO). Daarnaast informeer ik u over mijn besluit om de duimregeling niet te verlengen.

In de staatsexamenmonitor worden jaarlijks de behaalde resultaten, waaronder de slagingspercentages, gepresenteerd. Tevens wordt in deze rapportage ingegaan op de inzet van de duimregeling, waar staatsexamenkandidaten (waaronder leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (hierna: vso)) de afgelopen 3 jaar vanwege de effecten van de coronapandemie recht op hadden en op de uitgebreide herkansingsmogelijkheid, waardoor diplomakandidaten alle onderdelen van twee vakken konden herkansen. In 2023 is de monitor uitgebreid met een analyse over de groep kandidaten die in 2024 potentieel gebruik zou kunnen maken van de duimregeling, conform de toezegging aan uw Kamer tijdens het debat op 29 maart jl. over examens 2023.1 Deze gegevens geven voldoende vertrouwen om de duimregeling voor staatsexamenkandidaten in 2024 niet te verlengen. Zo geven de slagingspercentages geen aanleiding om te vermoeden dat de achterstanden onder staatsexamenkandidaten zijn toegenomen en is het overgrote deel van de kandidaten geslaagd zonder gebruik te hebben gemaakt van de duimregeling. Onderzoek toont ook aan dat kandidaten die slagen met behulp van de duimregeling minder succes hebben in het vervolgonderwijs. Daarnaast is het van belang dat de staatsexamendiploma’s van gelijke waarde zijn als die van het reguliere voortgezet onderwijs (hierna: vo) en het voortgezet algemeen volwassenonderwijs (hierna: vavo). Regulier vo en vavo hebben sinds 2022 geen duimregeling meer. Tenslotte hebben staatsexamenkandidaten minimaal twee jaar de tijd gehad om een tegenvallend resultaat te verbeteren door opnieuw op te gaan voor een vak. Daarom heb ik besloten om de duimregeling in 2024 en verder niet te verlengen.

In deze brief licht ik mijn besluit verder toe door achtereenvolgens in te gaan op de volgende onderwerpen:

I. Het verloop van de staatsexamens 2023;

II. De staatsexamenresultaten 2023, aan de hand van de staatsexamenmonitor 2023 (bijlage);

III. Geen duimregeling staatsexamens 2024 en verder.

I. Het verloop van de staatsexamens 2023

Het College voor Toetsen en Examens (hierna: CvTE), als verantwoordelijke organisatie voor het staatsexamen, heeft mij kenbaar gemaakt dat terugkijkend op het verloop van de examenperiode 2023 geconcludeerd kan worden dat de staatsexamens ook dit jaar weer goed zijn verlopen. Op bijna 100 locaties door het hele land zijn examens afgenomen dankzij de enorme inzet van heel veel mensen, waaronder examinatoren, locatievoorzitters en surveillanten. Tegelijkertijd blijft, net zoals de afgelopen jaren het geval was, de druk op de staatsexamenorganisatie hoog. Dit komt onder andere door de sterk gegroeide en zeer diverse groep kandidaten die gebruikmaakt van het staatsexamen. Het staatsexamen is een examenvoorziening die openstaat voor iedereen – jong en oud – die graag (alsnog) examen wil doen, maar niet in de gelegenheid is (geweest) om dat op een vo-school, vavo of vso-school met een examenlicentie te doen. De groep kandidaten bestaat onder andere uit leerlingen uit het vso, kandidaten die als volwassenen het examen zelfstandig willen voorbereiden, maar ook uit kandidaten die om uiteenlopende redenen geen examens op school (meer) kunnen doen, bijvoorbeeld omdat zij door ziekte aan huis gebonden zijn of omdat ze gedetineerd zijn.

De druk op de staatsexamenorganisatie is dit jaar onder andere vergroot door de toeloop van kandidaten uit het reguliere vo in het derde tijdvak. Deze leerlingen hebben het centrale eindexamen niet in het eerste of tweede tijdvak op hun eigen school kunnen doen vanwege afwezigheid door bijvoorbeeld ziekte. Daarnaast is er in 2023 net zoals in afgelopen jaren sprake van een toegenomen gebruik van voorzieningen bij de afname van de examens. Voorzieningen waar kandidaten gebruik van kunnen maken zijn bijvoorbeeld de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon, de inzet van hulpmiddelen tijdens een examen en extra tijd voor het examen. In 2023 zijn flinke stappen ter verbetering gezet bij het werven, selecteren en indelen van mensen die bij het staatsexamen betrokken zijn. Tegelijkertijd blijft de beschikbaarheid van deze mensen en de capaciteit van de staatsexamenorganisatie aan grenzen gebonden. Dankzij de extra inzet van zowel alle betrokkenen als de staatsexamenorganisatie zijn uiteindelijk alle examens afgenomen volgens de kwaliteitsnormen waarvoor het CvTE staat. Via deze weg wil ik alle mensen bedanken die actief zijn geweest voor de staatsexamenorganisatie.

II. De staatsexamenresultaten 2023

Op 8 september jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de examenresultaten in het regulier vo van de afgelopen examenperiode.2 De resultaten van het staatsexamen van 2023 zijn inmiddels ook beschikbaar. Onderstaand vindt u een samenvatting van deze resultaten, met daarin aandacht voor de belangrijkste punten. In de bijgevoegde rapportage van DUO vindt u de volledige staatsexamenmonitor van 2023.

Aantal staatsexamenkandidaten

In onderstaande tabel 1 wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel kandidaten hebben deelgenomen aan één of meerdere staatsexamens. Een staatsexamenkandidaat is in principe een deelcertificaat (deelexamen) kandidaat, tenzij de kandidaat met de vakken waarvoor deze opgaat de mogelijkheid heeft om een vo-diploma te behalen. Dan beschouwen we deze kandidaat als een diplomakandidaat. Staatsexamenkandidaten kunnen in hetzelfde jaar een diplomakandidaat zijn op het ene onderwijsniveau, en een deelexamenkandidaat zijn op een ander onderwijsniveau. Deze kandidaten zijn in tabel 1 los geteld als deelexamen- en diplomakandidaat, maar voor de totalen maar één keer geteld. Vandaar dat de totalen niet overal een optelling zijn van de aantallen deelexamen en diploma.

In 2023 is het aantal kandidaten uit het vso vergelijkbaar met de voorgaande jaren. De groep kandidaten die niet uit het vso komt, wordt als vo-kandidaten aangeduid. Deze groep bestaat bijvoorbeeld uit kandidaten die zelfstandig toewerken naar een examen en uit leerlingen van particuliere scholen. In 2023 is een lichte stijging zichtbaar van het aantal vo-kandidaten. In deze tabel zijn enkel de kandidaten meegenomen die daadwerkelijk zijn opgegaan voor het examen. Kandidaten die zich wel hebben aangemeld maar zich op een later moment hebben teruggetrokken of niet zijn komen opdagen, zijn niet in deze aantallen opgenomen.

deelexamen 1.639 1.357 1.307 2.122 2.274 2.207
diploma 1.527 1.425 1.604 1.557 1.460 1.513
totaal 3.131 2.763 2.891 3.632 3.680 3.667

Slagingspercentages

In tabel 2 zijn de slagingspercentages van staatsexamenkandidaten te zien vanaf 2017. In deze berekening zijn alleen kandidaten betrokken die in het betreffende examenjaar minimaal één staatsexamen hebben afgelegd. Kandidaten die het diploma hebben behaald door enkel eerder behaalde resultaten in te wisselen zijn niet meegenomen. Bij deze tabel moeten twee kanttekeningen worden geplaatst. Ten eerste zijn de aantallen kandidaten erg klein, waardoor de percentuele verschillen al snel groot lijken en ten tweede wint de verwerking van de staatsexamengegevens nog steeds jaarlijks aan kwaliteit. Zo zijn de data van voor 2020 op een andere manier verzameld, waardoor slagingspercentages van voor 2020 niet goed vergelijkbaar zijn met de slagingspercentages van de meest recente jaren. Desalniettemin laat tabel 2 wel een beeld zien van de ontwikkelingen over de jaren heen. Zichtbaar is dat de slagingspercentages in 2023 vergelijkbaar zijn met die van 2022. Ook is zichtbaar dat de slagingspercentages bij de vso-kandidaten hoger liggen dan de vo-kandidaten.

VO vwo 72,7% 70,5% 68,0% 55,5% 79,1% 65,8% 67,2% 308
VO havo 71,3% 53,0% 70,0% 59,1% 79,2% 72,6% 70,5% 308
VO vmbo-gt 67,7% 78,7% 70,4% 66,3% 88,3% 86,1% 84,1% 138
VO totaal 70,9% 62,8% 69,3% 58,8% 81,2% 72,7% 71,7% 755
VSO vwo 82,2% 81,0% 89,7% 85,0% 78,6% 77,6% 84,5% 58
VSO havo 77,7% 73,8% 76,2% 80,6% 82,6% 77,9% 79,4% 379
VSO vmbo-gt 75,1% 77,6% 77,4% 85,2% 92,0% 87,9% 86,3% 831
VSO totaal 77,1% 74,1% 79,2% 85,1% 89,7% 86,4% 85,8% 1,513

Gemiddelde cijfers

In de monitor worden per examenniveau en subpopulatie de gemiddelde eindcijfers en de gemiddelde cijfers van het centraal examen en het college-examen3 weergegeven. Over de afgelopen drie jaar is een stabiel beeld van cijfers te zien. Opvallend is dat de gemiddelden voor de vso-populatie hoger liggen dan voor de overige kandidaten. Hierbij kunnen verschillende factoren een rol spelen, zoals het feit dat vso-leerlingen ondersteuning krijgen van hun school bij de voorbereiding op het examen. Veel van de vo-kandidaten bereiden zich zelfstandig voor. Het kan voor hen bijvoorbeeld lastiger zijn om in te schatten of zij op het voor hen juiste niveau examen afleggen en of zij voldoende zijn voorbereid.

Stabiele cijferontwikkeling eindcijfers Nederlands, Engels en wiskunde

In de monitor wordt ook inzicht gegeven in de gemiddelde cijfers die kandidaten, zowel diploma- als deelexamenkandidaten, hebben behaald voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. Voor zowel het college-examen, centraal examen als het eindcijfer geldt dat de gemiddelden een stabiel beeld laten zien, met in 2023 een lichte stijging. De verschillen over de jaren heen zijn echter niet bijzonder groot en vanwege het lage aantal kandidaten ook makkelijker fluctuerend. Het gemiddelde eindcijfer voor Nederlands was in 2022 een 6,2 en in 2023 een 6,3. Voor Engels was het gemiddelde eindcijfer in 2022 een 7,2 en in 2023 ook. Voor wiskunde was het gemiddelde eindcijfer in 2022 een 5,7 en in 2023 een 5,8.

Uitgebreide herkansingsmogelijkheid

De mogelijkheid tot het afleggen van een herkansing door diplomakandidaten van het staatsexamen is anders georganiseerd dan de herkansingen in het reguliere vo. Staatsexamenkandidaten kunnen deelnemen aan een herkansing als zij in het betreffende examenjaar opgaan voor het diploma, niet zijn geslaagd en middels een herkansing alsnog kunnen slagen. In 2023 hadden staatsexamenkandidaten die daarmee een diploma konden behalen net als in 2022 recht op een uitgebreide herkansingsmogelijkheid waarbij zij één centraal-examen en één college-examen, niet noodzakelijkerwijs van hetzelfde vak, extra mochten herkansen. Deze extra herkansingsmogelijkheid hebben staatsexamenkandidaten tot het moment dat het voor deelcertificaatkandidaten mogelijk is om een vak te herkansen, conform de motie van het lid Van Meenen (D66) c.s. (Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 188)4 Uit de monitor blijkt dat net zoals in 2021 en 2022 het grootste deel van de kandidaten die een herkansing maakte ervoor koos om alle onderdelen van twee vakken in plaats van die van één vak te herkansen. Dit geldt zowel voor vso- als voor vo-kandidaten.

Effecten coronamaatregelen

Staatsexamenkandidaten hadden in 2023 de mogelijkheid om één vak te «duimen», waarbij het eindresultaat van één vak (niet zijnde een kernvak) niet meetelde in de uitslagbepaling. Kandidaten hadden enkel recht op de duimregeling als zij een resultaat inbrachten uit een coronajaar (2020, 2021 of 2022). Met de duimregeling zijn staatsexamenkandidaten gecompenseerd voor de achterstanden die zij hebben opgelopen als gevolg van de coronapandemie, conform motie van het lid Van Meenen (D66) c.s.5 Van de in totaal 3117 diplomakandidaten konden 1516 kandidaten in theorie gebruikmaken van de duimregeling. Uiteindelijk hadden minder dan 300 kandidaten de duimregeling nodig om het diploma te behalen. Vanwege beperkingen in de registratie is er sprake van een onzekerheidsmarge waardoor er geen exact getal kan worden gegeven.

Potentieel aantal kandidaten met recht op duimregeling in 2024

Op mijn verzoek heeft DUO een inschatting gemaakt van het potentieel aantal kandidaten dat recht zou kunnen hebben op de duimregeling in 2024, mocht deze verlengd worden. Het is lastig om inzichtelijk te maken hoeveel kandidaten in 2024 potentieel nog recht zouden hebben op de duimregeling omdat zij een resultaat inbrengen uit een coronajaar. Dit komt omdat uit de data niet op te maken is of de kandidaten die een certificaat hebben behaald in een coronajaar nog aan het toewerken zijn naar een diploma of dat zij na het behalen van dat certificaat niet meer terugkeren naar het staatsexamen, omdat zij enkel dat certificaat nodig hadden (bijvoorbeeld voor een vervolgopleiding of werkgever). Daarom is het ook niet mogelijk om exacte getallen te noemen. Bij benadering heeft een ruime meerderheid van de kandidaten die resultaten hebben behaald in een coronajaar en die in 2023 nog geen diploma hebben behaald, in 2021 voor het laatst een resultaat behaald. Dit betekent dat deze kandidaten in 2022 en 2023 geen examen hebben afgelegd. Omdat zij twee jaar op rij niet terug zijn gekeerd naar het staatsexamen, is voor deze groep de verwachting dat zij ook in de komende jaren geen staatsexamen meer zullen doen en enkel deelcertificaten hebben behaald. De meeste kandidaten die naar een diploma toewerken maken namelijk in aaneensluitende jaren hun examens, of slaan één jaar tussentijds over. De groep kandidaten met potentieel recht op de duimregeling die nog overblijft bestaat voornamelijk uit de kandidaten die in 2023 ook aanspraak konden maken op de duim, maar geen diploma hebben behaald in 2023. Dit zijn minder dan 1000 kandidaten. Een deel van deze groep kan ook deelcertificaatkandidaat zijn en wellicht niet terugkeren in 2024 of later naar het staatsexamen. In 2023 heeft maximaal 17% (vanwege de onzekerheidsmarge kan dit ook een lager percentage zijn) van de geslaagde kandidaten die gebruik mochten maken van de duimregeling deze ook daadwerkelijk gebruikt. Een voorzichtige schatting zegt dan ook dat er voor 2024 maximaal 200 kandidaten zijn die in aanmerking komen voor de duimregeling, en deze nodig kunnen hebben om te slagen.

III. Geen duimregeling staatsexamens 2024 en verder

Staatsexamenkandidaten die opgingen voor het diploma en een resultaat inbrachten uit een coronajaar hadden het afgelopen jaar het recht om een duim te leggen op een resultaat (niet zijnde een kernvak) dat betrokken werd bij de uitslagbepaling. Met deze regeling werd uitvoering gegeven aan de motie van het lid Van Meenen (D66) c.s.6 en werden kandidaten gecompenseerd voor de achterstanden die zij hadden opgelopen tijdens de coronajaren.

In het tweeminutendebat over examens op 29 maart jl. heeft uw Kamer zorgen geuit over de situatie dat staatsexamenkandidaten die in 2024 opgaan voor het diploma en daarvoor een resultaat inbrengen uit een coronajaar ook achterstanden hebben opgelopen. Leden van uw Kamer vroegen zich af of het voor deze groep kandidaten wenselijk was om de duimregeling te verlengen naar 2024. Tijdens het debat is toegezegd dat het besluit over het al dan niet verlengen van de duimregeling zou worden meegenomen in deze brief over de staatsexamenrapportage. De rapportage biedt namelijk inzicht in het gebruik van de duimregeling in 2023 en het aantal kandidaten dat in potentie nog gebruik zou kunnen maken van een duimregeling in 2024.

Onderzoek laat zien dat kandidaten die met de inzet van de duimregeling geslaagd zijn minder goed presteren in het vervolgonderwijs.7 Ik vind het uitermate belangrijk dat staatsexamenkandidaten een zo eerlijk mogelijke kans krijgen in het vervolgonderwijs. Dit vraagt om een zorgvuldige afweging of de duimregeling nog steeds een noodzakelijke en passende maatregel is. De afgelopen jaren is onder andere via het Nationaal Programma Onderwijs hard gewerkt aan het inlopen van de achterstanden die zijn ontstaan door corona, ook voor staatsexamenkandidaten. De vijfde voortgangsrapportage die onlangs naar uw Kamer is gestuurd laat zien dat bijna de helft van de scholen in het vso extra ondersteuning specifiek voor examenkandidaten organiseerde.8 Ook hebben staatsexamenkandidaten die in een coronajaar een tegenvallend resultaat hebben behaald de mogelijkheid gehad het resultaat in de afgelopen jaren te verbeteren door opnieuw op te gaan voor het vak. Het is daarnaast van essentieel belang dat de waarde van het staatsexamendiploma vergelijkbaar blijft met een regulier vo-diploma of het vavo-diploma. Binnen het reguliere voortgezet onderwijs en het vavo zijn de coronamaatregelen met betrekking tot de uitslagbepaling in 2023 al komen te vervallen. Dit maakt dat het staatsexamen in 2023 al afwijkingen kende met de andere examenvoorzieningen. Het is onwenselijk dat deze verschillen de komende jaren blijven bestaan.

Uit de gegevens van de staatsexamenmonitor blijkt dat er in 2023 kandidaten zijn geslaagd dankzij de duimregeling en dat er mogelijk kandidaten zijn die in 2024 gebruik zouden willen maken van de duimregeling. Maar de staatsexamenmonitor geeft geen aanleiding om zorgen te hebben over opgelopen achterstanden van staatsexamenkandidaten en ook is te zien dat het overgrote deel van de staatsexamenkandidaten dit jaar geslaagd is zonder inzet van de duim. Dit cijfermatige inzicht geeft mij dus geen aanleiding om anders naar de duimregeling te kijken. Het is in het belang van de kandidaat om een bepaald niveau te behalen. Daarom is het onwenselijk de duimregeling nog langer te verlengen.

Tot slot

In het begin van 2024 stuur ik een brief aan uw Kamer over de voortgang van de verbeteragenda staatsexamens vo. In deze brief wordt u meegenomen in de uitkomsten van de diverse projecten uit de verbeteragenda en worden de vervolgstappen geschetst tot eind 2024. In deze brief zal ik ook ingaan op de eerste bevindingen van de gespreksronde over examineren in het vso die het afgelopen jaar is uitgevoerd.

Verder wil ik alle staatsexamenkandidaten veel succes wensen bij de voorbereiding op het staatsexamen van 2024. Hopelijk weten zij het door hen gewenste diploma of certificaat te bemachtigen.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
M.L.J. Paul


  1. Kamerstuk II 2022–23, 31 289, nr. 533↩︎

  2. Kamerstuk II, 2022–23, 31 289, nr. 554↩︎

  3. Het college-examen is vergelijkbaar met het schoolexamen in het reguliere vo-examen en omvat 50% van het totale staatsexamen. De overige 50% is net zoals in het reguliere vo, het centraal examen.↩︎

  4. Kamerstuk II, 2022–23, 31 289, nr. 521↩︎

  5. Kamerstuk II, 2021–22, 31 289, nr. 510↩︎

  6. Kamerstuk II, 2021–22, 31 289, nr. 510↩︎

  7. Cohortrapportage NP Onderwijs 2023, DUO↩︎

  8. Kamerstuk II, 2023–24, 36 410 VIII, nr. 28↩︎