[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voornaamste budgettaire mutaties van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat sinds de tweede suppletoire begroting 2023

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024

Brief regering

Nummer: 2023D50036, datum: 2023-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-XII-17).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36410 XII-17 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024.

Onderdeel van zaak 2023Z20437:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

36 410 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024

36 410 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2024

36 410 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2024

Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2023

Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de voornaamste budgettaire mutaties van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Mobiliteitsfonds (A) en het Deltafonds (J) sinds de tweede suppletoire begroting 20231.

HXII – Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Verplichtingenschuif inkoop

Om te borgen dat specifieke kennis bij de ILT beschikbaar blijft en werkzaamheden niet vertragen, is het noodzakelijk om contracten voor externe inzet en licenties voor 2024 nog in 2023 te verlengen en om materiële zaken aan te schaffen. Om dit te kunnen doen is het noodzakelijk het verplichtingenkader voor de ILT in 2023 te verhogen met € 7,0 miljoen. Begin 2022 is de ILT omgevormd van een agentschap tot een grote uitvoerende dienst van IenW. De verantwoording over de uitgaven vindt nu plaats op de reguliere beleidsbegroting van IenW (XII) in het kas- verplichtingenstelsel. Dit heeft nu voor het eerst een effect op het vastleggen van de verplichtingen die over de jaargrens lopen.

HXII – Artikel 25 Brede Doeluitkering

Aangaan verplichtingen Brede Doeluitkering (BDU) voor 2024

Volgens de BDU-systematiek worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2024 wordt eind 2023 afgegeven aan de twee vervoersregio’s Metropoolregio Rotterdam en Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA). Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was nog niet volledig bekend welke afzonderlijke afspraken met welk kaseffect in 2024 moesten worden vastgelegd. Inmiddels is dit bekend en wordt in 2023 het verplichtingenbudget in totaal verhoogd met € 13,41 miljoen. Het gaat hierbij om de bijdrage aan de BDU-regio’s voor de Korte Termijn Aanpak in het programma Mobiliteit en Verstedelijking, waaronder de no regret-pakket gericht op de bereikbaarheid van het Central Innovation District (CID) en de Binckhorst te Den Haag (€ 7,53 miljoen), de bijdrage aan regionale activiteiten gericht op de verbetering van de bereikbaarheid van Zaanstad (€ 1,6 miljoen), invulling van afspraken uit het BO MIRT, waaronder een bijdrage aan Zuid-Holland Bereikbaar (€ 2,84 miljoen) en een bijdrage aan overige regionale activiteiten binnen het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB) en het programma Zowerkthet (€ 1,45 miljoen). BTW-afdrachten voortvloeiende uit de in de BDU opgenomen activiteiten worden aanvullend overgeheveld naar het BTW-compensatiefonds. Inclusief de hiervoor genoemde afdrachten bedraagt de bruto ophoging van het verplichtingenbudget in totaal € 14,99 miljoen.

Mobiliteitsfonds – Artikel 13 Spoorwegen

Hogere verplichtingen Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing Spoor

Abusievelijk bleek dat bij de subsidieaanvraag EOV 2024 onvoldoende verplichtingen in 2023 staan om de subsidie te kunnen vastleggen. De informatie was ten tijde van de Najaarsnota niet bekend. IenW is juridisch verplicht om de subsidie in 2023 vast te leggen. Het budget is overigens meerjarig beschikbaar, dus het betreft hier alleen een technische mutatie waarbij € 63 miljoen verplichtingenruimte uit 2024 naar 2023 schuift.

Hogere verplichtingen contract Infraspeed

Abusievelijk bleek dat bij de subsidieaanvraag van Prorail 2024 onvoldoende verplichtingen in 2023 te staan om de taken uit te voeren die afgesproken zijn tussen de Staat der Nederlanden en Prorail, waarin is vastgelegd dat Prorail activiteiten uitvoert voor het Ministerie van IenW inzake Infraspeed. De informatie was ten tijde van de Najaarsnota niet bekend. IenW is contractueel verplicht om de verplichting in 2023 vast te leggen. Het budget is meerjarig beschikbaar, dus het betreft hier alleen een technische mutatie waarbij € 143 miljoen verplichtingenruimte uit 2024 naar 2023 schuift.

Mobiliteitsfonds – Artikel 14 Regionale Infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma’s2

Hogere kasuitgaven van maximaal € 234 miljoen

Voor de Regeling specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur is op het Mobiliteitsfonds ruim € 1,4 miljard gereserveerd, waarvan € 597 miljoen in 2023. Oorspronkelijk was er in 2023 € 947 miljoen beschikbaar. Echter, bij de Prinsjesdag suppletoire begroting is er € 350 miljoen naar 2024 geschoven, vanwege de vertraagde behandeling in de Tweede Kamer. Gemeenten hebben tot 10 december aanvragen kunnen indienen om aanspraak te maken op middelen uit deze regeling. Er zijn nu meer aanvragen binnengekomen dan de beschikbare € 597 miljoen. Gezien de urgentie op het dossier woningbouw, zet het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat alles op alles om zoveel mogelijk beschikkingen te verplichten en zoveel mogelijk beschikkingen uit te betalen in 2023. Het overige deel zal begin 2024 worden beoordeeld en uitbetaald.

De ruimte binnen het Mobiliteitsfonds is momenteel € 234 miljoen als gevolg van kasvertragingen op andere artikelen binnen het Mobiliteitsfonds. Deze ruimte wordt volledig ter beschikking gesteld voor de betalingen van deze specifieke uitkering. De ruimte is voornamelijk ontstaan op het project OV en wonen Utrecht (€ 69,4 miljoen), op exploitatie, onderhoud en vernieuwing Spoor (€ 54 miljoen), op het project stedelijke bereikbaarheid Almere (€ 31,4 miljoen), op diverse SPUK’s ERTMS (€ 16 miljoen), op de reservering voor de SPUK slim, veilig, duurzaam (€ 15,7 miljoen) en de reservering modaliteitspecifiek budget (€ 15 miljoen).

Terugboeking overschotten

In de huidige systematiek vindt de verantwoording van bepaalde uitgaven voor de uitvoering van het programma ERTMS, voor de Topsector Logistiek, voor de maatregelen spoorgoederenvervoer en de Vrachtwagenheffing plaats op begrotingshoofdstuk XII Infrastructuur en Waterstaat (HXII). De budgetten hiervoor zijn vrijgemaakt op het Mobiliteitsfonds en worden overgeheveld naar HXII, zodat aldaar de uitgaven kunnen worden verantwoord.

Op de naar de begroting van HXII overgehevelde budgetten doen zich in 2023 lagere uitgaven voor dan van tevoren gepland. Voor de hiervoor genoemde posten geldt dat de dit jaar niet-bestede middelen (max. € 7 miljoen) nu (tijdelijk) worden teruggeboekt naar het Mobiliteitsfonds.

Mobiliteitsfonds – Artikel 18 Overige Uitgaven en Ontvangsten

Hogere realisatie Externe Veiligheid – DGMI

De realisatie op het aankooptraject basisnet 2015 valt in 2023 iets hoger uit dan bij Najaarsnota 2023 verwacht. Bij Najaarsnota 2023 is er per abuis € 8.000 teveel doorgeschoven van 2023 naar 2024. De hoogte van de doorgeschoven middelen bij Najaarsnota was € 3,3 miljoen, waar dit € 8.000 minder had moeten zijn.

Mobiliteitsfonds – Ontvangsten

Hogere ontvangsten Project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen

Voor het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen is een hogere bijdrage ontvangen dan eerder geraamd. Het betreft een bijdrage van € 8,1 miljoen van de NAM voor aardbevingsbestendig bouwen en zorgt voor een overschrijding van € 8,1 miljoen op de ontvangsten van artikel 12. Ten tijde van de Najaarsnota 2023 was nog niet duidelijk of de NAM ook daadwerkelijk zou bijdragen. Daar is nu duidelijkheid over. De NAM heeft het bedrag in november 2023 betaald aan Rijkswaterstaat.

Deltafonds – Artikel 1 Investeren in Waterveiligheid

Hogere verplichtingen Project Rivierverruiming Rijn en Maas € 7,5 miljoen

In de 2e suppletoire begroting 2023 is een kasverhoging voor het project Rivierverruiming Rijn en Maas opgenomen voor een bedrag van € 7,5 miljoen.

Abusievelijk is in deze wet de daaraan gerelateerde benodigde verplichtingenophoging ad € 7,5 miljoen niet geregeld. Het kasbudget is wel in deze wet geregeld.

Overboekingen naar het BTW-compensatiefonds

Onder voorbehoud van de afstemming met het Ministerie van Financiën, vinden er nog enkele overboekingen plaats naar het BTW-compensatiefonds. Het gaat in totaal op een bedrag van € 10,56 miljoen. Vanuit HXII gaat het om ca. € 1,1 miljoen voor de specifieke uitkering ten behoeve van het Schone Lucht Akkoord (SLA). Op 11 december wordt definitieve informatie verstrekt door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) die toekenning afwikkelt.

Vanuit het Mobiliteitsfonds gaat het om € 0,18 miljoen voor de specifieke uitkering ten behoeve van de overwegenaanpak Beek-Elsoo (Steinderweg/Stationstraat), € 0,12 miljoen voor de overwegenaanpak Oisterwijk (Blokshekken/Spoorstraat) en € 5,74 miljoen voor de subsidie Rijnlandroute.

Vanuit het Deltafonds gaat het om € 0,02 miljoen voor de Maatregelen Deltaprogramma Zoetwater fase 2 en € 3,4 miljoen voor de Tijdelijke Impulsregeling Klimaatadaptatie tweede helft 2023.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers


  1. Kamerstukken 36 250 XII, nr. 2; 36 250 A, nr. 2 en 36 250 J, nr. 2↩︎

  2. Tevens art. 26 op Hoofdstuk XII↩︎