Monitor pakketmaatregel vitamine D
Geneesmiddelenbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D50266, datum: 2023-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29477-866).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Zorginstituut Monitor pakketmaatregel vitamine D
- Beslisnota bij Kamerbrief over Monitor pakketmaatregel vitamine D
Onderdeel van kamerstukdossier 29477 -866 Geneesmiddelenbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z20513:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-12-21 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-17 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-05-30 10:00: Hulp- en geneesmiddelenbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-06-05 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-19 12:00: Zorgverzekeringsstelsel (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 866 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2023
Het Zorginstituut heeft mij op 1 december 2023 de Monitor pakketmaatregel vitamine D doen toekomen. In de Kamerbrief van 7 december 20221 heb ik u geïnformeerd over de opzet van deze Monitor en zegde ik toe om uw Kamer uiterlijk in het eerste kwartaal van 2024 te informeren over de resultaten. Hierbij bied ik u de Monitor pakketmaatregel vitamine D aan.
Het doel van de Monitor pakketmaatregel vitamine D is antwoord geven op de vraag of en hoe de aanschaf en de therapietrouw van vitamine D zijn veranderd na uitstroom uit het pakket per 1 januari 2023, met name bij kwetsbare groepen, en de achterliggende mechanismen en mogelijke redenen hierbij.
In de begeleidende brief bij de Monitor geeft het Zorginstituut een beschouwing op de resultaten van het onderzoek dat inzicht heeft verschaft in de praktijkeffecten van de uitstroom van vitamine D. Op basis van de conclusies die het Zorginstituut hierna trekt, geeft het Zorginstituut mij een aantal aanbevelingen.
Bevindingen Nivel onderzoek Monitor
Onderzoeksinstituut Nivel heeft in opdracht van het Zorginstituut het onderzoek uitgevoerd door middel van online vragenlijsten aangevuld met informatie uit mondelinge gesprekken met laaggeletterden (kwalitatieve analyse). De focus van het onderzoek lag op kwetsbare mensen die in 2022 vitamine D nog vergoed kregen en die mogelijk extra geraakt zijn door de pakketmaatregel. In totaal kregen 1,5 miljoen mensen vitamine D in 2022 uit het basispakket vergoed. De vragenlijsten zijn ingevuld vijf tot zes maanden na het ingaan van de pakketmaatregel. Op basis van bepaalde kenmerken zijn respondenten op de online vragenlijsten als «kwetsbaar» geduid. Vitamine D-gebruikers met ten minste één van deze kenmerken zijn voor het onderzoek samengevoegd in één kwetsbare groep. Deze brede aanpak leidde ertoe dat 69% van de vitamine D-gebruikers die deelnamen aan het onderzoek werden gekenmerkt als kwetsbaar.
De resultaten geven een beeld van de effecten van het niet meer vergoeden van vitamine D en van de therapietrouw bij de kwetsbare groep.
1. Van de 9594 mensen die de vragenlijsten invulden blijft 65% vitamine D op eigen kosten gebruiken. Deze mensen zien de noodzaak van het gebruik in. In de focusgroep met laaggeletterden komt een vergelijkbaar beeld naar voren als in de kwantitatieve analyse.
2. Ongeveer 5% van de respondenten op de vragenlijsten stopt met het gebruik van vitamine D. Binnen deze groep zegt:
− Vijf van de tien mensen dat ze het vitamine D-middel niet zelf kunnen betalen;
− Drie van de tien mensen dat ze het niet zelf willen betalen;
− Twee van de tien mensen dat ze niet weten welk vitamine D-middel ze moeten kiezen.
3. Ongeveer 20% van de respondenten heeft nog vitamine D op voorraad. Binnen deze groep:
− Geeft het merendeel aan van plan te zijn vitamine D te blijven gebruiken nadat hun voorraad op is;
− Geeft ongeveer 6–7% aan van plan te zijn te stoppen als hun voorraad op is, met als meest genoemde argument dat men het middel niet zelf wil of kan betalen.
4. 10% van de respondenten heeft geen bruikbare informatie ingevuld.
5. De therapietrouw bij kwetsbare vitamine D gebruikers is (en was) niet optimaal. Deze suboptimale therapietrouw is niet anders dan in 2022 want vrijwel iedereen geeft aan vitamine D op dezelfde manier te gebruiken als in 2022.
Overwegingen Zorginstituut
De resultaten van het onderzoek door het Nivel geven een globaal beeld van de praktijkeffecten van de pakketmaatregel vitamine D voor kwetsbare groepen, een half jaar na het invoeren van deze pakketmaatregel. Omdat het onderzoek op korte termijn resultaten moest opleveren voor een zo groot mogelijke groep gebruikers, is gekozen voor een online vragenlijstonderzoek. Het onderzoek kent daardoor een aantal methodologische beperkingen die van belang zijn voor een juiste interpretatie van de onderzoeksbevindingen. Dergelijke beperkingen zullen zich ook voordoen bij het opnieuw uitvoeren van dit of een ander type onderzoek op een later moment.
De bevindingen van het onderzoek komen overeen met de aannames die het Zorginstituut deed bij het advies uit 2022 om vitamine D uit het pakket te nemen. Het Zorginstituut ziet op basis van de onderzoeksresultaten geen reden om het eerdere uitstroomadvies van vitamine D te heroverwegen. Als een beperkte kwetsbare groep patiënten in de problemen is gekomen door de pakketmaatregel is een andere, meer praktische manier buiten de zorgverzekering aangewezen om deze kwetsbare groep te bereiken, bijvoorbeeld door laagdrempelige beschikbaarheid van vitamine D.
Informatievoorziening in brede zin (aan gebruikers en zorgaanbieders) over het belang, het gebruik en verkrijgbaarheid van voedingssupplementen is een aandachtspunt. Bijvoorbeeld over de mogelijkheid dat bij ernstige stofwisselings-ziekten voedingssupplementen (zoals vitamine D) vanuit de medisch-specialistische zorg vergoed kunnen worden.
Conclusies en aanbevelingen van het Zorginstituut
De uitkomsten van de Monitor pakketmaatregel vitamine D bevestigen de verwachtingen van het Zorginstituut uit 2022. De argumentatie van het Zorginstituut om vitamine D niet te vergoeden vanuit het basispakket verandert daarom niet. Volgens het Zorginstituut kan het geld dat hiermee is bespaard (ongeveer € 129 miljoen in 2021), beter worden besteed aan zorg die niet voor eigen rekening en verantwoording kan komen.
Het Zorginstituut ziet dat er mensen in armoede zijn die de relatief lage kosten voor vitamine D niet kunnen betalen, maar is van mening dat dit probleem bij voorkeur niet via de zorgverzekering moet worden aangepakt. Het blijkt dat met name mensen met beperkte taal- en gezondheidsvaardigheden moeite hebben om de juiste informatie te krijgen waar en welke vitamine D ze moeten aanschaffen. Daarom adviseert het Zorginstituut om de publiekscampagne over vitamine D die VWS begin 2023 heeft gevoerd te herhalen, met speciale aandacht voor laaggeletterden.
Gedetailleerde informatie over de opzet en resultaten van het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de Monitor pakketmaatregel vitamine D staat in de brief van het Zorginstituut en het Nivel-onderzoeksrapport die als bijlagen zijn toegevoegd.
Vervolg
Ik concludeer op basis van de bevindingen uit het onderzoek en het advies van het Zorginstituut dat er geen aanleiding is om de pakketmaatregel vitamine D te herzien. Vanwege methodologische beperkingen van onderzoek naar de effecten van het niet vergoeden van vitamine D lijkt een vervolgonderzoek niet zinvol.
Een herhaling van de publiekscampagne over het belang, het gebruik en de verkrijgbaarheid van vitamine D, in het bijzonder gericht op het bereiken van mensen met een taalbarrière of met een migratieachtergrond, is momenteel in voorbereiding en zal vanaf 2024 van start gaan.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Kamerstuk 29 477, nr. 793.↩︎