Lijst van vragen over het Deltaprogramma 2024 (Kamerstuk 36410-J-4)
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2024
Lijst van vragen
Nummer: 2023D50314, datum: 2023-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (nds-tk-2023D50314).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. Meedendorp, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2023Z15520:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-26 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-27 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-12-19 12:00: Deltaprogramma 2024 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-01-16 16:30: Deltacommissaris (Gesprek), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-01-29 10:00: Water (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-02-01 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
2023D50314 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het Deltaprogramma 2024 (Kamerstuk 36Ā 410 J, nr.Ā 4)
De fungerend voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Meedendorp
Nr. | Vraag |
1 | Waaraan worden de extra middelen uit het coalitieakkoord voor instandhouding van het hoofdwatersysteem in het Deltafonds concreet besteed? Kunt u het bestedingsplan voor instandhouding van het hoofdwatersysteem, dat u tijdens het wetgevingsoverleg Water in november 2022 heeft aangekondigd, naar de Kamer sturen? |
2 | Hoe verklaart u de overboekingen van artikelĀ 3 naar artikelĀ 5 in 2024 en 2025 (tabelĀ 3) van coalitieakkoordmiddelen voor instandhouding, terwijl de tekst juist spreekt van een overboeking van artikelĀ 5 naar artikel 3? Is hier sprake van een typefout? |
3 | Klopt het dat het tempo van de dijkversterkingsoperatie sterk moet worden verhoogd, van de huidige 35Ā kilometer per jaar naar gemiddeld 67Ā kilometer per jaar? Wat gaat u eraan doen om deze versnelling te bereiken? Is het mogelijk om de middelen voor instandhouding uit het coalitieakkoord, die vooralsnog niet tot besteding komen, hiervoor in te zetten? Wat zijn de kansen en belemmeringen daarbij? |
4 | Is het nodig om de doorlooptijd van dijkversterkingsprojecten te verkorten, moeten er meer projecten tegelijkertijd worden uitgevoerd, of gaat het om een combinatie van beide? |
5 | Wat kunt u doen om de doorlooptijd van dijkversterkingsprojecten te verkorten, aangezien er richting 2050 een versnelling nodig is en tegelijkertijd jaarlijks geld overblijft in het Deltafonds? Kunt u een plan van aanpak opstellen voor het verkorten van de doorlooptijd van dijkversterkingsprojecten, zoals de Minister van Binnenlandse Zaken heeft gedaan voor woningbouwprojecten? |
6 | Hoe beoordeelt u de onzekerheid over beschikbaarheid van klei voor dijkversterking zoals blijkt uit recent onderzoek van CE Delft? Hoe wilt u hiermee omgaan? |
7 | Wat zijn de gevolgen van de extra ruimte (strook van 10ā90Ā meter) die in de toekomst nodig is voor dijkversterking volgens het rapport van het kennisprogramma zeespiegelstijging? Hoe wilt u omgaan met deze gevolgen? En hoe is de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening daar bij betrokken? |
8 | Waarom neemt u de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer niet over om het beleid voor dijkversterking meer te richten op de lange termijn (2100) en meer werk te maken van Ā«gevolgbeperkendeĀ» maatregelen als een dijk doorbreekt of overloopt? Bent u van plan om in het Deltaprogramma en Deltafonds ook doelstellingen te formuleren voor 2100? |
9 | Hoe verhoudt de boodschap in uw brief van 27Ā november 2023, dat bij diverse Hoogwaterbeschermingsprogramma-projecten Ā«meekoppelkansenĀ» voor natuur en ruimtelijke kwaliteit bij dijkversterking worden meegenomen, zich tot de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat dergelijke kansen vaak afvallen? |
10 | Wat is uw reactie op de bevinding van de Deltacommissaris dat geld en capaciteit nog beperkend zijn bij decentrale overheden om werk te maken van aanpassing aan klimaatverandering? |
11 | Hoe wilt u de Kamer informeren over het daadwerkelijk toepassen van het principe Ā«water en bodem sturendĀ» en de effecten daarvan in de praktijk? |
12 | Wat zijn de belangrijkste knelpunten in de praktijk bij de uitvoering van het Deltaprogramma? Kunt u hiervan een topĀ 3 opstellen en voortaan een systematisch overzicht opnemen in het Deltaprogramma? |
13 | Wat is de huidige communicatiestrategie rondom zeespiegelstijging, wateroverlast en droogte? Wordt er bijvoorbeeld gekozen voor een Ā«geen paniekĀ»-strategie, of juist voor een strategie met urgentie? |
14 | Hoe worden de belangrijkste punten vanuit het Deltaprogramma, dat 120Ā pagina's telt en daarom niet door het grote publiek gelezen zal worden, gecommuniceerd met het publiek? |
15 | Hoeveel kosten aan adaptatie en zorg in het jaar 2100 worden vermeden als alle aanbevelingen uit het Deltaprogramma worden opgevolgd? |
16 | Wat is de verhouding in kosten tussen klimaatmitigatie en klimaatadaptatie? Hoeveel keer duurder of goedkoper is mitigatie dan adaptatie? |
17 | Wat zijn de kosten voor klimaatadaptatie per Nederlandse inwoner in de jaren 2030, 2050 en 2100 in de scenario's dat Nederland 1)Ā zich houdt aan de nationale Klimaatwet, 2)Ā zich niet houdt aan de Nederlandse klimaatwet, 3)Ā de huidige klimaatdoelen overtreft en meer/sneller CO2 reduceert? |
18 | Hoe verhoudt het investeren in herstel en uitbreiding van natuur zich tot de kosten van klimaatadaptatie? Is een euro besteed aan natuur een veelvoud aan euro's waard in klimaatadaptatie? |
19 | Hoeveel procent van het Nederlandse landoppervlak (exclusief binnenwateren) zou gereserveerd moeten worden om water te bufferen in tijden van extreme neerslag? Hoe verhoudt dit zich tot het percentage dat nodig is voor andere (ruimtelijke) reserveringen en tot de huidige verdeling van ruimtegebruik in Nederland? |
20 | Hoeveel fte werkgelegenheid, bij overheden en in de private sector, is nodig om alle aanbevelingen uit te voeren? Is het aannemelijk dat deze mensen allemaal beschikbaar zijn en toereikend zijn opgeleid in de toekomst? |
21 | Wat is het gemiddelde verlies aan absolute levensjaren en aan gezonde levensjaren als gevolg van klimaatverandering (hitte, overstromingen, en dergelijke) in Nederland in de jaren 2040 en 2050? |
22 | Hoeveel geld kan Nederland verdienen aan het exporteren van meer kennis over klimaatadaptatie? |
23 | Welke van de Ā«scherpe keuzesĀ» die worden aanbevolen betreffen een wetswijziging? |