Stand van zaken uitwerking visiebrief lokale publieke omroepen
Toekomst mediabeleid
Brief regering
Nummer: 2023D50366, datum: 2023-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32827-293).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32827 -293 Toekomst mediabeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z20545:
- Indiener: S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-01-16 15:30: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-25 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-04-11 10:00: Media (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-04-18 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
32 827 Toekomst mediabeleid
Nr. 293 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2023
Lokale publieke omroepen zijn cruciaal voor een goed functionerende democratie. Ze informeren mensen over wat er gebeurt in hun eigen omgeving. Ze controleren de lokale overheid. En ze zijn essentieel voor een gemeenschap waar mensen zich verbonden voelen met elkaar.
Helaas staat het goed kunnen uitoefenen van deze functies door lokale omroepen onder druk.1 Onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat de financiële positie van veel lokale publieke omroepen kwetsbaar is. Ruim een derde schreef in de periode 2019–2021 rode cijfers. Van een kwart oordeelt het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) dat de financiële positie ongezond is.2
Het kabinet kondigde daarom op 15 mei 2023 maatregelen aan om het fundament onder de lokale publieke omroepen te verstevigen.3 Het gaat in het kort om deze maatregelen:
• meer continuïteit door de financiering van lokale publieke omroepen van het Gemeentefonds naar het Rijk over te hevelen;
• meer professionaliteit door een investering van circa € 16 mln. per jaar;
• meer robuustheid door schaalvergroting;
• meer samenhang door een coördinerende rol voor de Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (hierna: NLPO); en
• meer helderheid door een duidelijker aanwijzingsprocedure.
Op 5 oktober 2023 (Kamerstuk 32 827, nr. 291) besprak het kabinet deze plannen met uw Kamer. Mijn voorganger zegde uw Kamer tijdens dat debat toe door te blijven werken aan de uitwerking van de maatregelen, en uw Kamer in januari te informeren over de planning en voortgang.4 Die toezegging doe ik met deze brief gestand.
Planning wetsvoorstel ter uitwerking maatregelen
De hierboven genoemde maatregelen vereisen een forse wijziging van de Mediawet. Op dit moment werk ik hard aan de uitwerking van het benodigde wetsvoorstel. Dat doe ik samen met de partijen met wie het kabinet de maatregelen heeft vormgegeven: BZK, de NLPO, Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) en het Commissariaat. Ik vind het belangrijk om in ieder geval ook de Stichting Regionale Publieke Omroep (hierna: de RPO) hier goed bij te betrekken, en oog te houden voor de balans en rolverdeling in de drie lagen van ons publieke mediabestel.
De planning bij de uitwerking van dit wetsvoorstel is als volgt. Ik streef ernaar om het wetsvoorstel vóór de zomer van 2024 voor internetconsultatie te publiceren. Daarna is het voornemen om het wetsvoorstel vóór de Kerst van 2024 in te dienen bij uw Kamer. Indien het parlement akkoord is met het wetsvoorstel is inwerkingtreding van het wetsvoorstel vervolgens voorzien per 1 januari 2026.
De feitelijke start van het nieuwe stelsel voor de lokale publieke omroepen, waaronder de overheveling van de financiering van het Gemeentefonds naar de OCW-begroting, is voorzien per 2027. Dit komt omdat er pas vanaf de geplande inwerkingtreding per 1 januari 2026 een wettelijke basis is voor een aantal noodzakelijke stappen die daarna nog komen. Zo heeft de NLPO pas vanaf dat moment de bevoegdheid om een concessiebeleidsplan op te stellen voor de uitvoering van de mediaopdracht op lokaal niveau. Ook zal er tijd nodig zijn om het overgangsrecht zorgvuldig te regelen, in nauwe afstemming met in ieder geval het Commissariaat, de NLPO en VNG. Dit betekent dat gemeenten in elk geval tot en met 2026 verantwoordelijk blijven voor de bekostiging van de lokale publieke omroepen.
Voortgang
In aanvulling op het wetsvoorstel doe ik samen met de hierboven genoemde partijen mijn uiterste best om de lokale publieke omroepen zo goed mogelijk voor te bereiden op het nieuwe stelsel.
Investeringen
Dat doe ik ten eerste door nu al te investeren; in 2024 voor een bedrag van circa € 16 mln. Eén van de belangrijkste instrumenten hierbij is de Regeling Professionalisering Lokale Omroepen van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (hierna: het Stimuleringsfonds). Deze regeling is specifiek voor lokale publieke omroepen en met uitgebreid advies van de NLPO ontwikkeld. Dankzij de regeling kunnen lokale omroepen werken aan professionalisering. Daarnaast ontvangt de NLPO geld voor een ondersteunings- en begeleidingsprogramma voor lokale publieke omroepen.
Het kabinet investeert ook in de private journalistiek op regionaal en lokaal niveau. Dat doen we bijvoorbeeld met de «Incubator» van het Stimuleringsfonds. In dit nieuwe programma creëren deelnemers innovatieve oplossingen voor uitdagingen binnen de journalistiek. De eerste ronde van 2024 staat in het teken van vraagstukken uit de private lokale journalistiek. Ook biedt het Stimuleringsfonds een coachingstraject aan dat exclusief gericht is op de private lokale journalistiek.
Daarnaast investeert het kabinet in samenwerking tussen landelijke, regionale en lokale publieke omroepen. Goede en gelijkwaardige samenwerking tussen de publieke omroepen in alle lagen is essentieel en zorgt voor meer kwaliteit, professionaliteit en efficiëntie. In 2024 stelt het kabinet daarom € 4 mln. beschikbaar om samenwerking verder te blijven stimuleren.
Communicatie
Naast de investeringen zet het kabinet ook in op communicatie, samen met de NLPO, VNG en het Commissariaat. Het is van groot belang dat omroepen en gemeenten weten wat de plannen zijn en wat die voor hen betekenen. Zo heeft het kabinet geld beschikbaar gesteld voor informatiebijeenkomsten van de VNG en NLPO op allerlei plekken in Nederland, gericht op gemeentelijke ambtenaren, wethouders, raadsleden en omroepen. Ook mijn ministerie blijft in gesprek met omroepen en gemeenten om uitleg te geven over de plannen en om signalen op te pikken waarmee we de uitwerking kunnen verbeteren.
In het licht hiervan heb ik ook uitvoering gegeven aan de motie van het lid Werner.5 De motie verzoekt de regering «om met ten minste de VNG, de NLPO en de Westland Omroep Stichting (hierna: WOS) in gesprek te gaan over overgangsproblematiek naar het nieuwe stelsel en de Kamer voorafgaand aan de behandeling van de begroting voor 2024 te informeren over mogelijke oplossingen». Mijn medewerkers hebben in december met de WOS gesproken, en we zijn doorlopend in gesprek met VNG, NLPO, BZK en het Commissariaat over de overgang naar het nieuwe stelsel. Zoals beschreven doen de VNG, NLPO en ik er alles aan om lokale publieke omroepen zo goed mogelijk te helpen in deze overgang. Dat doen we door vanuit het Rijk te investeren in professionalisering en begeleiding, door samen in te zetten op communicatie en door met elkaar oog te houden voor de administratieve en juridische aspecten van de overgang. Ook de WOS ontvangt in 2024, net als in 2023, een investering van € 250.000 via de hierboven genoemde regeling van het Stimuleringsfonds. Tegelijkertijd blijven de gemeenten op basis van de huidige wetgeving tot en met in ieder geval 2026 verantwoordelijk voor de bekostiging van de lokale publieke omroepen.
Vervolg
Gezien het grote belang van onze lokale publieke omroepen blijft het kabinet met haar partners voortvarend werken aan de verdere uitwerking van de plannen. Ik hoop dat een nieuw kabinet hiermee doorgaat, en dat er vanuit uw Kamer steun blijft voor deze stappen. Ik informeer uw Kamer vóór de zomer van 2024 weer over dit onderwerp, evenals over de uitvoering van de motie van het lid Van Strien c.s.6
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S.P.R.A. van Weyenberg
Raad voor het Openbaar Bestuur en Raad voor Cultuur: Lokale Media, Niet te Missen, 2020. Zie ook Kamerstukken II 2021/22, 32 827, nr. 251.↩︎
Commissariaat voor de Media: Evaluatie Bekostiging Lokale Publieke Media-Instellingen 2019–2021, 2023. Zie ook Kamerstukken II, 2022/23, 32 827, nr. 282.↩︎
Kamerstukken II, 2022/23, 32 827, nr. 281.↩︎
Toezegging TZ202310-025.↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 32 827, nr. 289.↩︎
De motie verzoekt de regering om in kaart te brengen wat de effecten van de aangekondigde investeringen op het totale medialandschap zijn en wat er nodig is om het totale lokale medialandschap te versterken en te professionaliseren op een wijze dat alle aanbieders van lokaal en regionaal nieuws hiervan profiteren. Zie ook Kamerstukken II, 2023/24, 32 827, nr. 288.↩︎