Actieprogramma Digitale School
Passend onderwijs
Brief regering
Nummer: 2023D50389, datum: 2023-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31497-471).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31497 -471 Passend onderwijs.
Onderdeel van zaak 2023Z20554:
- Indiener: M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- : Digitalisering in het onderwijs (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-01-16 15:30: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-25 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 497 Passend onderwijs
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 471 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2023
Onderwijs op school, omringd door leeftijdsgenoten en leraren, is voor de ontwikkeling van ieder kind en iedere jongere belangrijk. Maar een leerling die tijdelijk door lichamelijke of psychische oorzaken niet naar school kan, moet ook onderwijs krijgen. De kansen die de digitalisering biedt, kunnen beter worden benut voor het onderwijs aan deze leerlingen. Thuiszitten zonder onderwijs heeft grote gevolgen voor de leerling, de ouders en uiteindelijk de maatschappij. Ik wil dat veranderen door te stimuleren dat binnen het funderend onderwijs de bestaande mogelijkheden voor digitaal afstandsonderwijs ten volle worden benut. Ook wil ik de wet verruimen in wat er nu nog niet mogelijk is.
Mijn doel is dat digitaal afstandsonderwijs een volwaardig onderdeel wordt van het stelsel van passend onderwijs, zoals eerder aan u gecommuniceerd.1 Daarvoor is een wetswijziging noodzakelijk. Dit komt onder andere doordat de Leerplichtwet geregeld schoolbezoek vereist en digitaal afstandsonderwijs daar niet onder valt.2 Het wetstraject om dit en andere knelpunten aan te pakken, bereid ik nu voor.Over de contouren en planning hiervan informeer ik uw Kamer via de Kamerbrief bij de Voortgangsrapportage verbeteraanpak passend onderwijs in het voorjaar 2024.
Leerlingen die nu thuis zitten kunnen niet enkele jaren op een wetswijziging wachten. Daarom roep ik schoolbesturen en samenwerkingsverbanden op om de kansen die digitaal afstandsonderwijs biedt binnen de bestaande juridische kaders ten volle te benutten. Dit stimuleer en ondersteun ik met het actieprogramma Digitale School.
Ten eerste stimuleren we met dit actieprogramma dat digitaal afstandsonderwijs wordt (door)ontwikkeld. Hier is vanaf 2024 ruim € 7 miljoen structureel voor beschikbaar. Een groot deel van de ruim € 7 miljoen per jaar die vanaf 2024 beschikbaar is voor digitaal afstandsonderwijs, komt beschikbaar via een subsidieregeling. Hiermee worden schoolbesturen en samenwerkingsverbanden gestimuleerd om samenwerking aan te gaan en maatwerk met digitaal afstandsonderwijs op te zetten of door te ontwikkelen. Die samenwerking is van belang om afdoende schaalgrootte en regionale dekking te bereiken en expertise te bundelen. In de loop van 2024 publiceer ik deze subsidieregeling en informeer ik uw Kamer en het veld over de precieze invulling.
Ten tweede zorgen we met dit actieprogramma voor kennisdeling. Recent heeft mijn ministerie samen met de Inspectie van het Onderwijs en het Steunpunt Passend Onderwijs (hierna het SPO) twee brochures uitgebracht over hoe digitaal afstandsonderwijs kan worden ingezet; een voor ouders en een voor professionals.3 Deze brochures zijn gemaakt in antwoord op alle vragen die leven.
Verder komen er leernetwerken voor scholen over digitaal afstandsonderwijs in de praktijk, wordt onderzoek uitgevoerd en kennis verspreid.
Met het actieprogramma Digitale School wordt dus niet beoogd een op zichzelf staande, landelijke internetschool tot stand te brengen. Want ook, of misschien wel júist een leerling die tijdelijk niet naar school kan, heeft nabijheid nodig: leraren en leeftijdsgenoten die je kennen, die je zien, die je missen, voor je vechten en je niet opgeven. Vanuit dat oogpunt vind ik het noodzakelijk dat digitaal afstandsonderwijs, veel meer dan al het geval is, tot stand komt vanuit schoolbesturen en samenwerkingsverbanden.
Met deze brief wordt de toezegging gestand gedaan die aan uw Kamer is gedaan tijdens het debat over passend onderwijs op 5 april om u voor het einde van dit jaar te informeren over de voortgang van de Digitale School. Ook geef ik hiermee invulling aan de motie van lid Dijk (SP), die oproept ervoor zorg te dragen dat leerlingen met long covid digitaal onderwijs kunnen volgen zolang zij geen fysiek onderwijs kunnen volgen.4
Leeswijzer
Hierna wordt het actieprogramma Digitale School toegelicht:
1. Welke acties er binnen het programma plaatsvinden (actielijnen);
2. Op welke organisatievormen van digitaal afstandsonderwijs het gericht is (organisatievormen);
3. Waarom het nodig is (probleemanalyse) & voor welke leerlingen (doelgroep);
4. Voorbeelden uit de praktijk.
– Voor ouders én professionals is er elk een eigen brochure beschikbaar over de mogelijkheden van digitaal afstandsonderwijs.5 – Scholen en samenwerkingsverbanden kunnen informatie en advies inwinnen via lesopafstand.nl bij Kennisnet. – Scholen en samenwerkingsverbanden die aan de slag willen met digitaal afstandsonderwijs kunnen in januari 2024 zich aanmelden voor een leernetwerk bij Kennisnet. – In de loop van 2024 kunnen samenwerkingsverbanden zich inschrijven voor subsidie. – Eind februari organiseert OCW een webinar over digitaal afstandsonderwijs, ter voorbereiding op de subsidieregeling. Inschrijving start in januari via het Steunpunt Passend Onderwijs. – Voor alle leerlingen die zich op afstand van school voorbereiden op examens is vanaf januari www.lerenvoorhetexamen.nl beschikbaar. |
1. Actielijnen
In de praktijk is digitaal afstandsonderwijs niet altijd eenvoudig te organiseren voor scholen. Dat komt doordat maatwerk extra inzet, techniek en geld vraagt, het vaak een relatief klein aantal leerlingen per school betreft, er onbekendheid is over de regels en/of door samenwerking die lastig tot stand komt. Maar er is ook veel betrokkenheid, inzet en ambitie bij scholen om tot maatwerk te komen voor een leerling die tijdelijk niet naar school kan; er gebeurt al veel. Ik stimuleer schoolbesturen en samenwerkingsverbanden om de ruimte die er nu in wet- en regelgeving is ten volle te benutten en zoveel mogelijk leerlingen te helpen aan de hand van twee actielijnen.
Actielijn 1: Ondersteuning van schoolbesturen en samenwerkingsverbanden
In deze actielijn zit naast de eerder genoemde subsidieregeling en brochures:
Webinar
Eind februari organiseert mijn ministerie, ondersteund door het SPO, een webinar voor scholen, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden ter verdieping van de informatie uit de brochure en over de geplande subsidieregeling. De inschrijving start in januari via het SPO.
Advies van Kennisnet via lesopafstand.nl
Via het loket op lesopafstand.nl kunnen scholen en samenwerkingsverbanden hulp en advies van Kennisnet krijgen over digitaal afstandsonderwijs. Op deze website is voor scholen ook informatie verzameld, zoals uitleg over leermiddelen, e-didactiek, het volgen en toetsen van een leerling die afstandsonderwijs volgt, privacy en beveiliging.
Consulenten ozl
Scholen kunnen al jaren een beroep doen op consulenten onderwijsondersteuning zieke leerlingen (hierna: ozl), die er zijn om scholen en leraren te ondersteunen bij de organisatie van het onderwijs aan (psycho)somatisch zieke leerlingen.6 Bijvoorbeeld met inzet van KlasseContact; een technologische oplossing waarmee een leerling vanaf afstand mee kan doen met de eigen klas. De kosten voor een consulent ozl worden gedekt vanuit mijn ministerie. Scholen kunnen met hen in contact komen via Consulenten OZL- Ziezon.
Collectieve basisvoorzieningen
Het is ook van belang dat er meer collectieve basisvoorzieningen komen, die helpend zijn voor scholen en samenwerkingsverbanden bij het organiseren van maatwerk met digitaal afstandsonderwijs. Waaruit dit moet bestaan, stel ik samen met het onderwijsveld vast. Ik denk bijvoorbeeld aan een landelijk georganiseerd netwerk van leraren, die op aanvraag van scholen online of fysiek zieke leerlingen individueel (bij)les kunnen geven.
Een collectieve voorziening die reeds beschikbaar is en blijft, is www.lerenvoorhetexamen.nl. Juist voor leerlingen die zich vanuit huis voorbereiden op examens én vanuit kansengelijkheidsperspectief heb ik besloten hierin te blijven investeren. In januari zal Kennisnet de actualisatie van lerenvoorhetexamen.nl voor de examens van 2024 gereed hebben. Alle eindexamenleerlingen kunnen hiervan gebruik maken.
Actielijn 2: Kennisdeling en praktijkonderzoek
Om kennis(deling) te vergroten zet ik in op:
Leernetwerken
Kennisnet organiseert en begeleidt leernetwerken voor scholen en samenwerkingsverbanden, zodat de kennis over maatwerk met digitaal afstandsonderwijs wordt uitgewisseld en de verschillende initiatieven van elkaar kunnen leren. Inhoudelijke experts en ervaringsdeskundigen ondersteunen scholen inhoudelijk, procesmatig en op het gebied van ICT-(rand)voorwaarden. Aanmelding loopt via loket Kennisnet op www.lesopafstand.nl en is mogelijk vanaf medio januari 2024.
Literatuur- en praktijkonderzoek
In de coronaperiode is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van digitaal afstandsonderwijs. In de zomer van 2023 is het rapport «Digitaal afstandsonderwijs in het primair onderwijs, ervaringen en mogelijkheden» gepubliceerd.7 (Inter)nationale literatuurstudies, interviews en vragenlijsten hebben laten zien aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om digitaal afstandsonderwijs te kunnen bieden. Aanvullend op de reeds beschikbare onderzoeksresultaten voert Kennisnet een literatuuronderzoek uit gericht op leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte komen hierin nadrukkelijk aan bod. Kennisnet zal de resultaten naar verwachting in maart 2024 publiceren. De onderzoeksresultaten worden door Kennisnet ontsloten naar scholen en samenwerkingsverbanden, via de website www.lesopafstand.nl en via de leernetwerken.
Kennisnet zal daarnaast praktijkonderzoek uitvoeren naar de effectiviteit van digitaal afstandsonderwijs. Dit heeft een meerjarig verloop. De eerste tussenresultaten daarvan verwacht ik in het vierde kwartaal van 2025 met u te delen. De opbrengsten zullen bijdragen aan het gebruik van bewezen effectieve methodes voor digitaal afstandsonderwijs aan leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen.
2. Organisatievormen
Binnen de huidige juridische kaders stimuleer ik met het actieprogramma Digitale School, vooruitlopend op de wetswijziging, twee organisatievormen van digitaal afstandsonderwijs:
Vorm 1: digitaal afstandsonderwijs onder regie van de eigen school
– Voor de meeste leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen, is het belangrijk dat zij zo snel mogelijk maatwerk van de school krijgen waar zij al het onderwijs volgden. Bijvoorbeeld met digitaal afstandsonderwijs. Hiermee blijft de aansluiting op het onderwijsprogramma van de klas en de sociale binding in stand en de weg terug naar school open.
– Maatwerk met digitaal afstandsonderwijs kan bijvoorbeeld inhouden dat een leerling reguliere lessen op afstand volgt (synchroon met de klas) of dat een leerling onderdelen uit het onderwijsprogramma met behulp van digitale leermiddelen op een eigen gekozen moment volgt.
– Scholen kunnen de eerder beschreven hulp van buitenaf inschakelen en regionale samenwerking aangaan om dit te realiseren.
Vorm 2: regionaal gespecialiseerd aanbod met digitaal afstandsonderwijs
– Er is ook een groep leerlingen die niet naar de eigen school terug kan. Specifiek voor die groep stimuleer ik dat er onder de verantwoordelijkheid van schoolbesturen en samenwerkingsverbanden een regionaal netwerk van initiatieven tot stand komt, om juist deze kwetsbare leerlingen de gespecialiseerde aanpak met individueel maatwerk te bieden die zij nodig hebben. Dat vereist voldoende schaalgrootte en specifieke expertise. Samenwerkingsverbanden en schoolbesturen hebben de ruimte om hieraan de beste invulling te geven, voortbouwend en versterkend op wat er in de betreffende regio al gebeurt. In de subsidieregeling zal dergelijke samenwerking gestimuleerd worden.
– Deze vorm is gericht op leerlingen die door lichamelijke of psychische oorzaken niet naar school gaan en niet via de oorspronkelijke school van inschrijving maatwerk met digitaal afstandsonderwijs kunnen krijgen, zoals:
• leerlingen voor wie onderwijs op de eigen school niet haalbaar is, bijvoorbeeld als gevolg van schooltrauma;
• leerplichtigen die niet (meer) ingeschreven zijn op een school waarbij de achtergrond daarvan in lichamelijke of psychische oorzaken ligt,
• kinderen en jongeren met een vrijstelling van de leerplicht op basis van artikel 5 onderdeel a van de Leerplichtwet 1969, die wel onderwijs kunnen volgen met digitaal afstandsonderwijs.
Scholen kunnen leerlingen uit deze groep inschrijven, als ze nog niet ingeschreven staan. Onder de voorwaarden die beschreven staan in de eerder genoemde brochure, kan tijdelijk maatwerk met digitaal afstandsonderwijs worden gegeven.
– Vanuit regionale krachtenbundeling kan ook (de organisatie van) maatwerk vanuit scholen (organisatievorm 1) ondersteund worden.
3. Probleemanalyse & doelgroep
Waarom is het stimuleren van digitaal afstandsonderwijs eigenlijk nodig? In Nederland gaat een grote groep niet of niet volledig naar school. De Leerplichttelling 2021–2022 rapporteert ruim 10.000 leerlingen met absoluut verzuim (leerplichtig maar niet ingeschreven bij een school) en ruim 3.000 leerlingen met langdurig relatief verzuim (ongeoorloofd afwezig).8 Daarbovenop komt een onbekende groep leerlingen met langdurig geoorloofd verzuim (ziekmelding, afwijking onderwijstijd). Tevens is er een groeiende groep van ruim 7.000 kinderen en jongeren met een vrijstelling 5 onder a van de Leerplichtwet 1969. De achterliggende oorzaken zijn zeer divers.
Lang niet iedereen uit bovengeschetste groep heeft baat bij digitaal afstandsonderwijs. De inschatting of een leerling hier al dan niet baat bij heeft, is ter beoordeling van de professionals in het onderwijs, in goed overleg met de ouders en de leerling zelf. Het kan bijvoorbeeld gaan om:
– leerlingen die door ziekte zeer zuinig moeten omgaan met hun energie;
– leerlingen die als gevolg van een ziekte of aandoening niet of onregelmatig naar school kunnen;
– leerlingen met een schooltrauma die, totdat dit behandeld is, niet in staat zijn in een reguliere schoolse setting te verblijven;
– leerlingen met een hoge prikkelgevoeligheid, voor wie tijdelijk een volledige dag op school in de klas te intensief is;
– leerlingen met angststoornissen of andere psychische problematiek die het tijdelijk niet mogelijk maakt dat de leerling naar school komt.
Samengevat is de doelgroep van het actieprogramma Digitale School: kinderen en jongeren die tijdelijk of gedeeltelijk niet naar school kunnen door lichamelijke of psychische oorzaken. Voor deze leerlingen biedt digitaal afstandsonderwijs veel kansen en is de inzet daarvan mogelijk binnen het huidige juridische kader (toegelicht in de eerder genoemde brochure voor professionals). |
4. Voorbeelden binnen het bekostigd onderwijs
(met toepassing van de Beleidsregel afwijking onderwijstijd indien leerlingen het digitaal afstandsonderwijs niet op een schoollocatie volgen).9
• et Aurum College, een bovenregionale vso voor havo en vwo in Lelystad, biedt leerlingen die dit nodig hebben de mogelijkheid tot maatwerk met digitaal afstandsonderwijs. In alle gevallen in samenspraak met alle betrokkenen zoals ouders/verzorgers, leerplicht, samenwerkingsverband en zorgpartij(en). De begeleiding en de inhoudelijke ondersteuning van een mentor/vakdocenten vindt plaats vanuit school en daar waar mogelijk in de thuissituatie. Bij veel trajecten heeft deze systematiek met een transitie van huis naar school geleid tot (gedeeltelijke) schoolgang van leerlingen. • Vso-school «De Korenaer Deurne«, een school van de Aloysius Stichting, biedt al meer dan 10 jaar digitaal afstandsonderwijs aan leerlingen die zijn vastgelopen in het reguliere onderwijs of in een instelling verblijven. Deze leerlingen krijgen een maatwerktraject op afstand, met een passend onderwijsaanbod via een online leerplatform en persoonlijke begeleiding. De school begeleidt leerlingen terug naar school, helpt bij een stage, of voorbereiding op dagbesteding of een betaalde baan. Jongeren doen via hen ook (staats)examens vmbo-t. • Op vso Heer Bokel College, een havo school van Yulius Onderwijs in Rotterdam, worden sinds 2021 (waar praktisch mogelijk) lessen zowel online via een livestream als fysiek aangeboden. Op deze school zitten veel leerlingen die prikkelgevoelig zijn. Fysiek onderwijs is de norm, maar leerlingen die dit door lichamelijke of psychische redenen nodig hebben kunnen ervoor kiezen een vaste dag online onderwijs te volgen (met afwijking onderwijstijd). Op die manier beoogt de school het welbevinden en de leerresultaten van de leerlingen te vergroten. Alle docenten zijn getraind in hybride lesgeven. • B!TS (bijzonder interventieteam schoolgang), locatie van het Passer College in Rotterdam, heeft sinds 2011 arrangement met onderwijs op maat voor langdurig thuiszittende kinderen en jongeren met als doel een terugkeer naar school. Zij ondersteunen vanuit een speciale school leerlingen met internaliserende problemen zoals autismespectrumstoornis, depressieve klachten en/of een angststoornis en helpen leerlingen zichzelf begrijpen en positiever tegen school aan te kijken. Daarbij werkt B!TS samen met een externe partij die op de speciale schoollocatie individueel maatwerk met digitaal afstandsonderwijs biedt. • In Zeeland krijgen leerlingen die thuiszitten vanuit vso-school De Argo extra ondersteuning aangeboden via «OpMaat«, waarbij leerlingen ook maatwerk met digitaal afstandsonderwijs kunnen krijgen. Zo worden sommige leerlingen bijvoorbeeld (mogelijk digitaal) gekoppeld aan een vaste docent, en worden zij begeleidt bij het volgen van een combinatie van fysiek en digitaal afstandsonderwijs. |
Tot slot
Digitaal afstandsonderwijs kan voor leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen een groot verschil maken voor hun ontwikkeling en het perspectief op hun toekomst. Ze blijven hierdoor in beweging doordat hen een vooruitzicht wordt geboden op een manier die anders niet mogelijk zou zijn. De kansen en mogelijkheden die de digitalisering ons biedt, mogen we niet onbenut laten. Ik heb grote waardering voor de professionals die zich hiervoor met deskundigheid en betrokkenheid inzetten.
De in deze brief genoemde actielijnen werk ik de komende periode verder uit met de betrokken partijen. Uiteraard zal ik ook kijken of de geleerde lessen en de meerwaarde van de Digitale School breder kunnen worden ingezet. Ik zal uw Kamer in het vervolg via de Kamerbrief bij de voortgangsrapportage over passend onderwijs informeren over de vorderingen.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
M.L.J. Paul
Kamerstukken II 2022/23, 31 497, nr. 448.↩︎
Artikel 2 Leerplichtwet 1969↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs/digitaal-afstandsonderwijs↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 25 295, nr. 2135↩︎
Digitaal afstandsonderwijs als een kind tijdelijk niet naar school kan | Passend onderwijs | Rijksoverheid.nl↩︎
De Consulenten OZL zijn verenigd in een landelijke Ziezon netwerk, website Ziezon↩︎
Bijlage bij Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VIII, nr. 251↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 31497, nr. 448↩︎
Beleidsregel van de Inspecteur-Generaal van het Onderwijs van 19 juni 2018 (Stcrt. 2018, nr. 42600).↩︎