[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Evaluatie dienstregeling Ameland en voortgang nieuweconcessie(s) Waddenveren

Openbaar vervoer

Brief regering

Nummer: 2023D50606, datum: 2023-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-23645-815).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 23645 -815 Openbaar vervoer.

Onderdeel van zaak 2023Z20634:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

23 645 Openbaar vervoer

Nr. 815 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2023

In april 2014 zijn er twee concessies in werking getreden voor het passagiersvervoer van en naar de Friese Waddeneilanden: de Vervoersconcessie Waddenveren West en de Vervoerconcessie Waddenveren Oost. Beide concessies hebben een looptijd van 15 jaar en eindigen in april 2029.

Via deze brief wil ik uw Kamer informeren over de evaluatie van de dienstregeling tussen Holwert en Ameland. Daarnaast wil ik uw Kamer informeren over de laatste stand van zaken rondom de nieuwe concessie(s) van de Waddenveren vanaf 2029 en dan specifiek over de uitkomsten van de marktanalyse en het vervolgproces.

Evaluatie dienstregeling Ameland

Afgelopen zomer heeft MARIN (Maritime Research Institute Netherlands) in opdracht van DGMo, Rijkswaterstaat (RWS) en Wagenborg Passagiersdiensten (hierna: WPD) een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om veilig te passeren in de vaargeul Ameland-Holwert. Dit heeft geresulteerd in een voorstel van WPD voor een aangepaste dienstregeling per 8 september jl. (ook wel de vijfkwartiersdienstregeling genaamd), waarmee ik heb ingestemd. Daarbij heb ik aangegeven dat ik deze aangepaste dienstregeling zal evalueren1.

Op 5 oktober jl. heeft uw Kamer de vervoerplannen 2024 voor de Friese Waddenveren ontvangen2. In het vervoerplan van WPD staat dat de vijfkwartiersdienstregeling tussen Holwert en Ameland in 2024 wordt gecontinueerd. In de Kamerbrief bij de vervoerplannen heb ik een eerste inventarisatie gedaan naar de ervaringen rondom de vijfkwartiersdienstregeling, deze eerste signalen zijn positief. Een uitgebreidere evaluatie van deze dienstregeling zou volgen. Inmiddels ben ik in gesprek met een onafhankelijke externe partij over het uitvoeren van deze evaluatie. Insteek daarbij is dat alle relevante stakeholders zullen worden betrokken. De evaluatie wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024 uitgevoerd. Na afronding van de evaluatie zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten.

Nieuwe concessie(s) Waddenveren

Als concessieverlener treft het Ministerie van IenW momenteel de voorbereidingen voor deze vervoersdiensten vanaf april 2029. Op 15 mei jl.3 is uw Kamer geïnformeerd over het proces dat daartoe gevolgd wordt. Onlangs heb ik de marktanalyse afgerond. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de marktanalyse en mijn besluit om voor de periode vanaf 2029 opnieuw een of meerdere concessies te verlenen voor het personenvervoer van en naar de Friese Waddeneilanden.

Uitkomsten marktanalyse

Zoals aangegeven in mijn brief van 15 mei jl. is er een marktanalyse uitgevoerd om te bepalen wat marktpartijen zonder concessie kunnen bieden en of mogelijk zelfs (deels) geen concessie noodzakelijk is. In de marktanalyse is gesproken met circa 10 marktpartijen. Uit de marktanalyse blijkt onder andere dat concessieverlening nodig is, omdat het aanbod vanuit de vrije markt naar verwachting kwalitatief en kwantitatief onvoldoende zal zijn, omdat sturing op het aanbod, tarieven en inspraak van overheden en consumentenorganisaties in een vrije marktsituatie niet gegarandeerd is en omdat toetreding van nieuwkomers in een vrije marktsituatie mogelijk onvoldoende plaatsvindt. De volledige uitkomsten van de marktanalyse zijn bijgevoegd (bijlage 1).

Besluit om nieuwe concessies te verlenen

Op basis van de conclusies van de marktanalyse heb ik besloten voor de veerdiensten vanaf april 2029 opnieuw een of meerdere concessies te verlenen. Aan een concessie is een «exclusief recht» verbonden, dat betekent dat andere vervoerders op deze verbindingen geen openbaar personenvervoer mogen aanbieden. De huidige concessies zijn in 2011 onderhands gegund. Op grond van geldende wet- en regelgeving (BP2000) moeten nieuwe concessie(s) via een openbare aanbesteding verleend worden. Juridisch gezien zijn andere manieren van gunning dan een openbare aanbesteding (zoals onderhandse gunning) niet meer mogelijk.

Vervolgproces

Mijn besluit betekent dat het ministerie de voorbereidingen voor een aanbestedingsprocedure voortzet. Het ministerie werkt momenteel aan een concept Nota van Uitgangspunten (NvU). Deze zal begin 2024 ter consultatie worden aangeboden aan het brede publiek. Na verwerking van de consultatiereacties zal de definitieve NvU (naar verwachting) medio 2024 worden vastgesteld en met uw Kamer worden gedeeld.

De NvU wordt vervolgens vertaald naar een Programma van Eisen (PvE) en overige aanbestedingsdocumenten. De globale planning is dat het PvE in 2025, na een consultatieronde, wordt vastgesteld en dat daarna de aanbesteding start. Gunning van de nieuwe concessie(s) is nu voorzien in 2026.

Parallel hieraan loopt het Vervolgonderzoek Bereikbaarheid Ameland 2030. De Minister en ikzelf zijn ons bewust van de wisselwerking en afhankelijkheden tussen de beschikbaarheid van fysieke infrastructuur (de vaargeulen en havens) en de concessie(s) en zetten zich actief in om de samenhang tussen beide trajecten te borgen.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen


  1. Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 31 409 en 29 684, nr. 416.↩︎

  2. Kamerstukken II, vergaderjaar 2023–2024, 23 645, nr. 807.↩︎

  3. Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 23 645, nr. 802.↩︎