[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Basisregistratie Ondergrond

Structuurvisie Ondergrond

Brief regering

Nummer: 2023D51061, datum: 2023-12-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33136-26).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33136 -26 Structuurvisie Ondergrond.

Onderdeel van zaak 2023Z20817:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

33 136 Structuurvisie Ondergrond

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2023

De Wet Basisregistratie ondergrond (Wet-Bro) van 2018 voorziet in een basisregistratie met gegevens van de ondergrond van het Nederlandse territoir. Met de afronding van tranche 4 is het implementatieprogramma van deze wet eind 2022 voltooid, en is het systeem in beheer genomen. Zoals in vorige jaren informeer ik u met deze brief over de status van het beheer van de bestaande Landelijke Voorziening BRO (onderdeel I), over de evaluatie van de Wet Bro (onderdeel II) en tenslotte over de uitbreiding van de BRO met informatie over milieukwaliteit1 (onderdeel III).

I. Beheer bestaande Landelijke Voorziening BRO

De BRO is in de periode 2018–2022 in vier tranches ingevoerd. In deze tranches zijn in totaal 23 registratieobjecten onder de werking van de BRO gebracht, zoals sonderingen, grondwaterstanden, bodemkaart en mijnbouwwetvergunningen.

De vierde en laatste tranche is deels op 1 januari 2022 en deels op 1 juli 2022 in werking getreden. Het in 2018 gestarte Programma BRO Fase 1 is eind 2022 succesvol afgerond, binnen de geplande termijn en binnen het budget (52,3 miljoen euro).

Het structurele beheer is na afronding van het Programma overgedragen aan TNO/Geologische Dienst (de beheerder van de Landelijke Voorziening BRO). Bij mijn ministerie is een beheerorganisatie opgericht die toeziet en stuurt op het gebruik en de doorontwikkeling van BRO Fase 1 van de BRO. BZK en TNO zullen veel aandacht geven aan voorlichting aan gebruikers in de vorm van presentaties, werkconferenties, praktijkvoorbeelden en een website. De hoofdlijn in deze voorlichting is dat goede ondergrondinformatie van wezenlijk belang is. Niet alleen voor de realisatie van infrastructurele projecten, maar ook voor grote maatschappelijke opgaven als energietransitie of woningbouwopgave. De Kamerbrief Water Bodem Sturend van Minister Harbers en Staatssecretaris Heijnen van 25 november 2022 (Kamerstukken 2022/2023, 27 625, nr. 592) over de rol van water en bodem bij ruimtelijke ordening, vormt hierbij het kader.

Een ander aandachtspunt is dat er een groeiende behoefte is aan additionele functionaliteit, een teken dat de gebruikswaarde van de BRO steeds meer toeneemt. Bij de allocatie van het beschikbare budget zullen derhalve scherpe keuzes nodig zijn voor de doorontwikkeling van de BRO. Dit zal in nauw overleg met de Regieraad BRO worden uitgevoerd.

II. Evaluatie Wet Bro

In de Wet Bro (artikel 42) is vastgelegd dat de Minister de Kamer na vier jaar een verslag zendt over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Vanwege de tranchegewijze invoering van de Bro, en het feit dat tranche 4 eind 2022 is voltooid, is vanuit het Programma besloten om de evaluatie uit te voeren nádat alle onderdelen van Fase 1 in werking zijn gebracht, omdat pas dan een zinvolle evaluatie uitgevoerd kan worden. Dat is thans het geval. Inmiddels is een Plan van Aanpak opgesteld, en wordt er met een onderzoeksbureau gesproken over de uitvoering van de evaluatie. Deze zal in het vierde kwartaal van 2023 en het eerste kwartaal van 2024 worden uitgevoerd.

De afronding vindt daarna plaats en de evaluatie zal ik vóór de zomer van 2024 aan de Kamer aanbieden.

III. Toevoegen informatie over milieukwaliteit

Op basis van uitgevoerd vooronderzoek en de besluitvorming in de programmastuurgroep BRO is in de tweede helft van 2022 gestart met de uitvoering van BRO fase 2. Het gaat hierbij om de uitbreiding van de BRO met gegevens over bodemverontreinigingen. In dit kader zijn de volgende aspecten van belang:

• De uitbreiding van de BRO behelst twee registratieobjecten. Het eerste registratieobject betreft de datasets met milieuhygiënische bodemonderzoeksgegevens, waarbij zowel nieuwe datasets als datasets van vóór de inwerkingtreding in de BRO zullen worden vastgelegd.

• Het tweede registratieobject betreft de standaarden van het overheidsbesluit bodemverontreiniging. Dit object gaat over de overheidsbesluiten inzake de juridische status van een verontreiniging. Tot en met 2023 was hier de Wet bodembescherming (Wbb) van toepassing, maar de regelgeving op dit punt ondergaat veranderingen als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024, omdat daarmee beleidsruimte wordt toegekend aan de bevoegd gezagen. Hoe die veranderingen in de praktijk uitpakken zal in de eerste helft van 2024 worden gemonitord. Op basis van de eerste ervaringen zullen de standaarden voor dit registratieobject verder worden vormgegeven.

• De incidentele investeringskosten zijn geraamd op in totaal van € 11,9 mln voor de periode 2022–2026 waarvan € 4,6 mln ondersteuning bij de implementatie bij bronhouders.

• De structurele kosten voor de instandhouding van deze uitbreiding zijn geraamd op € 1,9 mln per jaar.

Eerder heeft het Ministerie van IenW voor de dekking van € 10 mln zorggedragen. Inmiddels is ook de toezegging van het Ministerie van IenW aan het Ministerie van BZK definitief voor de resterende € 1,9 mln. Voor de dekking van de structurele kosten zijn de Ministeries van BZK en EZK in overleg met netbeheerders en grondroerders. De juridische realisatie van de uitbreiding BRO is voorzien per 1 januari 2025.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge


  1. In de praktijk worden hiervoor ook wel termen gebruikt als «milieuhygiëne», «bodemverontreinigingen» of «bodemkwaliteit«.↩︎