Motie van het lid Michon-Derkzen c.s. over onderzoeken of de huidige wettelijke kaders voldoende mogelijkheden bieden om effectief te kunnen optreden bij (dreigende) verstoringen van de openbare orde en het verspreiden van terroristisch gedachtegoed
Terrorismebestrijding
Motie
Nummer: 2023D51164, datum: 2023-12-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29754-699).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.J.M. Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid (CDA)
- Mede ondertekenaar: D.J.H. (Diederik) van Dijk, Tweede Kamerlid (SGP)
Onderdeel van kamerstukdossier 29754 -699 Terrorismebestrijding.
Onderdeel van zaak 2023Z20857:
- Indiener: I.J.M. Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.J.H. (Diederik) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-12-21 18:05: Tweeminutendebat Terrorisme/extremisme (CD 20/12) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2023-12-21 20:40: Einde vergadering: STEMMINGEN (over de Najaarsnota 2023 en over moties ingediend bij het debat over het landbouw- en natuurbeleid, het Tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid, het Tweeminutendebat Terrorisme/extremisme en het Tweeminutendebat Programma samen tegen Mensenhandel) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 699 MOTIE VAN HET LID MICHON-DERKZEN C.S.
Voorgesteld 21 december 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het dreigingsniveau in Nederland op 12 december 2023 is verhoogd van dreigingsniveau 3 (aanzienlijk) naar dreigingsniveau 4 (substantieel);
constaterende dat het gewelddadige conflict tussen Israël en Hamas een voedingsbodem is voor het verspreiden van terroristisch gedachtegoed in Nederland;
constaterende dat demonstraties vreedzaam moeten zijn en niet alle bijeenkomsten onder bescherming vallen van het demonstratierecht;
van mening dat terroristische uitingen in woord of beeld nooit kunnen worden verenigd met het recht op demonstratie;
verzoekt de regering nader te onderzoeken of het huidige wettelijk kader in de Wet openbare manifestaties en de richtlijnen van het OM voldoende mogelijkheden bieden om effectief te kunnen optreden bij (dreigende) verstoringen van de openbare orde en het verspreiden van terroristisch gedachtegoed en de Kamer hierover binnen drie maanden te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Michon-Derkzen
Diederik van Dijk
Boswijk