Motie van het lid Helder c.s. over in het kader van het beschermen van de lichamelijke integriteit van minderjarigen de uitzondering van artikel 22b lid 3 Sr in geval van seksueel misbruik van minderjarigen uit de wet halen
Mensenhandel
Motie
Nummer: 2023D51182, datum: 2023-12-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28638-243).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.M.J.S. Helder, Tweede Kamerlid (BBB)
- Mede ondertekenaar: D.J.H. (Diederik) van Dijk, Tweede Kamerlid (SGP)
- Mede ondertekenaar: H.N. Veltman, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 28638 -243 Mensenhandel .
Onderdeel van zaak 2023Z20872:
- Indiener: L.M.J.S. Helder, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.J.H. (Diederik) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.N. Veltman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-12-21 18:25: Tweeminutendebat Programma Samen tegen Mensenhandel (CD d.d. 21/12) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2023-12-21 20:40: Einde vergadering: STEMMINGEN (over de Najaarsnota 2023 en over moties ingediend bij het debat over het landbouw- en natuurbeleid, het Tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid, het Tweeminutendebat Terrorisme/extremisme en het Tweeminutendebat Programma samen tegen Mensenhandel) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
28 638 Mensenhandel
Nr. 243 MOTIE VAN HET LID HELDER C.S.
Voorgesteld 21 december 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Valkenburgse zedenzaak, waarbij een minderjarig slachtoffer tot seks met meerdere volwassen mannen werd gedwongen, tot de conclusie heeft geleid dat dergelijke situaties niet met een taakstraf mogen worden afgedaan;
constaterende dat in dat kader artikel 22b, lid 1 in het Wetboek van Strafrecht is opgenomen, inhoudende dat een taakstraf niet wordt opgelegd bij veroordeling voor een misdrijf waarvoor een gevangenisstraf van 6 jaar of meer is gesteld en waarbij sprake is van een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer;
constaterende dat de rechterlijke macht in uitspraken in vergelijkbare zedenzaken waarin sprake is van seksueel misbruik van minderjarigen tot veel lagere straffen komt dan het Openbaar Ministerie heeft geëist en nog steeds een taakstraf oplegt in deze gevallen, in combinatie met slechts één dag onvoorwaardelijke gevangenisstraf, en daarmee bewust het doel van het taakstrafverbod in deze kwesties miskent door misbruik te maken van de uitzondering van artikel 22b, lid 3 Wetboek van Strafrecht;
verzoekt de regering om in het kader van het beschermen van de lichamelijke integriteit van minderjarigen de uitzondering van artikel 22b, lid 3 Sr ingeval van seksueel misbruik van minderjarigen uit de wet te halen, dan wel een minimumstraf in te voeren voor seksueel misbruik van minderjarigen, waarbij het doel is dat de dader voor een termijn die in verhouding staat tot het betreffende strafbare feit achter de tralies verdwijnt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Helder
Diederik van Dijk
Veltman