Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Thijssen over het faciliteren van fossiele investeringen door banken
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D51310, datum: 2023-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (ah-tk-20232024-702).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister van Financiƫn (Ooit D66 kamerlid)
- Beslisnota bij Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Thijssen over het faciliteren van fossiele investeringen door banken
- Aanbiedingsbrief
Onderdeel van zaak 2023Z16054:
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister van Financiƫn
- Indiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J. Thijssen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
702
Vragen van de leden Van der Lee (GroenLinks) en Thijssen (PvdA) aan de Minister van FinanciĆ«n over het faciliteren van fossiele investeringen door banken (ingezonden 27Ā september 2023).
Antwoord van Minister Kaag (FinanciĆ«n) (ontvangen 22Ā december 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van onder andere Follow the Money, Investico en The Guardian naar het faciliteren van fossiele investeringen door banken?
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de bevinding dat ING en ABN Amro sinds het klimaatakkoord van Parijs mee hebben geholpen aan de uitgifte van meer dan EURĀ 100Ā miljard aan obligaties van fossiele bedrijven?
Antwoord 2
De transitie naar een duurzame economie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid en vraagt een bijdrage van alle sectoren, inclusief de financiƫle sector. Uit het genoemde artikel blijkt dat Nederlandse banken, waaronder ING en ABN Amro, hebben bijgedragen aan de uitgifte van obligaties voor fossiele bedrijven. Gezien de cruciale rol die de financiƫle sector speelt in de transitie verwacht ik dat zij een hoog ambitieniveau hanteren. Daarvoor is het essentieel en waardevol dat financiƫle instellingen kritisch bevraagd worden over de mate waarin hun activiteiten in lijn liggen met hun klimaatambities en de bredere klimaatdoelen.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat banken die helpen fossiele obligaties uit te geven, mede verantwoordelijk zijn voor de gebrekkige vergroening van obligatiemarkten?
Antwoord 3
Banken opereren binnen een marktsysteem waar vraag en aanbod centraal staan. Het toekennen van verantwoordelijkheid aan banken voor de vergroening van de obligatiemarkt is een complex vraagstuk dat zorgvuldige overweging verdient. Voor de vervolgstappen verwijs ik u graag naar het antwoord op vraagĀ 7.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat er op obligatiemarkten de komende tijd vraag zal blijven bestaan naar fossiele investeringen, en het dus dweilen met de kraan open is als enkel banken, pensioenfondsen en verzekeraars gedwongen worden om hun fossiele investeringen af te bouwen, maar de vergroening van de bedrijfsobligatiemarkt ongemoeid worden gelaten?
Antwoord 4
Financiƫle instellingen zoals banken, verzekeraars, pensioenfondsen en vermogensbeheerders beheren aanzienlijke middelen en zijn daarmee een belangrijke afzetmarkt voor bedrijfsobligaties. Wanneer deze instellingen hun beleggingsbeleid in lijn brengen met de Parijs doelstellingen, bijvoorbeeld door minder te investeren in CO2-intensieve projecten, zal dit leiden tot een afname in de vraag naar dit type investeringen. Dat maakt het voor nieuwe CO2-intensieve projecten lastiger om investeerders te vinden.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat het een vorm van groenwassen is dat financiƫle instellingen mooie sier maken met hun bijdrage aan klimaat door op hun investeringsportefeuille te wijzen, maar hun fossiele underwriting-activiteiten hier niet bij vermelden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Transparantie en integriteit in rapportages zijn essentieel voor financiƫle instellingen om het vertrouwen van het publiek te behouden. Het kabinet erkent het belang van het voorkomen van groenwassen en streeft naar ambitieuze standaarden voor duurzaamheidsrapportage. De komende richtlijn voor duurzaamheidsrapportering speelt hierin een cruciale rol en ik heb mij hier in Europa hard voor gemaakt. Deze gestandaardiseerde rapportages bieden minder ruimte voor ondernemingen om hun rapportages naar eigen inzicht in te vullen. Daarbij wordt het voor gebruikers van deze informatie gemakkelijker om de duurzaamheidsprestaties van verschillende (financiƫle) instellingen te vergelijken.
Vraag 6 en 7
Heeft u het in het kader van het klimaatakkoordcommitment specifiek gehad over de bijdrage van instellingen aan terugdringen van fossiele investeringen via hun underwriting-activiteiten?
Bent u van plan met de ondertekenaars van het klimaatakkoordcommitment in gesprek te gaan over hun commitment aan het terugdringen van fossiele underwritingactiviteiten?
Antwoord 6 en 7
Uit het onderzoek van Follow the Money blijkt dat underwriting-activiteiten geassocieerd worden met een grote CO2-voetafdruk. Met de ondertekening van het klimaatcommitment in juli 2019 committeerden banken, pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders zich om bij te dragen aan de uitvoering van het Klimaatakkoord van Parijs en het Nederlandse Klimaatakkoord. Ik vind het daarom van belang om met de financiƫle sector in gesprek te gaan om beter te begrijpen welke invloed financiƫle instellingen kunnen uitoefenen via hun underwriting-activiteiten en hoe zij deze activiteiten meenemen in hun actieplannen. Ik zal dit in de reguliere gesprekken tussen het ministerie en de financiƫle sector en de gesprekken in het kader van het klimaatcommitment terug laten komen.
Vraag 8
Bent u bereid ernaar te streven in het kader van het klimaatakkoordcommitment met de financiƫle sector harde afspraken te maken over het terugdringen van fossiele underwriting-activiteiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Met het klimaatcommitment is als gezegd afgesproken dat financiƫle instellingen een bijdrage leveren aan de uitvoering van het akkoord van Parijs en het Klimaatakkoord. Financiƫle instellingen hebben zich gecommitteerd aan het in kaart brengen van de klimaatimpact van hun relevante financieringen en beleggingen en het opstellen van actieplannen voor hun bijdrage aan de vermindering van de CO2-uitstoot. Met het klimaatcommitment zijn geen afspraken gemaakt over met wat voor maatregelen financiƫle instellingen deze actieplannen dienen in te vullen, dit is aan de instellingen zelf. Wel hebben de koepelorganisaties van de financiƫle sector een leidraad ontwikkeld die richtlijnen geeft voor de invulling van de actieplannen. Hier leveren de betrokken ministeries input op, waarbij wij inzetten op ambitieuze invulling. Op dit moment zijn underwriting-activiteiten hier nog geen onderdeel van. Ik moedig de koepelorganisaties aan om in de herziening van de leidraad volgend jaar ook underwriting-activiteiten mee te nemen en zal dit met hen bespreken.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat de Europese strategie om obligatiemarkten te vergroenen (bijvoorbeeld via het EU Green Bonds-voorstel) zich vooral richt op het reguleren van wat telt als groen, en te weinig op het terugdringen van fossiele obligaties?
Antwoord 9
De richtlijn duurzaamheidsrapportering legt transparantievereisten op aan alle grote ondernemingen en beursondernemingen (m.u.v. micro). Deze ondernemingen moeten zowel hun duurzaamheidsrisicoās, -kansen als -impact in kaart brengen. Zo wordt het voor investeerders eenvoudiger om zowel duurzame als niet-duurzame investeringen te herkennen. De EU-standaard voor Europese Groene Obligaties is een ander instrument. De standaard is vrijwillig en kan door ondernemingen gebruikt worden om aan te tonen dat ze aan hoge duurzaamheidscriteria kunnen voldoen. Het is waar dat deze standaard bepaalde verplichtingen met zich meebrengt, maar het kan ook duurzame obligaties aantrekkelijker maken voor investeerders. Hoewel beide initiatieven waardevol zijn, is er altijd ruimte voor verdere verbetering. Een belangrijke overweging is dat de
(rapportage)lasten voor duurzame activiteiten niet uiteen gaan lopen met niet-duurzame activiteiten.
Vraag 10
Kunt u zeggen of Nederland bereid is om er, samen met gelijkgezinde landen, bij de Commissie op aan te dringen dat zij richting hun volgende mandaat aan de slag gaan met het inzichtelijk maken en terugdringen van fossiele investeringen in bedrijfsobligatiemarkten? Welke ideeƫn heeft u hierover?
Antwoord 10
De Europese Commissie heeft belangrijk werk geleverd omtrent duurzame financiering. In algemene zin acht ik het van belang dat er niet enkel wordt gekeken naar de afbouw van investeringen in fossiele activiteiten, maar juist ook op het stimuleren van investeringen in duurzame alternatieven. Dit ligt niet enkel bij financiƫle instellingen, maar vergt ook inspanning van bedrijven en de overheid.
Vraag 11
Is het juridisch mogelijk financiƫle instellingen te verbieden fossiele underwritingactiviteiten te ondernemen? Wat zijn hierbij in wetgevingstechnische zin de mogelijkheden en beperkingen?
Antwoord 11
Nederland hanteert in beginsel een terughoudend beleid als het gaat om het verbieden van specifieke diensten of activiteiten binnen de financiƫle sector. Wanneer we kijken naar fossiele underwritingactiviteiten, is het van belang op te merken dat het onderliggende product, oftewel fossiele brandstoffen, op zichzelf niet verboden is. Hierdoor zou het opmerkelijk zijn diensten die gerelateerd zijn aan de financiering van dit product te verbieden.
Vraag 12
Hoe staat het met de uitvoering van de met grote meerderheid aangenomen motie Van der Lee (32Ā 013, nr.Ā 259) waarin het kabinet opgeroepen wordt de Kamer in de zomer van 2023 te informeren over de verkenning naar wetgeving voor de verduurzaming van de financiĆ«le sector? Klopt het dat aan deze motie geen uitvoering is gegeven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Een versnelling van de klimaattransitie is nodig, wereldwijd, in Europa en in Nederland. Ik vind het belangrijk dat de financiĆ«le sector bijdraagt aan deze transitie, omdat zij hierin een cruciale rol speelt. Samen met de Minister voor Klimaat en Energie heb ik dan ook aangekondigd om, samen met de sector, te verkennen of, en, hoe wetgeving kan bijdragen aan het versterken van de bijdrage van financiĆ«le ondernemingen aan de duurzame transitie.1 Hierbij kijk ik ook naar alternatieven voor wetgeving. Deze verkenning raakt vele aspecten, waaronder het vestigingsklimaat, regelgeving die in de Europese Unie in ontwikkeling is2 en de toegang van het MKB tot financiering. Daarom zijn de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hier ook bij betrokken. Ik voer hierover gesprekken met de sector, maatschappelijke organisaties en toezichthouders en ben hierover in nauw overleg met de betrokken departementen. Dit vergt āĀ mede gelet op het voorgaande en de benodigde zorgvuldigheidĀ ā meer tijd.
Vraag 13
Is de in de voorgaande vraag genoemde verkenning al af? Zo ja, waarom is deze nog niet gedeeld? Zo nee, waarom niet, als eerst het plan was deze afgelopen zomer al af te hebben?
Antwoord 13
Zie hiervoor het antwoord op vraag 12.
Vraag 14
Bent u van plan de Kamer op korte termijn alsnog te informeren over de voortgang?
Antwoord 14
Zoals ik in de beantwoording van vraag 12 en 13 heb aangegeven verken ik momenteel samen met de Minister voor Klimaat en Energie of en zo ja, hoe wetgeving kan bijdragen aan het versterken van de bijdrage van financiƫle ondernemingen aan de duurzame transitie. Hierbij kijk ik ook naar alternatieven voor wetgeving. Ik streef ernaar uw Kamer voor het einde van het jaar nader te informeren over de voortgang.