Reactie op een email over het functioneren van de Autoriteit Persoonsgegevens
Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Brief regering
Nummer: 2023D51329, datum: 2023-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32761-289).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van kamerstukdossier 32761 -289 Verwerking en bescherming persoonsgegevens.
Onderdeel van zaak 2023Z20926:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2024-01-16 15:30: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-24 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-02-07 11:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-01-29 10:00: Bescherming persoonsgegevens en digitale grondrechten (Commissiedebat), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Nr. 289 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2023
Op 14 september 2023 verzocht uw vaste commissie voor Justitie en Veiligheid mij te reageren op een e-mailbericht van 6 juli 2023 over het functioneren van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Naar aanleiding van uw verzoek heb ik informatie ingewonnen bij de AP. Op basis daarvan bericht ik u als volgt.
Betrokkene geeft per e-mailbericht aan niet tevreden te zijn over het contact met de AP over diverse meldingen die zij sinds 2019 bij de AP heeft ingediend. Net als de AP, treed ik over individuele zaken niet in detail. Bovendien wil ik mij niet in de aangelegenheden tussen de AP – een onafhankelijke toezichthouder – en betrokkene mengen. Deze reactie aan uw Kamer blijft om die redenen op hoofdlijnen.
Betrokkene refereert in het e-mailbericht onder meer aan een klacht op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) over de Sociale Verzekeringsbank (SVB) die bij de AP is ingediend en die tot een boete heeft geleid. Ik verwijs u graag naar het boetebesluit terzake, dat openbaar is en te raadplegen op de website van de AP.1 Hierin staat onder meer het proces beschreven dat aan het besluit voorafging. Kort samengevat komt het op het volgende neer. Op 1 november 2019 ontving de AP een AVG-klacht over de telefonische dienstverlening van de SVB. Na een eerste inhoudelijke beoordeling van deze klacht concludeerde de AP dat die niet noopte tot nader onderzoek. Hierover is klaagster geïnformeerd door middel van een besluit op haar klacht, waarna zij hiertegen bezwaar heeft gemaakt bij de AP. Naar aanleiding van het bezwaarschrift heeft de AP alsnog een nader onderzoek naar de gang van zaken bij de SVB uitgevoerd. Dat onderzoek was breder van omvang dan de specifieke klacht van klaagster. Dit nadere onderzoek heeft geleid tot de conclusie dat er bij de SVB inderdaad sprake was van handelen in strijd met AVG, zij het niet in de door klaagster aangedragen casus. Er kan echter wel worden gesteld dat de casus van klaagster, en haar vasthoudendheid bij het vragen om inhoudelijk onderzoek, een en ander in gang heeft gezet.
Zodra het onderzoeksrapport bekend werd, heeft de SVB maatregelen genomen en de beveiliging van de telefonische dienstverlening conform de AVG op orde gebracht. Vanwege de proactieve houding van de SVB heeft de AP het boetebedrag verlaagd.
Een andere klacht waaraan betrokkene refereert in haar e-mailbericht betreft het verwerken van gegevens over afval van individuele huishoudens door de gemeente Voorschoten. In deze zaak heeft de AP onlangs een boetebesluit genomen en op 16 november 2023 gepubliceerd.2 De AP heeft de gemeente een boete opgelegd omdat de gemeente informatie over afval van huishoudens langer bewaarde dan nodig was en bovendien inwoners hier niet goed over informeerde. Inmiddels heeft de gemeente maatregelen genomen en daarmee de dienstverlening conform de AVG op orde gebracht. De bezwaartermijn loopt nog.
Deze specifieke klachten hebben geleid tot een uitgebreid inhoudelijk onderzoek en handhavend optreden in de vorm van de genoemde boetetrajecten. Dit soort onderzoeken duurt over het algemeen minimaal 1,5 jaar. De AP ontvangt echter een groot aantal klachten, tips, signalen en andere meldingen. De inzet van de AP hierbij is om, gezien de beperkte capaciteit, het toezicht op de AVG op doelmatige en doeltreffende wijze uit te voeren. Daarom maakt de AP bij elke klacht een afweging of zij nader onderzoek gaat doen of dat een andere oplossing geschikter is. Zo kan worden besloten ander toezichtinstrumentarium in te zetten, zoals een waarschuwingsbrief, het voeren van een gesprek met de organisatie of voorlichting via bijvoorbeeld de website van de AP. Bij deze afweging speelt onder meer een rol of sprake is van een breder maatschappelijk belang om de klacht te onderzoeken en of de klacht ziet op één van de focusgebieden of jaarplanthema’s van de AP. Ook spreekt de AP verantwoordelijke partijen aan op overtredingen. Dat de AP niet alle klachten uitgebreid inhoudelijk kan onderzoeken, leidt echter geregeld tot teleurstelling bij burgers, wat vanuit hun perspectief begrijpelijk is.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind