Reactie op verzoek commissie over gezinnen in de noodopvang
Maatschappelijke Opvang
Brief regering
Nummer: 2023D51400, datum: 2023-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29325-158).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 29325 -158 Maatschappelijke Opvang.
Onderdeel van zaak 2023Z20949:
- Indiener: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- : Maatschappelijk domein (inclusief Huiselijk geweld, kindermishandeling en geweld in afhankelijkheidsrelaties) (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-01-16 15:30: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-17 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-06-05 15:00: Debat over het Nationaal Actieplan Dakloosheid (Plenair debat (debat)), TK
- 2024-06-13 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
29 325 Maatschappelijke Opvang
Nr. 158 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2023
In de procedurevergadering van uw commissie VWS op 20 december jl. heeft het lid Westerveld (GroenLinks-PvdA) mede namens de SP mij gevraagd een brief te sturen over de vraag hoe gemeenten worden ondersteund bij het bieden van onderdak voor de komende weken.
Ik ben bekend met de signalen over de grote druk op de opvang en het feit dat veel gemeenten te maken hebben met volle opvangvoorzieningen. Deze signalen baren mij ernstige zorgen. We weten dat niet opvang maar een eigen woonplek met ondersteuning op maat de beste oplossing is. Preventie is altijd het beste. Niemand wordt er beter van in de opvang; en zeker niet op straat. Met het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst Een Thuis zet het kabinet in op de transformatie van opvang naar preventie en Wonen Eerst. Uiteindelijk moet de paradigmaverschuiving lokaal gebeuren in nauwe onderlinge samenwerking tussen zorg- en welzijnspartijen, woningcorporaties en gemeenten. Daarvoor zijn het afgelopen jaar verschillende acties in gang gezet zoals het ondersteunen van gemeenten bij de implementatie van Housing First en het versterken van de preventieve aanpak van dakloosheid. In de voortgangsrapportage Nationaal Actieplan Dakloosheid en Beschermd Wonen die recent naar uw Kamer is gestuurd wordt uitgebreid bij de voortgang van het Nationaal Actieplan stilgestaan1.
Om de transformatie te versnellen en kracht bij te zetten hebben gemeenten de afgelopen tijd gebruik kunnen maken van financiële regelingen om extra woningen te realiseren. De Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen (RHA) stelt gemeenten in staat om versneld huisvesting te realiseren voor aandachtsgroepen, waaronder dakloze mensen, door een financiële bijdrage te leveren aan de bouw van nieuwe woonvormen2. In totaal heeft de RHA bijgedragen aan de realisatie van 21.380 permanente- en flexwoningen voor aandachtsgroepen, waaronder 1.323 woningen specifiek voor dakloze mensen. De middelen voor de regeling zijn nu volledig uitgeput. Daarom laat de Minister van BZK onderzoek doen naar de behoefte aan een vervolg op de regeling, en welke vorm hierbij passend is. In het voorjaar van 2024 wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.
Ik constateer dat er ondanks deze inspanningen nog veel meer moet gebeuren, in een veel hoger tempo, en op veel grotere schaal. Ik maak mij tegelijkertijd zorgen dat nu alle energie naar symptoombestrijding lijkt te gaan en niet naar de beweging die we willen maken naar meer wonen en minder opvang. Dakloosheid is immers in de eerste plaats een woonprobleem en geen migratie- of zorgprobleem dat gemeenten vanuit de Wmo alleen kunnen oplossen. Dat concludeert ook de VN-rapporteur op het gebied van huisvesting, die in december 2023 onderzoek deed naar de situatie in Nederland.
Gemeenten kunnen ondanks de krapte ook nu al (nood)maatregelen nemen, en dat doen zij ook. Er wordt aan opvang gewerkt en regelingen die het mogelijk maken dat mensen bijvoorbeeld bij particulieren kunnen verblijven via initiatieven zoals De Rustplek en Onder de Pannen. Om er tijdens deze donkere periode voor te zorgen dat mensen niet op straat hoeven te slapen wordt bovendien door veel gemeenten al bovenwettelijk winteropvang georganiseerd, om buitenslapers bij vrieskou naar binnen te halen. Op deze manier wordt dakloze mensen een zo laagdrempelig mogelijke opvang geboden, ook aan hen die normaalgesproken geen recht zouden hebben op opvang op grond van de Wmo3. Hoewel het noodzakelijk is dat veel gemeenten afdoende opvang regelen zodat mensen niet op straat hoeven te slapen, is dit slechts een noodoplossing.
Daarnaast moet gewerkt blijven worden aan het sneller realiseren van woonplekken binnen de huidige woningvoorraad, én zijn forse investeringen in preventie van dakloosheid noodzakelijk. Ik roep gemeenten daarom dringend op om op heel korte termijn serieus werk te maken van het versterken van de bestaanszekerheid en vroegsignalering van problemen zodat mensen hun woonplek niet verliezen, én om snel meer woonplekken te creëren. Dat kan ook door onorthodoxe maatregelen die het adagium «dakloosheid voorkomen is altijd de beste oplossing» in de praktijk brengen. Gemeenten zouden bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van de mogelijkheden en bevoegdheden die zij hebben om lokale belemmerende regelgeving (tijdelijk) buiten werking te stellen en procedures fors te versnellen. Denk daarbij onder meer aan het opschorten van de kostendelersnorm in geval van dreigende dakloosheid, het bijstaan van mensen bij oplopende betalingsachterstanden en vlot maatwerk bieden met behulp van de Participatiewet, de bijzondere bijstand en armoederegelingen. Andere mogelijkheden zijn snelheid genereren, door bijvoorbeeld het herbestemmen van kantoren, zorgvastgoed, scholen e.d. door gemeenten of corporaties; de tijdelijke inzet van hotels en andere accommodaties (bijv. recreatiewoningen); tijdelijk verblijf bij een gasthuishouden (logeerregeling), regionale uitwisseling om mensen sneller te huisvesten en het snel plaatsen van tijdelijke units. Daarnaast roep ik gemeenten op ook voldoende reguliere huurwoningen beschikbaar te stellen om de uitstroom uit de opvang te versnellen en mensen sneller een (t)huis te bieden.
Tot slot nog het volgende. De transformatie van opvang naar preventie en Wonen Eerst gaat niet over één nacht ijs en vraagt om een intensieve inzet en het werken aan een cultuuromslag bij alle partners. Ook of misschien wel juist in tijden van crisis. De huidige signalen vragen om een versnelling van de transformatie. Niet om meer symptoombestrijding. De kern van het probleem dient te worden aangepakt. Er is nú actie nodig. Daar wil ik mij hard voor maken. En daar heb ik de inzet van álle partners, van corporaties tot gemeenten en zorgaanbieders, keihard voor nodig.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Kamerstuk 29 325, nr. 156↩︎
Kamerstuk 32 847, nr. 1130↩︎
De VNG heeft in april 2023 een handreiking gepubliceerd met daarin de belangrijkste elementen van een goede winterkouderegeling zoals de verantwoordelijke partijen, werkafspraken, regels en voorwaarden. Zie https://vng.nl/sites/default/files/2023–05/winterkouderegeling_20230420.pdf↩︎