Addendum op de brief over ‘Uitvoering van de motie van het lid Belhaj c.s. over kaders voor de inzet van lokale medewerkers bij toekomstige militaire missies en op ambassades en consulaten' (Kamerstuk 36200-X-85)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2024
Brief regering
Nummer: 2023D51496, datum: 2023-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-X-22).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Mede ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 X-22 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2023Z20974:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-01-18 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-01-23 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2024
Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2023
Op 26 oktober 2023 deden de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie de toezegging (nummer: TZ202310–170) om uiterlijk eind 2023 met een addendum te komen op de brief van 15 mei 2023 inzake «Uitvoering van de motie van het lid Belhaj c.s. over kaders voor de inzet van lokale medewerkers bij toekomstige militaire missies en op Nederlandse ambassades en consulaten (Kamerstuk 35 925 X, nr. 29)» (Kamerstuk 36 200 X, nr. 85). Het kader in deze Kamerbrief is van toepassing op lokale medewerkers die wereldwijd door de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie worden ingezet.
Het addendum op bovengenoemde Kamerbrief bestaat uit twee punten, toe te voegen aan de paragraaf over personen voor wie de Staat verantwoordelijkheid draagt.
De tekst van de aangepaste paragraaf luidt dan als volgt – de toegevoegde punten zijn schuingedrukt:
De Nederlandse Staat draagt verantwoordelijkheid voor:
1. De lokale medewerker die, in dienst van de Nederlandse Staat, werkzaamheden verricht voor een militaire of civiele missie, ambassade of consulaat en als gevolg daarvan aantoonbaar persoonlijk gevaar loopt.
• Op basis van een risico-inschatting per land of per missie wordt, vanuit preventief oogpunt, bezien welke taken door een lokale medewerker kunnen worden gedaan. Dit is maatwerk.
• In geval van hoog-profiel-werkzaamheden die noodzakelijkerwijs door een lokale medewerker verricht moeten worden (bijvoorbeeld voor het publiek zichtbare tolkwerkzaamheden ten behoeve van een militaire missie), zal daartoe een passende contractvorm worden geboden.
2. Personen die tot het kerngezin behoren van de lokale medewerker die in dienst is van de Nederlandse Staat.
Verder wordt bij de voorbereiding van Nederlandse bijdragen aan artikel-100 missies inmiddels nadrukkelijk aandacht besteed aan de mogelijke inzet van lokale medewerkers. De voorliggende kaders vormen daarbij het uitgangspunt. Daarnaast zal in voortgangsrapportages over militaire missies, waar van toepassing, aandacht worden besteed aan ontwikkelingen omtrent de inzet van lokale medewerkers.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg