[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Vierde voortgangsrapportage prijsplafond

Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Brief regering

Nummer: 2023D51536, datum: 2023-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-88).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36410 -88 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën.

Onderdeel van zaak 2023Z20989:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

36 410 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2023

Voor u ligt de vierde, en daarmee laatste, reguliere voortgangsrapportage over de uitvoering van de Subsidieregeling bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023 (CEK23), ook wel bekend als het prijsplafond voor energie. Zoals toegezegd in de eerste voortgangsrapportage van 31 maart 2023, bent u elk kwartaal geïnformeerd over de uitvoering van het prijsplafond voor 2023. In 2024 volgt nog een eindrapportage. Daarnaast informeer ik u ook over de voortgang van de uitvoering van de Tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (hierna: de TTB).

Stand van zaken energiemarkt

Zoals ik in de eerdere voortgangsrapportages1 al kon melden, heeft de situatie op de energiemarkt zich in vergelijking met vorig najaar aanzienlijk gestabiliseerd. Waar de groothandelsprijs voor gas (TTF) bij de piek in augustus 2022 bijna 300 euro per megawattuur bedroeg, schommelde deze de afgelopen maanden rond de 40 euro per megawattuur. Deze TTF-prijzen zijn met enkele maanden vertraging terug te zien in de consumententarieven voor gas en elektriciteit. De gemiddelde gasprijs van de afgelopen twee maanden ligt 65% lager dan in dezelfde periode in 2022. Het aantal kleinverbruikersaansluitingen met tarieven onder het prijsplafond is verder gestegen naar 92,9% in november. In januari dit jaar bedroeg dit slechts 29,6%. Hoewel de prijzen structureel hoger liggen dan voor de oorlog in Oekraïne, is er momenteel geen reden om aan te nemen dat de energierekening de komende maanden sterk zal stijgen. Met het oog op het aflopen van het prijsplafond per 1 januari 2024, is dit goed nieuws voor de consument, maar ook voor het herstel van een gezonde dynamiek op de Nederlandse energiemarkt. Doordat zowel het prijsplafond als de TTB dit jaar afloopt, valt er bovendien een grote uitvoeringslast weg bij alle betrokken organisaties.

Wat betreft de contractmix heeft ongeveer de helft van de Nederlandse huishoudens op dit moment een variabel contract. In augustus was dit meer dan 60%. Dit betekent dat het aantal vaste contracten verder is toegenomen en dat consumenten weer vaker kiezen voor een vast contract. Ik moedig iedereen aan om voor het einde van het jaar goed te kijken of het huidige energiecontract nog voldoet, waarbij ik me ook nadrukkelijk richt tot mensen met een contract met tarieven boven het prijsplafond. Per 1 januari 2024 gelden namelijk weer de reguliere contracttarieven die met de leverancier zijn afgesproken. Consumenten die vanwege het aflopen van het prijsplafond op zoek zijn naar prijszekerheid, kunnen voor een jaar of langer een vast contract afsluiten. De tarieven van deze contracten liggen voor het overgrote deel onder die van het prijsplafond.

Per 1 januari 2024 gaan de voorgenomen veranderingen in de Energiebelasting (hierna: EB) in. Dit houdt in dat de EB op gas enigszins stijgt en dat de EB op elektriciteit enigszins daalt. Ook de transporttarieven voor volgend jaar zijn hoger vastgesteld. Deze tarieven zijn een vergoeding aan de netwerkbedrijven voor de gemaakte kosten voor onderhoud en investeringen in het transportnet. Een aantal leveranciers heeft inmiddels de variabele tarieven per 1 januari 2024 bekendgemaakt. De tarieven voor gas liggen daarbij net boven of rond het niveau van het prijsplafond. De elektriciteitstarieven dalen daarentegen en liggen daarmee onder het niveau van het prijsplafond.

Stand van zaken uitvoering prijsplafond

In totaal is door leveranciers van elektriciteit en gas per 4 december 2023 3.859 miljoen euro aan voorschot aangevraagd, waarvan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO) 3.682 miljoen euro heeft toegekend. Het voorschot dat leveranciers in 2023 ontvangen is gebaseerd op een inschatting van de hoeveelheid elektriciteit en gas die zij leveren binnen de verbruiksgrenzen van het prijsplafond en het prijsverschil tussen de contracttarieven en het prijsplafond. In 2024 zullen leveranciers dit voorschot corrigeren aan de hand van (inschattingen van) de definitieve toepassing van het prijsplafond zoals blijkt uit de jaar- en eindafrekeningen. Het totaal uitgekeerde voorschot blijft daarom ook in 2024 nog muteren. Door warmteleveranciers is in totaal 376 miljoen euro aan voorschot aangevraagd, waarvan 375 miljoen euro door RVO is uitbetaald.

In de derde voortgangsrapportage gaf ik aan dat in aanloop naar de publicatie van de Miljoennota 20242 de raming van de regeling is geactualiseerd. De totaal geraamde uitgaven aan het prijsplafond bedragen 4,3 miljard euro, inclusief de kosten voor de uitvoering. Een verdere specificatie van deze raming staat vermeld in de Miljoenennota.

Sinds 20 maart 2023 kunnen consumenten met klachten over een onjuiste toepassing van het prijsplafond terecht bij de Geschillencommissie Energie. Per 14 december 2023 zijn hierover 24 zaken ingediend. Tien daarvan zijn voortijdig afgesloten, omdat er geen aanvullende informatie is aangeleverd of omdat de leverancier en indiener onderling tot een oplossing waren gekomen. In twee zaken is inmiddels uitspraak gedaan. Ik vind het belangrijk dat consumenten met klachten de Geschillencommissie weten te vinden en sta hierover in goed contact met de Geschillencommissie.

Handhaving door RVO op de subsidievoorwaarden

In de tweede voortgangsrapportage prijsplafond heb ik uw Kamer geïnformeerd over het besluit om de voorschotbetalingen aan één leverancier tijdelijk op te schorten. De reden hiervoor was dat de leverancier in kwestie niet (tijdig) aan zijn informatieverplichtingen had voldaan. In de derde voortgangsrapportage kon ik de Kamer melden dat de uitbetaling van de voorschotten was hervat. Ook gaf ik aan dat de leverancier was opgevallen vanwege zijn hoge tarieven. Hiermee week de leverancier af van de zichtbare trend in de markt. De groothandelsprijzen zijn ten opzichte van vorig najaar sterk gedaald, wat zich bij verreweg de meeste leveranciers heeft vertaald in lagere tarieven – vaak onder het niveau van het prijsplafond.

Voor RVO waren de opvallende tarieven aanleiding om daarover met de leverancier in gesprek te gaan en om aanvullende informatie op te vragen. RVO is op basis hiervan vorige maand tot de conclusie gekomen dat een voortzetting van de subsidieverlening aan de betreffende leverancier zou leiden tot het uitbetalen van een te hoog subsidievoorschot. Bij het vormgeven van het prijsplafond is als harde eis opgenomen dat de subsidie volledig ten goede komt aan het verminderen van de energierekening van Nederlandse huishoudens. Ik vind het daarom van groot belang om met de nu beschikbare kennis te handelen om te voorkomen dat er later alsnog geld moet worden teruggevorderd. Daarom heeft RVO besloten om de subsidieverlening aan de leverancier te wijzigen, waardoor er geen aanspraak meer bestaat op de nog openstaande voorschotbedragen voor oktober, november en december. Deze voorschotten vertegenwoordigen tezamen een bedrag van circa 5,7 miljoen euro. Dit wijzigingsbesluit betekent echter niet dat het subsidiebedrag ook definitief is vastgesteld. Dit zal, net als bij de overige leveranciers, ook in dit geval uiterlijk medio 2025 plaatsvinden. Tot die tijd is de leverancier verplicht zich aan de voorwaarden van het prijsplafond te blijven houden. Tot en met 31 december 2023 is het voor de leverancier dan ook niet toegestaan om meer dan de prijsplafondtarieven bij klanten in rekening te brengen. Het staat de leverancier tot slot vrij om tegen het wijzigingsbesluit bezwaar te maken. Dit is tot op heden niet gebeurd. Ik blijf de situatie nauwlettend volgen en zal de Kamer bij relevante ontwikkelingen nader informeren.

Stand van zaken uitvoering Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen

Contracthouders van blokaansluitingen voor warmte en elektriciteit hadden in het kader van de TTB van 25 april tot 1 november de mogelijkheid om een tegemoetkoming aan te vragen voor de sterk gestegen energiekosten in 2023. De regeling is nodig, omdat huishoudens met een blokaansluiting niet of onvoldoende profijt hebben van het prijsplafond. De uitvoering van de TTB is belegd bij de Belastingdienst.

In de derde voortgangsrapportage informeerde ik uw Kamer over mijn voornemen om de TTB-regeling op twee punten te wijzigen. Deze wijzigingen zijn 28 september gepubliceerd in de Staatscourant3 en hadden betrekking op 1) een verlenging van de aanvraagtermijn met één maand tot 1 november en 2) het toestaan van alternatieve verdeelsleutels voor de verdeling van de tegemoetkoming wanneer er sprake is van specifieke uitvoeringsproblematiek. De verdeling van de TTB over bewoners volgde in alle gevallen de verdeling van de energiekosten. Veelal is de verdeling van kosten naar rato van het energieverbruik van bewoners. Bij de verdeling van de TTB naar rato van energieverbruik deden zich echter uitvoeringsproblemen voor in panden met zowel wooneenheden als bedrijfseenheden en bij verrekening over gebroken boekjaren. Beide situaties kunnen het vaststellen van de juiste verdeelsleutel naar rato van het individuele verbruik ernstig belemmeren. Door de wijziging van de TTB kunnen contracthouders in deze gevallen afwijken van de hoofdregel dat de verdeling van de TTB de verdeling van de energiekosten volgt, als zij dreigen vast te lopen in de uitvoering. De eerste alternatieve verdeelsleutel is dan een verdeling op basis van het vloeroppervlak. Zodoende blijft er een zekere relatie bestaan tussen het energieverbruik en de hoogte van de tegemoetkoming. Als ook de informatie voor deze sleutel niet of onvoldoende voorhanden is, is in het uiterste geval een gelijkmatige verdeling van de tegemoetkoming over bewoners toegestaan. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met het onderscheid in de hoogte van de tegemoetkoming tussen zelfstandige en onzelfstandige wooneenheden.

Eerste beeld bij het totaal aan binnengekomen aanvragen

Nu de aanvraagtermijn is verstreken, is het mogelijk om uitgebreider stil te staan bij het totaal aan binnengekomen aanvragen. In de tweede en derde voortgangsrapportage gaf ik aan dat het aantal aanvragen tot dan toe achterbleef bij de verwachting. Inmiddels kan ik uw Kamer melden dat er in de maanden september en oktober nog veel aanvragen voor de TTB zijn binnengekomen. De verlenging van de aanvraagtermijn lijkt daarmee zijn doel te hebben bereikt. In totaal zijn er per 1 november 34.769 aanvragen bij de Belastingdienst gedaan, waarvan 14.213 via de reguliere aanvraagroute en 20.556 via de zogeheten bulkroute. Aanvragen uit de reguliere route vertegenwoordigen een enkele blokaansluiting. De bulkroute was beschikbaar voor institutionele partijen, die voor meer dan tien blokaansluitingen een aanvraag deden. De verhouding tussen het aantal reguliere aanvragen en bulkaanvragen bleek aanmerkelijk anders te liggen dan bij publicatie van de regeling werd verwacht. Toen werd rekening gehouden met 40.000 reguliere aanvragen en 10.000 bullkaanvragen. Ook het gemiddelde aantal blokaansluitingen per aanvraag viel met negentien in plaats van veertien hoger uit dan verwacht. Het aantal wooneenheden achter een blokaansluiting werd bij totstandkoming van de TTB geschat op tussen 667.00 en 700.000. Uiteindelijk is er voor 648.000 wooneenheden TTB aangevraagd. Daarmee lijkt tussen de 93% en 97% van de doelgroep te zijn bereikt. Een belangrijke kanttekening daarbij blijft dat de bovengenoemde schattingen zijn gedaan op basis van onvolledige informatie. Het feitelijke bereik van de regeling kan daardoor hoger, maar ook lager zijn. Het aantal meldingen van contracthouders die te laat waren met het doen van een aanvraag, is tot op heden zeer beperkt. Ik zal dit de komende periode blijven monitoren.

Net als bij het prijsplafond is de raming voor de TTB in aanloop naar publicatie van de Miljoenennota geactualiseerd. De raming is naar beneden bijgesteld: van 862 miljoen euro naar 704 miljoen euro. Dit is het gevolg van het bekend worden van de bedragen voor het tweede halfjaar. De forfaitaire bedragen van de TTB zijn gebaseerd op het gemiddeld ondervonden nadeel dat huishoudens ervaren doordat zij niet of te weinig profiteren van het prijsplafond. Het ijkpunt voor de bedragen voor het eerste halfjaar lag in januari. Het ijkpunt voor de bedragen voor het tweede halfjaar lag in juli. Omdat in juli verreweg de meeste KVA’s een tarief hadden dat onder het prijsplafond lag, is voor de bedragen voor het tweede halfjaar de ondergrens van 50% van de bedragen voor het eerste half jaar gehanteerd.4

Vervolg

De komende maanden zal de Belastingdienst zich richten op de afhandeling van de nog openstaande aanvragen en eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Met in achtneming van de daarvoor geldende termijnen, verwacht de Belastingdienst deze processen begin 2024 af te ronden. Hierna zullen er gedurende het jaar steekproefsgewijs nacontroles worden uitgevoerd om na te gaan of de tegemoetkoming volledig is doorbetaald aan bewoners.

Tot slot

Het afgelopen jaar is het prijsplafond effectief gebleken in het geven van zekerheid over de energierekening en door de gunstige ontwikkelingen op de markt vallen de kosten van de regeling lager uit dan verwacht. Desondanks is het nog steeds een kostbare en, vanwege uitvoeringstechnische beperkingen, ongerichte maatregel die veel van de betrokken organisaties heeft gevraagd – wat evenzeer voor de TTB geldt. Ik ben de energieleveranciers, RVO en de Belastingdienst dan ook zeer erkentelijk voor het vele en harde werk dat het afgelopen jaar is verzet.

Door de sterk gedaalde energieprijzen ten opzichte van vorig najaar en het verbreden van de inflatie naar andere producten en diensten, heeft het kabinet bij de presentatie van de Miljoenennota 2024 besloten om het prijsplafond en de TTB voor 2024 niet te verlengen. In plaats daarvan heeft het kabinet gekozen om koopkrachtherstel niet voornamelijk via energiesteunmaatregelen te laten lopen, maar om in te zetten op gerichte koopkrachtmaatregelen, zoals een verhoging van de huurtoeslag en het kindgebonden budget. Voor huishoudens met een laag tot middenlaag inkomen én een hoge energierekening heeft het kabinet besloten om opnieuw een bijdrage beschikbaar te stellen aan het Tijdelijke Noodfonds Energie, zodat er voor deze huishoudens in 2024 een vangnet beschikbaar is. Hierover is de Kamer recent nader geïnformeerd door de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen.5

De Europese Commissie heeft op 20 november jl. bekendgemaakt dat het tijdelijk crisis- en transitiekader voor staatsteun, waaronder ook het prijsplafond door de Europese Commissie is goedgekeurd, met zes maanden is verlengd.6 Het kabinet houdt ondanks deze aankondiging echter vast aan het koopkrachtpakket dat op Prinsjesdag is aangekondigd. Daarmee lopen het prijsplafond en de TTB dit jaar definitief af. In 2024 zal er vanuit de uitvoering verder worden gewerkt aan de afronding van beide regelingen. Vanzelfsprekend zal de Kamer daarover ook in 2024 worden geïnformeerd, maar zoals ik in de inleiding al aangaf, is dit de laatste reguliere voortgangsrapportage over het prijsplafond en de TTB.

De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten


  1. Kamerstuk 36 200, nr. 179 en Kamerstuk 36 200, nrs. 183 en 188.↩︎

  2. Kamerstuk 36 410, nr. 1.↩︎

  3. Stscrt. 2023, nr. 26655.↩︎

  4. Zie voor een volledig overzicht van de TTB-bedragen Tabel 2. in de bijlagen.↩︎

  5. Kamerstuk 29 023, nr. 455.↩︎

  6. Tijdelijk crisis- en transitiekader voor staatssteun (europa.eu)↩︎