[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Stand van zaken over de uitvoering van de motie van het lid Sjoerdsma c.s. over het lokaal bekend stellen van het NIMH-overzicht en het in behandeling nemen van claims van slachtoffers van martelingen en verkrachtingen (Kamerstuk 26049-101)

Indonesië

Brief regering

Nummer: 2023D51672, datum: 2023-12-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26049-120).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 26049 -120 Indonesië.

Onderdeel van zaak 2023Z21040:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

26 049 Indonesië

Nr. 120 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 december 2023

Met verwijzing naar het notaoverleg Mensenrechtenbeleid van 25 september jl. informeer ik u – conform mijn toezegging aan uw Kamer en mede namens de Minister van Defensie – over de stand van zaken van de uitvoering van de motie van Kamerlid Sjoerdsma c.s. over o.a. het bekend stellen van het gegevensoverzicht van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) met gegevens van mogelijke slachtoffers in Nederlands-Indië/Indonesië van standrechtelijke executies, verkrachtingen en mishandelingen door Nederlandse militairen (Kamerstuk 26 049, nr. 101, 14 juni 2023).

In het kader van de schadevergoedingsregeling voor weduwen en kinderen van personen in Nederlands-Indië/Indonesië die destijds zonder vorm van proces zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen voert het NIHM historisch verificatieonderzoek uit. Het NIMH is hierbij gestuit op namen van mogelijke slachtoffers (anders dan de claimant waarvoor het onderzoek werd uitgevoerd) van standrechtelijke executies, van verkrachtingen en mishandelingen. Die namen zijn verzameld in een onofficieel overzicht. Dit gegevensoverzicht is niet gepubliceerd, maar wel sinds 2016 voor belanghebbenden bij het NIMH in te zien.

In bovengenoemde motie is het kabinet verzocht dit gegevensoverzicht «proactief lokaal bekend te stellen... binnen de juridische kaders zoals de privacywetgeving».

Het kabinet heeft de landsadvocaat gevraagd te adviseren over de privacy- en archiefrechtelijke aspecten van verdere openbaarmaking van het gegevensoverzicht en/of onderdelen daarvan. Dit advies wordt voor eind december 2023 verwacht.

Na ontvangst van het advies kan worden vastgesteld op welke manier uitvoering aan de motie kan worden gegeven. Het kabinet geeft hierbij voorkeur aan een persoonlijke en lokale aanpak boven brede publicatie van het gegevensoverzicht, zodat rekening wordt gehouden met de via digitale middelen beperkte bereikbaarheid van de (hoog)bejaarde doelgroep en de verwachting dat dit voor de nabestaanden een emotioneel beladen onderwerp is.

In de motie wordt het kabinet ook verzocht «eventuele claims van slachtoffers van martelingen en verkrachtingen in behandeling te nemen, conform eerdere rechtelijke uitspraken over schadevergoedingen aan slachtoffers hiervan». Hoewel deze claims officieel niet onder de regeling vallen, zullen individuele claims van slachtoffers van marteling en verkrachting worden behandeld en beoordeeld met inachtneming van de eerdere rechterlijke uitspraken op dit punt. De Staat heeft (nog) geen dergelijke claims ontvangen.

Als onderdeel van de bovengenoemde toezegging d.d. 25 september jl., ontvangt u hierbij tevens kopie van de samengevoegde en vereenvoudigde schadevergoedingsregeling voor weduwen en kinderen van personen in Nederlands-Indië/Indonesië die destijds zonder vorm van proces zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen. Deze is op 29 december 2023 gepubliceerd in de Staatscourant en vervangt de twee separate schadevergoedingsregelingen voor respectievelijk weduwen en kinderen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot