[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Kabinetsreactie op commissiebrief met verzoek om reactie op brieven m.b.t. een Deltaplan lerarentekort

Werken in het onderwijs

Brief regering

Nummer: 2024D00530, datum: 2024-01-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27923-462).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 27923 -462 Werken in het onderwijs.

Onderdeel van zaak 2024Z00220:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

27 923 Werken in het onderwijs

Nr. 462 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2024

Hierbij sturen wij u de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor onderwijs om een reactie op twee brieven van verschillende onderwijsorganisaties over de oproep tot een Deltaplan Lerarentekort en het verzoek om een rijksbijdrage te realiseren voor een sectorale stagevergoedingsregeling.

Het huidige kabinet onderstreept de urgentie

De onderwijsbonden en -werkgevers hebben op 5 december 2023 een nieuw kabinet verzocht om in het regeerakkoord op te nemen dat er een deltaplan voor het lerarentekort komt dat samen met sociale partners wordt uitgewerkt. Wij onderstrepen het belang om de tekorten in het onderwijs aan te pakken en hebben daarom samen met de sector (waaronder ook de onderwijsorganisaties van de brief) het Onderwijsakkoord1 en het bijbehorende werkplan Samen voor het beste onderwijs gesloten.2 Hierin zijn maatregelen opgenomen om te werken aan de kwaliteit van het onderwijs en om de tekorten aan te pakken. Afgesproken is om jaarlijks 1,5 miljard euro te investeren in leraren en ander onderwijspersoneel. De salarissen voor leraren in het primair onderwijs zijn daardoor gelijkgetrokken met het voortgezet onderwijs en fors gestegen. Ook wordt met dit geld de werkdruk in het voortgezet onderwijs aangepakt en is geïnvesteerd in professionalisering.

In het werkplan Samen voor het beste onderwijs hebben we afspraken gemaakt over meer samenwerking tussen schoolbesturen, lerarenopleidingen en de beroepsgroep in de regio, over onderwijstijd in het primair- en voortgezet onderwijs, bevoegdheden, opleiden en strategisch personeelsbeleid. In onze recente Kamerbrief over de voortgang van de lerarenstrategie hebben we uw Kamer een update gegeven over de uitvoering.3

Stagevergoedingen

De onderwijsorganisaties roepen in een tweede brief de Kamer op om vooruitlopend op de formatiegesprekken tijdens de komende begrotingsbehandeling van OCW geld vrij te maken voor stagevergoedingen in het primair en voortgezet onderwijs. Wij onderstrepen het belang dat stagiairs in alle onderwijssectoren een stagevergoeding krijgen. Door stages voor alle stagiairs in het onderwijs te vergoeden wordt de opleiding aantrekkelijker en de prikkel om (te veel) te werken naast de stage verlaagd. Bovendien voorkomt het «groenpluk», voortijdige uitstroom van studenten uit de opleidingen. Ondanks oproepen vanuit het kabinet en studenten betalen besturen nauwelijks stagevergoedingen.4

Het is de verantwoordelijkheid van de onderwijswerkgevers om hierin te voorzien. Daarom heeft het kabinet de sociale partners in het onderwijs al eerder opgeroepen om in de cao’s afspraken te maken over stagevergoedingen. In het mbo en hbo zijn in de recente cao’s hierover al afspraken gemaakt en financieren de werkgevers het zelf. Wij roepen daarom de sociale partners in het primair en voortgezet onderwijs op om soortgelijke afspraken te maken, zodat ook in het primair en voortgezet onderwijs stages adequaat worden beloond. Wij zien al mooie voorbeelden in de regio van besturen die gezamenlijke afspraken maken over passende maandelijkse stagevergoedingen.

Tot slot

Wij blijven de komende tijd alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat mensen voor het mooie vak van leraar kiezen, dat ze hiervoor goed worden opgeleid en dat het beroep zo aantrekkelijk mogelijk is. Daarvoor is het belangrijk om de ingezette koers vol kracht voort te zetten, samen met de sector waar de afspraken mee gemaakt zijn. Het is aan een nieuw kabinet om te bepalen hoe zij hiermee doorgaat.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
M.L.J. Paul

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf


  1. Kamerstuk 31 293, nr. 615↩︎

  2. Bijlage bij Kamerstuk 27 923, nr. 443↩︎

  3. Kamerstuk 27 923, nr. 460.↩︎

  4. Kamerstuk 31 288, nr. 1075↩︎