ILT Signaalrapportage Drinkwater wordt schaarser
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D00552, datum: 2024-01-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-662).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Signaalrapportage 'Drinkwater steeds schaarser'
- Beslisnota bij Kamerbrief ILT Signaalrapportage Drinkwater wordt schaarser
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -662 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z00225:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-01-17 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-24 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-01-29 10:00: Water (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-02-01 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 662 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2024
Op 20 november 2023 heeft de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport (de ILT) de bijgevoegde signaalrapportage «Drinkwater wordt schaarser» toegezonden aan het ministerie. Met deze brief wordt de signaalrapportage doorgeleid naar de Kamer, samen met de reactie op dit signaal.
Signaalrapportage Drinkwater steeds schaarser: oproep aan provincies
De ILT houdt toezicht op de publieke drinkwatervoorziening. Via de wettelijk voorgeschreven leveringsplannen controleert de ILT of de drinkwaterbedrijven altijd voldoende drinkwater van goede kwaliteit kunnen leveren. Een belangrijk onderdeel hierin zijn de operationele reserves die de drinkwaterbedrijven beschikbaar moeten hebben voor perioden met een piekvraag. Daarnaast stuurt de ILT op de invulling van de zorgplicht door overheden en spreekt daarvoor met provincies en andere partijen over de drinkwatervoorziening.
De drinkwatersector staat voor grote uitdagingen, bijvoorbeeld het voorzien in een operationele reserve van minimaal 10 procent wordt steeds lastiger. Door een tekort aan geschikte bronnen lukt het een deel van de drinkwaterbedrijven niet om deze reserve op peil te houden. Drinkwaterbedrijven zien daarbij grote uitdagingen met een stijgende vraag naar drinkwater richting de toekomst en dit kunnen zij niet alleen oplossen. Provincies hebben bij het vinden van nieuwe (grond)waterbronnen een belangrijke rol als bevoegd gezag voor de vergunningverlening, waarbij ze de belangen van de drinkwatervoorziening tegen die van natuur, landbouw of wonen moeten afwegen. In de praktijk blijkt dat in de veelheid van deze belangen de uitbreiding en het realiseren van nieuwe winningen ingewikkeld is en te langzaam gaat. ILT doet een dringend verzoek op provincies om vanuit hun zorgplicht uit de Drinkwaterwet te zorgen voor de noodzakelijke randvoorwaarden om de drinkwatervoorziening nu en in de toekomst veilig te stellen.
Actualisatie leveringsplannen
De drinkwaterbedrijven maken op grond van artikel 37 van de Drinkwaterwet leveringsplannen om te duiden op welke wijze aan de leveringszekerheid van het drinkwater voldaan kan worden en risico’s worden beheerd. De ILT toetst aan de hand van de leveringsplannen of de drinkwaterbedrijven gesteld staan voor hun taak. De inhoud van die leveringsplannen is vertrouwelijk omdat deze mede toezien op risicobeheer, veiligheid en beveiliging.
De ILT geeft in haar signaal aan dat ze bij de beoordeling van de komende reeks leveringsplannen de risico’s ten aanzien van de leveringszekerheid en de daarbij behorende beheersmaatregelen zwaar zal laten meewegen in de komende beoordeling.
Reactie op de signaalrapportage
De zorgen van de ILT worden herkend. Artikel 2 van de Drinkwaterwet belegt bij alle bestuursorganen de zorg voor de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening, en duidt de openbare drinkwatervoorziening als een dwingende reden van groot openbaar belang. Drinkwaterbedrijven weigeren in sommige gebieden nu al de levering van industriewater aan bedrijven. Daarnaast maken ze zich grote zorgen over het realiseren van voldoende winningscapaciteit voor bijvoorbeeld de nieuwe woningen die gebouwd gaan worden.
Dit terwijl de drinkwaterbedrijven op grond van de Drinkwaterwet de plicht hebben om in hun distributiegebied degenen die daarom verzoeken te voorzien van een aansluiting op het leidingnet en daarmee aan die persoon drinkwater van voldoende kwaliteit te leveren (art. 7 en 8 Dww). Ook is de toegang tot voldoende drinkwater van goede kwaliteit een (ook door Nederland erkend1) mensenrecht.
De groeiende drinkwatervraag en noodzaak deze te accommoderen blijkt ook uit het RIVM rapport Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030 – knelpunten en oplossingsrichtingen dat de Kamer op 3 april 2023 toegestuurd is. De opgave is om tot 2030 102 miljoen m3/jaar extra productiecapaciteit te realiseren.2 Over dit rapport is ook een schriftelijk overleg gevoerd met de Kamer.3
In haar signaalrapportage wijst de ILT er terecht op dat ook over de drinkwatervoorziening ná 2030 nagedacht moet worden. Dit sluit aan bij de motie van het lid Krul c.s. waarmee de Kamer verzocht tot een strategie en uitvoeringsprogramma te komen voor het tijdig en voldoende aanwijzen van en het beschermen en ruimte bieden aan nieuwe drinkwaterbronnen.4
De invulling van deze motie wordt gericht op de lange termijn waarbij ook gekeken wordt naar de Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s), de Nationale Grondwater Reserves (NGR’s) en naar kansen en belemmeringen van mogelijke alternatieve bronnen, zoals onder andere brak grondwater, zeewater, waterstof of RWZI–effluent. Ook bij het maken van de ruimtelijke keuzes zullen provincies na moeten gaan op welke wijze de drinkwaterwinning gewaarborgd kan worden.
De ILT heeft hierover een serie gesprekken gevoerd met de drinkwaterbedrijven en provincies en trekt conclusies over het gebrek aan bestuurlijke prioriteit bij provincies. Het is gezien de noodzaak voor een robuuste drinkwatervoorziening zorgelijk dat het waarborgen van de publieke drinkwatervoorziening, toch een basis voor de zekerheid voor ons bestaan als samenleving, op provinciaal niveau nog te weinig bestuurlijke prioriteit krijgt.
De ILT roept via deze signaalrapportage met name de provinciebesturen op hun verantwoordelijkheid te nemen en bevestigt de noodzaak om snel tot gerichte acties in de regio’s te komen.
In het Bestuurlijk Overleg (BO) Water van 13 december 2023 zijn de eerste inzichten van Vewin en IPO uit het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030 (zie hieronder) besproken en is de zorg die de ILT met de signaalrapportage uit, gedeeld met de medeoverheden.
Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030
Zoals aan de Kamer is gemeld in de brief van 3 april 2023, zijn Vewin en IPO gevraagd om met een Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030 te komen.
Het actieprogramma ontwikkelt zich nu langs 3 verschillende lijnen. Inzet vindt plaats op:
– De mogelijkheden die drinkwaterbedrijven en provincies nu al hebben om een versnelling te realiseren. Dit betreft primair procesafspraken over de behandeling van vergunningaanvragen of samenwerking tussen partijen om schaarse kennis te delen.
– De bestaande juridische mogelijkheden om de afweging te maken tussen de drinkwatervoorziening als dwingende reden van groot openbaar belang, en andere belangen.
– Bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak om de keuze te maken op welke wijze in een gebied voorzien gaat worden in de drinkwatervoorziening.
Met name op het laatste vlak sluit de signaalrapportage van de ILT aan bij de zorgen die naar voren komen uit de gesprekken met provincies en drinkwaterbedrijven voor het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030. Vanwege de urgentie van de problematiek is besloten dat in het eerstvolgende Bestuurlijk Overleg Water een overzicht van de opgave per regio besproken wordt, met de wijze waarop daar invulling aan gegeven kan worden opgeleverd wordt. Insteek is dat dit aan de Kamer gezonden kan worden ter agendering in het Commissiedebat Water voor de zomer van 2024.
Tot slot
Het is niet langer vanzelfsprekend dat de drinkwaterbedrijven voldoende productiecapaciteit beschikbaar hebben en ze staan voor moeilijke keuzes. Dit betekent bijvoorbeeld dat in sommige regio’s bedrijven nu al geen aansluiting meer krijgen voor industriewater en dat de levering voor nieuwe woningen onzeker is. Het is dan ook noodzakelijk dat door alle partijen gezamenlijk gewerkt wordt aan oplossingen voor de korte én de lange termijn om de productiecapaciteit in lijn te brengen met de vraag naar drinkwater.
De drinkwatersector is daarbij afhankelijk van de ruimte die door het bevoegd gezag gegeven wordt om water te winnen voor de productie van drinkwater. Dit stelt het bevoegd gezag voor lastige keuzes die op relatief korte termijn gemaakt moeten worden. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat is systeemverantwoordelijk. Dat is ook de reden geweest om dit onderwerp in het BO Water te agenderen en de oproep te doen aan de provincies om er alles aan te doen en samen te werken aan het borgen van leveringszekerheid. Dit proces wordt uiteraard de komende tijd nauwlettend gevolgd. Jaarlijks zal de Kamer geïnformeerd worden over de voortgang.
De Minister heeft als wettelijk instrument alleen een mogelijkheid een aanwijzing te geven indien een partij in gebreke blijft. Gezien de goede samenwerking met alle betrokken partijen in het BO Water is de verwachting dat inzet hiervan niet aan de orde hoeft te komen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers