[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Zanten over het artikel ‘Leesvaardigheid Nederlandse 15-jarigen verder achteruitgegaan'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D00823, datum: 2024-01-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-795).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2023Z19805:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

795

Vragen van het lid Van Zanten (BBB) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het artikel «Leesvaardigheid Nederlandse 15-jarigen verder achteruitgegaan» (ingezonden 7 december 2023).

Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 16 januari 2024).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het artikel «Leesvaardigheid Nederlandse 15-jarigen verder achteruitgegaan»?1 Wat is uw reactie op deze situatie?

Antwoord 1

Ik ben bekend met het artikel dat ingaat op de resultaten van het PISA-onderzoek dat 5 december uitkwam. De resultaten zijn zorgelijk. Het kan en moet echt veel beter, want goed kunnen lezen en rekenen is ontzettend belangrijk om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. We zien al langer dat het niet goed gaat met de beheersing van de basisvaardigheden door leerlingen in het funderend onderwijs.

Het meetmoment van PISA valt samen met de start van het Masterplan basisvaardigheden in het voorjaar van 2022. Dit is een structurele en integrale aanpak om te komen tot een verbetering van de basisvaardigheden van leerlingen. We helpen scholen in het funderend onderwijs om de basisvaardigheden van hun leerlingen duurzaam te verbeteren. We investeren € 1 miljard structureel in de verbetering van de onderwijskwaliteit. Er is een subsidieregeling basisvaardigheden beschikbaar en we ondersteunen scholen om een aanpak op maat op te stellen en uit te voeren op basis van kennis uit de onderwijspraktijk en wetenschappelijk onderzoek (evidence informed).

Daarbij gaat de lat in het toezicht voor alle scholen omhoog. Vanaf 1 augustus 2023 is een aparte standaard basisvaardigheden (OP0) opgenomen in de onderzoekkaders van de Inspectie van het Onderwijs. Dit geeft de inspectie de mogelijkheid om herstelopdrachten te geven in het geval dat scholen onvoldoende presenteren voor de basisvaardigheden. In het kader van het Masterplan wordt verder gewerkt aan een duidelijker opdracht aan scholen via de bijstelling van het curriculum, een beter zicht op de prestaties voor de basisvaardigheden op leerling- school- en stelselniveau, een intensivering van de Bibliotheek op school en de verbetering van de kwaliteit van leraren. U kunt over deze integrale aanpak lezen in de voortgangsbrief van 28 november jl.2.

Tegelijkertijd zijn scholen vanuit het Nationaal Programma Onderwijs nog hard aan de slag om met bewezen effectieve maatregelen de leervertragingen door corona weg te werken en het mentale welzijn van leerlingen te verbeteren, waardoor zij tot betere leerprestaties kunnen komen. Tenslotte doen we er alles aan om het lerarentekort aan te pakken, zodat alle leerlingen een goede leraar voor de klas hebben.3

We werken dus op meerdere fronten met een nieuwe en structurele aanpak aan verbetering van de taal- en leesvaardigheid van leerlingen.

Vraag 2

Welke invloed heeft het verdwijnen van de ambachtsschool, de mulo en de hbs, waar sterk de nadruk werd gelegd in een overzichtelijk curriculum op het aanleren van basisvaardigheden gehad op het achteruitgaan van de leesvaardigheden?

Antwoord 2

Of het ten tijde van de ambachtsschool, de mulo en de hbs beter gesteld was met de leesvaardigheid van leerlingen is niet bekend. Onze samenleving is sindsdien zo veranderd dat een vergelijking niet mogelijk is. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de digitalisering. Wel is uit een (niet representatieve) vergelijking van eindexamens bekend dat leerlingen op de HBS veel meer vakken hadden dan leerlingen nu hebben en dat de kennis die leerlingen vandaag de dag in het onderwijs opdoen, diepgaander is dan de kennis die leerlingen vroeger opdeden.4

We zien wel de noodzaak van een overzichtelijk curriculum, waarin de basisvaardigheden taal en rekenen-wiskunde een fundamentele plaats hebben. De huidige kerndoelen voor het onderwijs dateren uit 2006 en zijn dus sterk verouderd. Bovendien zijn ze te globaal geformuleerd, zodat leraren te weinig duidelijkheid hebben over wat moet en wat mag in het onderwijs. Daarom werken we momenteel aan nieuwe, concrete kerndoelen zodat duidelijker wordt wat een leerling aan het eind van de schooltijd moet kunnen en weten. Met deze nieuwe kerndoelen kunnen scholen de leerlingen beter voorbereiden op deelname aan de samenleving. Juist vanwege het belang van de basisvaardigheden zijn we gestart met de actualisering van de kerndoelen voor Nederlands en rekenen-wiskunde. Die zijn inmiddels opgeleverd en worden in het voorjaar 2024 beproefd in de praktijk. De conceptkerndoelen voor burgerschap en digitale geletterdheid worden voorjaar 2024 opgeleverd.

Vraag 3

Onderkent u de noodzaak om de verwatering van het curriculum tegen te gaan zodat er weer ruimte ontstaat om de basisvaardigheden voorop te stellen?

Antwoord 3

De noodzaak om de resultaten van leerlingen voor de basisvaardigheden te verbeteren wordt absoluut onderkend. Daartoe hebben we het Masterplan basisvaardigheden gelanceerd, dat scholen helpt om de resultaten van de leerlingen te verbeteren voor taal en rekenen met subsidie en ondersteuning om een passend plan van aanpak op te stellen, dat gebaseerd is op wetenschappelijke inzichten over effectief onderwijs. Daarnaast werken we aan een overzichtelijk en actueel curriculum met heldere doelen voor scholen, zodat nog duidelijker wordt wat leerlingen aan het eind van hun schooltijd moeten kunnen en weten. Bij de bijstelling van het curriculum krijgen de basisvaardigheden prioriteit. Zo worden de kerndoelen als eerste opgeleverd en wordt geborgd dat ook in de kerndoelen van de andere leergebieden taal en rekenen een prominente plek krijgen. De conceptkerndoelen maken ook duidelijk wat scholen niet hoeven te doen, zo ontstaat er ruimte in de curriculum voor de basisvaardigheden.

Vraag 4

Wat is het verband tussen de achteruitgang van de leesvaardigheid en het gebruik van digitale media onder Nederlandse jongeren? Overweegt u maatregelen te nemen om het lezen van boeken en literatuur te stimuleren?

Antwoord 4

Digitale media zijn mogelijk één van de oorzaken van de dalende leesvaardigheid van leerlingen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mobiele telefoons in de klas zorgen voor afleiding en tot slechtere leerprestaties leiden.5 Daarom is recent bepaald dat mobiele telefoons niet langer gebruikt worden in de klas in het funderend onderwijs, tenzij dit in specifieke lessen educatieve doeleinden dient. Daar komt bij dat kinderen en jongeren online voornamelijk korte teksten lezen. Ze komen daardoor niet toe aan «diep» lezen. In het nieuwe curriculum is daarom opgenomen dat scholen rijke teksten moeten aanbieden. Dat zijn originele teksten van goede kwaliteit die niet aangepast zijn voor onderwijsdoeleinden. Rijke teksten vind je in kranten, tijdschriften en in (kinder- en jeugd)literatuur. Om ervoor te zorgen dat leerlingen niet alleen rijke teksten lezen tijdens de lessen taal of Nederlands, zijn taal en rekenen in het nieuwe curriculum geïntegreerd in de overige leergebieden.

Aan de andere kant bieden digitale media ook kansen om verhalen op een andere manier te beleven en om kinderen te ondersteunen bij het lezen. Daar wordt op dit moment onderzoek naar gedaan in het Nationaal Onderwijslab AI, een project van het Nationale Groeifonds. Overigens zijn er meer mogelijke oorzaken aan te wijzen voor de achteruitgang van de leesvaardigheid van leerlingen, zoals het toenemend aantal opdrachten voor de school, het tekort aan leraren en schoolleiders, een verouderd en onduidelijk curriculum en maatschappelijke trends, zoals minder lezen in de vrije tijd.

Om het lezen in en om de school te bevorderen, investeert het kabinet tot en met 2026 € 74 miljoen uit het Masterplan basisvaardigheden in BoekStart in de kinderopvang en de Bibliotheek op school. Dat zijn landelijke leesbevorderingsprogramma’s die bewezen effectief zijn. Zo’n 1.800 kinderdagverblijven en scholen in het po, het vmbo en het praktijkonderwijs kunnen de komende drie schooljaren een samenwerking met de lokale bibliotheek opstarten. Daarnaast kunnen ruim 6.000 scholen en kinderdagverblijven hun bestaande samenwerking verder uitbouwen. Scholen worden benaderd door de lokale bibliotheek, die de school voor een periode van drie jaar ondersteunt met een aantrekkelijke en passende collectie boeken en een deskundige leesconsulent die kennis heeft over kinder- en jeugdboeken en hoe je daarmee werkt in de klas.

Vraag 5

Hoe gaat u de betrokkenheid van ouders bij het bevorderen van leesvaardigheid vergroten? Zijn er plannen om ouders beter te informeren over het belang van lezen en tips te geven voor het stimuleren van lezen thuis?

Antwoord 5

Er is een positief verband aangetoond tussen de leesvaardigheid van een kind en het aantal boeken dat thuis aanwezig is. Uit onderzoek blijkt bovendien dat (jonge) kinderen die thuis veel worden voorgelezen, een betere taal- en leesvaardigheid hebben dan kinderen bij wie dat niet het geval is.6 Om kansengelijkheid te bevorderen is er in het Masterplan basisvaardigheden dan ook aandacht voor de betrokkenheid van ouders, in het bijzonder die van het jonge kind. In het kader van het leesbevorderingsprogramma de Bibliotheek op school organiseren scholen samen met de bibliotheek activiteiten om ouders te informeren over het belang van lezen en voorlezen en om ouders bij het lezen te betrekken. Daarnaast zijn wij in gesprek met gemeenten, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en ouderorganisaties over de vraag hoe wij ouders kunnen betrekken bij het verbeteren van de taal- en leesvaardigheid van leerlingen.

Vraag 6

Wordt er samengewerkt met andere landen die ook te maken hebben/hadden met een afname van leesvaardigheid onder jongeren? Zijn er goede voorbeelden of best practices waar Nederland van kan leren?

Antwoord 6

We leren zowel van landen die te maken hebben met een dalende trend in leesvaardigheid, als van landen waar leerlingen goede resultaten behalen voor lezen. België heeft bijvoorbeeld ook een dalende trend in leesvaardigheid en leesplezier van leerlingen. In het voorjaar van 2023 vond een Nederlands-Vlaamse top plaats, waar de bewindslieden onderwijs van Nederland en Vlaanderen met elkaar spraken over het verbeteren van de resultaten voor leesvaardigheid en de overige basisvaardigheden. In vervolg daarop organiseren het Vlaamse Departement voor Onderwijs en Vorming en het Ministerie van OCW begin 2024 een werkbijeenkomst om kennis uit te wisselen en te onderzoeken hoe wij samen zouden kunnen werken om het leesniveau weer op peil te brengen.

Er zijn ook landen in Europa die het gelukt is om het tij te keren. Ierland is daar een voorbeeld van. Wat opvalt aan de Ierse aanpak is de lange-termijnfocus, de concrete doelen en de samenwerking tussen verschillende partijen om die doelen te bereiken. Deze succesfactoren zijn overgenomen in het Masterplan basisvaardigheden. Daarnaast zien we dat taal en rekenen een centrale plaats hebben in het curriculum. Ierse leerlingen krijgen ook taal- en rekenonderwijs tijdens de geschiedenis- of aardrijkskundeles. De integratie van taal en rekenen in de overige leergebieden is opgenomen in de nieuwe kerndoelen voor Nederlands en rekenen-wiskunde, zodat leerlingen niet langer alleen tijdens de les begrijpend lezen aan hun leesvaardigheid werken, maar ook bij de andere vakken.

Ook leerlingen in Scandinavië scoren goed in internationale peilingen voor leesvaardigheid. Wij kijken daar goed naar en leren daarvan. We zien echter dat het onderwijsstelsel in Nederland veel verschillen vertoont met de stelsels in Ierland en de Scandinavische landen. Dat maakt dat hun succesvolle aanpak niet één op één over te nemen is. Wat ze gemeen hebben is dat er op meerdere fronten aan de verbetering van leesvaardigheid is gewerkt en dat daarvoor een lange periode is uitgetrokken. Met het meerjarige Masterplan basisvaardigheden zijn wij de goede weg ingeslagen om de basisvaardigheden structureel te verbeteren, maar we staan nog aan het begin. Er zal tijd en focus nodig zijn om de leesvaardigheid van alle leerlingen op peil te krijgen.

Vraag 7

In de lopende begroting van 2023 is er een meevaller is van € 15,7 miljoen op het programma leesbevordering bij de bibliotheek op school, wat onderdeel is van het masterplan basisvaardigheden. Hoe kan het dat subsidieregelingen voor het verbeteren van leesvaardigheid onbenut blijven? Wat gaat hier volgens u fout?

Antwoord 7

Er is geen sprake van het onbenut blijven van de subsidieregeling voor leesbevordering. De subsidie voor de Bibliotheek op school is toegekend voor het schooljaar 2023/2024. Ons voornemen is om de € 15,7 miljoen in het tweede deel van het schooljaar (2024) uit te geven.


  1. NOS, d.d. 5 december 2023; https://nos.nl/artikel/2500415-leesvaardigheid-nederlandse-15-jarigen-verder-achteruitgegaan↩︎

  2. Kamerstuk 31 293, nr. 709↩︎

  3. Kamerstuk 27 923, nr. 460↩︎

  4. Sikkens, R. «Het niveau tijgt/daalt». In: AOB, blad nr. 9. 03-05-2003.↩︎

  5. Beland & Murphy (2015)↩︎

  6. Bus et al (1994)↩︎