[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Crijns over het bericht dat eén op de vijf jongeren slachtoffer is van huiselijk geweld, geen toename door Corona

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D00872, datum: 2024-01-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-800).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2023Z19971:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

800

Vragen van het lid Crijns (PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat eén op de vijf jongeren slachtoffer is van huiselijk geweld, geen toename door Corona (ingezonden 12 december 2023).

Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 januari 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat één op de vijf jongeren slachtoffer is van huiselijk geweld, geen dat dit geen toename door Corona is?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u geschrokken van het aantal jongeren dat slachtoffer is van herhaaldelijk huiselijk geweld? Zo ja, wat zijn uw plannen om structureel misbruik zoals lichamelijk geweld en stalking aan te pakken?

Antwoord 2

Huiselijk geweld en kindermishandeling is helaas een veelvoorkomend, complex probleem met een grote impact op slachtoffers. Vanuit diverse prevalentieonderzoeken van de afgelopen jaren weten we dat de cijfers van huiselijk geweld en kindermishandeling hoog zijn. Uit recent prevalentieonderzoek uit 2022 blijkt dat 25% van de 16- tot 18-jarigen in de voorgaande 12 maanden slachtoffer is geworden van huiselijk geweld en 16% van de 18- tot 24-jarigen.2 Uit eerder prevalentieonderzoek blijkt dat bijna 27% van de leerlingen in het primair onderwijs en bijna 25% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs ooit te maken heeft gehad met kindermishandeling.3

Om huiselijk geweld en kindermishandeling te signaleren en tegen te gaan, is een brede groep van ketenpartners betrokken, zoals gemeenten, zorg- en hulpverlening, Veilig Thuis en politie. Het gezamenlijk tegengaan van huiselijk geweld en kindermishandeling heeft voor ons grote prioriteit.

De aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling van de Minister voor Rechtsbescherming en mij is volop in ontwikkeling en vergt een lange adem. Vaak vinden slachtoffers, plegers of omstanders pas na lange tijd de moed om de drempel te overwinnen en hulp te zoeken. Ook vraagt het duurzaam stoppen van kindermishandeling en herstellen van de gevolgen van kindermishandeling, vaak hulp voor langere tijd. Hieronder een aantal belangrijke punten waarop wordt ingezet:

We stimuleren het gebruik door professionals van de «Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling» en de kindcheck om kinderen en volwassenen die (mogelijk) in onveiligheid leven sneller in beeld te krijgen en te ondersteunen4. Met de campagne «Wijzer met de meldcode» zijn professionals in de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie geholpen bij de verschillende dilemma’s die zij kunnen ervaren bij toepassen van de meldcode.

We ontwikkelen landelijke richtlijnen, onder andere voor het omgaan met stalking.

We zetten in op beter gebruik van «gefaseerd samenwerken aan veiligheid»: Een integrale, netwerkbrede inzet op het daadwerkelijk eerst stoppen van huiselijk geweld om direct verder leed te voorkomen, en vervolgens tot een duurzame oplossing te komen. Deze inzet was een belangrijk onderdeel van het programma «Geweld Hoort Nergens Thuis» en komt ook sterk terug in zowel het Toekomstscenario Kind- en gezinsbescherming, als de aanpak «Veilig Voorop».

Met de implementatie van de Hervormingsagenda Jeugd zorgen we ervoor dat passende ondersteuning beter beschikbaar komt juist voor de meest kwetsbare kinderen en kijken we voor duurzame oplossingen integraal naar de brede context van een gezin, zoals problemen bij wonen en werk.

Tot slot investeren we in monitoring en onderzoek om steeds beter zicht te krijgen op de onderliggende geweldspatronen, knelpunten en werkende interventies in de aanpak.

In de brief over de voortgang van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling van 22 september 2023 is uw Kamer hierover uitvoerig geïnformeerd.5

Vraag 3

Hoe vaak komt het voor dat een dader van huiselijk geweld uit huis geplaatst wordt?

Antwoord 3

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert halfjaarlijks cijfers over de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling, waaronder het aantal aangevraagde en opgelegde tijdelijke huisverboden.6 Op basis van deze CBS-data is van de volgende regio’s bekend hoe vaak in 2022 een tijdelijk huisverbod is aangevraagd, waar mogelijk uitgesplitst in opgelegde en niet opgelegde tijdelijke huisverboden.7

Amsterdam-Amstelland 255 230 20
Drenthe 50
Flevoland 55
Friesland 90 55 35
Gelderland-Zuid
Gooi- en Vechtstreek
Groningen 80 60 25
Haaglanden 515 455 60
Hollands-Midden 155 130 20
Kennemerland 50
Noord- en Midden-Limburg 65
Noord- en Oost-Gelderland 125 90 35
Noord-Holland Noord 105 75 25
Rotterdam-Rijnmond 770 610 160
Utrecht 115
Zaanstreek-Waterland 105 80 25
Zuid-Holland-Zuid 40
Zuid-Limburg 75 50 20

Vraag 4

Hoe komen de meeste meldingen van huiselijk geweld binnen (via Veilig Thuis, het onderwijs en dergelijke)? Welke initiatieven stelt u voor om de meldingsbereidheid van huiselijk geweld onder jongeren te vergroten en de drempel voor het inschakelen van professionele hulp te verlagen?

Antwoord 4

Gemeenten dragen zorg voor de inrichting van een Veilig Thuis-organisatie, die fungeert als advies- en meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Veilig Thuis kan advies geven of onderzoekt na melding of daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling en beoordeelt welke stappen nodig zijn om huiselijk geweld en kindermishandeling te stoppen.

Zowel professionals als burgers kunnen rechtstreeks bij Veilig Thuis melding doen van een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling, maar mensen die zelf slachtoffer of dader zijn rechtstreeks kunnen ook contact opnemen met Veilig Thuis. Dit kan 24/7 telefonisch via 0800-2000 en, zeker voor jongeren nog laagdrempeliger, via de chat.

De meeste meldingen die bij Veilig Thuis binnenkomen zijn afkomstig van de politie, maar ook onderwijs en andere professionals in onder andere gezondheidszorg, hulpverlening en onderwijs melden vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling bij Veilig Thuis. De verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het sectorspecifieke afwegingskader biedt hierbij ondersteuning en houvast op het handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Er zijn verschillende initiatieven om de meldingsbereidheid te vergroten, bijvoorbeeld het eerdergenoemde traject «Wijzer met de Meldcode». Daarnaast zijn er vanuit de Rijksoverheid ook verschillende campagnes ingezet op het vergroten van kennis en bewustwording bij burgers en het onder de aandacht brengen van handelingsperspectieven, zoals de recente campagne «Ik vermoed huiselijk geweld».

Vraag 5

Zijn de langer dan wettelijk toegestane wachttijden bij Veilig Thuis van invloed op deze cijfers van huiselijk geweld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De wachttijden bij Veilig Thuis hebben geen invloed op het aantal unieke meldingen, maar kunnen wel zorgen dat huiselijk geweld en/of kindermishandeling langer doorgaat. Veilig Thuis werkt, in samenwerking met gemeenten, VNG en Rijk op allerlei manieren aan het opheffen en voorkomen van de wachtlijsten, zoals inzet op het aanpassen van de werkprocessen en flexibele inzet van medewerkers8.

Vraag 6

Indien deze toename niet aan Corona is toe te schrijven, wat is dan de oorzaak, aangezien Veilig Thuis organisaties verschillende oorzaken noemen voor het niet halen van de wettelijke termijnen, zoals een stijging in het aantal meldingen en adviesvragen, een toename van de complexiteit van de meldingen en meer acute meldingen?

Antwoord 6

De toename van wachttijden is niet toe te schrijven aan één specifieke oorzaak, maar aan een samenloop van oorzaken en omstandigheden. De in de vraag genoemde oorzaken kunnen allemaal een rol spelen. Aanvullende oorzaken zijn ook personeelstekorten en wachttijden bij andere partners in de keten. Het kan per regio verschillen welke oorzaken meespelen.

Een toename in het aantal meldingen of adviesvragen betekent niet direct dat er in de dagelijkse praktijk ook een stijging plaatsvindt van het aantal gevallen van kindermishandeling of huiselijk geweld. Dit kan ook een gevolg zijn van een hogere meldingsbereidheid door nauwere samenwerking tussen organisaties/instanties en Veilig Thuis binnen een gemeente of een lokale regio. Daarbij is vanuit verschillende initiatieven ingezet op het vergroten van meldingsbereidheid en het eerder melden bij vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld.


  1. De Volkskrant, 11 december 2023, «Een op de vijf jongeren slachtoffer van huiselijk geweld, toch lijken zorgen over coronatijd niet bewaarheid»; Eén op de vijf jongeren slachtoffer van huiselijk geweld, toch lijken zorgen over coronatijd niet bewaarheid (volkskrant.nl)↩︎

  2. Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag 2022 (WODC & CBS).↩︎

  3. Prevalentieonderzoek huiselijk geweld en kindermishandeling 2019 (WODC).↩︎

  4. Zie als voorbeeld deze visual.↩︎

  5. Kamerstuk 28 345, nr. 269.↩︎

  6. Impactmonitor huiselijk geweld en kindermishandeling (cbs.nl)↩︎

  7. Het CBS heeft niet van alle regio’s in Nederland de beschikking over het aantal opgelegde tijdelijke huisverboden; het is de bedoeling om dit in de toekomst wel mogelijk te maken. De gepubliceerde cijfers zijn afgerond op vijftallen (vandaar dat het aantal aangevraagde huisverboden in sommige regio’s niet gelijk is aan het aantal opgelegde en niet opgelegde huisverboden). Om het risico op onthulling van individuen te voorkomen worden aantallen lager dan 7 door het CBS niet beschikbaar gesteld. Ook is het aantal opgelegde tijdelijke huisverboden niet beschikbaar als het aantal niet-opgelegde tijdelijke huisverboden in de betreffende regio kleiner is dan 7. Dit verklaart de lege vakken bij een aantal regio’s.↩︎

  8. Kamerstuk 28 345, nr. 269.↩︎