Motie van het lid Teunissen c.s. over een centraal fonds voor het stroomlijnen van financiering van wetenschappelijk onderzoek door derden
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Motie
Nummer: 2024D01390, datum: 2024-01-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-VIII-94).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Teunissen, Tweede Kamerlid (PvdD)
- Mede ondertekenaar: I. Kostic, Tweede Kamerlid (PvdD)
- Mede ondertekenaar: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 VIII-94 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2024Z00589:
- Indiener: C. Teunissen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. Kostic, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-01-18 10:16: Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (36 410-VIII) antwoord 1e termijn + rest (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-01-23 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Nr. 94 MOTIE VAN HET LID TEUNISSEN C.S.
Voorgesteld 18 januari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de financiering van wetenschappelijk onderzoek steeds afhankelijker wordt van commerciële partijen;
overwegende dat wetenschappers die onderzoek willen doen zonder inmenging van bedrijfsbelangen de financiering vaak niet rondkrijgen;
overwegende dat wetenschappers in staat moeten worden gesteld om autonoom onderzoek te doen, met een goede balans tussen wetenschapsgebieden en ruimte voor interdisciplinair onderzoek;
overwegende dat een centraal financieringsfonds voor alle financiering door derden, met meer inspraak van universitaire onderzoekers, toezicht kan houden op de onafhankelijkheid van de uitvoering en belangenverstrengeling kan voorkomen;
verzoekt de regering de mogelijkheid te onderzoeken tot een centraal fonds voor het stroomlijnen van financiering van wetenschappelijk onderzoek door derden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Teunissen
Kostić
Beckerman