Lijst van vragen over de Lerarenstrategie december 2023 (Kamerstuk 27923-460)
Werken in het onderwijs
Lijst van vragen
Nummer: 2024D01608, datum: 2024-01-19, bijgewerkt: 2024-04-18 16:52, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D01608).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VVD)
- Mede ondertekenaar: M.H.M. Huls, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2023Z20295:
- Indiener: M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Medeindiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-12-21 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-01-16 15:30: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-19 10:00: Lerarenstrategie december 2023 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-02-28 10:00: Leraren (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-07 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
2024D01608 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de Lerarenstrategie december 2023 (Kamerstuk 27 923, nr. 460).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
Adjunct-griffier van de commissie,
Huls
1 | In hoeverre is het «omgaan met de tekorten, door te kijken naar de mogelijkheden op het gebied van bevoegdheden en onderwijstijd» een maatregel, die een wetswijziging vereist alvorens u hiertoe kunt overgaan? Welke consequenties voor de inzet van «goede leraren en schoolleiders», die u de basis noemt voor de kwaliteit, continuïteit en kansengelijkheid van het onderwijs, zijn hiermee verenigbaar? |
2 | Welke consequenties voor de ranking van Nederland in de PISA1-onderzoeken zijn te verwachten, nu naar uw verwachting de schaarste de komende tien jaar vergelijkbaar blijft? Betekent de gedachte dat het daarom van belang is «te leren omgaan met de situatie» dat we eventueel ook moeten leren leven met een onderste plaats van Nederland in de PISA-rankings, zelfs onder Griekenland? |
3 | Kunt u aangeven of er gemeenschappelijke kenmerken zijn, op bijvoorbeeld sociaaleconomisch gebied of geografische ligging, tussen scholen zonder tekorten? |
4 | Kunt u aangeven of er gemeenschappelijke kenmerken zijn, op bijvoorbeeld sociaaleconomisch gebied of geografische ligging, tussen scholen met tekorten van meer dan 30%? |
5 | Kunt u aangeven hoe hoog de tekorten in het speciaal basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs precies zijn? |
6 | Welke oplossingen heeft de bovenregionale samenwerking van de vijf onderwijsregio's in het noorden inmiddels opgeleverd voor de problematiek van dalende leerlingaantallen, een krimpende beroepsbevolking en de verspreiding van leraren over grote afstanden? Wat kan men nu al in andere krimpregio's hiervan leren? |
7 | Kunt u specificeren wat er buiten de centrale uitgangspunten voor de vormgeving van lerarenopleidingen valt, nu u als elementen benoemt: focus op basisvaardigheden, de kern van het beroep, didactiek, vakdidactiek, een breed didactisch basispalet, een stevige vakinhoudelijke basis en een programma dat zichtbaar is gefundeerd in wat we weten uit onderzoek? |
8 | Als u vindt dat schoolbesturen stagevergoedingen moeten uitbetalen, hoewel ze dit nauwelijks doen, wat zou dan de hoogte hiervan moeten zijn? |
9 | Welke overwegingen liggen ten grondslag aan uw opstelling bij de discussie over studenten die bij de lerarenopleidingen een diploma behalen, waarvan volgens de Onderwijsraad een aanzienlijk deel niet startbekwaam is voor taal en rekenen, maar die volgens de NVAO2 wel voldoen aan de eisen? |
10 | Kunt u een voorbeeld geven van een pabo3 die er zelfstandig in is geslaagd om het eigen programma te hervormen? |
11 | Zijn er lessen te trekken voor de integrale aanpak uit de hervormingen die pabo’s zelf succesvol hebben doorgevoerd? |
12 | Kunt u inzicht geven in het percentage schoolbesturen dat geen stagevergoeding uitbetaalt? |
13 | In de brief staat: «De lerarenopleidingen werken in afstemming met de sectorraden, vak- en beroepsorganisaties en OCW een plan uit om de opleidingen voor zij-instromers toegankelijker en flexibeler te maken.» Kunt u aangeven wanneer zij-instromers in de praktijk iets merken van dat de opleiding toegankelijker en flexibeler is? |
14 | In de brief stelt u dat bijna veertig casussen zijn verzameld die als mogelijk experiment (omtrent bevoegdheden) kunnen dienen om knelpunten aan te pakken. Wat is de status van de voortgang van deze trajecten? |
15 | Welke mogelijkheden ziet u, naast het professioneel statuut, om leraren hun professionele autonomie terug te geven? In hoeverre gaat u deze mogelijkheden ook vastleggen in het wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid?4 In hoeverre mogen de beoogde beroepsgroepsvorming en het beroepsbeeld afbreuk doen aan deze professionele autonomie en geldt voor leraren «one size fits all»? |
16 | Welke mogelijkheden ziet u om de 83.000 mensen in Nederland, die een onderwijsbevoegdheid hebben, maar niet werkzaam zijn in het veld, weer voor de klas te halen? |
17 | In hoeverre is de verwachting dat een meerurenbonus zal helpen om de personeelstekorten tegen te gaan, evidence based? |
18 | Hoe verklaart u uw voornemen het wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid, dat in het voorjaar van 2023 in internetconsultatie is geweest, in het najaar van 2024 bij de Kamer in te dienen? Wat zijn de redenen voor het uitstel van de beoogde maatregelen voor meer vaste contracten in het onderwijs naar op zijn vroegst komend najaar? |
19 | Het aantal mannen onder de leraren is in alle onderwijssoorten afgenomen. Hoe is dat te verklaren? |
20 | Op welke manieren is in de afgelopen jaren uitvoering gegeven aan de inzet voor meer mannelijke docenten, zoals benoemd in de brief «Stand van zaken lerarenbeleid» van uw voorganger?5 |
21 | Acht u het noodzakelijk om meer in te zetten op meer diversiteit voor de klas, onder meer door in te zetten op meer mannelijke docenten? |
1 PISA: Programme for International Student Assessment 2 NVAO: Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie 3 pabo: pedagogische academie voor het basisonderwijs 4 Wetsvoorstel tot wijziging van enkele onderwijswetten ter bevordering van strategisch personeelsbeleid en professionalisering leraren. 5 Kamerstuk 27 923, nr. 418 |