Beleidskader Internationaal Cultuurbeleid 2025-2028
Cultuursubsidies
Brief regering
Nummer: 2024D02359, datum: 2024-01-24, bijgewerkt: 2024-02-20 11:05, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31482-121).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Mede ondertekenaar: F.Q. Gräper-van Koolwijk, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Beslisnota inzake Beleidskader Internationaal Cultuurbeleid 2025-2028
- Invulkaart Beleidskeuzes uitgelegd
- Internationaal cultuurbeleid 2025-2028
Onderdeel van kamerstukdossier 31482 -121 Cultuursubsidies.
Onderdeel van zaak 2024Z00994:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: F.Q. Gräper-van Koolwijk, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-01-30 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-31 14:00: Voortgang internationaal cultuurbeleid (ICB) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-02-01 15:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 482 Cultuursubsidies
Nr. 121 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2024
Met deze brief bieden wij u het beleidskader aan voor het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) 2025–2028.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
F.Q. Gräper-van Koolwijk
Internationaal cultuurbeleid 2025–2028
Inleiding
Het internationaal cultuurbeleid verbindt al meer dan vijftig jaar het Nederlandse cultuur- en buitenlandbeleid. Cultuur en diplomatie zijn innig met elkaar verbonden; culturele uitwisselingen inspireren en vergroten wederzijds begrip. Cultuur maakt moeilijke onderwerpen bespreekbaar en draagt bij aan internationale samenwerking.1
Het ICB toont dat Nederland2 open staat voor internationale samenwerking en uitwisseling met andere landen. Daarnaast stimuleert het ICB innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken en ondersteunt het de bredere politieke, economische en maatschappelijke belangen van Nederland en zijn partners wereldwijd.3 Het ICB is daarmee een van de pijlers van het buitenlandbeleid van het Koninkrijk.
Naast een waarde in zichzelf is cultuur een belangrijk instrument van «soft power», zeker waar het bijdraagt aan het vergroten en versterken van democratisch burgerschap en weerbaarheid, de zogenaamde «civic space».
Het meerjarige ICB is gebaseerd op de beleidsagenda’s van de Minister van Buitenlandse Zaken (BZ), Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).4 Aan de basis van ons beleid liggen de Meerjarenbrief De Kracht van Creativiteit5 (OCW), Uitgangspuntenbrief culturele basisinfrastructuur 2025–20286 (OCW), Beleidsnotitie 2022: Doen waar Nederland goed in is (BHOS)7 en de Afrikastrategie 2023–2032 (BZ/BHOS).8
Met dit kader presenteren wij het internationaal cultuurbeleid (ICB) voor de periode 2025–2028.9
Internationaal Cultuurbeleid in beweging
Een ambitieus ICB speelt in op een snel veranderende wereld. Dat was de afgelopen jaren zeker het geval. De cultuursector herstelt nog steeds van de grote impact die COVID heeft gehad.10 Net als in het nationale cultuurbeleid wordt er in het internationale cultuurbeleid voor gekozen om de sector te helpen met herstel. Dit doen we door te kiezen voor continuïteit, aangevuld met verdieping en nieuwe urgenties.
Veranderende geopolitieke verhoudingen raken ook het ICB. Autoritaire grootmachten handelen steeds vaker competitief en opportunistisch. Dit zorgt voor toenemende internationale spanningen, en meer aandacht voor vrede en veiligheid. Democratische en maatschappelijke vrijheden hebben er sinds 1986 niet zo slecht voorgestaan.11 De ruimte voor het maatschappelijk middenveld neemt wereldwijd af, de zogenaamde shrinking space.12 Kunst en cultuur helpt om deze ruimte te versterken. Dit maakt een versterking van het culturele domein en steun aan makers essentieel. Juist in tijden van onzekerheid is deze bijdrage aan maatschappelijke en burgerlijke weerbaarheid van groot belang. Cultuur vervult een belangrijke rol bij het laten klinken van tegenstemmen in de samenleving, in het bijzonder daar waar de vrijheid van meningsuiting onder druk staat.
Cultuur is soft power, en daarmee een belangrijk instrument om onze bilaterale relaties positief te beïnvloeden en spanningen tegen te gaan. De positie van Europa en Nederland in de wereld verandert, wat internationale (culturele) samenwerking des te belangrijker maakt. Zo zetten we ons in voor meer samenwerking met Afrikaanse landen, in lijn met de Afrikastrategie.13 Hiervoor zijn extra middelen beschikbaar gemaakt voor culturele diplomatie, wordt de culturele samenwerking met Ghana geïntensiveerd en ondersteunen we academische en museale samenwerking met Afrikaanse landen in het kader van koloniale collecties.
Het ICB ziet daarnaast een substantiële rol voor cultuur bij de digitalisering- en duurzaamheidstransities. Door de kracht van de culturele en creatieve sector in te zetten voor innovatieve oplossingen voor wereldwijde maatschappelijk vraagstukken. En door met cultuur denkpatronen te doorbreken en nieuwe handelingsperspectieven te bieden.
De inzet van internationaal cultuurbeleid
Internationaal werken is voor veel culturele en creatieve professionals en erfgoedgemeenschappen inspirerend en vanzelfsprekend. Het draagt bij aan zichtbaarheid, kwaliteit, kennisuitwisseling, talentontwikkeling, marktverruiming en innovatie. Zo kunnen buitenlandse markten voor creatieve makers belangrijke aanvullende inkomstenbronnen zijn. Ook is de veelzijdigheid van talenten uit alle delen van de wereld belangrijk voor een divers en inspirerend cultuuraanbod.
Het ICB draagt bij aan de voorwaarden voor internationale culturele samenwerking, door middel van kennis, netwerk en subsidies. Om dit te realiseren, stellen we in de periode 2025–2028 de volgende drie beleidsdoelen vast:
– Een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door duurzame samenwerking, uitwisseling en zichtbaarheid.
• Dit leidt tot inspiratie, kennisvergroting- en uitwisseling, wederzijds begrip, verrijking, het bereik van een groter publiek en marktverruiming;
• Dit vergroot de economische en maatschappelijke waarde van de Nederlandse kunst en cultuur.
– Het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen
• Dit draagt bij aan een betere positie en reputatie van Nederland in het buitenland;
• Dit stimuleert samenwerking op basis van wederkerigheid;
• Dit draagt bij aan uitwisseling en dialoog, ook met landen waarmee de relatie (soms) complex is.
– De kracht van de culturele en creatieve sector gebruiken voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling, met de Sustainable Development Goals (SDG’s) als richtinggevend kader.14
• Dit stelt de culturele en creatieve sector in staat om bij te dragen aan oplossingen voor maatschappelijke opgaven zoals armoede, ongelijkheid en klimaatverandering, op basis van wederkerige samenwerking.
• Dit versterkt Nederland als innovatief, creatief en inclusief land.
• Hiermee ondersteunt en beschermt Nederland de vrije expressie van kunstenaars in landen waar deze onder druk staat, en draagt zo bij aan democratische burgerschap en weerbaarheid.
Bij het behalen van deze beleidsdoelen werken we vanuit de volgende principes:
Wederkerigheid
Het ICB stimuleert samenwerking op basis van wederkerigheid. Andere inzichten zijn noodzakelijk voor een kwalitatief hoogwaardige cultuursector. Door bewust te zijn van de lokale context en condities, gelijkwaardig samen te werken en kennis te creëren op een eerlijke manier waarbij meerstemmige perspectieven naar voren kunnen komen.15 Hierin werken we vanuit waarden waar Nederland voor staat, zoals artistieke vrijheid, gendergelijkheid, rechten voor minderheden en minderheidsculturen.
Diversiteit, inclusie en rechtvaardigheid
Diversiteit, inclusie en rechtvaardigheid vormen belangrijke uitgangspunten binnen het ICB. Om recht te doen aan deze thema’s, zoals ook verwoord in het feministisch buitenlandbeleid,16 wordt bij de implementatie van het ICB oog gehouden voor diversiteit en inclusie. Het is van belang om aandacht te hebben voor dieperliggende problemen die ongelijkheid in stand houden, zoals racisme, discriminatie en kansenongelijkheid. Het ICB stimuleert uitvoeringspartners om hier actief mee aan de slag te gaan en eerlijke behandeling, erkenning van barrières, cultuurparticipatie en kansengelijkheid centraal te stellen.
Maatschappelijke impact
Het is van belang om ons bewust te zijn van de maatschappelijke impact van ICB-activiteiten; wat willen we bereiken met onze inzet, en hoe gaan we dat doen? Wij moedigen uitvoeringspartners aan om vooraf, tijdens en na activiteiten, samenwerkingen, regelingen of programma’s stil te staan bij (on)beoogde effecten. Een procesmatige evaluatie kan helpen bij het identificeren van sterke en zwakke punten.17
Duurzaamheid
In het ICB staat duurzaamheid centraal. Nederland heeft het Klimaatverdrag van Parijs geratificeerd en vervolgens in de nationale klimaatwet vastgelegd in 2050 klimaatneutraal te zijn.18 Ook de culturele sector draagt hieraan bij.19 We werken aan ecologische verduurzaming, oftewel het verkleinen van de klimaatimpact, het verbruik van energie en grondstoffen en de daar uit voortkomende vervuiling en uitstoot van broeikasgassen. En aan sociale verduurzaming, waarbij we werken aan duurzame waardeketens, goede arbeidsrelaties, eerlijke betaling en het creëren van duurzame samenwerkingsrelaties met partners in het buitenland.20
Het ICB stimuleert uitvoeringspartners om zélf te verduurzamen, en zo anderen te inspireren. Cultuur en diplomatie zijn hier ook bij gebaat. Tegelijkertijd nemen sleutelwoorden als minder, langer en opnieuw binnen dit ICB-kader een belangrijke plek in. Denk aan duurzamer reizen, langere artist-in-residencies, maar ook het stimuleren van alternatieve modellen om Nederlandse cultuur in het buitenland te tonen. Daarbij zoeken we naar manieren om de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te maken, bijvoorbeeld door hergebruik of circulariteit.
Het ICB volgt de nationale beleidslijn van de culturele basisinfrastructuur (BIS).21 Hierin is vastgesteld dat nationale culturele instellingen bewustzijn over hun eigen uitstoot in kaart dienen te brengen. Bij het maken van plannen voor internationale persoonlijke contacten zal afgewogen moeten worden waarom wordt gekozen voor een bepaalde aanpak. Het ICB stimuleert ook posten en internationale partijen om de klimaatconsequenties van activiteiten transparant te maken.22
Er liggen ook kansen. De kracht van cultuur wordt gebruikt om op een creatieve manier verduurzaming te bevorderen. Door samenwerkingen te stimuleren, innovatieve projecten te financieren, of culturele programma’s rondom klimaat en milieu te organiseren. De culturele sector kan ook inhoudelijk een belangrijke rol in de klimaatcrisis vervullen. Cultuur kan immers bewustzijn creëren, denkpatronen doorbreken, toekomstscenario’s bieden en tot actie aanzetten.23
Aandachtsgebieden
Cultuur en duurzame ontwikkeling
Met de gehele Verenigde Naties zijn we ervan overtuigd dat de culturele en de creatieve sector een essentiële bijdrage kan leveren aan duurzame ontwikkeling en het behalen van de SDG’s.24 We werken vanuit de overtuiging dat cultuur een Global Public Good is. De sector kan banen voor jongeren creëren,25 bijdragen aan prettige, voor iedereen toegankelijke steden26 en een circulaire economie mogelijk maken.27 Nederland kan met haar opgebouwde kennis en netwerken een waardevolle bijdrage leveren aan de SDG’s wereldwijd.
Dat doen we in de ICB-landen en daarnaast in onze programma’s die gericht zijn op landen in ontwikkeling. Hiermee draagt Nederland bij aan de versterking van de culturele, creatieve, en erfgoedsector in deze landen. Vreedzame, rechtvaardige en inclusieve samenlevingen zijn niet compleet zonder een ontwikkelde cultuursector waar kunstenaars zich vrijuit kunnen uiten. De steun van Nederland en partners aan cultuurmakers in landen waar vrije expressie onder druk staat, draagt bij aan de duurzame ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld. Ook blijft Nederland zich inzetten voor de bescherming van erfgoed dat bedreigd wordt door conflicten en natuurrampen in landen waar de infrastructuur voor noodhulp voor erfgoed ontoereikend is.
Erfgoed
De internationale componenten van erfgoedopgaven worden steeds belangrijker. Zoals duurzaamheidsopgaven, klimaatadaptatie, stedelijke vernieuwing en sociale inclusie. Als internationale gemeenschap hebben we een gedeelde opdracht om dit erfgoed te beheren, te behouden en in te zetten voor maatschappelijke opgaven. We beschermen niet alleen gebouwen, objecten of tradities, maar ook een gemeenschappelijke geschiedenis en waarden.
De verdragen van de Raad van Europa en UNESCO zijn de basis voor internationale samenwerking wat betreft werelderfgoed, erfgoed onder water en het tegengaan van illegale handel.28 Ook hierin is de maatschappelijke betekenis van erfgoed van steeds groter belang. Denk hierbij aan de waarde van erfgoed voor lokale gemeenschappen en de waarde van lokale gemeenschappen voor erfgoed. Maar ook de rol van erfgoed om relaties op te bouwen, wederzijds begrip te creëren en gesprekken aan te gaan over de betekenis die erfgoed voor ons allen heeft.
Internationale Erfgoedsamenwerking
Het Internationale Erfgoedsamenwerking (IES) programma binnen het ICB wordt uitgevoerd door de bovensectorale instelling voor het Internationaal Cultuurbeleid, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Nationaal Archief, het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland en ons postennetwerk. Hierbij staat kennisvorming- en uitwisseling centraal en wordt samengewerkt met partners wereldwijd. Elk land loopt bij de zorg voor erfgoed immers tegen vergelijkbare opgaven aan.
Omdat in elk land een andere context is, andere vragen gesteld worden en andere benaderingen gebruikt, kunnen we van elkaar leren. Door deze samenwerking kan de potentie van erfgoed optimaal worden benut, bijvoorbeeld voor de aanpak van maatschappelijke uitdagingen en om te werken aan een duurzame toekomst. Denk bijvoorbeeld aan de herbestemming van historisch erfgoed. Door met andere landen samen te werken op dit terrein dragen we ook bij aan verbeterde bilaterale relaties.
Koloniale collecties
In 2021 werd de Beleidsvisie collecties uit een koloniale context gepubliceerd.29 In 2022 werd een begin gemaakt met de implementatie van dit beleid.30 Vanuit dat beleid is inmiddels een onafhankelijk en transparant proces opgezet voor het behandelen van teruggaveverzoeken.31 Ook zijn er instrumenten ontwikkeld voor samenwerking met landen van herkomst, zoals gezamenlijk herkomstonderzoek. Deze instrumenten bouwen verder op de ervaringen vanuit het IES-programma en vormen daar een aanvulling op. Teruggave en museale samenwerking dragen bij aan het herstel van historisch onrecht en verbetering van de bilaterale relaties. Ook in Europees en UNESCO-verband nemen we deel aan het internationale debat over het belang van restitutie. Samenwerking en dialoog, vooral met landen waarmee Nederland een (koloniaal) verleden deelt, blijft daarom in 2025–2028 belangrijk.
Europese Unie (EU)
Binnen de EU wordt steeds meer samengewerkt op cultuurbeleid. Ook wordt de positionering van cultuur in het buitenlandbeleid van de EU steeds groter.32 Bij deze ontwikkeling wordt vanuit het ICB aansluiting gezocht. De diversiteit in culturele identiteit tezamen met gemeenschappelijke waarden zijn een grote verworvenheid en de kracht van de Europese Unie. Dit laat onverlet dat er verschillen zijn tussen lidstaten, waarbij de vrijheid voor creatieve expressie in sommige lidstaten onder druk staat. Culturele samenwerking en contact zijn belangrijk om dit te adresseren.
Nederland en andere lidstaten bepalen hun eigen prioriteiten, maar coördineren deze in het EU Werkplan voor Cultuur 2023–2026.33 Ook op het vlak van financiering groeit de EU.34 Deze instrumenten en programma’s ondersteunen en stimuleren grensoverschrijdende culturele samenwerking, creëren verbinding en bieden mogelijke internationale partnerschappen voor het Nederlandse culturele veld. In het bijzonder gaat het om het Creative Europe programma. Hieronder vallen ook het Culture Moves Europe mobiliteitsprogramma en het onderzoeksprogramma Horizon Europe. Culturele organisaties kunnen daarnaast aansprak maken op het Erasmus+ programma en in bepaalde gevallen op structuurfondsen.
Creatieve Industrie35
De creatieve industrie is een levendige economische topsector. Deze draagt met diverse instrumenten bij aan marktontwikkeling, marktverruiming, benutting en internationale promotie, het laatste via het internationale programma CreativeNL.36 De Nederlandse ontwerpende aanpak heeft een grote vlucht genomen. Het benadert maatschappelijke vraagstukken in eerste instantie als een ontwerpopgave, waarbij op nieuwe manieren wordt gekeken naar uitdagingen en problemen. Ook de digitale cultuur is sterk in opkomst en draagt bij aan culturele vernieuwing.
Digitalisering
Digitalisering versterkt de innovatieve kracht van de culturele sector en kan helpen een groter, internationaal nieuw publiek te bereiken. De inzet van digitale middelen kan bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe vormen van creatie en presentatie en verdere ontwikkeling van digitale cultuur. Tevens kan door digitalisering de toegankelijkheid van cultuur worden vergroot. Bijvoorbeeld voor mensen die lastig een theater kunnen bezoeken. Dit vraagt om een innovatieve aanpak, kennisdeling, andere werkwijzen en vaardigheden voor makers en instellingen. We sluiten zoveel mogelijk aan bij de kennisontwikkeling vanuit DEN – Kennisinstituut cultuur & digitale transformatie – en Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE).
Desalniettemin benadrukt het ICB om bewust te zijn van de impact van digitalisering op het klimaat en milieu. Zowel kennisinstituut DEN als NDE bieden organisaties in de cultuursector handvatten voor het maken van een duurzame digitale transitie.37 Ook stimuleert het ICB uitvoeringspartners stil te staan bij toegankelijkheid (digitale inclusie) en ethische vraagstukken over technologische ontwikkelingen. Enerzijds kan cultuur een rol spelen in het adresseren van ethische vraagstukken over de inzet van technologie. Anderzijds komen technologische ontwikkelingen tot stand door verschillende perspectieven en waarden en geeft de inzet van technologie actief vorm aan menselijke ervaringen door middel van taal, muziek en kunst.
Caribisch deel van het Koninkrijk
Gelijkwaardige toegang tot ons beleid is van belang voor het gehele Koninkrijk. Het ICB is van toepassing op de drie bijzondere gemeenten Bonaire, Saba en Sint Eustatius, en de Koninkrijkslanden Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten. Waar relevant zal hierbij ook worden gekeken of maatwerk nodig en wenselijk is en wordt bezien, in samenwerking met de Rijkscultuurfondsen, hoe we de toegankelijkheid kunnen vergroten.
Landen
Kansrijke samenwerkingen.
Met het ICB werken we over de hele wereld. We concentreren ons beleid op landen waar onze inzet de grootste meerwaarde oplevert. Per land leveren onze posten en partners maatwerk, zodat cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden zijn.
De landen waarop we ons concentreren, worden gekozen door te kijken naar de vraag uit de landen zelf, de artistieke en economische kansen voor de Nederlandse culturele sector, artistieke kwaliteit, de maatschappelijke relevantie, historische banden en buitenlandpolitieke belangen. Op basis hiervan is gekozen voor een strategische inzet op de volgende 24 landen:38
• Afrika: Egypte, Ghana, Marokko en Zuid-Afrika.
• Azië/Oceanië: Australië, China, India, Indonesië, Japan, Sri Lanka en Zuid-Korea.
• Europa: België, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Polen, Spanje, Turkije, Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk.
• Noord- en Zuid Amerika: Brazilië, Suriname en de Verenigde Staten.
Uitvoerders en instrumentarium
Voor de uitvoering van ons beleid is goede samenwerking essentieel. In het ICB werken culturele instellingen samen met het postennetwerk, Rijkscultuurfondsen en andere uitvoeringspartners, met ruimte voor ieders rol en expertise. We geven hier invulling aan middels een meerjarige aanpak met een helder beleidskader, een uitvoeringsdocument en een goede coördinatie. Zie voor een volledige lijst van partners het budgetoverzicht.
Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland (het postennetwerk)
Ambassades en consulaten-generaal beschikken over een groot (cultureel) netwerk in hun land en regio. Zij zijn van groot belang voor het opbouwen en onderhouden van relaties, het ontdekken van kansen en het bij elkaar brengen van de juiste partijen.
Bovensectorale ondersteunende instelling
De tot de BIS 2025–2028 behorende ondersteunende instelling voor internationaal cultuurbeleid heeft een belangrijke ondersteunende, bovensectorale rol bij de uitvoering ervan. Zij neemt de verantwoordelijkheid voor:
1) informatie en advies aan het Nederlandse veld, steden en regio’s en de posten (waaronder voorlichting over en ondersteuning bij subsidieprogramma's van de EU);
2) het vervullen van een kennis- en netwerkfunctie, met name voor het Nederlandse culturele veld; en
3) uitvoeren van specifieke onderdelen van het ICB.
Ondersteuningsopties uitvoering
We bieden ruimte voor flexibiliteit. De genoemde uitvoeringspartners zijn zelf het best in staat om hun instrumentarium in te richten en gezamenlijk afspraken te maken. Ondersteuning kan bestaan uit bijvoorbeeld (meerjarige) financiering door (project)subsidies, bezoekersprogramma’s, informatievoorziening, advies, matchmaking, begeleiding en onderzoek.
Budgetruimte voor strategische inzet
In deze beleidsperiode stellen we jaarlijks een budget beschikbaar voor toonaangevende manifestaties en vieringen (zoals vriendschapsjaren) waar op initiatief van de posten aanspraak op kan worden gemaakt. Dit betreft het «budget voor manifestaties en ondersteuning» in het bijgevoegde financieel kader. We stimuleren ook cultuuruitingen tijdens uitgaande staatsbezoeken en handelsmissies.
Kennis- en informatie
We zetten de inspanningen om de resultaten van het ICB zichtbaar te maken voort. De resultaten van het ICB worden jaarlijks inzichtelijk gemaakt met een voortgangsrapportage. Hierin worden kwantitatieve en kwalitatieve gegevens opgenomen. Zoals aantallen georganiseerde projecten, bestede middelen en concrete projectbeschrijvingen inclusief beeldmateriaal en uitkomsten.
Ook wordt gewerkt aan een online portaal waar cultuurmakers projectvoorstellen kunnen indienen bij posten. Dit portaal zal uiteindelijk ook een database vormen van alle projecten die per land en/of jaar zijn georganiseerd en aan welke beleidsdoelen projecten hebben bijdragen. Zo kan eenvoudiger een compleet beeld worden gevormd van onze beleidsimpact.
We stimuleren posten en partners tevens om hun activiteiten op te nemen in de DutchCulture database.39 Deze database is openbaar, en kunstenaars en organisaties kunnen zelf hun activiteiten er in opgeven. Hiermee worden trends in de bewegingen van NL cultuurmakers en hun impact wereldwijd in kaart gebracht. Tot slot blijven we kijken naar nieuwe manieren om de impact van ons beleid inzichtelijk te maken en wordt ingezet op een evaluatie van het ICB.40 Hiermee leren we en verbeteren we ons beleid.
Rijkscultuurfondsen | ||||
Fonds podiumkunsten | 1.494.400 | 245.161 | 1.739.561 | |
Mondriaan Fonds | 1.104.400 | 61.291 | 1.165.691 | |
Fonds voor Cultuurparticipatie | 181.600 | 25.000 | 206.600 | |
Nederlands Letterenfonds | 634.800 | 30.645 | 665.445 | |
Nederlandse Filmfonds | 886.400 | 886.400 | ||
Stimuleringsfonds Creatieve Industrie | 1.422.400 | 700.000 | 2.122.400 | |
Rijksdiensten en agentschappen | ||||
Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed | 533.000 | 533.000 | ||
Nationaal Archief | 533.000 | 533.000 | ||
Ondersteunende instellingen en culturele organisaties | ||||
Bovensectorale ondersteunende instelling voor internationaal cultuurbeleid | 360.000 | 900.000 | 1.260.000 | |
Ondersteunende instelling ontwerp | 263.500 | 107.258 | 370.758 | |
Ondersteunende instelling film | 238.500 | 30.645 | 269.145 | |
deBuren | 480.000 | 525.000 | 1.005.000 | |
Prins Claus Fonds | 2.259.000 | 2.259.000 | ||
Cultural Emergency Response | 500.000 | 500.000 | ||
Instellingen voor de bevordering van de bescherming en kennis van immaterieel erfgoed | 80.000 | |||
Nederlandse vertegenwoordigingenbuitenland | 6.275.000 | 500.000 | 6.775.000 | |
Budget manifestaties en ondersteuning | 315.000 | 594.000 | 909.000 | |
Totaal kader 2025–2028 | 8.527.000 | 8.794.000 | 3.959.000 | 21.280.000 |
1 Bedragen zijn onder voorbehoud van beschikbaarstelling van voldoende middelen door de begrotingswetgever. |
Joseph Nye, «Public Diplomacy and Soft Power», The Annals of the American Academy of Political and Social Science: Public Diplomacy in a Changing World, Volume 616, pp. 94–109, 2008; Boekman Stichting, «50 jaar Internationaal Cultuurbeleid», Boekman nr. 125, winter 2020–2021.↩︎
Onder Nederland verstaan we het gehele Koninkrijk, zowel het Europese als het Caribische deel.↩︎
Zo is cultuur een belangrijk onderdeel van handelsmissies en (staats)bezoeken, naast haar eigen intrinsieke waarde. Ook economisch is de culturele sector voor Nederland van belang. De gehele culturele sector droeg in 2019 (pre-corona) € 25,5 miljard euro of 3,46% bij aan de Nederlandse economie. De sector was goed voor 330.000 tot 368.000 banen (4,1% – 4,5% van het totaal) en 206.000 bedrijven (11,5% van alle bedrijven in Nederland). Ook heeft de creatieve industrie een positieve invloed op product- en procesinnovaties in de rest van de economie door spill over en multipliereffecten. Zie: Dialogic, Onderzoek naar multipliereffecten en pay-off effecten in de culturele en creatieve sector, mei 2023; OESO, Economic and social impact of cultural and creative sectors, 2021.↩︎
Beleidskader internationaal cultuurbeleid 2021–2024, 6 december 2019, Kamerstuk 31 482, nr. 108; Raad voor Cultuur, Advies aanvraag- en beoordelingsproces culturele basisinfrastructuur 2025–2028, 2023; Raad voor Cultuur, Cultuur natuurlijk. Hoe duurzaamheid en cultuur elkaar versterken, 2023; Voortgang internationaal cultuurbeleid, 24 november 2022, Kamerstuk 31 482, nr. 117.↩︎
Meerjarenbrief De Kracht van Kwaliteit, 4 november 2022, Kamerstuk 32 820, nr. 482.↩︎
Uitgangspuntenbrief culturele basisinfrastructuur 2025–2028, 16 juni 2023, Kamerstuk 32, 820, nr. 499;↩︎
Beleidsnota Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, 24 juni 2022, Kamerstuk 36 180 nr. 1.↩︎
Afrikastrategie 2023–2032, 30 mei 2023, Kamerstuk 29 237, nr. 183.↩︎
Dit vernieuwde kader is mede tot stand gekomen aan de hand van gesprekken met partners die op dit moment actief zijn bij de uitvoering van het ICB in binnen- en buitenland.↩︎
Kohnstamm Instituut, Andersson Elffers Felix en SEO, Evaluatie coronasteun cultuursector Een synthesestudie, mei 2023.↩︎
V-Dem Institute, Democracy Report 2023: Defiance in the Face of Autocratization, 2023.↩︎
Saskia Brechenmacher and Thomas Carothers, Defending Civic Space: Is the International Community Stuck?, Carnegie Endowment, 2019.↩︎
Afrikastrategie 2023–2032.↩︎
Op de website van de Rijksoverheid is te lezen wat de Sustainable Development Goals zijn en hoe de Nederlandse overheid hieraan bijdraagt.↩︎
EUNIC, Not a Toolkit, 2022.↩︎
Kamerbrief Feministisch Buitenlandbeleid, 8 november 2022, Kamerstuk 34 952, nr. 182.↩︎
Zie Brian M. Belcher et al. (2020); «A refined method for theory-based evaluation of the societal impacts of research», MethodsX, Vol. 7, pp. 1–20, 2020.↩︎
Klimaatwet, 2023.↩︎
Zie: Raad voor Cultuur, Cultuur natuurlijk. Hoe duurzaamheid en cultuur elkaar versterken. Tijdens het schrijven van dit beleidskader was de kabinetsreactie op dit advies nog in ontwikkeling. Aanbevelingen uit het advies zijn desalniettemin meegenomen in de totstandkoming van het ICB-kader 2025–2028.↩︎
Zo houden alle Nederlandse posten bij hun inkoop, projecten en aanbestedingen rekening met ketenverantwoordelijkheid en duurzaamheid. En heeft OCW fair pay verplicht gesteld voor rijksgesubsidieerde culturele instellingen.↩︎
De BIS is het OCW-kader voor de toekenning van rijkssubsidies aan culturele instellingen voor 4 jaar.↩︎
Zie Ministerie van Buitenlandse Zaken, Duurzaamheidsverslag 2022. Walk our Talk, 2023.↩︎
Boekmanstichting, Duurzaamheid in de cultuursector, 2023.↩︎
In 2021 heeft de Algemene Vergadering van de VN unaniem een resolutie aangenomen waarin de centrale rol van cultuur voor het behalen van de SDG’s wordt bevestigd. Zie ook: Gijs de Vries, «The SDGs require a stronger role for culture in development», OECD Development Matters Blog, 2022.↩︎
Unesco en de Wereldbank, Cities, Culture, Creativity. Leveraging culture and creativity for sustainable urban development and inclusive growth, 2021.↩︎
Daisy Fancourt en Saoirse Finn, What is the evidence on the role of the arts in improving health and well-being? A scoping review, Health Evidence Networks Synthesis Report 67, WHO Europa, 2019.↩︎
Ellen MacArthur Foundation, Design and the circular economy: deep dive, 2018.↩︎
Zie voor een overzicht van deze verdragen de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.↩︎
Beleidsvisie Collecties uit een koloniale context, 29 januari 2021, Kamerstuk 32 820, nr. 405.↩︎
Implementatie beleidsvisie collecties uit een koloniale context, 15 juli 2022, Kamerstuk 32 820, nr. 480.↩︎
Hierbij werkt Nederland met een onafhankelijke commissie die de Staatssecretaris voor Cultuur en Media adviseert over teruggaveverzoeken.↩︎
European Cultural Foundation, Kansen benutten, kansen schepen. Gedachten over de Europese dimensie van het cultuurbeleid, 2023.↩︎
Raad van Europese Cultuurministers, Council Resolution on the EU Work Plan for Culture 2023–2026, 2022;↩︎
Zie bijvoorbeeld de Funding Guide van CultureEU online.↩︎
In Nederland worden de volgende sectoren tot de creatieve industrie gerekend: architectuur en ontwerp, digitale cultuur, film, fotografie en letteren.↩︎
CreativeNL is een publiek-private organisatie, met inbreng van het creatieve bedrijfsleven, en steun van de ministeries van OCW en EZK. Het is gerealiseerd door ClickNL, het Topconsortium voor Kennis en Innovatie voor de creatieve bedrijfstakken. Zie ook de website van de Topsector Creatieve Industrie.↩︎
Zie de tips voor de verduurzaming van IT op de website van DEN en NDE↩︎
Naast deze genoemde 24 landen is er ook een beperkt culturele diplomatie budget beschikbaar om cultuur in te zetten ter ondersteuning van de beleidsprioriteiten van het wereldwijde postennet.↩︎
Zie de DutchCulture Database online.↩︎
Ons doel is om in 2026 deze evaluatie extern te laten uitvoeren.↩︎