Preview document (🔗 origineel)

---

Staten-Generaal	1/2
Vergaderjaar 2023-2024

33 836 Personen- en familierecht

E/ Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2024

Het Haags Alimentatieverdrag 2007 heeft tot doelstelling de effectieve internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden te waarborgen, in het bijzonder door samenwerking tussen de centrale autoriteiten van de verdragsluitende partijen, en te zorgen voor de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen inzake levensonderhoud.¹ De Europese Unie is namens de lidstaten toegetreden tot dit verdrag. De Europese Unie heeft ook een regeling op de onderdelen van dit verdrag (de Alimentatieverordening) waardoor de toetreding van nieuwe partijen bij dit verdrag valt onder de bevoegdheid van de EU.²

Azerbeidzjan heeft op 17 februari 2023 meegedeeld dat het wil toetreden tot het Haags Alimentatieverdrag 2007. Op grond van het verdrag is er een termijn van 12 maanden voor het maken van bezwaar tegen de voorgenomen toetreding, die eindigt op 27 februari 2024.³

De Nederlandse inzet is gericht op een zo groot mogelijk bereik van het Haags Alimentatieverdrag 2007. Dit is in het belang van alle alimentatiegerechtigden die recht hebben op betaling van alimentatie vanuit een andere verdragsstaat.

Het niet maken van bezwaar tegen toetreding van Azerbeidzjan is een besluit van de Raad op grond van artikel 81, derde lid, VWEU. Omdat het familierecht betreft is unanimiteit vereist. Een dergelijk besluit vergt de instemming van beide Kamers der Staten-Generaal op grond van artikel 3 van de Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon.

Ter voorbereiding van de besluitvorming is binnen de Europese Commissie onderzoek gedaan naar Azerbeidzjan met betrekking tot de «rule of law», fundamentele rechten en het rechtssysteem.⁴ Wat betreft de implementatie is onder meer gekeken naar de aanwijzing van een centrale autoriteit.

Op grond van dat onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd. De EU is een belangrijke hervormingspartner voor Azerbeidzjan in een groot aantal sectoren. De herziening van de justitiesector geldt daarbij als prioriteit.

De EU blijft het belang benadrukken van het beschermen van de mensenrechten als belangrijk onderdeel in de onderlinge relatie en voor de duurzame ontwikkeling van het Azerbeidzjan. Met betrekking tot de hervorming van het openbaar bestuur is er een ontwerp voor een nieuwe wet voorbereid.

Er zijn verder wetswijzigingen aanvaard die de ombudsfunctionaris meer bevoegdheden geven om de implementatie van onder andere het Verdrag inzake de rechten van het kind te bevorderen, met specifieke aandacht voor gelijke rechten en het tegengaan van discriminatie.

Wat betreft het rechtssysteem wordt de verbetering van de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen voortgezet. In 2021 is een wet over de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen aanvaard. Met behulp van EU instrumenten is de efficiency en kwaliteit van de nationale gerechten verbeterd.

Azerbeidzjan heeft een centrale autoriteit aangewezen, het Ministerie van Justitie, en heeft aangegeven dat er geen verdere regelgeving behoeft te worden aangenomen voor toepassing van het verdrag. Rechters en gerechtsmedewerkers zullen worden getraind om het verdrag toe te passen.

Gelet op het voorgaande ben ik met de Europese Commissie van oordeel dat er geen bezwaar bestaat tegen de toetreding door Azerbeidzjan bij het Haags Alimentatieverdrag 2007. U wordt dan ook gevraagd in te stemmen met het niet maken van bezwaar tegen de toetreding door Azerbeidzjan bij dit verdrag.

Er is een concept besluit van geen bezwaar in voorbereiding. Dit concept besluit is op dit moment nog niet openbaar, maar toegankelijk voor beide Kamers via delegates portal.⁵

Gelet op het komende voorjaarsreces van uw Kamer en de duur van de bezwaartermijn is het niet mogelijk om te wachten met het vragen van instemming tot een concept besluit openbaar is gemaakt. Ook kunnen er nog minimale wijzigingen in dit besluit worden aangebracht op basis van juridisch taalkundige revisies.

Overeenkomstig de Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon vraag ik uw Kamer instemming om medewerking te verlenen aan de totstandkoming van dit besluit.

Ik ga ervan uit dat uw Kamer stilzwijgende instemming heeft verleend, indien deze brief niet binnen 15 dagen na dagtekening ervan tot reactie heeft geleid.

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind

---

1. Het op 23 november 2007 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden (PbEU 2011, L 192/51).↩︎

2. Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PbEU L 7/1).↩︎

3. Artikel 58, vijfde lid, van het verdrag.↩︎

4. Document ST 16997/23.↩︎

5. Document ST 5071/24.↩︎