[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2024D03336, datum: 2024-01-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-V-31).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36410 V-31 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024.

Onderdeel van zaak 2023Z14455:

Onderdeel van zaak 2024Z01471:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

36 410 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024

Nr. 31 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 31 januari 2024

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 13 december 2023 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken. Bij brief van 31 januari 2024 zijn ze door de Minister beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie,
De Roon

De griffier van de commissie,
Westerhoff

1

Hoeveel subsidie ontvangt Amnesty International van de Nederlandse staat in 2024? Heeft u daar inmiddels beter zicht op dan vorig jaar? Via welke begroting(en) ontvangt Amnesty deze subsidie(s)?

In 2023 ontving Amnesty International een subsidie van EUR 55.933 uit de begroting van Buitenlandse Zaken. Voor 2024 zijn nog geen uitgaven aan Amnesty International gepland.

2

Aangezien migratieafspraken, zowel bilateraal als multilateraal, niet worden genoemd in de begroting voor 2024, kunt u aangeven hoe u gehoor gaat geven aan de motie-Brekelmans c.s. (Kamerstuk 36 200 V, nr. 27) om migratieafspraken prioriteit te geven in het buitenlandbeleid?

Migratiesamenwerking wordt niet genoemd in de begroting van Buitenlandse Zaken voor 2024 aangezien het vanuit de BHOS begroting wordt gefinancierd. Vanuit de BHOS begroting is sinds 2023 structureel EUR 25 mln. additioneel budget toegekend voor migratiesamenwerking. Dit budget is bovenop de reeds bestaande EUR 34 mln. gekomen. Het additionele budget biedt de mogelijkheid om in te spelen op gezamenlijk geïdentificeerde noden, kansen en behoeften in het kader van de migratiepartnerschappen met prioritaire landen.

3

Kunt u in detail uitleggen waar en hoe het budget van € 0.5 miljoen in 2023 is besteed aan informatiecampagnes voor het tegengaan van irreguliere migratie, vrijgemaakt via het amendement-Brekelmans (Kamerstuk 36 200 V, nr. 24)?

In lijn met de toezegging (TZ202310–083) tijdens het CD consulaire zaken op 11 oktober 2023 informeer ik u voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 middels een Kamerbrief over de besteding van het additionele geld dat is vrijgemaakt in de begroting voor het jaar 2023 voor informatiecampagnes.

4

Onder welke beleidsartikelen van de begroting vallen de regiodirecties, themadirecties en forumdirecties van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en wat is het bedrag dat voor deze respectievelijke directies begroot is?

Onder de verantwoordelijkheid van de DG’s hangen verschillende regio-, thema- en forumdirecties.

De regiodirecties DAF (Afrika), DAO (Azië en Oceanië) en DWH (Westelijk Halfrond) vallen onder de Directeur Generaal Politieke Zaken (DGPZ), de regiodirectie Europa (DEU) valt onder de Directeur Generaal Europese Samenwerking (DGES).

De forum- en themadirectie Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten (DMM) valt onder DGPZ en de meeste beleidsbudgetten van deze directie staan op beleidsartikel 1 Versterkte Internationale Rechtsorde van de BZ begroting. De Directie Veiligheidsbeleid valt eveneens onder DGPZ, de beleidsbudgetten van deze directie staan op beleidsartikel 2 Veiligheid en Stabiliteit van de BZ begroting. Onder DGES vallen naast DEU de forumdirectie voor Europese Integratie (DIE), de eenheid voor Internationaal Cultuurbeleid (ICE) en de Hoofddirectie Consulaire- en Visumzaken (HDCV). De beleidsuitgaven van deze DGES onderdelen staan respectievelijk op beleidsartikel 3 Effectieve Europese Samenwerking en beleidsartikel 4 Consulaire Dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden van de BZ begroting. De kosten voor het apparaat (kosten voor personeel, huisvesting, bedrijfsvoering en ICT) staan op artikel 7. Van deze kosten is geen exacte onderverdeling naar directie beschikbaar.

5

Kunt u een compleet overzicht geven van alle door het ministerie verstrekte subsidies aan Nederlandse en buitenlandse maatschappelijke organisaties?

Het Ministerie van Financiën publiceert op hoofdlijnen een subsidieoverzicht per subsidieregeling. Voor de begroting van Buitenlandse Zaken is het subsidieoverzicht te vinden onder de volgende link:

Bijlage 3: Subsidieoverzicht | Ministerie van Financiën – Rijksoverheid (rijksfinancien.nl). Hierin zijn de subsidies weergegeven met meerjarige ramingen en met een link naar de regeling.

Daarnaast publiceert het Ministerie van Financiën voor alle begrotingshoofdstukken een gedetailleerd overzicht van alle verstrekte subsidies per subsidieontvanger. Dit gedetailleerde overzicht is onder de kop «Realisatiecijfers – financiële instrumenten» te vinden op de website

Overzicht Datasets | Ministerie van Financiën – Rijksoverheid (rijksfinancien.nl). Met deze link is het spreadsheet met de gegevens per ontvanger te downloaden.

6

In de vastgestelde departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken valt te lezen dat de uitgaven voor Veiligheid en stabiliteit minder dan 3 procent vormen van de uitgaven voor Effectieve Europese samenwerking, hoe beoordeelt u deze verdeling?

Onder Artikel 2 «Veiligheid en stabiliteit» vallen meerdere kostenposten en activiteiten die voortvloeien uit de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken geeft invulling aan de internationale dimensie van deze Veiligheidsstrategie. Andere departementen – zoals het Ministerie van Defensie – hebben de algemene uitgaven voor veiligheid en defensie (grotendeels) op hun begroting staan. Kostenposten variëren van de gereedstelling van de Nederlandse Krijgsmacht tot de financiering van civiele en/of militaire missies. Met betrekking tot die laatste kostenpost worden ook uitgaven gedaan uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV). Dergelijke grote uitgaven vallen niet onder de BZ begroting. Onder artikel 3 «Effectieve Europese samenwerking» vallen de Rijksbrede afdrachten aan de EU. Hiermee zijn de budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 logischerwijs veel groter dan die van beleidsartikel 2. Daarnaast bevat artikel 3 de uitgaven voor activiteiten met betrekking tot de EU coördinatie van de Nederlandse inzet in de verschillende Brusselse gremia. Het betreft hier alle beleidsterreinen aangaande het interne en externe beleid van de EU, waarbij nauw wordt samengewerkt met andere departementen. Ook de uitgaven van BZ aan de Europese Vredesfaciliteit vallen onder dit artikel.

7

Daar waar onder de tweede pijler van Open strategische Autonomie de Taskforce Strategische Afhankelijkheden wordt genoemd, kunt u aangeven uit welke post op de begroting deze taskforce wordt gefinancierd?

De uitgaven voor deze taskforce vallen onder de apparaatskosten. Dat zijn onder meer de personeelskosten. Deze kosten vallen onder artikel 7 van Buitenlandse Zaken.

8

Waar is het eerste beleidsstuk waarin u aankondigt in te willen zetten op gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV) op het gebied van het Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB)?

Het gebruik van gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV) binnen het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) is een langlopende discussie waartoe Nederland zich al sinds de jaren 90 toe heeft verhouden. Centraal stond – en staat – het besluitvaardiger maken van de EU, zodat deze coherenter en effectiever kan opereren als globale actor. In dat kader stelde de Europese Commissie in 2018 voor het gebruik van QMV binnen het GBVB te bevorderen op de volgende drie beleidsterreinen: EU mensenrechtenverklaringen, EU sancties en civiele missies die vallen onder het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). Daarbij werd verwezen naar de mogelijkheden die het Verdrag van Lissabon daartoe biedt. Het kabinet reageerde positief op de mededeling van de Commissie. In het coalitieakkoord van 20201 werd vervolgens de ambitie geformuleerd om gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV) binnen het GBVB te bevorderen op de drie terreinen die de Commissie eerder benoemde.

9

Kunt u toelichten waarom migratieafspraken met landen buiten de Europese Unie (EU) niet genoemd worden in de begroting, gelet op het feit dat migratie één van de Beleidsprioriteiten uit de Beleidsagenda is, er op pagina 11 in de memorie van toelichting wordt gesproken over effectieve samenwerking binnen de EU en er ook nog een aangenomen motie ligt van het lid Brekelmans c.s. (Kamerstuk 36 200 V, nr. 27) om migratieafspraken (zowel bilateraal als multilateraal) prioriteit in het buitenlandbeleid te geven?

Zie het antwoord op vraag 2 voor wat betreft bilaterale migratiesamenwerking.

De gelden voor migratieafspraken die door de EU met landen buiten de EU worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld voor de EU (migratie)partnerschappen, worden gefinancierd uit EU-fondsen, dit wordt niet genoteerd op de begroting van Buitenlandse Zaken.

10

Daar waar in het hoofdstuk Beleidsprioriteiten van de Beleidsagenda staat dat Oekraïne zichzelf op de lange termijn moet kunnen verdedigen tegen de Russische militaire invasie en het kabinet positief staat tegenover het structureler vorm geven van steun aan Oekraïne, kunt u aangeven hoe dit is terug te zien in de begroting?

De financiering voor extra uitgaven vanwege de Russische agressie-oorlog vindt plaats uit generale middelen. Gezien de demissionaire status van het kabinet is besloten niet verder te begroten dan voor 2024 voor wat betreft militaire steun en voor wat betreft niet-militaire steun niet verder te begroten dan de eerste vier maanden van 2024.

11

Hoe monitort u of Nederlandse bedrijven voldoen aan het EU Global Human Rights Sanctions Regime? Zijn er sinds de invoering van het sanctieregime schendingen gerapporteerd? Zo ja, hoeveel? Wat waren de gevolgen voor de betrokken bedrijven?

Net als andere sanctiemaatregelen is de EU-verordening van het mensenrechtensanctieregime rechtstreeks van toepassing op Nederlandse burgers en bedrijven. Het schenden van sanctiemaatregelen is strafbaar gesteld op grond van de Sanctiewet 1977. De naleving van deze sanctiemaatregelen vindt op dezelfde manier plaats als die van de andere sanctieregimes. Voorbeelden hiervan zijn de Douane die toezicht houdt op grensoverschrijdend goederenverkeer en De Nederlandsche Bank die toezicht houdt op financiële instellingen die tegoeden moeten bevriezen en geen betalingen mogen faciliteren voor gesanctioneerde partijen. Het mensenrechtensanctieregime bestaat uit een lijst met gesanctioneerde personen en entiteiten. Van deze personen en entiteiten moeten de tegoeden worden bevroren en er mogen geen economische middelen ter beschikking gesteld worden aan deze personen en entiteiten. Ook gelden er inreisbeperkingen. Vanzelfsprekend kunnen tegoeden alleen worden bevroren indien de gesanctioneerde personen of entiteiten deze aanhouden in Nederland. Indien er aanwijzingen zijn van overtredingen van sancties wordt hier onderzoek naar gedaan en waar nodig handhavend opgetreden. Hiervan vindt geen aparte registratie plaats welk sanctieregime mogelijk overtreden is. Ook komt het voor dat entiteiten onder verschillende sanctieregimes zijn opgelijst. Het schenden van een sanctie is strafbaar en daar staan verschillende straffen op, dit gaat van boetes tot in beslagname van economische middelen en gevangenisstraffen. Het kabinet doet geen uitspraken over individuele gevallen.

12

Wat verstaat u onder «moderne» EU-jaarbegrotingen?

Het kabinet streeft naar prudente, realistische en moderne EU-jaarbegrotingen waarin de afspraken uit het MFK-akkoord gerespecteerd worden. Een moderne EU-jaarbegroting betekent voor het kabinet tevens dat meer nadruk wordt gelegd op voor Nederland prioritaire beleidsterreinen, zijnde onderzoek en innovatie, klimaat, migratie en veiligheid. Het Commissie voorstel voor het volgende Meerjarig Financieel Kader (2028–20XX) wordt voor de zomer 2025 verwacht. Op dat moment volgt nadere invulling van de Nederlandse inzet.

13

Wat is de stand van zaken in de onderhandelingen met Iran over een eventuele vervanging van het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA)? Wordt daarover gesproken?

Op dit moment vinden geen directe onderhandelingen plaats tussen de bij het JCPOA betrokken partijen. Het kabinet houdt grote zorgen over het Iraanse nucleaire programma. Iran blijft escaleren, onder meer door de inzet van meer en geavanceerdere verrijkingscentrifuges en het verder opbouwen van voorraden verrijkt uranium. Nederland blijft de diplomatieke inzet steunen van de EU en VS die gericht is op het voorkomen van een Iraans kernwapen.

14

Op welke manier besteedt Nederland bijzondere aandacht aan de steeds verdergaande inperkingen van burgerlijke vrijheden in Hongkong?

De regering brengt dit punt op in bilaterale contacten met China en zal dit blijven doen. Nederland maakt deel uit van de Media Freedom Coalition, die meest recent in een verklaring van 28 december 2023 nog zorgen heeft geuit over de inperking van mediavrijheid in Hongkong.

15

Op welke manieren zult u ervoor zorgen dat er gerichte aandacht komt voor de mensenrechten tijdens de wederzijdse bezoeken op verschillende niveaus tussen China-Nederland, die verwacht worden vaker te zullen plaatsvinden in 2024?

Het thema mensenrechten is een vast gespreksonderwerp bij officiële gesprekken met China en Nederland zal dit ook in 2024 blijven agenderen. Daarnaast is in 2023 de EU-China mensenrechtendialoog weer opgepakt waarin de verschillende punten van zorg in meer detail worden besproken. Nederland draagt bij aan de EU-inbreng in deze dialoog.

16

Op welke momenten heeft u bilaterale of multilaterale contacten gebruikt om mensenrechtenkwesties te bespreken sinds de formele opschorting van de mensenrechtendialoog door China formeel?

Mensenrechten zijn een belangrijk onderdeel van de bilaterale relatie met China en Nederland brengt dit zowel bilateraal als multilateraal op. Meest recent nog in mijn telefoongesprek met de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken van 8 november vorig jaar. Ander concreet voorbeeld is het bezoek van Minister Hoekstra in mei 2023, waar onze zorgen op het gebied van mensenrechten eveneens zijn overgebracht. Daarnaast ondertekende Nederland, samen met 50 andere landen, de gezamenlijke verklaring over de mensenrechtensituatie in Xinjiang tijdens de VN 3e Commissie november 2023.

17

Op welke manier heeft de ambassade in Moskou of het Ministerie van Buitenlandse Zaken uiting gegeven aan uw steun voor de mensenrechtenverdedigers en activisten die in Rusland voor de rechter zijn gesleept?

Het kabinet is geschokt door de gevolgen van de repressieve wetgeving in Rusland. Nederland neemt waar mogelijk samen met andere like-minded landen deel aan rechtszaakwaarnemingen om mensenrechtenverdedigers en activisten te steunen. Ook heeft het ministerie contact met hun collega’s. Daarnaast blijft Nederland samen met EU-partners oproepen om mensenrechtenverdedigers en activisten die slachtoffer zijn van de toenemende repressieve wetgeving in Rusland vrij te laten.

18

Kun u toelichten op welke manier er geïnvesteerd wordt in de relatie met Canada, daar waar in de begroting staat dat de gelijkgestemde relatie met Canada «naar een hoger plan» getild wordt?

Nederland en Canada zijn gelijkgezinde landen op grond van wederzijds vertrouwen en respect voor de democratische rechtsstaat, mensenrechten en de internationale rechtsorde. De goede relatie tussen beide landen is gebaseerd op gedeelde waarden en de belangrijke rol van Canada in de bevrijding van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Voorbeelden van de nauwe samenwerking zijn de steun aan Oekraïne (o.a. sancties), accountability m.b.t. MH17 en gezamenlijke aansprakelijkheidsstelling Syrië voor mensenrechtenschendingen.

Het «naar een hoger plan tillen» van de gelijkgestemde relatie met Canada betreft het concretiseren van de relatie. Dat betekent dat we niet alleen consulteren, maar actief vanuit gedeeld belang de samenwerking met Canada opzoeken. Basis hiervoor zijn regelmatige (politieke) consultaties, afspraken binnen multilaterale verdragen zoals het EU-Canada Strategic Partnership Agreement (SPA) en wederzijdse (bilaterale) gesprekken en bezoeken zoals van premier Trudeau in oktober 2021. Uitgangspunt is dat we de relatie met zo’n gelijkgestemd land als Canada niet voor lief nemen, maar blijvend werken aan gezamenlijke geopolitieke uitdagingen. Zo vinden tweejaarlijkse politieke consultaties plaats (laatste dateert van 8 december jl.), zetten we ons gezamenlijk in voor mediavrijheid binnen de Media Freedom Coalition en bestrijding desinformatie, werken we samen in het kader van Women Peace and Security, is er afstemming over Female Foreign Policy en trekken we samen op op veiligheidsgebied en juridische aangelegenheden zoals accountability voor Oekraïne.

19

Hoe verloopt het steunen van onafhankelijke media in Rusland? Welke last ervaart u daarbij eventueel van de «foreign agent»-wetgeving?

Het kabinet blijft onafhankelijke Russischtalige media steunen. De foreign agent-wetgeving heeft geen invloed op deze steun. Wel is een effect van deze wetgeving dat de betreffende media nog minder eigen inkomsten kunnen genereren. Hiermee neemt de afhankelijkheid van donoren toe.

20

Hoe moet de steun van Turkije richting Hamas geduid worden in relatie tot het Nederlandse proactieve Turkijebeleid, waar dat gericht is op veiligheid en terrorismebestrijding?

Vanwege de duurzame bilaterale relatie die bestaat tussen Turkije en Nederland vinden met enige regelmaat gesprekken plaats tussen de Turkse en Nederlands autoriteiten. Deze gesprekken betreffen de bilaterale relatie in breedste zin, waaronder gespreksonderwerpen waar Nederland en Turkije van standpunt verschillen. Sinds de terroristische aanval van Hamas op 7 oktober hebben de Nederlandse en Turkse autoriteiten regelmatig contact met elkaar over de situatie in Israël en de Palestijnse Gebieden.

21

Erkent u dat NAVO-lid Turkije onderdak biedt aan handlangers van de terreurorganisatie Hamas? Wat doet u met het feit dat de Verenigde Staten (VS) sancties heeft ingesteld tegen leden en financiële handlangers van terreurorganisatie Hamas, die zich in Turkije bevinden?

Net als de VS, beschouwen de EU en Nederland Hamas als een terreurbeweging, die al in 2003 door de EU op de terrorismelijst werd geplaatst. Turkije heeft een andere mening over Hamas. Het kabinet blijft hierover het gesprek voeren met Turkije.

Nederland heeft met een aantal andere EU lidstaten het initiatief genomen tot aanvullende maatregelen tegen Hamas. Op 8 december heeft de Raad twee commandanten op de sanctielijst geplaatst. Op 19 januari zijn een nieuw sanctieregime en aanvullende sancties aangenomen tegen individuen en entiteiten die geweld faciliteren door Hamas en Palestijnse Islamitische Jihad (PIJ).2 Het kabinet blijft zich in EU verband onverminderd inzetten om personen gelieerd aan Hamas te sanctioneren.

22

Geeft Nederland ook invulling aan het Safety For Voices-programma in Rusland?

Alle onafhankelijke media en journalisten in gevaar, inclusief van Russischtalige media, kunnen gebruik maken van het programma Safety for Voices.

23

Hoe ziet de militaire samenwerking met Israël er in 2024 precies uit?

De defensiesamenwerking tussen Israël en Nederland is verbonden aan strenge voorwaarden. Elke vorm van samenwerking wordt daarom zorgvuldig en afzonderlijk afgewogen. Samenwerking op het terrein van trainingen en kennisuitwisseling in het operationele domein hebben sinds de aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 niet plaatsgevonden. Toekomstige militaire samenwerking met Israël zal worden bezien in het licht van de huidige ontwikkelingen.

24

Zijn er op het departement nog steeds ambtenaren ziek gemeld naar aanleiding van de kabinetsreactie op de gruwelijke terreur van Hamas en het Nederlandse Israëlbeleid? Zo ja, hoeveel ambtenaren betreft het? Is daar een beeld van?

Het ministerie beschikt niet over deze informatie. Medewerkers die zich ziek melden hoeven daar geen reden voor op te geven.

25

Is inmiddels bekend hoe het kon dat een vertrouwelijk memo van de Nederlandse defensieattaché in Tel Aviv in de media belandde? Heeft u nog actie ondernomen tegen lekkende ambtenaren of maatregelen genomen om dergelijke praktijken in de toekomst te voorkomen?

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een intern onderzoek ingesteld naar het lekken van informatie. Dat onderzoek loopt nog. Daarnaast zijn de volgende acties ondernomen:

Er is aangifte gedaan van het lekken van vertrouwelijke informatie.

Medewerkers zijn geïnformeerd over de aangifte en over het feit dat het verspreiden van vertrouwelijke informatie aan derden niet toegestaan c.q. strafbaar is.

Medewerkers zijn (nog) meer bewust gemaakt van hoe ze dienen om te gaan met vertrouwelijke informatie. Hiertoe zijn onder meer de gedragscode voor de digitale werkomgeving en de «wegwijzer gevoelige informatie» opnieuw onder de aandacht gebracht met alle bijbehorende richtlijnen en adviezen

Wat al geldt is dat nieuwe medewerkers verplicht zijn een training informatiebeveiliging te volgen.

26

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de aangifte die het ministerie in november deed naar aanleiding van het lekken van meerdere vertrouwelijke stukken?

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is in afwachting van een besluit van het OM hierover.

27

Kunt u aangeven welk bedrag Nederland in 2024 voornemens is om bij te dragen aan de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA)? Via welk begrotingsonderdeel loopt deze bijdrage?

De Nederlandse Algemene Vrijwillige Bijdrage voor UNRWA in 2024 is onderdeel van het meerjarige partnerschap tussen Nederland en UNRWA (2023–2025). Dit betreft een jaarlijkse bijdrage van EUR 19 miljoen, welke ten laste komt van begrotingsartikel 4.1.

28

Wat is de laatste stand van zaken ten aanzien van het handelsmechanisme INSTEX (Instrument in Support of Trade Exchanges)? Is er tot op heden nog steeds slechts één transactie uitgevoerd via dit mechanisme? Zijn er in 2024 nog kosten verbonden aan het Nederlandse aandeelhouderschap? Zo ja, om welke bedragen gaat het?

Het kabinet heeft middels het verslag Raad Buitenlandse Zaken uw Kamer op 28 maart 2023 geïnformeerd over het unaniem door de aandeelhouders genomen besluit tot de ontmanteling van INSTEX. In 2024 zijn er geen kosten verbonden aan het Nederlandse aandeelhouderschap.

Gedurende het functioneren van INSTEX heeft er één transactie plaatsgevonden voor de export van medische goederen van Europa naar Iran.

29

Op welke wijze bevordert Nederland de maritieme veiligheid in de Golfregio? Hoe groot acht Nederland het risico voor Nederlandse koopvaardijschepen, nu de Houthi’s in Jemen hun aanvallen en dreigementen richting de scheepvaart opvoeren?

De Houthi’s hebben verklaard aanvallen uit te zullen voeren op elk schip dat een link heeft met Israël. Recent nam de frequentie en ogenschijnlijke willekeur van de aanvallen toe en hierbij waren ook marineschepen en schepen zonder duidelijke link met Israël doelwit. Ook Nederlandse schepen lopen risico om doelwit te worden van de Houthi’s, waarbij een indirecte of zwakke connectie met Israël al reden kan zijn om direct als doelwit te worden aangemerkt. Nederland heeft samen met internationale partners in verscheidene verklaringen de Houthi’s herhaaldelijk opgeroepen om deze aanvallen onmiddellijk te staken.3 In weerwil van deze oproepen zijn de Houthi’s doorgegaan met aanvallen, onder meer op marineschepen. Nederland draagt daarnaast bij aan Operatie Prosperity Guardian, onderdeel van Combined Maritime Forces en sinds 2009 aan de door de EU-geleidde antipiraterijmissie Operatie Atalanta. Tot slot draagt Nederland niet-operationeel militair bij aan de VS-geleide missie tegen Houthi-systemen4, die afgelopen weken meermaals op basis van het recht op zelfverdediging gewapend optrad tegen de militaire infrastructuur van de Houthi’s.

30

Hoe zag de Nederlandse inzet om de Iraanse militaire steun aan Rusland voor de oorlog tegen Oekraïne tegen te gaan, er tot op heden concreet uit? Heeft deze inzet enig effect gehad? Zo ja, waar blijkt dat uit?

Het kabinet veroordeelt de Iraanse militaire steun aan Rusland, waaronder leveringen van unmanned aerial vehicles (UAVs) en artillerie ten behoeve van de Russische agressie in Oekraïne. Nederland heeft Iran hier diplomatiek en politiek herhaaldelijk op aangesproken, zowel voor als achter de schermen. Nederland roept samen met EU-partners Iran niet alleen op om dergelijke leveringen onmiddellijk te staken, maar ook om niet over te gaan tot levering van zwaarder militair materieel, zoals ballistische- of kruisraketten aan Rusland. Hierover zijn verscheidene EU-verklaringen aangenomen. Nederland heeft daarnaast actief ingezet op sancties en een voortrekkersrol gespeeld bij het ontwikkelen van een nieuw EU sanctie- en exportrestrictieregime. Het framework for restrictive measures in view of Iran's military support of Russia's war of aggression against Ukraine is aangenomen in juli 2023 en richt zich op het tegengaan van de Iraanse militaire steun aan Rusland. Nederland was bovendien actief betrokken bij de totstandkoming van tot dusver vijf sanctiepakketten die de EU heeft aangenomen gericht tegen de Iraanse UAV-industrie. Deze sancties zijn er op gericht om niet alleen aan Iran, maar ook aan andere derde landen die vergelijkbare militaire leveringen aan Rusland overwegen, te signaleren dat dergelijke militaire samenwerking met Rusland niet zonder gevolgen blijft. De sancties signaleren dat dergelijke militaire samenwerking met Rusland niet zonder gevolgen blijft. Hoewel deze maatregelen de Iraanse levering van UAV’s aan Rusland niet volledig hebben gestopt, blijkt wel dat Iran, bij gebrek aan kwalitatief hoogwaardige westerse onderdelen, steeds vaker toevlucht moet nemen tot kwalitatief inferieure onderdelen, met als gevolg dat de UAV’s minder accuraat zijn, minder onderdelen bevatten en vaker mankementen vertonen. Ook hinderen deze sancties de verdere ontwikkeling van UAV-technologie. Daarnaast is Iran tot dusver niet overgegaan tot levering van zwaarder militair materieel, waaronder ballistische- of kruisraketten.

31

Welke bedrijfsgerelateerde bijeenkomsten hebben met steun van de Nederlandse ambassade in 2023 plaatsgevonden in Saoedi-Arabië?

De ambassade heeft verschillende (inkomende) bedrijvendelegaties en aan economische thema’s gerelateerde bijeenkomsten in Riyad, Jeddah en de Oostelijke Provincie gefaciliteerd. Bijvoorbeeld een door private sector geïnitieerde handelsmissie ten aanzien van waterstof, een rondetafel met de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken en in Saoedi-Arabië actieve bedrijven over hervormingsagenda Vision 2030 en een uitwisseling van best practices op het gebied van IMVO. Thema’s van deze inzet betreffen o.a. hernieuwbare energie, energie efficiëntie, duurzame landbouwproductie, digitale gezondheidszorg, luchtvaart en IMVO.

32

Welke instrumenten van mensenrechtenbeleid zijn aantoonbaar effectief geweest in de relatie met Saoedi-Arabië? Welke conclusies heeft u uit deze inzet getrokken? Tot welke aanpassingen heeft dit geleid om de impact op mensenrechten te vergroten?

Nederland onderhoudt als enige land, naast de EU, een structurele mensenrechtendialoog met Saoedi-Arabië. Zo sprak voormalig Minister van Buitenlandse Zaken Hoekstra tijdens zijn bezoek aan Saoedi-Arabië in april jl. tevens met de voorzitter van de Saoedische mensenrechtencommissie. De huidige Minister van Buitenlandse Zaken sprak in september 2023 en in januari 2024 met haar Saoedische collega, waarbij het onderwerp mensenrechten aan bod kwam. In mei 2023 bracht de voorzitter van de Saoedische mensenrechtencommissie een bezoek aan Nederland in het kader van deze doorlopende bilaterale dialoog over mensenrechten. Tijdens dit bezoek werd ook met het maatschappelijk middenveld gesproken. Onderwerpen die besproken werden waren, onder andere, vrouwenrechten, arbeidersrechten en de rule of law. Ook geeft Nederland Saoedi-Arabië langs multilaterale weg mensenrechtenaanbevelingen, bv. in januari 2024 bij de eerstvolgende Universal Periodic Review (UPR) in de Mensenrechtenraad. Er blijven zorgen bestaan over bepaalde onderwerpen, zoals de doodstraf. Nederland blijft de bestaande bilaterale dialoog en instrumenten zoals de UPR daarbij zien als waardevol om deze zorgen te adresseren.

33

Hoeveel capaciteit voor mensenrechten hebben de posten in 2024, 2025, 2026, 2027 en 2028? In hoeverre komt deze capaciteit specifiek ten goede aan de bevordering van de persvrijheid in die landen?

Bescherming en bevordering van mensenrechten behoort tot de kern van het buitenlands beleid van Nederland. Elke post beschikt over een of meerdere fte’s bestemd voor politieke zaken inclusief daar waar relevant mensenrechten. Er is daarbij geen nadrukkelijk voorschrift voor invulling van deze posities specifiek op bevordering van persvrijheid: al naar gelang de persvrijheid in landen en/of specifieke Nederlandse projecten ten aanzien van persvrijheid zal dit thema meer of juist minder aandacht hebben.

34

Kunnen projecten uit landen waar geen sprake is van democratie en waar de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en persvrijheid onder grote druk staan, zoals Saoedi-Arabië, ook aanspraak maken op het Safety For Voices-programma?

Het Safety for Voices programma heeft als doel de online en offline veiligheid van mensenrechtenverdedigers en journalisten wereldwijd te verhogen. Het programma is begin 2023 van start gegaan met een viertal consortia die zich inzetten voor de bescherming en veiligheid van mensenrechtenverdedigers en journalisten, zowel fysieke, juridische, psychosociale als digitale veiligheid. Dit doen zij ook in landen waar er geen sprake is van democratie, en waar vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en persvrijheid onder druk staan.

35

Welke actie heeft de Nederlandse ambassade in India ondernomen om het misbruik tegen te gaan van Foreign Contribution Regulation-wetgeving tegen prominente internationale ngo's, waaronder Greenpeace en Amnesty International?

Sinds de aanscherping in 2020 heeft de Foreign Contribution Regulation Act (FCRA), ingevoerd in 1975, een groot aantal NGO’s getroffen die afhankelijk zijn van buitenlandse financiering. Nederland heeft bilateraal en in EU-verband deze problematiek zowel mondeling als schriftelijk herhaaldelijk onder de aandacht gebracht bij de Indiase autoriteiten. Ook tijdens het bezoek van de Mensenrechtenambassadeur in maart vorig jaar aan India heeft zij de Nederlandse zorgen over de toepassing van de FCRA uitgesproken en aangedrongen op transparantie richting maatschappelijk organisaties die ernstig worden gehinderd in hun werkzaamheden. Helaas heeft de druk van Nederland en EU-partners nog geen concrete resultaten opgeleverd. In EU-verband is dan ook afgesproken om niet alleen de zorgen over de toepassing van de FCRA bij de Indiase autoriteiten te blijven aankaarten, maar dit bovendien op te nemen tijdens de EU-India Mensenrechtendialoog in 2024. Parallel aan deze inspanningen werkt Nederland nauw samen met een aantal getroffen organisaties om vervolgstappen te bespreken, gericht op het voortzetten van hun werk en het terugdraaien van de bevriezing van hun banktegoeden.

36

Welke actie heeft de Nederlandse ambassade in India ondernomen om de onrechtmatige bevriezing van banktegoeden van Amnesty International India ongedaan te maken?

Sinds de aanscherping in 2020 heeft de Foreign Contribution Regulation Act (FCRA), ingevoerd in 1975, een groot aantal NGO’s getroffen die afhankelijk zijn van buitenlandse financiering. Nederland heeft bilateraal en in EU-verband deze problematiek zowel mondeling als schriftelijk herhaaldelijk onder de aandacht gebracht bij de Indiase autoriteiten. Ook tijdens het bezoek van de Mensenrechtenambassadeur in maart vorig jaar aan India heeft zij de Nederlandse zorgen over de toepassing van de FCRA uitgesproken en aangedrongen op transparantie richting maatschappelijk organisaties die ernstig worden gehinderd in hun werkzaamheden. Helaas heeft de druk van Nederland en EU-partners nog geen concrete resultaten opgeleverd. In EU-verband is dan ook afgesproken om niet alleen de zorgen over de toepassing van de FCRA bij de Indiase autoriteiten te blijven aankaarten, maar dit bovendien op te nemen tijdens de EU-India Mensenrechtendialoog in 2024. Parallel aan deze inspanningen werkt Nederland nauw samen met een aantal getroffen organisaties om vervolgstappen te bespreken, gericht op het voortzetten van hun werk en het terugdraaien van de bevriezing van hun banktegoeden.

37

Daar waar u schrijft conform het regeerakkoord de mogelijkheden te verkennen voor de erkenning van genocides met gelijkgestemde EU-landen, kunt u aangeven welke genocides en welke landen u bedoelt?

Conform het coalitieakkoord 2021 heeft Nederland onder gelijkgestemde EU lidstaten de mogelijke gezamenlijke erkenning van situaties als genocide, evenals de voorwaarden om daartoe over te gaan, verkend. Zoals aangegeven in Kamerstuk 36 200 V, nr. 12, is de selectie van landen onder meer gebaseerd op de mate waarin het beleid dat deze landen hanteren ten aanzien van de erkenning van genocide overeenkomt met dat van Nederland. Bij de verkenning is specifiek aandacht gevraagd voor onder meer de kwestie van de Armeense genocide en de Holodomor, een hongersnood die in 1932 en 1933 miljoenen Oekraïners het leven kostte.

38

Valt de Armeense genocide ook onder de «genocides» waaraan u refereert bij het verkennen van mogelijkheden tot erkenning? Zo nee, waarom niet? Wanneer kunnen we de resultaten van deze verkenning verwachten?

Ja. Bij de verkenning is specifiek aandacht gevraagd voor de mogelijke gezamenlijke erkenning van historische situaties als genocide, met daarbij bijzondere aandacht voor de kwestie van de Armeense genocide. Geen van de gelijkgestemde EU lidstaten toont vooralsnog een concrete interesse in een dergelijke gezamenlijke exercitie. In Kamerstuk 36 200 V, nr. 12 is aangegeven dat van één van de gelijkgestemde EU landen een eerste voorzichtig positieve reactie was ontvangen. Verdere gesprekken met dit land hebben echter niet geleid tot nadere interesse in verkenning van gezamenlijke erkenning van genocide.

39

Hoeveel fte’s houden zich op het departement bezig met het in 2022 ingevoerde feministisch buitenlandbeleid? Hoeveel budget wordt vrijgemaakt voor het implementeren van het feministisch buitenlandbeleid in 2024?

In 2023 zijn op het departement drie fte’s toegevoegd die zich bezig houden met het vormgeven van het feministisch buitenland beleid als onderdeel van de algehele diplomatieke en de programmatische inzet op vrouwenrechten en gendergelijkheid. Er is geen budget vrijgemaakt voor het implementeren van het feministisch buitenlandbeleid in 2024 aangezien dit beleid een geïntegreerd onderdeel vormt van de vier BZ-beleidsartikelen.

40

Hoe werkt Nederland, in het kader van de versterking van het maatschappelijk middenveld en directe hulp aan mensenrechtenverdedigers in nood, aan het opzetten en uitvoeren van een specifiek visaregime voor mensenrechtenverdedigers in gevaar?

Als het gaat om Schengenvisa (visa voor kort verblijf) kunnen mensenrechtenverdedigers gebruik maken van de reguliere aanvraagprocedure, hierbij wordt getoetst op de voorwaarden zoals vastgelegd in de EU Visumcode. Er is op dit moment geen afwijkend visumregime voor mensenrechtenverdedigers. Wel biedt Nederland, binnen de kaders van de Visumcode, via het Shelter City Programma jaarlijks plek aan 30 mensenrechtenverdedigers om in Nederland tijdelijk op adem te komen.

41

Hoeveel en welke Nederlandse bedrijven worden door de Nederlandse ambassade, de Nederlandse consulaten-generaal of de Netherlands Business Support Offices (NBSO's) individueel begeleid bij het vervullen van hun verantwoordelijkheden in China op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)? In welke sectoren werken deze bedrijven?

Er is geen specifieke registratie van het aantal en welke Nederlandse bedrijven en de specifieke sectoren waar het contacten betreft in relatie tot IMVO. Bedrijven kunnen via de website van RVO algemene informatie over MVO in het buitenland vinden. Daarnaast is op de landenpagina’s specifiekere informatie te vinden over de situaties in verschillende landen en kunnen zij met aanvullende vragen in contact treden met RVO. Voor China specifiek is ook een e-learning tool beschikbaar over IMVO en zakendoen in China.

Daarnaast zijn de posten bij uitstek op de hoogte van de IMVO-situaties in de betreffende landen. Wanneer het postennet een IMVO-risico vermoedt, vraagt het bedrijven actief naar de wijze waarop zij deze heeft afgedekt. Het postennet in China adviseert en ondersteunt op deze manier Nederlandse bedrijven vanuit allerlei verschillende sectoren bij IMVO.

42

Hoe schat u de mogelijke afdrachten aan de EU in voor de komende jaren in het geval dat Nederland akkoord zou gaan met een verhoging van 66 miljard euro voor het Meerjarig Financieel Kader (MFK)?

Het uitgangspunt van het kabinet is dat uitdagingen en verplichtingen in principe worden opgevangen binnen de kaders van het MFK, met uitzondering van de voorgestelde Oekraïne-faciliteit (17 miljard euro voor het aandeel niet-terugbetaalbare steun). De inzet van het kabinet ten aanzien van deze voorstellen is opgenomen in drie BNC-fiches1.5 Indien het kabinet zou instemmen met het oorspronkelijke Commissievoorstel voor een verhoging van de uitgaven op de EU-begroting met 66 miljard, dan resulteert dit in een opwaartse bijstelling van 3,2 miljard euro voor de periode van 2024 tot en met 2027. In het meest recente onderhandelingsdocument (21 miljard euro extra uitgaven) dat voorlag tijdens de Europese Raad van 14 en 15 december 2023 zou de toename van de raming van de Nederlandse afdrachten op basis van de vastleggingen in totaal in de periode van 2024 tot en met 2027 uitkomen op circa 1,2 miljard euro (totaal voor de gehele periode van 4 jaar), waarvan circa 1 miljard euro voor Oekraïne.

43

Wie ziet u als «niet-traditionele partners» waarmee samenwerking zou moeten worden gezocht? En waarom? Kunt u toelichten hoe de keuzes voor deze partners tot stand zullen komen?

De invloed van Nederland en zijn traditionele partners is, in een toenemend multipolaire wereld, minder vanzelfsprekend dan voorheen. Dit vraagt om het uitbreiden en intensiveren van de samenwerking met andere landen, ook als deze niet op alle fronten op eenzelfde lijn zitten. De EU is en blijft daarbij het primaire en centrale samenwerkingsverband. Samen met internationale partners moeten Nederland en de EU ervoor zorgen dat het mondiale draagvlak voor mensenrechten, democratie en de internationale rechtsorde zo groot mogelijk blijft. Er is geen standaard lijst met niet-traditionele partners, maar het kabinet kijkt per thema hoe bredere samenwerking vorm kan krijgen. Daarnaast heeft het kabinet in juni 2023 een Ambassadeur in Algemene Dienst (AMAD) aangesteld met als opdracht de relatie met niet-traditionele partners te versterken.

44

Welk effect hebben de voorgenomen bezuinigingen op het Mensenrechtenfonds in 2024 op de uitvoering van het mensenrechtenbeleid?

Na het indienen van de BZ-begroting en mede naar aanleiding van het Commissiedebat Mensenrechten van 25 september jl., is het mogelijk gebleken de voorgenomen bezuiniging van EUR 2 mln. op het Mensenrechtenfonds in 2024 terug te draaien, dankzijde positieve Macro Economische Verkenning (MEV) van september 2023 (economische groei), die BHOS in staat stelde om de BZ-begroting een deel van de ODA-korting terug te geven.

45

Kunt u toelichten waarom in tabel 6 op pagina 29 vanaf 2024 de post «internationaal recht» verdwijnt?

Zowel in 2022 als in 2023 zijn onder deze budgetlijn internationale conferenties gefinancierd, zoals de Summit for Democracy in 2023. Het is momenteel niet voorzien dat de komende jaren uit deze budgetlijn conferenties worden gefinancierd.

46

Daar waar veel posten in tabel 6 onder 1.2 dalen in het jaar 2025, kunt u aangeven wat het voorziene effect daarvan is op de mensenrechtenprogramma’s? Werden die posten in verleden jaren uitgeput of waren er ongebruikte gelden?

De daling van het budget vanaf 2025 zal tot gevolg hebben dat minder nieuwe mensenrechtenprogramma’s gestart kunnen worden. Deze posten zijn tot dusverre altijd uitgeput.

47

Aan hoeveel Verenigde Naties (VN)-organisaties en/of -instellingen levert Nederland in 2024 een financiële bijdrage? Kan daarvan een overzicht gegeven worden met per organisatie/instelling de bijdrage?

Vanuit de Begrotingsstaat van Buitenlandse Zaken, hoofdstuk 5 van de Rijksbegroting, ontvangen 13 VN-instellingen in 2024, voor zover nu al verplicht, een financiële bijdrage. Hieronder een overzicht met de al bekende juridisch verplichte financiële bijdragen en de geschatte verplichte contributies aan deze VN-organisaties. De exacte hoogte van de verplichte contributies zijn pas na vaststelling van de VN begroting bekend.

De precieze contributiebijdragen worden begin 2024 aan de lidstaten verstuurd. Voor een inzicht in de bijdrages aan de VN-instellingen uit de Begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt verwezen naar die begroting en de Kamerbrief inzake het verslag van de High Level Week van de Algemene Vergadering van de VN 2023 (Kamerstuk 26 150, nr. 210, vergaderjaar 2023) waarin een overzicht is opgenomen van de meerjarige Algemene Vrijwillige Bijdrages.

International Atomic Energy Agency (IAEA) 0,12 0,12
United Nations High Commissioner for Human Rights (OHCHR) 9,66 9,66
UN WOMEN 0,72 0,72
UN Development Programme (UNDP) 9,58 9,58
Department of Peacekeeping Operations (UNDPKO) 0,22 0,22
UN Educational, Scientific and Cultural Organisation (UNESCO) 0,08 0,08
UN Population Fund (UNFPA) 0,17 0,17
United Nations Children’s Emergency Fund (UNICEF) 0,38 0,38
United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) 0,30 0,30
United Nations Secretariat 1,15 112,00 113,15
United Nations Institute for Disarmament Research (UNIDIR) 0,70 0,70
International Organization For Migration (IOM) 0,52 0,52
Totaal 23,60 112,00 135,60

48

Zijn er het afgelopen jaar organisaties in Rusland via het Mensenrechtenfonds gesteund?

Ja. Vanwege de veiligheid van betrokken organisaties en personen kan dit in deze beantwoording alleen in algemene bewoordingen worden bevestigd.

49

Hoeveel Russische organisaties die zich buiten Rusland inzetten voor mensenrechten in Rusland, zijn het afgelopen jaar gesteund via het Mensenrechtenfonds?

Vanwege de veiligheid van de betrokken organisaties en personen, en de aard van hun werkzaamheden, kunnen in deze beantwoording geen exacte aantallen worden genoemd.

50

Kunt u toelichten welke begrotingssystematiek het Ministerie van Buitenlandse Zaken vanaf 2024 gaat hanteren met betrekking tot steun aan Oekraïne, aangezien in tabel 8 op pagina 33 staat dat er eenmalig een bedrag in 2023 is begroot als bijdrage aan het NAVO Oekraïne UCAP Trust Fund?

Op de steun aan Oekraïne is de reguliere begrotingssystematiek van toepassing, wat betekent dat er jaarlijks vastgesteld wordt welke middelen er voor steun aan Oekraïne beschikbaar zijn. Zo is besloten om in 2.022 EUR 25 mln. en in 2.023 EUR 75 mln. aan UCAP bij te dragen. Voor 2024 is vooralsnog geen bijdrage voorzien aan UCAP.

Momenteel is Nederland bezig met het opstellen van bilaterale veiligheidsarrangementen voor Oekraïne, om de steun aan Oekraïne meerjarig vast te leggen. Of een meerjarig financiële committering voor steun aan Oekraïne onderdeel uit gaat maken van de veiligheidsarrangementen vergt nadere besluitvorming.

51

Waarom neemt in tabel 8 onder 2.2 de bijdrage aan internationale organisaties voor cyber security af? Wat wordt er dan minder of efficiënter gedaan?

Omdat de beleidsinzet op cybersecurity deels afhankelijk is van actuele ontwikkelingen kan aan het begin van het jaar niet altijd volledig worden vastgesteld welke instrumenten moeten worden ingezet om beleidsdoelstellingen te realiseren. Daarom kan het zijn dat gedurende het jaar verschuivingen plaatsvinden tussen instrumenten. Zo zijn in 2022 de bijdragen aan (inter)nationale organisaties hoger uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd en de subsidies (regelingen) lager. In 2023 is de begroting voor cyber security via bijdragen aan (inter)nationale organisaties met EUR 1,5 miljoen verhoogd ten behoeve van de versterking van de cyberweerbaarheid in Oekraïne. Zoals opgenomen in de Kamerbrief «Steun Oekraïne in 2024»6 is het kabinet voornemens het budget voor cybersecurity ten behoeve van de cyberweerbaarheid in Oekraïne in 2024 met EUR 3 miljoen te verhogen. Die verhoging zal worden verwerkt via een nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2024.

52

Wat is het verschil tussen «opdrachten» en «bijdrages» aan internationale organisaties, als daar twee verschillende posten voor zijn voor dezelfde organisatie?

Het belangrijkste onderscheid tussen opdrachten en bijdrages is de partij bij wie het initiatief ligt. Bij het verstrekken van een opdracht ligt het initiatief bij BZ. Bij het verstrekken van een bijdrage kan dit ook bij de Internationale organisatie liggen of een lidmaatschap zijn.

In de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt een opdracht als volgt gedefinieerd: Directe bestedingen aan derden voor de inkoop van diverse goederen en/of diensten ten behoeve van het beleid. Bij een opdracht is sprake van een concreet eindproduct/resultaat (uitbesteding) waarvoor een afgesproken tijdspad geldt.

Bijdrages aan (inter-)nationale organisaties worden als volgt gedefinieerd: De financiële bijdrage aan internationale en nationale organisaties – voor zover het geen ZBO's of RWT's betreft – die de overheid bij de uitvoering van het beleid inschakelt en/of lidmaatschappen van (inter-)nationale organisaties, bijvoorbeeld bijdragen aan de Europese Unie, VN, NGO's.

53

Wat verklaart de schommeling van de financiering voor training buitenlandse diplomaten in tabel 8 onder 2.4?

De uitgaven voor de training van buitenlandse diplomaten in 2022 vielen lager uit dan voorzien, met name omdat activiteiten werden uitgesteld als gevolg van de COVID-pandemie. In 2023 is een inhaalslag gemaakt, waardoor de uitgaven hoger uitvielen dan voorzien.

54

Kunt u toelichten hoe het kan dat de post Doorberekening Defensie diversen vanaf 2025 opeens tot ontvangsten zal leiden en wat houdt deze post exact in?

De post Doorberekening Defensie Diversen (tabel 8) is voor de periode 2021–2024 verwerkt in een Meerjarige Interdepartementale Budgetoverboeking en direct op de desbetreffende budgetplaats verrekend ten behoeve van de subsidiëring van de Meerjarenfinanciering Atlantische Commissie 2021–2024 met de verdeelsleutel 60% BZ / 40% Defensie. In de loop van 2024 wordt een nieuw verzoek voor financiering verwacht waarover afstemming met Defensie zal plaatsvinden. Dit kan leiden tot andere (mede) financieringsafspraken en verrekening.

55

Kunt u aangeven wat een eventueel Oekraïens EU-lidmaatschap de Nederlandse belastingbetaler gaat kosten? Berekent Nederland dit kostenplaatje zelf, of vaart het daarbij blind op berekeningen uit Brussel?

Het is in deze fase niet mogelijk om een eenduidig beeld te geven van de budgettaire en financiële gevolgen van EU-toetreding van Oekraïne voor Nederland. Deze zijn afhankelijk van een groot aantal factoren, zoals de bij toetreding geldende MFK-afspraken en het jaar van eventuele toetreding. Daarnaast zal o.a. in het kader van de EU-uitbreidingsonderhandelingen nadere besluitvorming nodig zijn. Het kabinet zal de Kamer te zijner tijd informeren over de eigen ramingen van de potentiële gevolgen voor de EU-afdrachten.

56

Als u erop inzet om de Oekraïnefaciliteit wel te dekken, maar nieuwe noden te lenigen door flexibilisering en herprioritering binnen het MFK, waarop stelt u dan voor te bezuinigen?

Het kabinet is van mening dat nieuwe noden zo veel mogelijk gefinancierd dienen te worden door herprioritering binnen het MFK. Daarbij dient gekeken te worden naar onderuitputting en ongealloceerde middelen op alle hoofdstukken van de EU-begroting. Herprioritering binnen de kaders van het huidige MFK hoeft niet ten koste te gaan van voor NL prioritaire beleidsterreinen. De inzet van het kabinet is om dat zoveel mogelijk te vermijden. In het meest recente onderhandelingsdocument (21 miljard euro extra uitgaven) dat voorlag tijdens de Europese Raad van 14 en 15 december 2023 zijn naast flexibilisering ook herprioriteringen opgenomen uit het hoofdstuk nabuurschap en de wereld, het globaliseringsfonds, Horizon Europe, de Brexit reserve, centraal beheerde programma’s landbouw en cohesie, en vanuit het EU4health programma.

57

Waarom staat de post «Kapitaalaanvulling bij regionale ontwikkelingsbank» onder «Een hechtere Europese waardengemeenschap»? Wat is de redenering achter deze indeling?

Dit betreft de kapitaalaanvulling voor de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa (Council of Europe Development Bank, CEB). Deze bank wordt beheerd vanuit het team dat Regionale Ontwikkelingsbanken, maar betreft een ontwikkelingsbank met een Europees mandaat. De bank heeft daarbij als missie om sociale cohesie in Europa te bevorderen en is daarom opgenomen onder «een hechtere Europese waardengemeenschap».

58

Kunt u toelichten hoe het kan dat in tabel 10 de post Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank vanaf 2024 met 66 procent afneemt ten opzichte van 2023? Kunt u verder toelichten hoe het kan dat in tabel 10 vanaf 2025 er geen budgettaire middelen meer vrijgemaakt zijn voor het Europacollege beurzenprogramma, terwijl de subsidie nog tot en met 2027 zou doorlopen?

De kapitaalverhoging in tabel 10 betreft de kapitaalverhoging van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa (Council of Europe Development Bank, CEB). Er is met de CEB een aangepast betaalschema overeengekomen waarbij in 2023 de eerste helft van het Nederlandse aandeel van de kapitaalverhoging wordt voldaan. Hier is voor gekozen om de CEB in staat te stellen haar activiteiten in met name Oekraïne en omringende landen te kunnen voortzetten en uitbouwen. De rest van de kapitaalverhoging is verspreid over de resterende drie jaren.

De subsidie voor het Europacollege loopt inderdaad door tot en met 2027. Dit is niet zichtbaar in deze jaren in de begroting, omdat in 2.024 EUR 380.000 wordt overgeheveld, in twee gelijke delen van EUR 190.000, naar zowel 2025 als 2026. Deze mutatie wordt pas verwerkt in 2024 en is daarom nu nog niet zichtbaar. Betaling vindt ieder jaar plaats voor het jaar daarop en daarmee, wordt er in 2026 betaald voor 2027 en klopt het dus dat de subsidie tot en met 2027 doorloopt.

59

Hoe valt de structurele verhoging van de Europese Vredesfaciliteit te rijmen met eerdere uitspraken dat u deze faciliteit niet structureel zou laten stijgen?

De Europese Vredesfaciliteit (EPF) is twee maal opgehoogd als gevolg van de omvangrijke steun uit de EPF aan Oekraïne. De Kamer is hierover uitvoerig geïnformeerd (zie onder meer Europese Vredesfaciliteit (EPF) terug- en vooruitblik, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2609 en de Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 26 juni 2023, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2468). Om de verhogingen van de Nederlandse bijdrage aan de EPF mogelijk te maken heeft uw Kamer de Eerste en Tweede incidentele suppletoire begroting Buitenlandse Zaken 2023 (36 302 en 36 336) aangenomen.

60

Aangezien in de begroting niet wordt vermeld of het Europacollege beurzenprogramma eventueel nog verlengd gaat worden, kunt u toelichten of er gekeken wordt naar verlenging van het beschikbaar stellen van budgettaire middelen voor het Europacollege beurzenprogramma en welke budgettaire gevolgen dit zou kunnen hebben?

Verlenging van het beurzenprogramma en daarbij horende budgettaire gevolgen betreffen een besluit dat een nieuw kabinet zal moeten nemen.

61

Welke maatregelen heeft Nederland genomen om te verhinderen dat Talibanvertegenwoordigers een visum kunnen krijgen voor een bezoek aan Nederland? Zet Nederland zich internationaal in om de (VN) sanctielijst met Talibankopstukken en -vertegenwoordigers uit te breiden? Zo nee, waarom niet?

Voor de uitgebreide beantwoording van deze vraag verwijs ik u naar de antwoorden op de Kamervragen van de leden Eerdmans (JA21) en Wilders (PVV), de leden het lid Van der Plas (BBB), en de leden Ceder en Drost (beiden ChristenUnie) (resp. Kamerstukken 27 925, nrs. 534, 535 en 536). Daarin staat toegelicht dat er onder andere wordt gekeken naar de afspraken die vooraf gemaakt kunnen worden aangaande het uitnodigingsbeleid bij internationale conferenties in Nederland, en naar aanscherping van het visumproces zodat een dergelijke visumaanvraag altijd een extra afweging ondergaat ter beoordeling of de aanvrager een visum geweigerd moet worden omdat deze een gevaar vormt voor de openbare orde of de internationale betrekkingen. Daarnaast speelt Nederland in algemene zin een actieve rol in het plaatsen van individuen die zich schuldig maken aan grootschalige mensenrechtenschendingen en terreuracties op sanctielijsten van de Europese Unie. Daarvoor werkt Nederland in multilateraal verband nauw samen met gelijkgezinde landen en nam het eerder dit jaar het voortouw in het op de sanctielijst plaatsen van vijf Taliban Ministers verantwoordelijk voor grootschalige schending van vrouwenrechten in Afghanistan.

62

Kunt u toelichten uit welke post de activiteiten met betrekking tot migratie, zoals benoemd in hoofdstuk 4 over Consulaire dienstverlening, worden gefinancierd?

Vanuit artikelonderdeel 4.2 «Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren» worden verplichte contributies gefinancierd. Dit betreft de verdragsbijdragen aan IOM (International Organisation for Migration), ICDPM (International Centre for Migration Policy Development) en de bijdrage aan het secretariaat van het IGC (The Intergovernmental Consultations on Migration, Asylum and Refugees). Dit betreft binnen artikel 4.2. het instrument «Bijdrage aan (inter-) nationale organisaties», de regel «Bijdragen asiel en migratie».

63

Kunt u het huidige Nederlandse beleid met betrekking tot het teruggeven van kunst/museumartikelen toelichten?

Het kabinet heeft het beleid over de omgang met collecties uit een koloniale context neergelegd in een beleidsvisie (Kamerstukken 2021–2022, 32 820, nr. 405), die door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op 29 januari 2021 aan uw Kamer is gestuurd. In een Kamerbrief van 15 juli 2022 (Kamerstukken 2021–2022, 32 820, nr. 480) van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, is uw Kamer geïnformeerd over de implementatie van deze beleidsvisie. Binnen de kaders van dit beleid heeft de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen besloten tot de teruggave van cultuurgoederen aan Indonesië en Sri Lanka, waarover uw Kamer op 6 juli 2023 geïnformeerd (Kamerstukken 2022–2023, 32 820, nr. 509). Het Ministerie "ja"van OCW heeft daarnaast beleid met betrekking tot de restitutie van cultuurgoederen die in de Tweede Wereldoorlog zijn verloren door toedoen van het naziregime. Dit beleid is in 2021 aangepast en neergelegd in twee Kamerbrieven (Kamerstukken 2020–2021, 25 839, nr. 48 en 49).

64

Wat verklaart de schommeling in de subsidie voor gedetineerdenbegeleiding in de opeenvolgende jaren? Werden alle fondsen van deze subsidie gebruikt of waren deze niet uitgeput?

Uitbetaling is gedaan op basis van liquiditeitsplanningen van de organisaties zelf, daardoor kunnen er in de daadwerkelijke uitbetalingen per jaar verschillen zitten ten opzichte van de begroting. Het jaarlijks begrote bedrag en het gemiddelde uitbetaalde bedrag over de periode 2020–2023 komen (na voldoen van de 5% nabetaling) overeen, te weten EUR 1.550.000. De fondsen voor de huidige subsidieperiode 2020–2023 zijn volgens planning voor 95% gebruikt, er rest nog een nabetaling van 5% na ontvangst van de eindrapportages.

65

Daar waar in tabel 15 valt te lezen dat de post Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland meer dan verdubbeld wordt, kunt u toelichten waar dit geld aan uitgegeven gaat worden?

De post Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland in tabel 15 laat voor 2024 t.o.v. 2023 een stijging zien van circa 9%. Er is dus geen sprake van dat de uitgaven meer dan verdubbelen. Hogere uitgaven in 2024 zijn o.a. te verklaren door de afloop van de paspoortdip: Nederlandse reisdocumenten zijn sinds maart 2014 tien jaar geldig, volwassenen die tussen 2014 en 2019 een paspoort of identiteitskaart hebben aangevraagd, zullen in principe hun reisdocument vanaf begin 2024 weer gaan vernieuwen, omdat dan de eerdergenoemde geldigheidstermijn zal zijn verstreken.

66

Daar waar in tabel 15 valt te lezen dat de post Doorberekening Defensie diversen vertienvoudigd wordt, kunt u dit toelichten en nader uitleggen hoe deze post in verhouding staat tot de gelijknamige post in tabel 8?

De in tabel 15 opgenomen ontvangsten worden fors hoger door de bijdrage die Defensie levert aan het door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gecontracteerde NIOD onderzoek naar 20 jaar inzet van Nederland in Afghanistan. Er is geen relatie met de cijfers opgenomen in tabel 8 aangezien dit een ander artikel betreft.

67

Wat verklaart de grote stijging en daarna daling van overige materieelkosten onder tabel 7.1.14.3?

De stijging die blijkt uit deze tabel houdt verband met budgetverhogingen ten behoeve van noodzakelijke investeringen in de huisvestingsportefeuille. Deze zijn onder meer terug te voeren op de aankoop en ontwikkeling van het nieuwe pand voor de permanente vertegenwoordiging bij de EU en de ambassade in Brussel, waarover de Kamer eerder per separate brief is geïnformeerd, alsmede op andere noodzakelijke investeringsprojecten wereldwijd. In de huisvestingsbudgetten voor de jaren na 2024 wordt nog niet vooruitgelopen op mogelijke additionele investeringen.

68

Wat is uw beleid ten opzichte van Taiwan, gelet op de vele aangenomen moties betreffende Taiwan die nog «in behandeling zijn», met in het bijzonder de moties die oproepen tot het versterken van de banden met Taiwan, uitspreken van steun voor Taiwan en de motie inzake het intensiveren van de samenwerkingsverbanden met Taiwan?

De uitvoering van de motie over versterking van de banden met Taiwan (Kamerstuk 36 200 V, nr. 33) is toegelicht in een brief aan de Kamer van 4 april 2023 en is nader toegelicht in een vertrouwelijke technische briefing op 29 juni 2023. Concreet wordt de economische samenwerking geïntensiveerd op het gebied van duurzame energie, halfgeleiders, watermanagement, innovatie, landbouw en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook is afgelopen jaar een bilaterale dialoog over halfgeleiders van start gegaan.

Het jaar 2024 markeert daarnaast 400 jaar betrekkingen tussen Nederland en Taiwan. Deze gelegenheid zal worden aangegrepen om de banden op cultureel en wetenschappelijk gebied verder aan te halen.

In bilaterale contacten met China benadrukt Nederland dat geschillen tussen China en Taiwan op vreedzame wijze dienen te worden opgelost, waarbij rekening dient te worden gehouden met de wensen van de Taiwanese bevolking.

69

Wanneer verwacht u dat de aangenomen moties over Taiwan uitgevoerd zullen worden? Kunt u per motie hiervoor een tijdspad schetsen?

De betreffende moties worden thans uitgevoerd. Het gaat echter om kwesties die blijvende aandacht vragen en niet op een vast moment zullen zijn afgerond. Uiterlijk zomer 2024 zal het kabinet uw Kamer informeren over de voortgang in de uitvoering van deze moties.

70

Kunt u uitleggen waarom de motie-Van der Plas/Eppink (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1889) van 13 december 2022 nog altijd niet uitgevoerd is? Wanneer verwacht u dat dit wel het geval is?

De motie bevat geen oproep aan het kabinet, maar een uitspraak van de Kamer («spreekt uit»).

71

Worden lokale maatschappelijke vrouwenorganisaties en deskundigen in Saoedi-Arabië betrokken en geraadpleegd bij de uitvoering en vormgeving van het Nederlandse feministisch buitenlandbeleid? Hoe komt de samenstelling van deze organisaties en deskundigen tot stand? Zal er sprake zijn van systematische raadpleging en zo ja, hoe vaak of volgens welke criteria vindt dit plaats?

Conform de Kamerbrief van 8 november 2022 (Kamerstuk 34 952, nr. 182) worden in beleids- en besluitvormingsprocessen diverse (lokale) maatschappelijke (vrouwen)organisaties en deskundigen betekenisvol betrokken en geconsulteerd. Helaas is er nog weinig ruimte voor maatschappelijk middenveld in Saoedi-Arabië. Wel zet Nederland vrouwenrechten op de agenda van de structurele bilaterale mensenrechtendialoog die het voert met Saoedi-Arabië. De sociaaleconomische hervormingen die KSA heeft doorgevoerd bieden kansen voor nadere samenwerking op dit gebied in lijn met feministisch buitenland beleid zoals o.a. het verhogen van het aantal vrouwelijke deelnemers in handelsmissies. Daarnaast ondersteunde Nederland een aantal jaren een Saudische organisatie waar vrouwen centraal staan.

72

Wie worden er betrokken bij de evaluatie van de China-strategie en wanneer wordt de evaluatie gestart?

De evaluatie vindt plaats onder verantwoordelijkheid van IOB, de onafhankelijke evaluatiedienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het rapport wordt verwacht in 2025.


  1. Coalitieakkoord 2021 -2025, «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst», 15 december 2021.↩︎

  2. Zie https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2024/01/12/guatemala-council-establishes-dedicated-framework-of-restrictive-measures-in-support-of-democracy/ouncil establishes dedicated sanctions framework and lists six individuals – Consilium (europa.eu).↩︎

  3. Zie voor de meest recente verklaring van 3 januari 2024: «https://www.whitehouse.gov/briefing-room/statements-releases/2024/01/03/a-joint-statement-from-the-governments-of-the-united-states-australia-bahrain-belgium-canada-denmark-germany-italy-japan-netherlands-new-zealand-and-the-united-kingdom/»↩︎

  4. Kamerstuknummer 2024Z00714: Maritieme veiligheid Rode Zee: voortzetting niet-operationele militaire steun aan VS-geleide missie tegen Houthi-systemen | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎

  5. Zie 1) BNC-fiche Herziening MFK, Kamerstuk 22 112, nr. 3757, 2) BNC-fiche Oekraïne-faciliteit, Kamerstuk 22 112, nr. 3758 d.d. 25 augustus 2023 3) BNC-fiche Strategic Technologies for Europe Platform, Kamerstuk 22 112, nr. 3759 d.d. 25 augustus 2023 Daarnaast verwijst het kabinet naar de antwoorden op het schriftelijke overleg inzake de tussentijdse herziening van het MFK, Kamerstuk 22 112, nr. 3780.↩︎

  6. Kamerstuk nr. 36 045, nr. 171, Situatie in Oekraïne | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎