De Kamerbrief 'Voortgang innovatie emissiereductie veehouderij'
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D03412, datum: 2024-01-31, bijgewerkt: 2024-03-18 16:25, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z01503).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.C. Vedder, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van zaak 2024Z01503:
- Gericht aan: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: E.C. Vedder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z01503
Vragen van het lid Vedder (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de Kamerbrief «Voortgang innovatie emissiereductie veehouderij» (ingezonden 31 januari 2024).
Vraag 1
Kunt u specificeren op welke aspecten «veel systemen of technieken» het nog niet goed genoeg doen?1
Vraag 2
Is inmiddels bekend wie aansprakelijk is voor de investeringen van boeren in (verplichte) stalinnovaties die uiteindelijk minder effectief bleken dan verwacht? Wat is de huidige stand van zaken op dit gebied?
Vraag 3
Op welke termijn kunnen veehouders een oplossing vanuit de overheid verwachten voor wat betreft het verkrijgen van een natuurvergunning voor een stal met bepaalde innovatieve emissiearme stalsystemen?
Vraag 4
Kunnen provincies van de landelijk passende beoordeling afwijken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Wat doet het met de juridische status van de passende beoordeling indien provincies zelf een handreiking en passende boordeling opstellen en deze wijken af van die van de landelijke overheid?
Vraag 6
Kunt u aangeven wat u met aanvullende voorschriften bedoelt, in het kader van het borgen van het gebruik van emissiearme stalsystemen voor natuurvergunningverlening?
Vraag 7
Wanneer verwacht u dat er weer natuurvergunningen kunnen worden verleend, ervan uitgaande dat het onderzoek naar de aanvullende voorschriften komend voorjaar is afgerond?
Vraag 8
Bent u bereid om met veehouders, die al jaren ervaring hebben met bedrijfsspecifiek meten, in gesprek te gaan en hen te helpen in hun verdere traject naar vergunningverlening? Zo ja, hoe gaat u dat doen?
Vraag 9
Maken de bestaande innovatieve technieken, waarvan de effectiviteit al dan niet ter discussie heeft gestaan, onderdeel uit van het onderzoek naar «doorbraakinnovaties»? Kunt u dit toelichten?
Vraag 10
Wanneer worden de uitkomsten van de verkenning naar doorbraakinnovaties verwacht?
Vraag 11
Welke eisen stelt u aan het regieorgaan wat betreft het tijdspad, behalve dat het realistisch moet zijn? Is het bijvoorbeeld denkbaar dat wordt gekozen voor de kortst denkbare optie en dat wordt bezien wat ervoor nodig is om dat mogelijk te maken?
Vraag 12
Hoe kunnen individuele provincies hierop inspelen? Kunnen zij afwijken van de landelijke borgingssystematiek? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Hoe gaat u in het kader van de Versnellingsaanpak Samenwerkingsverband provincies en sectoren om met pilots die al geruime tijd lopen en betreffende veehouders al veel hebben gekost? Gaat u hen ook financieel ondersteunen om zo hun innovaties verder in ontwikkeling en tot vergunningverlening te brengen? Zo nee, waarom niet?2
Vraag 14
Wat wordt bedoeld met de verbreding van de scope van de regeling naar emissiereductie met zowel brongerichte als nageschakelde technieken?