Motie van de leden Van Baarle en Teunissen over het advies aan Nederlandse bedrijven en financiële instellingen met activiteiten in illegale nederzettingen aanscherpen
Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2024
Motie
Nummer: 2024D03471, datum: 2024-01-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-XVII-40).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid (DENK)
- Mede ondertekenaar: C. Teunissen, Tweede Kamerlid (PvdD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 XVII-40 Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2024Z01551:
- Indiener: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Teunissen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-01-31 18:45: Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (36410-XVII) antwoord 1e termijn + rest (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-02-06 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2024
Nr. 40 MOTIE VAN DE LEDEN VAN BAARLE EN TEUNISSEN
Voorgesteld 31 januari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland de Israëlische soevereiniteit over de door hen bezette Palestijnse gebieden niet erkent en de Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied in strijd acht met het internationaal recht;
constaterende dat het kabinet een ontmoedigingsbeleid voert ten aanzien van de activiteiten van Nederlandse bedrijven indien zij direct bijdragen aan de aanleg en instandhouding van Israëlische nederzettingen op Palestijns grondgebied;
overwegende dat het Nederlandse ontmoedigingsbeleid zodanig is ingericht dat, indien Nederlandse bedrijven de overheid consulteren, zij over dit ontmoedigingsbeleid worden geïnformeerd, zoals blijkt uit Kamerstuk 21 501-21, stuk nr. 2648;
overwegende dat de mensenrechtensituatie in de bezette gebieden in de afgelopen tijd alleen maar is verslechterd;
verzoekt de regering om het bestaande advies aan bedrijven en financiële instellingen met activiteiten in illegale nederzettingen aan te scherpen en dit op een meer proactieve manier onder Nederlandse bedrijven en financiële instellingen te verspreiden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baarle
Teunissen