De gang van zaken met betrekking tot de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D03592, datum: 2024-02-01, bijgewerkt: 2024-03-01 17:06, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z01595).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Vermeer, Tweede Kamerlid (BBB)
Onderdeel van zaak 2024Z01595:
- Gericht aan: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: H. Vermeer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z01595
Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Staatssecretaris van Financiën over de gang van zaken met betrekking tot de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (ingezonden 1 februari 2024).
Vraag 1
Waarom heeft u niet gekozen voor overgangsrecht bij de bepaling dat uitbetalingen ingevolge een bezwaar- of beroepsprocedure uitsluitend plaatsvinden op een bankrekening die op naam staat van de belanghebbende?
Vraag 2
Bent u met mij van mening dat er een merkwaardige discrepantie is met betrekking tot tariefverlaging dieniet van toepassing is indien uitspraken gedaan zijn voor 1 januari 2024?
Vraag 3
Bent u het met mij eens dat het toepassen van de vermenigvuldigingsfactor indien er beroep is ingesteld naar aanleiding van een zaak uit 2023 lijkt op het veranderen van de spelregels tijdens de wedstrijd?
Vraag 4
Bent u van mening dat de overheid en met name de Belastingdienst altijd betrouwbaar moet zijn in haar opstelling richting de burger, en dat de wetswijziging in deze vorm daarmee op gespannen voet verkeert?
Vraag 5
Bent u bereid om reparatiewetgeving aan te wenden om het overgangsrecht met terugwerkende kracht uit te breiden?
Vraag 6
Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?