[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken implementatie richtlijnen in het vierde kwartaal 2023

Uitvoering EU-Richtlijnen

Brief regering

Nummer: 2024D03819, datum: 2024-02-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21109-264).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21109 -264 Uitvoering EU-Richtlijnen.

Onderdeel van zaak 2024Z01723:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

21 109 Uitvoering EU-Richtlijnen

Nr. 264 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2024

Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het vierde kwartaal van 2023.

In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 31 december 2023 gold. Daarna worden de oorzaken van deze achterstand behandeld en worden de richtlijnen die het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd genoemd. Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht ingebrekestellingen per departement opgenomen.

Huidige achterstand

De achterstand per 1 januari 2024 bedroeg 12 richtlijnen t.o.v. 9 richtlijnen in het vorige kwartaal. In het 4e kwartaal van 2023 zijn 2 achterstallige richtlijnen geïmplementeerd. Er zijn in dit kwartaal 5 nieuwe richtlijnen in overschrijding bijgekomen.

De 12 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld:

BZK (1), EZK (3), FIN (1), IenW (2), JenV (4) en VWS (1).

De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 0 tot 897 dagen. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden in bijgevoegd kwartaaloverzicht.

Achterstanden en hun oorzaken

Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo vierde kwartaal 2023 speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.

BZK

RICHTLIJN (EU) 2019/1024 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie

Uiterste implementatiedatum: 17 juli 2021

Richtlijn (EU) 2019/1024 wordt geïmplementeerd door een voorgestelde wijziging van de Wet hergebruik van overheidsinformatie en enkele andere wetten (Wet implementatie Open data richtlijn). De voorbereiding van dit wetsvoorstel is vertraagd wegens gebrek aan capaciteit, nieuwe ontwikkelingen die in het voorstel moesten worden verwerkt en de soms complexe afwegingen die daarbij moesten worden gemaakt. Op 22 juni 2023 is het voorstel voor de Wet implementatie Open data richtlijn door de Tweede Kamer in ontvangst genomen.1 Het verslag is door de vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken vastgesteld op 6 oktober 2023.2 De nota naar aanleiding van het verslag is op 20 oktober aan de Tweede Kamer verzonden, waarna het voorstel is aangemeld voor plenaire behandeling. Deze behandeling stond oorspronkelijk gepland op 20 december 2023, maar is verplaatst naar begin 2024.

Op 29 september 2021 is Nederland door de Europese Commissie in gebreke gesteld wegens overschrijding van de implementatietermijn. Op 31 maart 2022 is de Commissie een verzoekschriftprocedure gestart tegen Nederland bij het Hof van Justitie van de EU. De Commissie eist een forfaitaire som van € 13.900 per dag, gerekend vanaf de implementatiedeadline (20 juni 2019), tot aan het moment waarop het Hof uitspraak doet of het moment waarop Nederland niet meer in gebreke is. Indien Nederland op de datum van de uitspraak van het Hof nog steeds in gebreke is, eist de Commissie vanaf dat moment aanvullend een dwangsom van € 75.060 per dag, tot het moment waarop Nederland niet meer in gebreke is. De laatst gezette stap in die procedure is geweest het indienen van een memorie van dupliek door Nederland op 30 augustus 2023.

EZK

RICHTLIJN (EU) 2022/2380 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 november 2022 tot wijziging van Richtlijn 2014/53/EU betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur

Uiterste implementatiedatum: 28 december 2023

De implementatie wordt geregeld door een wijziging van het Besluit radioapparaten 2016 en van de Regeling radioapparaten 2016. Het besluit en de regeling worden naar verwachting op korte termijn vastgesteld en gepubliceerd. De reden voor de verlate implementatie is de korte implementatietermijn.

RICHTLIJN (EU) 2023/959 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en Besluit (EU) 2015/1814 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten

Uiterste implementatiedatum: 31 december 2023

Richtlijn nr. 2023/959 en de hieronder genoemde richtlijn nr. 2023/958 worden geïmplementeerd door een wijziging van de Wet Milieubeheer, het Besluit handel in emissierechten en de Regeling handel in emissierechten. De wijziging van de Wet milieubeheer vindt plaats met het Wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2023/959, richtlijn nr. 2023/958 en verordening nr. 2023/957 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 mei 2023 (PbEU 2023, L130) met het oog op aanpassingen van het emissiehandelssysteem op het terrein van broeikasgasinstallaties en luchtvaart en een uitbreiding naar scheepvaart en brandstofleveranciers. Het Wetsvoorstel is bij de Tweede Kamer ingediend bij brief van 1 september 2023 en is daar op 16 januari jl. aangenomen. De reden voor de verlate implementatie is de korte implementatietermijn en de verkiezingen, waardoor behandeling in de Tweede Kamer vertraging opliep.

RICHTLIJN (EU) 2023/958 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de bijdrage van de luchtvaart aan de emissiereductiedoelstelling van de Unie voor de hele economie en de passende toepassing van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel

Uiterste implementatiedatum: 31 december 2023

De richtlijn wordt met dezelfde wet- en regelgeving geïmplementeerd als de hierboven genoemde richtlijn nr. 2023/959.

FIN

RICHTLIJN (EU) 2021/2167 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU

Uiterste implementatiedatum: 29 december 2023

De richtlijn (EU) 2021/2167 biedt een regelgevend kader voor de overdracht en het beheer van niet-renderende kredietovereenkomsten, of de rechten uit dergelijke overeenkomsten, door kredietinstellingen. De richtlijn is onderdeel van de strategie van de Europese Unie om het volume van niet-renderende kredietovereenkomsten op bankbalansen te verlagen en de mogelijke toekomstige opeenhoping van dergelijke kredietovereenkomsten te voorkomen.

Implementatie vindt plaats in de Wet op het Financieel toezicht (Wft) en Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Verder leidt implementatie van de richtlijn tot aanpassing van diverse lagere regelgeving. De voorbereiding van het voorstel van wet ter implementatie van de richtlijn is vertraagd wegens gebrek aan capaciteit en wisselingen op het dossier. Daarnaast is het voorstel van wet op 12 juni 2023 in consultatie gegaan, waarbij er diverse uitgebreide reacties zijn ontvangen. Het verwerken van de reacties heeft tot aanpassingen geleid waar complexe afwegingen aan ten grondslag lagen.

Naar verwachting wordt het voorstel van wet in het eerste kwartaal van 2024 ter advisering naar de Raad van State gestuurd.

I&W

RICHTLIJN (EU) 2017/2397 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad

Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022

Richtlijn (EU) 2017/2397 wordt geïmplementeerd door wijzigingen op verschillende niveaus van regelgeving, waaronder een wijziging van de Binnenvaartwet en het Binnenvaartbesluit. De wetswijziging waarmee de Binnenvaartwet wordt gewijzigd is op 28 november 2023 gepubliceerd.3 De wijziging van het Binnenvaartbesluit is door de Raad van State voorzien van een advies. Het verwerken van dat advies zal enige tijd vergen, aangezien het ontwerpbesluit aan de AP dient te worden voorgelegd. Om problemen door de overschrijding van de implementatietermijn zo veel mogelijk te voorkomen, is de richtlijn gedeeltelijk geïmplementeerd in de Binnenvaartregeling.4 Op dit niveau van ministeriële regeling zal voor de volledige implementatie ook nog een wijziging plaatsvinden. Door deze gedeeltelijke implementatie kan er al deels uitvoering worden gegeven aan de richtlijn met onder andere de uitgifte van de nieuwe soort vaarbewijzen.

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2020/12 VAN DE COMMISSIE van 2 augustus 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft normen betreffende competenties en de overeenkomstige kennis en vaardigheden voor praktijkexamens, de goedkeuring van simulatoren en medische geschiktheid

Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022

De implementatie van de Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 is onderdeel van de implementatie van de Richtlijn (EU) 2017/2397.

Voor de toelichting op de oorzaak van de achterstand wordt verwezen naar de toelichting bij Richtlijn (EU) 2017/2397.

JenV

RICHTLIJN (EU) 2019/1151[A] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht

Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2022

Zie toelichting onder richtlijn (EU) 2019/1151 [B].

RICHTLIJN (EU) 2021/2101 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 24 november 2021 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de openbaarmaking van informatie over de winstbelasting door bepaalde ondernemingen en bijkantoren

Uiterste implementatiedatum: 22 juni 2023

De richtlijn (EU) 2021/2101 verplicht multinationals met meer dan € 750 miljoen geconsolideerde inkomsten om jaarlijks een verslag openbaar te maken met informatie over de wereldwijde belastingbetalingen van het hele concern. Die betalingen moeten worden uitgesplitst per EU- en EER-lidstaat en per gebied dat staat op twee EU-lijsten van niet-coöperatieve belastingjurisdicties. Daarbuiten wordt de informatie geaggregeerd. Daarnaast moeten middelgrote en grote ondernemingen in de EU waarvan het moederbedrijf buiten de EU is gevestigd, rapporteren over de winstbelasting van het hele concern.

De Implementatiewet Richtlijn openbaarmaking winstbelasting is gepubliceerd in Staatsblad 2023, 517. In die wet is een rechtsgrondslag voor het implementatiebesluit opgenomen en de handhaving van de openbaarmakingsverplichting. Het implementatiebesluit is inmiddels ook vrijwel afgerond. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een blanco advies uitgebracht en het besluit zal binnenkort in het Staatsblad gepubliceerd worden. Daarmee zal de implementatie zijn afgerond. De wetgeving zal conform de richtlijn van toepassing zijn op boekjaren die aanvangen op of na 22 juni 2024.

RICHTLIJN (EU) 2019/1151[B] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht

Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2023

De richtlijn 2019/1151 wijzigt richtlijn 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht. De richtlijn maakt het mogelijk dat online een BV wordt opgericht, dat bijkantoren online kunnen worden geregistreerd en dat online informatie en documenten kunnen worden ingediend door vennootschappen en bijkantoren. De richtlijn bevat daarnaast een bepaling over bestuursverboden en de uitwisseling van informatie daarover tussen lidstaten. Implementatie vindt plaats in het Burgerlijk Wetboek, in de Wet op het notarisambt en in het Handelsregisterbesluit 2014. De wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt is op 1 januari 2024 in werking getreden. EZK werkt momenteel aan de wijziging van het Handelsregisterbesluit 2014.

RICHTLIJN (EU) 2021/1883 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad

Uiterste implementatiedatum: 18 november 2023

Richtlijn (EU) 2021/1883 vervangt Richtlijn 2009/50/EG en daarmee de regeling voor kennismigranten. Bij de implementatie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de nationale regeling die op een aantal onderdelen gunstiger voorwaarden bood. De implementatietermijn (18 november 2023) is inmiddels verstreken.

Onder meer de sensitiviteit van het onderwerp in de politieke verhoudingen en de demissionaire status van het kabinet hebben geleid tot vertragingen. Ook de betrokkenheid van verschillende ministeries heeft gezorgd voor vertraging bij de implementatie. Het wetsvoorstel is aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer. Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan de ministerraad ten behoeve van het vragen van advies aan de Raad van State.

VWS

RICHTLIJN (EU) 2019/882 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten

Uiterste implementatiedatum: 28 juni 2022

Richtlijn (EU) 2019/882 wordt geïmplementeerd door een voorstel van wet tot wijziging van onder andere de Warenwet, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, de Telecommunicatiewet, het Burgerlijke Wetboek en de Wet op het financieel toezicht. Het wetsvoorstel is bij koninklijke boodschap van 14 juni 2023 bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt (Kamerstukken 36 380). Op 15 september 2023 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport verslag uitgebracht. De nota naar aanleiding van het verslag is bij brief van 21 december 2023 aan de Kamer gestuurd.5

Daarnaast vindt een deel van de implementatie plaats in regelgeving op lager niveau, deze onderliggende algemene maatregelen van bestuur zijn in juni en juli 2023 voor advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. De complexiteit van de materie en de betrokkenheid van veel verschillende ministeries hebben gezorgd voor vertraging bij de implementatie. Daarnaast kostte het de nodige tijd om afspraken te maken met de verschillende toezichthouders over de wijze waarop de implementatieregelgeving kan worden gehandhaafd. Hoewel de implementatiedatum voor het formeel vaststellen van de wetgeving ter implementatie van de richtlijn (28 juni 2022) inmiddels is verstreken, zal volgens artikel 31 van de richtlijn deze pas vanaf 28 juni 2025 feitelijk toegepast moeten worden. Die datum zal naar verwachting wel gehaald worden.

Richtlijnen die in het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd om overschrijding te voorkomen

Er zijn in het volgende kwartaal geen richtlijnen die moeten worden geïmplementeerd.

Ingebrekestellingen wegens te late implementatie

In het vierde kwartaal van 2023 zijn er twee ingebrekestellingen wegens te late implementatie van richtlijnen van de Europese Commissie ontvangen:

− Van IenW, zaak 2023/2163, mbt RL 2022/738 (gehuurde voertuigen zonder bestuurder)

− Van JenV, zaak 2023/2089, mbt RL 2016/800 (procedurele rechten minderjarige verdachten)

− De Europese Commissie heeft in het vierde kwartaal van 2023 drie zaken wegens te late implementatie geseponeerd:

− Van IenW, zaak 2023/2080, mbt RL 2021/1716 (benamingen voertuigcategorieën)

− Van JenV, zaak 2022/0379, mbt RL 2019/1023 (herstructurering en insolventie)

− Van JenV, zaak 2023/0086, mbt RL2019/2121 (grensoverschrijdende omzettingen, fusies, splitsingen)

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot


  1. Kamerstukken II 2022/23, 36 382, nr. 1↩︎

  2. Kamerstukken II 2023–24, 36 382, nr. 5↩︎

  3. Stb. 2023, nr. 392↩︎

  4. Stct. 2022, nr. 5098↩︎

  5. Kamerstukken II 2023/24, 36 380, nr. 6.↩︎