CBS-cijfers eenoudergezinnen
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024
Brief regering
Nummer: 2024D04020, datum: 2024-02-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-XVI-114).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 XVI-114 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2024Z01790:
- Indiener: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-02-06 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-14 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024
Nr. 114 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2024
Tijdens het Wetgevingsoverleg Jeugd van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 29 januari 2024 heeft Kamerlid Ceder (Christen Unie) mij gevraagd om, voorafgaand aan de stemmingen over de ingediende moties op 6 februari 2024, uw Kamer een feitelijke uiteenzetting te doen toekomen over de beschikbaarheid van openbare cijfers rondom eenoudergezinnen.
Meer specifiek vraagt Kamerlid Ceder of het CBS van het aantal eenoudergezinnen dat zij in beeld brengt ook weet in hoeveel van deze eenoudergezinnen de vader, dan wel de moeder afwezig is. Dit vanuit de behoefte van Kamerlid Ceder om zicht te hebben op het aantal eenoudergezinnen waar de vader uit beeld is.
Ik heb navraag bij het CBS gedaan en in reactie hierop heeft het CBS mij het volgende laten weten.
Periodieke cijfers op basis van werkelijkheid volgens Basisregistratie Personen (BRP)
Het CBS brengt periodiek in beeld of kinderen (tot 25 jaar) met beide juridische ouders wonen, met alleen de juridische vader of alleen de juridische moeder, met deze vader of moeder en zijn/haar partner niet zijnde de andere juridische ouder van het kind, of in afwezigheid van beide juridische ouders.
Deze cijfers zijn op dit moment beschikbaar over de jaren 1996 t/m 2015 en over 2023. De cijfers over de jaren 2016 t/m 2022 volgen naar verwachting eind 2024/begin 20251.
Kind woont met beide juridische ouders | 67 |
Kind woont alleen met moeder | 14 |
Kind woont alleen met vader | 2 |
Kind woont met moeder en partner | 4 |
Kind woont met vader en partner | 1 |
Kind woont zonder ouder(s), zelfstandig | 10 |
Kind woont zonder ouder(s), overig | 2 |
Bron: CBS Statline1 1 Tabel 1 betreft een eigen bewerking van de CBS Statline tabel over 2023. Op Statline zijn de tabellen meer uitgebreid beschikbaar: https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/81485NED, https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/85729NED) |
Omdat het om de geregistreerde werkelijkheid in het BRP gaat, is het onbekend of en hoeveel tijd een kind daadwerkelijk doorbrengt bij de ouder(s) en een eventuele nieuwe partner van de ouder. Kinderen kunnen te maken hebben met een situatie van co-ouderschap, waardoor zij een deel van de tijd doorbrengen bij de ouder op wiens adres zij niet staan ingeschreven. Ook kunnen alleenstaande ouders wel een partner hebben die een deel van de tijd bij hen in huis is (latrelaties). De mate waarin de ouder bij wie het kind niet staat ingeschreven, wél contact heeft met zijn/haar kind(eren), kan op basis van deze BRP-registratie niet worden bepaald (zie ook de toelichting bij de betreffende tabellen). Dit kan alleen worden achterhaald door steekproefonderzoek te doen onder kinderen/gezinnen. Dergelijk steekproefonderzoek is tijdrovender, duurder en belastender voor respondenten.
Incidenteel onderzoek
Naast de periodieke cijfers op basis van de registratie in de BRP, heeft het CBS in het verleden incidenteel onderzoek gedaan naar de gezinsverbanden van kinderen, bijvoorbeeld naar complexe gezinsverbanden2.
Ook voert het CBS incidenteel onderzoeken uit in samenwerking met universitaire partijen. Zoals het onderzoek Nieuwe Families in Nederland met de Universiteit Utrecht. Dat onderzoek heeft onder andere geleid tot een publicatie in 2017 over co-ouderschap3. Samen met de universiteit van Amsterdam zijn in het kader van het onderzoek «Ouders en kinderen in Nederland» meerdere uitkomsten gepubliceerd4.
Concluderend
Bij het CBS zijn gespecificeerde gegevens beschikbaar over bij wie kinderen staan ingeschreven. Hieruit blijkt niet in hoeverre er sprake is van contact tussen de (andere) ouder en het kind. Dit kan alleen door steekproefonderzoek worden achterhaald wat tijdrovender, duurder en belastender is voor respondenten. Er zijn wel incidentele onderzoeken gedaan naar gezinsverbanden van kinderen en de mate van omgang tussen kinderen en ouders na een scheiding. Dit vind ik voldoende voor de informatiebehoefte op landelijk niveau.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
De betreffende Statline tabel wordt iedere vijf jaar geactualiseerd. In 2020 is vanwege de overgang naar een nieuwe herkomstindeling, besloten om de actualisatie pas te doen nádat de nieuwe herkomstindeling was vastgesteld.↩︎
Ruim een half miljoen minderjarigen in complexe gezinsverbanden | CBS↩︎
Ruim kwart gescheiden ouders kiest voor co-ouderschap | CBS↩︎
Ruim 4 op 10 volwassenen zien hun stiefvader als vader | CBS en Gevolgen echtscheiding onderzocht door UvA en CBS | CBS.↩︎