Verslag van de informele EPSCO-Raad voor het onderdeel sociaal beleid van 24 november 2023
Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Brief regering
Nummer: 2024D04224, datum: 2024-02-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-31-735).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 31-735 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken.
Onderdeel van zaak 2024Z01856:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-02-13 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-16 10:00: Informele EPSCO Gendergelijkheid op 27 februari 2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-03-07 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-04-03 10:00: Emancipatie (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-04-04 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 735 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2024
Hierbij zend ik u het verslag van de informele Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO-Raad) voor het onderdeel sociaal beleid. Dit onderdeel vond plaats op 24 november 2023 in Pamplona, Spanje.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De informele EPSCO-raad, onderdeel sociaal beleid, betrof een bijeenkomst van Ministers van Gelijkheid, georganiseerd door het Spaanse Ministerie van Gelijkheid in het kader van het Spaanse voorzitterschap van de Raad van de EU. Namens Nederland nam de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap deel aan de bijeenkomst.
Naast Ministers van Gelijkheid uit EU-lidstaten en andere Europese landen waren er ook vertegenwoordigers van relevante EU-instellingen en organisaties aanwezig. Er vonden twee gedachtenuitwisselingen plaats. De eerste betrof het bevorderen van gegevensverzameling over verschillende vormen van geweld tegen vrouwen en het waarborgen van gespecialiseerde ondersteunende diensten volgens internationale normen. In de tweede uitwisseling is er ingegaan op uitdagingen en voorstellen met betrekking tot opkomende vormen van geweld tegen vrouwen.
Nederland sprak conform de geannoteerde agenda uit dat gendergerelateerd geweld krachtig moet worden bestreden.1 Geweld tegen vrouwen en meisjes is wereldwijd een van de meest significante en systematische vormen van discriminatie van vrouwen en een schending van hun mensenrechten. Data van het Europese grondrechtenagentschap (FRA) tonen aan dat één op de drie vrouwen in de EU te maken heeft gehad met fysiek en/of seksueel geweld.2
In maart 2022 heeft de Europese Commissie een nieuwe richtlijn gepresenteerd over het bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, waarin onder andere minimale standaarden voor slachtoffers zijn opgenomen. Ook de toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag van Istanbul in oktober 2023 is een belangrijke pijler voor het bestrijden van gendergerelateerd geweld in de Europese Unie. Het Spaanse Voorzitterschap spitste de focus van de uitwisseling toe op de toegenomen en nieuwe vormen van geweld tegen vrouwen die niet zijn opgenomen in het Verdrag van Istanbul, waaronder digitaal, indirect en economisch geweld. Hierbij werd nader ingegaan op dataverzameling en ondersteuning van slachtoffers.
Verschillende lidstaten gaven aan dat het verzamelen van accurate data over geweld tegen vrouwen ingewikkeld is vanwege onderrapportage en stigmatisering van betrokkenen, met name bij de opkomende nieuwe vormen van geweld. Spanje loopt voorop bij het gebruiken van vernieuwende en inclusieve manieren van dataverzameling, bijvoorbeeld over partnergeweld. Er werd daarom opgeroepen tot een overkoepelende en geharmoniseerde aanpak om data tussen lidstaten goed te kunnen vergelijken. Complete en specifieke data vormt namelijk de basis voor het creëren van een effectief en gericht EU-beleidsraamwerk op het gebied van gendergerelateerd geweld en gendergelijkheid.
Nederland zet in op het aanpakken van de oorzaken van gendergerelateerd geweld, door het bevorderen van cultuurveranderingen omtrent schadelijke gendernormen en verdere gendermainstreaming in relevante sectoren. Ook houdt het kabinet bij het ontwerpen, implementeren en evalueren van beleid rekening met genderverschillen door het toepassen van een «gendertoets».