Motie van het lid Uitermark c.s. over de wijze waarop de beroepsgroep van mediators op korte termijn positie kan krijgen in de justitiële keten
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024
Motie
Nummer: 2024D04801, datum: 2024-02-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-VI-52).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, Tweede Kamerlid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: A. Lahlah, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 VI-52 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2024Z02120:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A. Lahlah, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-02-08 13:41: Begroting Justitie en Veiligheid (36410-VI) antwoord 1e termijn + rest (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-02-13 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024
Nr. 52 MOTIE VAN HET LID UITERMARK C.S.
Voorgesteld 8 februari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Minister voor Rechtsbescherming van mening is dat mediators in strafzaken over bijzondere deskundigheid beschikken en een belangrijke rol vervullen in het bevorderen van herstelrecht;
overwegende dat momenteel het Beleidskader herstelrechtvoorzieningen wordt herzien en hierbij bekeken wordt hoe de voorziening mediation in strafzaken toekomstbestendiger kan worden ingericht, waarbij ook onderzoek gedaan wordt of mediation in strafzaken steviger wettelijk kan worden verankerd in het nieuwe Wetboek van Strafvordering;
constaterende dat in tegenstelling tot de beroepsgroep bemiddelaars, mediators geen onderdeel zijn in de beleidscyclus;
overwegende dat mediators op dit moment nog worden gezien als uitvoerders, terwijl deze beroepsgroep gezien moet worden als een dragend onderdeel van mediation in strafzaken;
verzoekt de regering te bezien op welke wijze de beroepsgroep van mediators op korte termijn positie kan krijgen in de justitiële keten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Uitermark
Lahlah
Sneller