[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken invorderingsstrategieën Belastingdienst en Toeslagen

Belastingdienst

Brief regering

Nummer: 2024D04934, datum: 2024-02-09, bijgewerkt: 2024-04-15 16:19, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-1339).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1339 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2024Z02186:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

31 066 Belastingdienst

Nr. 1339 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2024

Op 22 december 2022 zijn de invorderingsstrategieën van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen aan uw Kamer gestuurd.1 Deze strategieën zijn een uitwerking van de toezegging uit het rapport «Ongekend Onrecht» van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. In dit kader is toegezegd de invoeringsstrategieën van de Belastingdienst en Toeslagen te herijken, in het bijzonder voor burgers die langdurig te maken hebben met hoge schulden.2 In die brief hebben wij toegezegd uw Kamer op de hoogte te houden van de voortgang van de verder uitwerking van de invorderingsstrategieën in concrete verbetermaatregelen via periodieke stand-van-zakenbrieven. Voor het laatst is dit gebeurd in de Kamerbrief van 4 september 2023.3

Zoals toegezegd in de Kamerbrief van 4 september 2023 wordt u met deze brief geïnformeerd over de stand van zaken van de invorderingsstrategieën van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen.

Ook maken wij gebruik van deze gelegenheid om u te informeren over het onderzoek naar een alternatief voor het bekendmaken van belastingaanslagen wanneer burgers (tijdelijk) niet bereikbaar zijn (herijking van de Invorderingswet 1990).

De Belastingdienst heeft de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar verbeteringen die een positieve werking hebben voor burgers op het gebied van communicatie, dienstverlening, betalingsregelingen, kwijtschelding en de dwanginvordering. Hieronder wordt u geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van deze verbetermaatregelen.

Dienst Toeslagen heeft de afgelopen periode ook verschillende verbetermaatregelen uit de invorderingsstrategie uitgewerkt die een positieve werking hebben voor burgers op communicatie, dienstverlening betalingsregelingen en maatwerk binnen de dwanginvordering. Dit zijn de verbetermaatregelen waarvan is ingeschat dat de implementatie op korte termijn kan starten. De beleidsrichting is verder uitgewerkt waarbij een eerste inschatting is gemaakt van de uitvoeringstechnische mogelijkheden.

Voor zowel de Belastingdienst als Dienst Toeslagen zal de daarmee gemoeide capaciteit, prioritering op het IV-portfolio en de financiële gevolgen in de aankomende periode verder in kaart worden gebracht. Ook wordt verder onderzocht of er aanpassingen in beleid, wet- en/of regelgeving nodig zijn. Op basis van de uitgewerkte beleidsrichtingen worden deze aanpassingen uitgewerkt.

Vanwege het capaciteitsbeslag op de benodigde specialistische kennis zal in het eerste kwartaal van 2024 worden bezien of er ruimte en capaciteit is om volgende verbetermaatregelen stapsgewijs op te pakken.

Stand van zaken Invorderingsstrategie Belastingdienst

Huisbezoeken ter ondersteuning en voor het bieden van hulp

Een belangrijk onderdeel van de invorderingsstrategie Belastingdienst is de wijze waarop de Belastingdienst met burgers communiceert en dienstverlenend is. Op dit moment is de Belastingdienst in het benaderen van burgers en bedrijven grotendeels afhankelijk van de «brief». De Visie op de Deurwaarderij 2025 geldt voor zowel de Belastingdienst als voor Dienst Toeslagen. Eén van de doelstellingen is om belastingdeurwaarders proactief in te zetten.4 De Belastingdienst geeft dit vorm door ondernemers in het voortraject van het invorderingsproces persoonlijk te benaderen hen zo mogelijke hulp te bieden bij een oplossing voor hun belastingschuld. Ook niet-betalende burgers kunnen baat hebben bij huisbezoeken. Zij kunnen ondersteund en geholpen worden uit niet-compliante situaties te komen. De Belastingdienst heeft het voornemen om door middel van pilots en experimenten de komende jaren te onderzoeken hoe dit in de praktijk uitpakt. De verbetermaatregel waarbij huisbezoeken plaatsvinden aan burgers met een schuld draagt bij aan het uitgangspunt een «persoonsgerichte benadering» uit de invorderingsstrategie Belastingdienst.

Indicatie aanmaningskosten en dwangbevelkosten

Als verbetermaatregel in de communicatie en dienstverlening werkt de Belastingdienst aan het geven van een indicatie van de aanmaningskosten in de betalingsherinnering en de dwangbevelkosten op de aanmaning. Als niet (tijdig) wordt betaald, kan de schuldenaar onaangenaam verrast worden als blijkt dat hij ook nog een (hoog) bedrag aan aanmaningkosten of dwangbevelkosten moet betalen. Het vooraf informeren van de schuldenaar over de verwachte hoogte van de aanmaning- of dwangbevelkosten kan bijdragen aan de compliantie van de burger en het voorkomen van (problematische) schulden. Deze verbetermaatregel vraagt een IV-aanpassing. De Belastingdienst onderzoekt wanneer deze aanpassing kan worden gerealiseerd.

Betalingsregelingen

In de Kamerbrief van 4 september 2023 is aangegeven dat gestreefd wordt naar aanpassing van de regels voor het treffen van een betalingsregeling voor belastingschulden. Met harmonisatie van het uitstelbeleid voor belasting- en toeslagschulden wordt een stap gezet richting eenduidig overheidsbeleid. Hiertoe onderzoekt de Belastingdienst de mogelijkheden van invoering van een standaard betalingsregeling, dat wil zeggen: een betalingsregeling die kan worden toegekend ongeacht de financiële draagkracht van de schuldenaar. Daarnaast verkennen de Belastingdienst en Dienst Toeslagen de mogelijkheden om aan te sluiten bij de Betalingsregeling Rijk. De aanpassingen ten aanzien van de betalingsregelingen voor belastingschulden dragen hieraan bij. Het streven is dat alle deelnemende partijen aan het samenwerkingsverband Clustering Rijksincasso (hierna: CRI) in 2027 de mogelijkheid bieden om een gezamenlijke betalingsregeling aan te gaan.56

Kwijtschelding van motorrijtuigenbelasting en aanslagen belasting zware motorrijtuigen

In de Kamerbrief van 4 september 2023 bent u geïnformeerd over het onderzoek naar de mogelijkheid om (onder voorwaarden) kwijtschelding van motorrijtuigenbelasting (MRB) te verlenen. Sinds 2021 is het al mogelijk om een betalingsregeling te krijgen voor de MRB en aanslagen belasting zware motorrijtuigen (BZM). In lijn hiermee worden belastingaanslagen MRB en BZM met ingang van 1 januari 2025 niet langer uitgesloten van kwijtschelding.7 Met de mogelijkheid van het verlenen van kwijtschelding wordt de schuldenaar eerder schuldenvrij waardoor problematische schulden voorkomen kunnen worden of sneller worden opgelost. Er worden wel specifieke voorwaarden verbonden aan kwijtschelding van deze belastingsoorten om te voorkomen dat burgers en bedrijven die opzettelijk de schuld hebben laten ontstaan, of ernstig nalatig zijn geweest kwijtschelding kunnen krijgen. Dat zou niet passend zijn en bovendien onrechtvaardig ten opzichte van degenen die wel aan hun fiscale verplichtingen voldoen. Deze verbetermaatregel draagt bij aan de uitgangspunten van een persoonsgerichte benadering en het voorkomen van probleemschulden.

«Schorsende werking» in bezwaar en beroep bij de fiscale rechter

Met ingang van 1 januari 2027 wijzigt de rechtsbescherming bij geschillen over uitstel van betaling en kwijtschelding. De mogelijkheid van administratief beroep wordt dan vervangen door een bezwaar- en beroepsgang bij de fiscale rechter. Dit maakt ook een aanpassing van het beleid ten aanzien van de schorsende werking gedurende een dergelijke procedure noodzakelijk. De Belastingdienst kiest daarbij voor een coulante houding in de bezwaarfase en meer terughoudendheid, met ruimte voor maatwerk, in de beroepsfase. Deze maatregel is noodzakelijk als gevolg van de gewijzigde rechtsbescherming en doet ook recht aan het strategische uitgangspunt «een persoonsgerichte benadering.

Dwanginvorderingsmaatregelen alleen als uiterst middel

De Belastingdienst heeft onderzoek gedaan naar de gerichtheid van de inzet van dwanginvorderingsmaatregelen en de afweging die daarbij gemaakt wordt, bezien vanuit zowel het belang van de burger, als het belang van de Belastingdienst. Uit dit onderzoek blijkt dat de Belastingdienst (op grote lijnen) handelt conform het uitgangspunt dwanginvorderingsmaatregelen alleen als uiterst middel uit de invorderingsstrategie. De Belastingdienst probeert belastingschulden namelijk zo veel mogelijk «aan de voorkant» te incasseren. Als de burger toch in de dwanginvordering terechtkomt, dan maakt de Belastingdienst voor een invorderingsmaatregel een afweging tussen onder meer effectiviteit, efficiëntie, snelheid, kosten, uitstralingseffecten en het belang van de burger, waarbij het uitgangspunt is dat mogelijke derden zo min mogelijk betrokken raken. De invorderingsmedewerkers worden hierbij geholpen door het systeem Dynamische Monitoren (hierna: DM).8 Uiteindelijk beslist de medewerker altijd zelfstandig, aan de hand van de beschikbare informatie, of het advies van DM wordt opgevolgd of dat een andere invorderingsmaatregel passender is, gegeven de omstandigheden van de burger. De Belastingdienst blijft zich inzetten om de huidige werkprocessen te verbeteren en een beweging te maken naar de voorkant, waarbij vroegtijdig contact met de burger het uitgangspunt is.

Stand van zaken Invorderingsstrategie Dienst Toeslagen

Eén betalingsregeling voor alle terugvorderingen

Momenteel biedt Dienst Toeslagen per terugvordering een betalingsregeling aan. Dienst Toeslagen werkt op dit moment aan persoonsgerichte betalingsregelingen. Indien een burger meerdere terugvorderingen heeft, wil Dienst Toeslagen daarvoor één gebundelde betalingsregeling aanbieden. Wanneer een burger tijdens de looptijd van die betalingsregeling een nieuwe terugvordering krijgt en deze niet direct betaalt, zal deze in die lopende betalingsregeling worden gevoegd. Dit betekent dat de resterende looptijd van de betalingsregeling zal worden verlengd tot maximaal 24 maanden. Als een verlenging van de looptijd tot 24 maanden zou betekenen dat de burger maandelijks minder hoeft af te lossen, dan het huidige maandelijkse aflosbedrag, blijft dit huidige aflosbedrag in stand. Hierdoor zal de resterende looptijd korter zijn dan 24 maanden en heeft de burger zijn toeslagschuld sneller afgelost, terwijl het aflosbedrag voor de burger betaalbaar blijkt. Gedurende het gehele proces van de betalingsregeling zal Dienst Toeslagen de burger duidelijkheid bieden over zijn schuldpositie en wijzen op zijn handelingsperspectief. Om te voorkomen dat er herhaaldelijk vorderingen worden gevoegd gaat Dienst Toeslagen actief maatwerksituaties signaleren, zodat er andere passende oplossingen geboden kunnen worden.

Signaleren maatwerksituaties

Dienst Toeslagen werkt daarnaast verder uit hoe zij binnen het invorderingsproces geautomatiseerd situaties kan signaleren waarbij het vermoeden bestaat dat maatwerk nodig is en waarbij door middel van persoonlijk contact een passende oplossing geboden kan worden. Hierbij wordt gedacht aan het moment na verzending van de aanmaning voordat de burger de dwanginvordering ingaat, bij het ontstaan van een derde terugvordering of bij het uitblijven van de betaling van een aflossingstermijn uit een betalingsregeling. Dienst Toeslagen wil hierbij monitoren of zij de juiste situaties signaleren en deze indien nodig aanpassen. Op basis van het persoonlijke contact dat wordt opgenomen, kan Dienst Toeslagen verschillende oplossingen aan de burger aanbieden, zoals:

– een betaalpauze bij een tijdelijk probleem (zie «betaalpauze»);

– advies om een persoonlijke betalingsregeling te treffen bij een structureel betalingsprobleem;

– beoordeling van matiging van de terugvordering bij een bijzondere situatie;

– doorverwijzing naar het Stella-team bij multi-probleemsituaties;

– samen met burger kijken hoe terugvorderingen kunnen worden voorkomen wanneer wordt geconstateerd dat een burger frequent terugvorderingen krijgt;

– of doorverwijzen naar andere hulp, zoals bijvoorbeeld de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Integrale klantbehandeling

Het vaststellingsproces binnen Dienst Toeslagen kent op dit moment onvoldoende samenhang met het invorderingsproces. Tegemoetkomingen en voorschotten worden door Dienst Toeslagen vastgesteld en de uitbetaling en invordering wordt uitgevoerd door de Belastingdienst, elk met behulp van de daarbij behorende diverse verschillende systemen en afdelingen. Dienst Toeslagen is op dit moment niet in staat om zich op basis van haar eigen informatie een volledig klantbeeld van de burger te vormen.

Dienst Toeslagen streeft naar een integrale klantbehandeling waarbij gebruik wordt gemaakt van alle beschikbare informatie bij Dienst Toeslagen en de Belastingdienst over deze burger. Dienst Toeslagen werkt toe naar één systeem waarmee een totaal klantbeeld van de burger kan worden verkregen. Ervan uit gaande dat deze aanpassingen niet op korte termijn gerealiseerd zullen worden, wordt in kaart gebracht tegen welke knelpunten medewerkers aanlopen in hun informatiepositie voor wat betreft de invordering, zodat per proces inzichtelijk wordt welke verbeteringen op de korte termijn mogelijk zijn.

Mogelijkheid om bij dwanginvordering alsnog onder strikte voorwaarden een betalingsregeling aan te gaan

In het huidige invorderingsproces heeft de burger in de dwanginvordering (een dwangbevel is uitgevaardigd en Dienst Toeslagen staat op het punt om dit ten uitvoer te brengen) niet de mogelijkheid om alsnog een betalingsregeling af te sluiten met Dienst Toeslagen. Dienst Toeslagen streeft ernaar om de burgers ertoe te bewegen om hun toeslagschuld uit zichzelf te betalen en de dwanginvordering alleen als uiterste middel in te zetten. Dienst Toeslagen is voornemens om burgers die in de dwanginvorderingsfase verkeren de mogelijkheid te bieden om onder voorwaarden – éénmalig – alsnog de mogelijkheid te bieden om een betalingsregeling te treffen. Dat betekent dat een burger ook in de dwanginvorderingsfase op elk moment aan Dienst Toeslagen kan verzoeken om alsnog een betalingsregeling af te sluiten.

Alleen in specifieke gevallen de verjaring van een terugvordering stuiten (niet meer automatisch)

De verjaringstermijn van een terugvordering bedraagt vijf jaar en vangt aan nadat de betalingstermijn is verstreken.9 Als de terugvordering is verjaard, kan de Dienst Toeslagen deze niet meer invorderen. In het huidige invorderingsproces stuurt Dienst Toeslagen echter in alle gevallen waarin een terugvordering dreigt te verjaren een zogenaamde stuitingsbrief, waardoor verjaring wordt voorkomen. Deze wettelijke verjaring heeft een doel; namelijk het bieden van rechtszekerheid aan de burger door te voorkomen dat een schuld tot in lengte van jaren als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd blijft hangen. Bovendien, als er gedurende vijf jaar na aanvang van de verjaringstermijn geen invorderings- en verhaalsmogelijkheden zijn opgekomen, is de reële kans dat die terugvordering binnen de volgende vijf jaren geïnd kan worden nagenoeg nihil. Dienst Toeslagen wil daarom in beginsel niet langer standaard de verjaring sluiten. Alleen in specifieke gevallen, bijvoorbeeld als de betreffende terugvordering onderwerp is van een fraudeonderzoek of indien de burger de invordering heeft gefrustreerd, zoals door het wegmaken van verhaalsobjecten, kan er reden zijn om een vordering te stuiten. De medewerker die het betreffende dossier behandelt zal deze afweging aan de hand van op te stellen kaders maken.

Eenvoudigere betaalmogelijkheden

Het is wenselijk om meer en eenvoudigere betaalmogelijkheden aan te bieden, zodat het voor burgers gemakkelijker wordt om te betalen. Daarom wil Dienst Toeslagen onder andere de mogelijkheid van een automatische incasso, iDeal en een QR-code aanbieden. Sinds 12 juli 2023 is het mogelijk voor burgers om via het online overzicht betalen en ontvangen de volledige terugvordering te betalen met iDeal. Er wordt verkend wat nodig is om in het overzicht betalen en ontvangen ook termijnbedragen van betalingsregelingen te laten zien en op welke termijn dit kan.

Verbeteren individuele en algemene informatie

Er lopen meerdere trajecten voor het verbeteren van de individuele en algemene informatie die burgers krijgen over hun toeslagen en toeslagschuld in persoonlijke brieven. Zo zijn 24 van de 51 brieven die gaan over (persoonlijke) betalingsregelingen inmiddels herschreven. Momenteel wordt bezien hoe voorschotbeschikkingen, definitieve beschikkingen en ook de dwangbevelen verbeterd kunnen worden.

Daarnaast is het Overzicht Betalen en Ontvangen is sinds 2022 beschikbaar. Dit wordt gefaseerd uitgebreid met gegevens van verschillende onderdelen van de Belastingdienst en Toeslagen. De te betalen bedragen voor Toeslagen zijn sinds april 2023 in het overzicht meegenomen. Daarmee zien burgers in één overzicht alle gegevens over invorderingen en betalingen. Dit overzicht biedt de basis voor deelname aan het Vorderingenoverzicht Rijk. De ambitie is dat alle CRI-partijen eind 2025 bij het Vorderingenoverzicht Rijk zijn aangesloten.

Dienst Toeslagen wil verschillende informatiebronnen zo veel mogelijk op elkaar laten aansluiten. Ook wil Dienst Toeslagen burgers een zo’n concreet mogelijk handelingsperspectief bieden. Dienst Toeslagen verkent welke extra informatie het terugbetalen voor de burger meer doenlijk kan maken. In dit kader wordt ook een gedragsonderzoek uitgevoerd om op basis daarvan te kijken welke aanpassingen in de communicatie nodig zijn.

Alleen dwanginvordering als materieel definitief verschuldigd.

Dienst Toeslagen wil in beginsel voorkomen dat er ingrijpende dwanginvorderingsmaatregelen worden genomen voor een terugvordering die betrekking heeft op een lopend toeslagjaar. Dienst Toeslagen vindt het nemen van ingrijpende en onomkeerbare dwanginvorderingsmaatregelen niet passend voor terugvorderingen waarvan de materiële verschuldigdheid vanwege de voorschotsystematiek nog niet definitief is vastgesteld. Dat betekent dat Dienst Toeslagen de mogelijkheid wil hebben om voor terugvorderingen die betrekking hebben op het lopende toeslagjaar ambtshalve uitstel van betaling te verlenen totdat de definitieve tegemoetkoming voor dat toeslagjaar is vastgesteld. Dienst Toeslagen wil hier in bepaalde situaties uitzonderingen op kunnen maken, zoals in het geval van fraude of als er evident geen recht meer bestaat op de toeslag. Het uitwerken van de maatregel vraagt om complexe wijzigingen in de bestaande systemen, waardoor nader onderzoek naar de (on)mogelijkheden plaats zal vinden.

Verbetermaatregelen die door zowel de Belastingdienst als Dienst Toeslagen worden uitgewerkt

Betaalpauze

Voor belastingschulden bestaat de mogelijkheid om Kort Telefonisch Uitstel (KTU) van maximaal 4 maanden aan te vragen. Als het KTU wordt gevolgd door een reguliere betalingsregeling dan wordt de duur van die betalingsregeling verminderd met de periode van het KTU. De Belastingdienst wil op termijn de bestaande mogelijkheid van KTU aanpassen en verruimen, waardoor in meer gevallen meer maatwerk kan worden geboden aan burgers die tijd nodig hebben om financieel orde op zaken te stellen of de benodigde (schuld)hulp te zoeken.

Voor toeslagschulden bestaat momenteel niet de mogelijkheid om de invordering van terugvorderingen tijdelijk te pauzeren. Dienst Toeslagen wil daarom onder strikte voorwaarden, na persoonlijk contact, de burger een betaalpauze bieden. Een voorwaarde is bijvoorbeeld dat met de burger af wordt gesproken hoe hij de vordering na afloop van de betaalpauze terugbetaalt (bijvoorbeeld een betalingsregeling afsluiten, hulp zoeken bij gemeente). Dit geeft de burger tijd om zijn financiële en administratieve zaken op orde te krijgen of om noodzakelijk (schuld)hulpverlening in te schakelen. Dienst Toeslagen wil de betaalpauze ook inzetten in complexe situaties, zoals bij juridische vragen of multiproblematiek waarbij mogelijk andere partijen betrokken zijn.

De Belastingdienst en Dienst Toeslagen werken aan de verdere vormgeving van deze betaalpauze, bedoeld voor burgers die tijdelijk hun belasting- en toeslagschulden willen pauzeren. Persoonlijk contact met de burger om de situatie en het handelingsperspectief te beoordelen, staat centraal bij deze maatregel. Er wordt onderzocht tot welk moment een betaalpauze passend en wenselijk is. Een dergelijke betaalpauze loopt vooruit op het overheidsbrede onderzoek naar de mogelijkheden van de Landelijke Schuldpauzeknop. Deze maatregel is een uitwerking van de strategische uitgangspunten «een persoonsgerichte benadering» en «het voorkomen van probleemschulden».

Invorderingsrente

De Belastingdienst en Dienst Toeslagen hebben wensen geïdentificeerd om meer inzicht te bieden in de belopen invorderingsrente via het Overzicht ontvangen en betalen. Daarnaast wordt het wenselijk geacht om inzicht te bieden in de belopen invorderingsrente op de beschikking en de geschatte invorderingsrente mee te nemen in de maandelijkse aflossingstermijn van een betalingsregeling. Deze maatregelen worden nader uitgewerkt binnen de ontwikkeling van het geldzakenportaal en bij de verkenning van de Betalingsregeling Rijk dat onder CRI valt.

Onderzoek berekening betalingscapaciteit

De Belastingdienst en Dienst Toeslagen hebben in hun invorderingsstrategieën opgenomen dat zij de berekeningswijze van de betalingscapaciteit willen evalueren en waar nodig herzien, zodat de uitkomsten daarvan beter aansluiten bij de reële financiële situatie van burgers. Er wordt in het kader van CRI onderzocht wat wenselijk en haalbaar is ten aanzien van een eenduidige norm voor het gezamenlijk met alle deelnemende -partijen vaststellen van het bestaansminimum. Er wordt daarnaast onderzocht welke verbeteringen op de korte termijn binnen de berekenwijze van de betalingscapaciteit bij Dienst Toeslagen plaats kunnen vinden. Hierbij bestaat afhankelijkheid met wat interdepartementaal wordt ondernomen. De Belastingdienst en Dienst Toeslagen wensen de berekenwijze van de betalingscapaciteit uiteindelijk interdepartementaal te stroomlijnen en onderzoeken binnen CRI hoe dit het beste gedaan kan worden.

Uitvoerings- en budgettaire consequenties verbetermaatregelen invorderingsstrategieën

Voor alle verbetermaatregelen geldt dat deze worden beoordeeld op uitvoerbaarheid en budgettaire inpasbaarheid. Bij de nadere uitwerking van de voorstellen zal ook de uitvoerbaarheid bij de Belastingdienst en bij Dienst Toeslagen en de budgettaire effecten worden gewogen. Budgettaire inpasbaarheid is randvoorwaardelijk, anders kunnen de maatregelen niet in gang worden gezet.

Herijking van de Invorderingswet 1990

In de Kamerbrief van 31 oktober 2022 hebben wij de uitkomsten van de herijking van de Invorderingswet 1990 (IW 1990) met u gedeeld.10 Hieruit is duidelijk geworden dat deze wet in principe voldoende ruimte biedt om rekening te houden met de omstandigheden van burgers. Alleen bij de bekendmaking van belastingaanslagen – geregeld in artikel 8 van de IW 1990 – is dat niet altijd het geval. Met name wanneer iemand vergeet om zijn adreswijziging door te geven of er bij de Belastingdienst simpelweg geen adres bekend is. Een onjuiste adressering kan ingrijpende consequenties hebben. Wanneer een schuldenaar – doordat hij geen kennis heeft kunnen nemen van zijn schuld – niet tijdig betaalt of anderszins niet reageert kunnen er dwanginvorderingsmaatregelen volgen.

Als oplossing is nagedacht over het toevoegen van een alternatieve wijze van bekendmaking van belastingaanslagen. Hiervoor is gekeken naar de openbare bekendmaking van belastingaanslagen. Deze mogelijkheid bestaat sinds 2019 bij rechtspersonen waarvan het vermoeden bestaat dat deze niet langer bestaan. Daarnaast bestaat op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de mogelijkheid om exploten – die niet zien op een te voeren of aanhangige procedure – openbaar bekend te maken wanneer het adres of verblijfplaats van de belanghebbende onbekend is. Hierover hebben wij u op 13 september 2023 reeds geïnformeerd.11

In de brief van 13 september 2023 is ook aangegeven dat nader onderzoek zal worden gedaan naar het openbaar bekendmaken van belastingaanslagen. Met name of deze wijze van bekendmaken voldoende waarborgen biedt en of dit ook door burgers wordt beschouwd als een passend alternatief. Dit nader onderzoek wordt in samenwerking met een externe partij opgepakt en betreft een participatief burgeronderzoek. Via ontwerpsessies wordt betracht om doelgroepen en de daarbij behorende aandachtspunten en kaders te identificeren, oplossingsrichtingen te bedenken en deze uitkomsten te toetsen. De uitkomsten zullen worden uitgewerkt in een rapport dat een basis kan zijn voor het vervolg. Wij verwachten u voor het zomerreces hierover nader te kunnen informeren.

Wij zullen u dan ook voor het zomerreces informeren over de verdere stappen die zijn gezet met de invorderingsstrategieën van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen.

Wij hopen hiermee uw Kamer voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij

De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries


  1. Kamerstukken II, 2022/23, 31 066, nr. 1161.↩︎

  2. Kamerstukken II, 2020/21, 35 510, nr. 4, p. 11.↩︎

  3. Kamerstukken II, 2022/23, 31 066, nr. 1279.↩︎

  4. https://open.overheid.nl/documenten/ronl-04293a4ce4472cc31a8eaf60b2c90d9b223fe4eb/pdf↩︎

  5. Kamerstukken II 2023/24 24 515, nr. 724↩︎

  6. Er wordt momenteel hard gewerkt om deelname van zowel Belastingen als Toeslagen aan de huidige Betalingsregeling Rijk mogelijk te maken. Het streven van Betalingsregeling Rijk is de burger de mogelijkheid te bieden om voor al zijn lopende vorderingen bij de Rijksoverheid één betalingsregeling af te sluiten.↩︎

  7. Stcrt. 2023, nr. 34571↩︎

  8. Zie https://over-ons.belastingdienst.nl/onderwerpen/omgaan-met-gegevens/algoritmeregister/dynamisch-monitoren-dm-en-bellen-na-aanmaning-bna/ voor meer informatie over DM.↩︎

  9. Artikel 4:104 lid 1 Awb.↩︎

  10. Kamerstukken II, 2022/23, 35 510, nr. 106.↩︎

  11. Aanbiedingsbrief bij Kamerstukken II, 2022/23, 31 066, nr. 1289.↩︎