[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van lid Dobbe over het bericht 'Utrecht bezuinigt miljoenen op zorg en ondersteuning: 'De financiële situatie is ernstig''

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D05514, datum: 2024-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1023).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z00777:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1023

Vragen van lid Dobbe (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Utrecht bezuinigt miljoenen op zorg en ondersteuning: «De financiële situatie is ernstig»» (ingezonden 22 januari 2024).

Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 februari 2024).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Utrecht bezuinigt miljoenen op zorg en ondersteuning: «De financiële situatie is ernstig»»?1

Antwoord 1

De gemeente Utrecht is als autonome bestuurslaag zelf verantwoordelijk voor de financiële positie en adequate uitvoering van de taken en verantwoordelijkheden die op haar rusten. De gemeenteraad stelt jaarlijks een begroting vast en de gemeente dient ervoor te zorgen dat deze structureel en reëel in evenwicht is. De provinciaal financieel toezichthouder (gedeputeerde staten) besluit ieder jaar of er sprake is van structureel en reëel evenwicht en onder welke vorm van toezicht de gemeente binnen het begrotingsjaar valt. Voor 2024 is voor de gemeente Utrecht sprake van repressief (regulier) toezicht, wat de standaard is voor iedere gemeente.

Dat neemt niet weg dat ik mij bewust ben van de uitdagingen binnen het sociaal domein waar gemeenten mee te maken hebben. Vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid werk ik samen met gemeenten aan deze uitdagingen. Zo zijn in de Hervormingsagenda Jeugd onlangs afspraken gemaakt de zorg te verbeteren en het stelsel financieel houdbaar te maken voor de toekomst. Ook is het in het algemeen van belang goed zicht te krijgen op de werking en houdbaarheid van de Wmo 2015. Om die reden voer ik samen met gemeenten het houdbaarheidsonderzoek Wmo 2015 uit.

Vraag 2

Deelt uw de mening van de wethouder dat de financiering van het Rijk achterblijft, terwijl de zorgvraag toeneemt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Tijdens het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) van 21 november jl. hebben fondsbeheerders en medeoverheden (Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen) met begrip voor elkaars positie een constructief gesprek gevoerd over de financiële verhoudingen. Hierbij is een aantal afspraken gemaakt die bijdragen aan stabiele financiële verhoudingen en het samen blijven werken aan maatschappelijke opgaven. De fondsbeheerders hebben de Tweede Kamer hier op 14 december 2023 over geïnformeerd.2 In de genoemde brief geven Fondsbeheerders aan dat voor het BOFv van maart 2024 een aantal analyses wordt voorbereid, waaronder een analyse waarin wordt ingegaan op hoe de BBP-indexeringssystematiek, die vanaf 2027 van kracht is, de gewenste stabiliteit brengt en zich verhoudt tot de dynamiek op o.a. het beleidsterrein zorg.

Vraag 3

In hoeveel gemeenten zijn, of dreigen, financiële tekorten in de zorg en in het sociaal domein? Welke gemeenten zijn dit?

Antwoord 3

Het is aan gemeenten hoe ze hun ontvangsten, waaronder ontvangsten uit lokale heffingen en het gemeentefonds inzetten. De middelen uit lokale heffingen zoals de onroerendezaakbelasting en het gemeentefonds zijn beleids- en bestedingsvrij voor gemeenten. De gemeenteraad stelt jaarlijks een begroting vast en de gemeente dient ervoor te zorgen dat deze structureel en reëel in evenwicht is.

Vraag 4

In hoeveel gemeenten liggen er voornemens om het komende jaar of de komende jaren te bezuinigen in het sociaal domein? Welke gemeenten zijn dit?

Antwoord 4

Ik beschik niet over een overzicht van gemeenten die voornemens zijn om te bezuinigen op het sociaal domein. Het is aan de lokale democratie om keuzes te maken die leiden tot een stabiele meerjarige begroting.

Vraag 5

Wat is de huidige stand van zaken rondom de financiering van gemeenten vanuit het Rijk voor het jaar 2026, dat in de media ook wel aangeduid wordt als het «ravijnjaar 2026»?

Antwoord 5

In vervolg op het Overhedenoverleg van 6 september jl., waarover u bij brief van 2 oktober jl. bent geïnformeerd3 is een gezamenlijke notitie opgesteld over de «Plussen en minnen op hoofdlijnen» van de financiën van de medeoverheden. Dit leidde tot een gesprek over de balans van ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht in het BOFv van 21 november jl. Uitgangspunt voor het BOFv in maart 2024 vormt de BBP-systematiek, ook in relatie tot de inhoudelijke en financiële dynamiek op de terreinen van zorg, infrastructuur/beheer en onderhoud, openbaar vervoer en natuur.

In april 2024 volgt een BOFv ter voorbereiding op de Voorjaarsnota. De fondsbeheerders hebben begrip voor de wens van VNG en IPO tot afschaffing van de opschalingskorting en erkennen de noodzaak van stabiele financiële verhoudingen. Indien er in het voorjaar nog geen nieuw kabinet is gevormd zegt het demissionaire kabinet toe dat de oploop van de opschalingskorting op tafel ligt, mede in het licht van de overheidsfinanciën op dat moment.

Vraag 6

Welke maatregelen bent u bereid om te nemen opdat gemeenten aan hun zorgplicht kunnen blijven voldoen als het gaat om de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Jeugdwet?

Antwoord 6

Met de VNG en andere betrokken partijen is in juni 2023 de Hervormingsagenda Jeugd afgesloten. Hierin zijn afspraken gemaakt om het jeugdstelsel inhoudelijk te verbeteren en het stelsel financieel houdbaar te maken voor de toekomst. Daarnaast zijn met gemeenten afspraken gemaakt over een commissie van deskundigen die begin 2025 en begin 2028 een zwaarwegend advies gaat geven over hoe het gaat met de Hervormingsagenda, of de afgesproken acties ook worden uitgevoerd en hoe de uitgaven zich ontwikkelen. De commissie kan adviseren hoe om te gaan met een uitgavenontwikkeling die afwijkt van het nu overeengekomen financiële kader en kan daarbij zowel terug- als vooruitkijken (2023–2028).

Het kabinet is voornemens de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage per 1 januari 2026 te herintroduceren voor zorg en ondersteuning onder de Wmo 2015. Door het abonnementstarief (per 2019) is het beroep op de Wmo 2015, met name voor hulp bij het huishouden, fors en structureel toegenomen. Dit heeft geleid tot hogere kosten voor gemeenten. Met de herinvoering van de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage wordt een financiële bijdrage aan de burger gevraagd die past bij de eigen financiële draagkracht. Daarnaast worden burgers met de eigen bijdrage gestimuleerd om, waar mogelijk, in de eigen ondersteuningsbehoefte te voorzien en wordt de druk op beschikbaarheid van de voorzieningen in het kader van de Wmo 2015 verminderd.

Daarnaast werkt VWS samen met gemeenten (VNG) aan een brede houdbaarheidsstudie van de Wmo 2015. Samen met gemeenten (VNG) is een onderzoekstraject gestart naar de houdbaarheid van de Wmo 2015. We zien dat de ontwikkelingen ten aanzien van de arbeidsmarkt, de (dubbele) vergrijzing, het langer thuis wonen en digitalisering van zorg en ondersteuning, impact hebben op de ondersteuning die gemeenten bieden in het kader van de Wmo 2015. Het is echter nog niet duidelijk hoe deze ontwikkelingen zich precies gaan vertalen in het gebruik voor de komende jaren en welke impact dit heeft op de houdbaarheid van het stelsel. Daarom worden er verschillende onderzoeken uitgevoerd die hier meer inzicht in moeten geven. De Tweede Kamer wordt (structureel) over de voortgang van het houdbaarheidsonderzoek geïnformeerd.

Vraag 7

Bent u bereid om deze vragen elk afzonderlijk te beantwoorden?

Antwoord 7

Ja


  1. De Gelderlander, 17 januari 2024, «Utrecht bezuinigt miljoenen op zorg en ondersteuning: «De financiële situatie is ernstig»» Utrecht bezuinigt miljoenen op zorg en ondersteuning: «De financiële situatie is ernstig» | Utrecht | gelderlander.nl↩︎

  2. Kamerbrief uitkomsten BOFV najaar 2023 – 14 december 2023↩︎

  3. Kamerstuk 36 410, nr. 5↩︎