Reactie op verzoek commissie over de brief van FNV Zorg & Welzijn inzake de situatie VIGO
Jeugdzorg
Brief regering
Nummer: 2024D05592, datum: 2024-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31839-993).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 31839 -993 Jeugdzorg.
Onderdeel van zaak 2024Z02428:
- Indiener: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-02-27 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-28 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-11-11 16:30: Begrotingsonderdeel Jeugd (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-11-14 00:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 839 Jeugdzorg
Nr. 993 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2024
Op 18 januari jl. heb ik uw brief ontvangen waarin u verzoekt om een reactie op de brief van FNV Zorg & Welzijn d.d. 19 december 2023 aan de Raad van Toezicht van VIGO over de situatie bij VIGO. Met deze brief ga ik in op uw verzoek.
De FNV heeft in haar brief een aantal vragen gesteld aan de Raad van Toezicht van VIGO naar aanleiding van berichtgeving van Follow the Money. Ook neemt zij in haar brief een standpunt in over het functioneren van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht en de problematiek die er speelt. Ik wil voorop stellen dat de berichtgeving rondom VIGO mij zorgen baart. Op de gestelde vragen aan de Raad van Toezicht kan ik echter geen antwoord geven en ik kan ook geen oordeel geven over het functioneren van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht.
Wel ondersteun ik nadrukkelijk het verzoek voor een extern en onafhankelijk onderzoek. Het is belangrijk dat gereflecteerd wordt op het bestuurlijk handelen en het toezicht hierop en dat gevolgtrekking plaatsvindt. Ik vind het daarom ook een goed bericht dat de Raad van Toezicht naar aanleiding van de berichtgeving heeft besloten tot een extern onafhankelijk onderzoek. In dit onderzoek staat de vraag centraal welke geldstromen er zijn geweest en of deze een zakelijk en rechtmatig karakter hadden en ook de rol van de Raad van Toezicht zal hierbij betrokken worden. De OR en de cliëntraden zijn eerder uitgenodigd te reageren op de opdracht voor het onderzoeksbureau en het onderzoeksbureau heeft geen belemmeringen opgelegd gekregen wie ze bij het onderzoek moeten en mogen betrekken. Het onderzoek wordt eind maart 2024 verwacht. Daarnaast kunnen gemeenten voor het deel van de jeugdzorg VIGO ook aanspreken vanuit hun rol als opdrachtgever.
De Jeugdautoriteit, NZa en de IGJ zullen de situatie bij VIGO vanuit hun verantwoordelijkheden actief blijven monitoren, zoals ze ook al deden voor de berichtgeving van Follow the Money. De IGJ voor de kwaliteit van zorg en de Jeugdautoriteit/NZa houdt de financiële positie in beeld en daarmee ook of de continuïteit van zorg gewaarborgd kan worden.
Daarnaast is de IGJ bezig met een landelijk toezicht op de ontwikkelingen rond de afbouw en ombouw JeugdhulpPlus (gesloten jeugdinstellingen). In het najaar van 2023 heeft de IGJ alle JeugdzorgPlus-instellingen bezocht, waaronder Pactum (onderdeel van Vigo). De bevindingen van de toezichtsbezoeken aan de JeugdzorgPlus-aanbieders publiceert de IGJ in het eerste kwartaal van 2024. Hierna volgt nog een publicatie met algemene conclusies naar aanleiding van dit toezicht. Ook volgt de IGJ de verbeteringen bij Pactum locatie Zetten op naar aanleiding van het onderzoek van juni 2023 in het risico-gestuurde toezicht.
VWS heeft een stelselverantwoordelijke rol en initieert vanuit die rol ook wet- en regelgeving die ervoor moeten zorgen dat zorgmiddelen op de juiste manier worden besteed indien dat al niet wettelijk is vastgelegd. Nu al worden via wet- en regelgeving maatschappelijke belangen zoals kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg gewaarborgd. Dat neemt niet weg dat zich altijd risico’s kunnen voordoen wanneer bijvoorbeeld door zorgaanbieders aan financiële belangen een grotere waarde wordt gehecht dan aan de genoemde publieke belangen. In het wetsvoorstel «verbetering beschikbaarheid jeugdzorg» dat ik in voorbereiding heb wordt onder meer geregeld dat een externe (onafhankelijke) toezichthouder op een transparante bedrijfsvoering bij jeugdhulpaanbieders wordt vastgelegd.
De Minister van VWS heeft een wetsvoorstel voor de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders in voorbereiding. Zoals eerder in mijn beantwoording van Kamervragen toegelicht, is zelfregulering via governancenormen belangrijk, maar biedt dit geen afdoende antwoord om de gevolgen van een niet-integere bedrijfsvoering van zorg- en jeugdhulpaanbieders te voorkomen dan wel te beëindigen. In de huidige situatie is geen rechtstreeks publiekrechtelijk toezicht mogelijk op de naleving van de privaatrechtelijke governancenormen. Met dit wetsvoorstel wordt het externe toezicht op de integere bedrijfsvoering versterkt.
Ten slotte is in de Hervormingsagenda de afspraak gemaakt om een verkenning te doen of het in de rede ligt om waar mogelijk aan te sluiten bij het systeem dat geldt voor de aanbieders van Zvw- en Wlz-zorg ten aanzien van de vergunningsplicht op grond van de Wet toetreding zorgaanbieders en plicht om aan kwaliteitstandaarden te voldoen op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Deze verkenning rond ik in 2024 af.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen