[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over bijeenkomsten met ambtenaren naar aanleiding van de verkiezingsuitslag van 22 november 2023

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D06146, datum: 2024-02-16, bijgewerkt: 2024-02-23 17:11, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1065).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z01294:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1065

Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister-President en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken, van Defensie, van Economische Zaken en Klimaat, van Financiën, van Infrastructuur en Waterstaat, van Justitie en Veiligheid, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over bijeenkomsten met ambtenaren naar aanleiding van de verkiezingsuitslag van 22 november 2023 (ingezonden 29 januari 2024).

Antwoord van Minister YeƟilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) en van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen (ontvangen 16 februari 2024)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1047. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1059. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1060. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1061. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1062. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1063. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1064.

Vraag 1

Zijn er op uw ministerie bijeenkomsten georganiseerd op departementaal niveau, dan wel op directoraat-generaal (DG) of directieniveau naar aanleiding van de verkiezingsuitslag?

Antwoord 1

Nee.

Vraag 2

Zo ja, wat was de aanleiding c.q. het doel van deze bijeenkomsten?

Antwoord 2

In verschillende reguliere bestaande overleggen die wekelijks plaatsvinden op DG- en directieniveau is er over de verkiezingen gesproken, zoals dit altijd gebeurt bij actualiteiten van politieke aard en die van invloed kunnen zijn op de beleidsinhoud van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De dag na de verkiezingen is er in verschillende overleggen gesproken hoe de verkiezingen van invloed zou kunnen zijn voor het inhoudelijke werk van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Vraag 3

Is het waar dat tijdens deze bijeenkomsten ambtenaren konden aangeven wat er voor hen in hun werkhouding zou veranderen naar aanleiding van de verkiezingsuitslag of na een eventueel door de winnende partijen te vormen coalitie?

Antwoord 3

Het beeld over een mogelijk veranderende werkhouding naar aanleiding van de verkiezingen herkennen wij niet. Van ambtenaren mag verwacht worden dat zij op een professionele, deskundige en neutrale wijze werken. Wij hechten er waarde aan dat er binnen het ministerie ruimte is voor een open gesprekscultuur, waar over alle onderwerpen gesproken kan worden, zo ook over politieke gebeurtenissen.

Vraag 4

Kunt u aangeven hoeveel ambtenaren van uw ministerie aanwezig zijn geweest bij dergelijke bijeenkomsten?

Antwoord 4

Dit is niet mogelijk, er worden geen overzichten bijgehouden van hoeveel en welke medewerkers er bij welke overleggen aanwezig zijn geweest ook omdat er geen centraal georganiseerde bijeenkomst was, maar omdat de verkiezingen in reguliere bestaande werkoverleggen besproken zijn.

Vraag 5

Beseft u dat ambtenaren die op Ă©Ă©n van de partijen hebben gestemd die hebben gewonnen hierdoor in een moeilijke positie worden geplaatst ten aanzien van hun collega’s? Deelt u de mening dat dit zeer ongewenst is?

Antwoord 5

Het past in een open en veilig werkklimaat, zoals beschreven in het antwoord op vraag 3, dat ambtenaren zich kunnen uitspreken en van gedachten kunnen wisselen. De gehele Rijksoverheid hecht hier veel waarde aan. Dat men van mening kan verschillen, hoort daarbij en moet dus ook op een veilige en respectvolle manier kunnen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemers om met elkaar die veiligheid te bieden. Daarnaast verwijs ik u naar het antwoord op vraag 8.

Vraag 6

Zijn er plannen om bij een eventueel regeerakkoord van de huidige formerende partijen dergelijke bijeenkomsten weer te organiseren?

Antwoord 6

Nee, er zijn geen bijeenkomsten gepland. Bij een eventueel regeerakkoord zal er zoals gebruikelijk bij een nieuw regeerakkoord in verschillende reguliere bestaande overleggen gekeken worden naar op welke wijze het eventuele regeerakkoord invloed heeft op de verschillende inhoudelijke beleidsterreinen binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid, omdat het ministerie uitvoering moet geven aan de plannen uit een regeerakkoord die raken aan het beleidsterrein van Justitie en Veiligheid.

Vraag 7

Kunt u toezeggen dat er in de toekomst naar aanleiding van verkiezingsuitslagen geen aparte bijeenkomsten zullen worden georganiseerd waar ambtenaren hun zorgen mogen etaleren over de winst van democratisch gekozen partijen?

Antwoord 7

Wij verwijzen u graag naar het antwoord op vraag 2.

Vraag 8

Deelt u de mening dat dergelijke bijeenkomsten op zeer gespannen voet staan met de gewenste neutraliteit en objectiviteit van ambtenaren?

Antwoord 8

Nee. Het is belangrijk dat ambtenaren politiek neutraal zijn en blijven in hun werk. In Nederland werken ambtenaren zonder politieke binding en ongeacht de eigen politieke voorkeur voor het algemeen belang. Dat past ook bij ons democratisch bestel, de ministeriële verantwoordelijkheid en het gegeven dat Nederland geen wisseling van de ambtenaren kent bij een nieuwe regering. Een bewindspersoon is verantwoordelijk voor een politiek besluit. Hij of zij legt hierover verantwoording af aan het parlement.

Ambtenaren hebben hierbij een ondersteunende, adviserende en uitvoerende rol, waarin zij op basis van professionaliteit worden geacht om objectief te adviseren, en alle inzichten en opties aan bewindspersonen voor te leggen. Het is de taak van ambtenaren om te zorgen voor een transparant en goed besluitvormingsproces.

Vervolgens voeren ambtenaren uit wat politiek is besloten, ook als de politieke weging tot een ander besluit heeft geleid dan werd geadviseerd. Als de uitvoering van een politiek besluit onbedoelde gevolgen heeft, is het de taak van ambtenaren om die signalen terug te leggen bij de verantwoordelijk bewindspersoon zodat die het besluit kan heroverwegen.

Een sociaal veilige werkomgeving is een randvoorwaarde om professionele tegenspraak te kunnen bieden, maar ook om met de functie-uitoefening verbonden ethische vraagstukken en morele kwesties te kunnen bespreken. Ongeacht het onderwerp. Het kabinet bevordert een werkklimaat waarbij medewerkers op de werkvloer hun vragen en dilemma’s- bij collega’s en leidinggevenden kunnen uitspreken en samen met hen kunnen onderzoeken hoe hier het beste mee om te gaan. Het bieden van ruimte voor reflectie en dialoog op de werkvloer behoort volgens het kabinet niet alleen tot goed werkgeverschap, maar is juist ook noodzakelijk om als rijksdienst effectief te kunnen functioneren en de neutraliteit te behouden.

Vraag 9

Wilt u deze vragen als verantwoordelijk Minister separaat en uitsluitend voor uw eigen ministerie beantwoorden?

Antwoord 9

Ja.