Antwoord op vragen van het lid Vedder over het bericht 'Brug Maastricht dreigt in te storten na aanvaring losgeslagen woonboot'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D06211, datum: 2024-02-19, bijgewerkt: 2024-08-19 10:12, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1069).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Inspectie Overlaatdam afleidingskanaal 2023
- Beslisnota bij Kamerbrief Antwoord op vragen van het lid Vedder over het bericht 'Brug Maastricht dreigt in te storten na aanvaring losgeslagen woonboot'
- Inspectie Overlaatdam afleidingskanaal 2022
- Inspectierapport Instandhoudingsinspectie
- Aanleverdossier Reparatie Overlaat Bosscherveld
Onderdeel van zaak 2024Z00077:
- Gericht aan: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: E.C. Vedder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1069
Vragen van het lid Vedder (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Brug Maastricht dreigt in te storten na aanvaring losgeslagen woonboot» (ingezonden 8 januari 2024).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 19 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 822.
Vraag 1
Zou u willen reageren op het bericht «Brug Maastricht dreigt in te storten na aanvaring losgeslagen woonboot»1 van de NOS en daarbij op elk van de gedane constateringen in deze berichtgeving afzonderlijk willen ingaan?
Antwoord 1
De destijds gedane constateringen in de berichtgeving «Brug Maastricht dreigt in te storten na aanvaring losgeslagen woonboot» kloppen op hoofdlijnen. Inmiddels zijn er enkele aanvullingen en nuanceringen te geven. Deze komen in de beantwoording van onderstaande vragen aan bod.
Vraag 2
Zou u middels een tijdlijn inzicht willen geven in het proces en de status van (de beschadiging aan) de stuw Borgharen?
Antwoord 2
Op 14 november 2022 vond een verkennende duikinspectie plaats aan de bodem van de stuw Borgharen. Hierbij bleek dat er water weglekte uit de scheepvaart-schuif van de stuw. Om deze lekkage te onderzoeken heeft Rijkswaterstaat op 23 november 2022 een nadere inspectie- en onderhoudsopdracht geformuleerd. Omdat er geen sprake was van een acuut veiligheidsprobleem is deze opdracht ingepland ter uitvoering.
Na uitvoering en analyse van de nadere inspectie- en onderhoudsopdracht bleek op 23 oktober 2023 dat de scheepvaartschuif was vervormd en de beweegbare delen ervan waren versleten. De schuif zou op onderdelen tijdens een laagwaterperiode vervangen moeten worden. Uit veiligheidsoverwegingen heeft Rijkswaterstaat in het hoogwaterseizoen (vanaf oktober 2023) besloten om de scheepvaartschuif niet meer te gebruiken en op de grond te laten rusten, totdat deze gerepareerd is.
Op 20 december 2023 is een extra droogzetmiddel (stalen keerwand) bovenstrooms van de scheepvaartschuif geplaatst, om de schuif extra te beschermen tegen de druk van hoogwater. In januari 2024 is Rijkswaterstaat gestart met de planningsfase en de engineering van het herstel van de scheepvaartschuif.
Vraag 3
Hoe beziet u het feit dat eigenaren en bewoners van woonboten halverwege november 2023 zijn geïnformeerd over de kans op een hogere afvoer en er daarbij expliciet werd vermeld dat het effect voor woonboten naar verwachting heel beperkt zou zijn, in het licht van de gebeurtenissen van eind december 2023 en begin januari 2024? Heeft Rijkswaterstaat afdoende en adequaat gehandeld?
Antwoord 3
De communicatie van november 2023 staat los van de uitzonderlijke situatie van het acuut bezwijken van de overlaatdam in januari 2024.
De berichtgeving van november 2023 aan woonbootbewoners en -eigenaren betrof een vooraankondiging per brief, dat vanwege het veranderende stuwbeheer door de defecte scheepvaartschuif van stuw Borgharen (zie het antwoord op vraag 2) het water bij de woonboten bij gelijke Maasafvoer eerder hoger staat dan normaal. De te verwachten gevolgen hiervan waren klein. De woonbootbewoners zijn op dat moment adequaat geïnformeerd over de situatie en de mogelijke gevolgen.
Vraag 4
Welke reparaties zijn er uitgevoerd aan de overlaatdam nadat deze in 2021 ook al werd beschadigd als gevolg van hoge waterafvoeren en de destijds ontstane calamiteit?
Antwoord 4
Op 18 juli 2021 bleek dat de overlaatdam door het hoogwater in de zomer beperkt beschadigd was geraakt. Een gedeelte van de basaltstenen aan de noordwestelijke zijde van de dam was weggespoeld. Dit kon diezelfde dag tijdelijk worden hersteld. Op 29 oktober 2021 is de overlaatdam door de aannemer definitief hersteld.
De overlaatdam wordt regelmatig geïnspecteerd om te bezien of er onderhoud nodig is. Zowel op 9 september 2022 als op 28 juli 2023 blijkt uit inspecties2 dat de gehele overlaatdam Bosscherveld in, volgens de inspectierapporten, «uitstekende staat» verkeert en geen nader onderzoek behoeft3.
Vraag 5
Zou u willen bezien of de overlaatdam toen adequaat is gerepareerd en de informatie over deze reparatie aan de Kamer willen doen toekomen?
Antwoord 5
Ja, op 29 oktober 2021 is de overlaatdam definitief hersteld. Zie ook het antwoord op vraag 4. De informatie van deze reparatie wordt als bijlage meegezonden4.
Vraag 6
Heeft Rijkswaterstaat deze eerdere beschadiging betrokken bij de beoordeling van de impact en mogelijke effecten van hogere afvoeren in 2023 op de ligplaatsen? Is hier sprake van achterstallig onderhoud?
Antwoord 6
In oktober 2021 is de overlaatdam definitief hersteld. Uit de resultaten van de inspecties in 2022 en 2023 blijkt dat de overlaatdam in uitstekende staat verkeert. Zie ook het antwoord op vragen 4 en 5. Er was derhalve geen aanleiding om een andere constructieve toestand van de overlaatdam in beschouwing te nemen bij de beoordeling van effecten van hogere afvoeren op de ligplaatsen. Ook was er geen sprake van achterstallig onderhoud.
Vraag 7
Hoe gaat u de actuele zorgen bij geëvacueerde woonbooteigenaren en andere betrokkenen adresseren, in het licht van het feit dat halverwege november 2023 een brief vanuit Rijkswaterstaat is verzonden met daarin meerdere geruststellingen over de effecten op woonboten?
Antwoord 7
De communicatie van november 2023 staat los van de uitzonderlijke situatie van het acuut bezwijken van de overlaatdam in januari 2024. Zie ook het antwoord op vraag 3.
Voor woonbootbewoners is er door gemeente Maastricht (als verantwoordelijk aanspreekpunt) een telefoonnummer ingesteld, zodat zij een loket hebben om hun vragen te stellen. Daarnaast is vanaf de week van 8 januari tot op heden voor bewoners driemaal per week een inloopspreekuur ingesteld. Daar sluit Rijkswaterstaat ook bij aan. Tevens is Rijkswaterstaat rechtstreeks in contact met de bewoners om hen zo vlot en volledig als mogelijk te informeren over de ontwikkelingen.
Vraag 8
In hoeverre en op welke manier was Rijkswaterstaat op de hoogte van het feit dat zowel het gebrek aan de stuw Borgharen als de staat van de ondergrond van de oevers, al diverse effecten tot gevolg had voordat de recente ontwikkelingen plaatsvonden, zoals de stand van hoog en laag waterpeil, stroomversnellingen, het eerder uit de vaart nemen van de scheepvaart en mogelijke consequenties voor de veiligheid van de woonboten? Welke actie heeft Rijkswaterstaat op basis van die informatie ondernomen?
Antwoord 8
Rijkswaterstaat had de genoemde zaken en hun samenhang in beeld als onderdeel van het reguliere en dagdagelijkse werk. Rijkswaterstaat maakt dagelijks afwegingen tussen risico’s, kosten en prestaties van het functioneren van waterstaatkundige werken. Er was geen aanleiding om aan te nemen dat deze genoemde zaken en hun samenhang consequenties zouden hebben voor de veiligheid van de woonboten.
Rijkswaterstaat had daarnaast ook het scenario in beeld van het bezwijken van de overlaatdam, zij het met een zeer kleine kans van optreden. Om dit restrisico te beheersen, heeft Rijkswaterstaat als extra maatregel uit voorzorg de overlaatdam bij een verhoogde Maasafvoer vanaf 1.100 m3/s – zo ook in januari 2024 – dagelijks extra laten inspecteren.
Rijkswaterstaat heeft opdracht gegeven aan Deltares om te onderzoeken hoe de overlaatdam acuut heeft kunnen bezwijken. De resultaten hiervan worden in mei 2024 verwacht.
Vraag 9
Op welke manier is, bij het in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerde onderzoek uit 2019 naar de stabiliteit van het oeverlichaam ter plaatse van de Stuwweg, onderzocht welke effecten in de oever aanwezige restanten van bouwwerken c.q. grondkerende constructies hebben op de stabiliteit van de oever? Zo ja, wat is met deze informatie gedaan? Zo nee, waarom is dit niet onderzocht?
Antwoord 9
Rijkswaterstaat heeft in 2019 geotechnisch onderzoek (o.a. grondboringen) uitgevoerd in de oever ter plaatse van de Stuwweg. Voor Rijkswaterstaat gaven de resultaten van dit onderzoek geen aanleiding om vanuit waterstaatkundig beheer maatregelen te treffen. De oevers bleken daarbij voor hun waterstaatkundige functie te voldoen. De resultaten van dit onderzoek zijn ook gedeeld met gemeente Maastricht ten behoeve van hun gebiedsvisie.
Vraag 10
Is er, aangezien de woonboten aan de Stuwweg (deels) verankerd zijn aan de restanten van bouwwerken, een risico dat er nog meer boten losraken? Zo ja, zou u een risico-inschatting hiervan willen maken?
Antwoord 10
Vanaf de tweede dag van de calamiteit hebben Rijkswaterstaat, gemeente Maastricht en de Veiligheidsregio Zuid-Limburg andere woonboten extra goed vastgelegd en deze via inspecties in de gaten gehouden. Inmiddels is de eerste tijdelijke nooddam gereed en de tweede in aanleg, en is de situatie voor verankering van de woonboten stabiel.
Vraag 11
Zou u dit onderzoek, op basis waarvan de gemeente Maastricht destijds heeft besloten om de Stuwweg af te sluiten voor verkeer zwaarder dan 3,5 ton5, aan de Kamer willen doen toekomen, inclusief een reflectie hierop bezien vanuit de gebeurtenissen van van eind december 2023 en begin januari 2024?
Antwoord 11
Uw vraag suggereert dat gemeente Maastricht op basis van het geotechnisch onderzoek uit 2019 van Rijkswaterstaat heeft besloten om de Stuwweg af te sluiten voor verkeer zwaarder dan 3,5 ton. Echter, de gemeente Maastricht heeft een eigen second opinion-onderzoek laten uitvoeren op het geotechnisch onderzoek uit 2019. In haar Raadsbrief uit 20196 schrijft gemeente Maastricht als wegbeheerder van de Stuwweg, dat zij op basis van haar eigen onderzoek heeft besloten om de Stuwweg af te sluiten voor verkeer zwaarder dan 3,5 ton.
Bij de gemeente Maastricht wordt nagevraagd of dit second opinion-onderzoek kan worden gedeeld met de Tweede Kamer.
Vraag 12
Kunt u garanderen dat de stuw Borgharen voor onderhoud, of in geval van een calamiteit, veilig bereikbaar is via de Stuwweg, ook met zwaar materieel?
Antwoord 12
Rijkswaterstaat kan garanderen dat de stuw Borgharen voor onderhoud, of in geval van een calamiteit, veilig bereikbaar is voor zwaar materieel. Hiervoor wordt niet de Stuwweg gebruikt, maar de Sluisdijk. Daarnaast wordt zwaar materieel doorgaans bovenstrooms van de stuw via het water aangevoerd.
Vraag 13
Wat is de status en het tijdpad van de beoogde reconstructie van de oever door Rijkswaterstaat?
Antwoord 13
Voor Rijkswaterstaat is er vanuit waterstaatkundig beheer geen aanleiding om de oever van de Stuwweg te reconstrueren. Wel zal Rijkswaterstaat de Stuwweg herstellen, omdat deze door bouwverkeer is beschadigd tijdens het aanleggen van de tijdelijke nooddammen. Zie ook het antwoord op vraag 9.
Vraag 14
Zou u inzichtelijk willen maken hoe bewoners van de Stuwweg, nadat zij geïnformeerd zijn door Rijkswaterstaat over de aanpak van de oever begin 2020, zijn betrokken en geïnformeerd over het verloop en de gevolgen van de reconstructie van de oever door Rijkswaterstaat?
Antwoord 14
Voor Rijkswaterstaat is er vanuit waterstaatkundig beheer geen aanleiding om de oever van de Stuwweg te reconstrueren en zijn er door Rijkswaterstaat geen werkzaamheden aan de Stuwweg geweest. Sinds de gezamenlijke bijeenkomst op 9 maart 2020 van gemeente Maastricht, het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat worden de bewoners door de gemeente Maastricht geïnformeerd.
Vraag 15
Welke (financiële) verantwoordelijkheid ziet u om iets te doen aan de ondergrond van de oevers? Zou u hierover actief in gesprek willen gaan met de gemeente Maastricht, Waterschap Limburg, de provincie en andere betrokken actoren, gezamenlijk een tijdpad willen opstellen, en de Kamer over de voortgang hiervan blijvend willen informeren?
Antwoord 15
Er is voor Rijkswaterstaat vanuit waterstaatkundig beheer geen aanleiding om de oever van de Stuwweg te reconstrueren. Rijkswaterstaat en de gemeente zijn nog in gesprek over, de door de gemeente gewenste aanvullende werkzaamheden.
Vraag 16
Zou u kennis willen nemen van de aan het Maastrichtse college van burgemeester en wethouders gestelde raadsvragen over dit onderwerp?7 Zou u op elk van deze raadsvragen afzonderlijk willen reageren en reflecteren als waren het vragen die aan u gesteld zijn?
Antwoord 16
Ja, deze vragen zijn bekend. Rijkswaterstaat werkt op verzoek van de gemeente Maastricht mee aan de beantwoording van deze vragen. De formele beantwoording hiervan is aan het college van B&W van Maastricht, maar in de antwoorden op de door het lid Vedder gestelde vragen komen vrijwel alle elementen terug die ook in de raadsvragen aan B&W Maastricht aan de orde zijn gesteld.
Vraag 17
Zou u de genoemde risicoanalyse met de Kamer willen delen?
Antwoord 17
Ja. Deze destijds gemaakte risicoanalyse is als volgt.
Rijkswaterstaat had in beeld dat vanwege het veranderende stuwbeheer door de defecte scheepvaartschuif van stuw Borgharen, het water bij de woonboten bij gelijke Maasafvoer eerder hoger staat dan normaal (zie het antwoord op vraag 3 en 8). Dit betekende ook dat de overlaatdam eerder dan normaal zou gaan mee-stromen. Ook het scenario van het bezwijken van de overlaatdam, zij het met een zeer kleine kans van optreden, was daarbij in beeld.
Bij eerdere hoogwaters waren de beschadigingen aan de overlaatdam telkens beperkt en relatief snel te herstellen. Ook tijdens het zomerhoogwater in juli 2021 kon de beschadiging aan de overlaatdam diezelfde dag tijdelijk worden hersteld. In oktober 2021 is de overlaatdam toen definitief en adequaat hersteld. Uit de inspecties in 2022 en 2023 blijkt tevens dat de overlaatdam in uitstekende staat verkeert (zie het antwoord op vraag 4). Ook was er geen sprake van achterstallig onderhoud. Er was geen aanleiding om een andere constructieve toestand van de overlaatdam in beschouwing te nemen.
Rijkswaterstaat maakt dagelijks afwegingen tussen risico’s, kosten en prestaties van het functioneren van waterstaatkundige werken. Dit is op basis van bovenstaande eveneens gebeurd voor het scenario van het bezwijken van de overlaatdam. Gezien:
de beperkte en herstelbare beschadigingen aan de overlaatdam in het verleden,
de recent geïnspecteerde en goede constructieve toestand van de overlaatdam,
de daardoor zeer kleine kans van het acuut bezwijken van de overlaatdam,
is afgewogen dat een zeer ingrijpende beheersmaatregel – zoals het op voorhand verstevigen van de overlaatdam met breuksteen – niet in verhouding staat met de zeer kleine kans dat de overlaat acuut zou bezwijken.
Om dit restrisico te beheersen, heeft Rijkswaterstaat uit voorzorg de overlaatdam bij een verhoogde Maasafvoer vanaf 1.100 m3/s – zo ook in januari 2024 – dagelijks extra laten inspecteren. Rijkswaterstaat heeft opdracht gegeven aan Deltares om te onderzoeken hoe de overlaatdam acuut heeft kunnen bezwijken.
Vraag 18
Zou u op een rij willen zetten welke controles er zijn uitgevoerd bij de overlaatdam, inclusief de bevindingen van die controles?
Antwoord 18
Zie hiervoor het antwoord op vraag 4.
Vraag 19
Waarom is de overlaatdam niet eerder aangepakt? Waarom is er niet eerder gekozen voor vervanging of renovatie?
Antwoord 19
Voorafgaand aan het zomerhoogwater in juli 2021, concludeert het inspectierapport8 van de overlaat Bosscherveld op 15 januari 2021 dat er geen schades zijn geconstateerd die vervanging van (grote delen van) het object binnen 10 jaar noodzakelijk maken9. De overlaat is daarom niet meegenomen in een prioritering voor Vervanging en Renovatie.
De in antwoord 4 aangehaalde inspecties gaven hierin geen ander beeld. Er was dus geen aanleiding om tot vervanging of renovatie over te gaan.
Vraag 20
Zou u de door Rijkswaterstaat uitgevoerde verkenning naar de stuwdam in het kader van het programma «Vervanging & Renovatie» met de Kamer willen delen?
Antwoord 20
Omdat er geen aanleiding voor was is de overlaatdam niet opgenomen in het Vervanging & Renovatie-programma.
Vraag 21
Hoe beoordeelt u de conclusies van deze verkenning en (het gebrek aan) ondernomen acties naar aanleiding van deze verkenning in het licht van de gebeurtenissen van eind december 2023 en begin januari 2024?
Antwoord 21
Voor de overlaatdam was er geen aanleiding om tot vervanging of renovatie over te gaan. Voor de stuw Borgharen volgt omstreeks 2027 vanuit het programma «Vervanging en Renovatie» het advies over welke maatregelen nodig zijn om het functioneren van de stuw op langere termijn te borgen. Dit staat los van regulier gepland onderhoud aan de Maasstuwen, dat in de tussentijd onverlet doorgang vindt.
Vraag 22
Op welke manier heeft u contact met de gemeente Maastricht, Waterschap Limburg, de provincie Limburg en andere betrokken actoren, over de acute situatie en de omschreven zorgen van onder andere bewoners van de woonboten, en hoe helpt u hen?
Antwoord 22
Er is structureel dagelijks overleg tussen medewerkers van Rijkswaterstaat en gemeente Maastricht. Met Waterschap Limburg zijn gedurende de calamiteit de kades aan de westelijke oever van de overlaat gecontroleerd. Rijkswaterstaat en het Waterschap Limburg houden ambtelijk contact over de ontwikkelingen. Er was nog geen aanleiding voor (structureel) overleg met Provincie Limburg. Mocht dit opportuun zijn, dan zal dit alsnog plaatsvinden.
Vraag 23
Wanneer worden de overlaatdam en de brug gerepareerd? Welke (financiële) verantwoordelijkheid ziet u hier voor het Rijk? Zou u een tijdpad willen schetsen voor een permanente oplossing?
Antwoord 23
Inmiddels is de eerste tijdelijke nooddam gereed en de tweede in aanleg. Na het gereedkomen van de tweede tijdelijke nooddam tussen de overlaatdam en de brug van de Stuwweg, kan er worden gestart met het stabiliseren van de brug en kan de gestrande woonboot onder de brug vandaan worden gehaald.
Er wordt een tijdelijke noodbrug aangelegd om de oostelijke oever bereikbaar te maken, totdat de vaste brug weer hersteld is. Rijkswaterstaat heeft in januari 2024 aan Boskalis-Van Oord de opdracht verleend voor het definitieve herstel van de overlaatdam. Het streven is om de overlaatdam te herstellen voor de start van het hoogwaterseizoen op 1 oktober 2024, onder voorbehoud van eventuele engineerings- en uitvoeringsonzekerheden. Ook zal Rijkswaterstaat de Stuwweg herstellen, omdat deze door bouwverkeer is beschadigd tijdens het aanleggen van de tijdelijke nooddammen.
NOS en 1Limburg, 4 januari 2023,«Brug Maastricht dreigt in te storten na aanvaring losgeslagen woonboot» (https://nos.nl/artikel/2503697-brug-maastricht-dreigt-in-te-storten-na-aanvaring-losgeslagen-woonboot).↩︎
Uitgevoerd door een onafhankelijk en gecertificeerd inspectiebureau, cf. NEN2767-1.↩︎
Conditiemetingen «Overlaatdam afleidingskanaal» 2023, PCNM-TMP-RAP_VOO-123-Conditiemetingen-2301, idverde Realisatie i.o.v. Rijkswaterstaat, d.d. 28-7-2023,
Conditiemetingen «Overlaatdam afleidingskanaal» 2022, PCNM-TMP-RAP_VOO-123-Conditiemetingen-2201, idverde Realisatie i.o.v. Rijkswaterstaat, d.d. 9-9-2022,↩︎
Aanleverdossier reparatie Overlaat Bosscherveld, PCNM-TMP-AFD-CGS-3149, idverde aan Rijkswaterstaat, 25-11-2021↩︎
Raadsinformatiebrief gemeente Maastricht, referentie 2019-35320, d.d. 3 december 2019↩︎
Raadsinformatiebrief gemeente Maastricht, referentie 2019-35320, d.d. 3 december 2019↩︎
Schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders van Maastricht, 4 januari 2024, «Doorbreken van de overlaatdam», (https://maastricht.parlaeus.nl/app/public/question/08808a2a20a0aaa002a20aaa1f5cb9b7).↩︎
Inspectierapport «Instandhoudingsinspectie Beheerobjectcode: 61F-120-02 Overlaat Bosscherveld», d.d. 15-01-2021, Rijkswaterstaat, zie paragraaf 6.4↩︎
Het inspectierapport raadt wel aan om de houten schotbalken – bedoeld voor het keren van laagwater – te vervangen, omdat deze beginnende materiaalafname vertonen (risiconiveau: laag). De balken hebben bij hoogwater geen functie en geen invloed op de constructieve integriteit van de overlaatconstructie.↩︎