[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Resultaten onderzoekscommissie naar het ontslag van een onderofficier van de Koninklijke Marechaussee

Functioneren Koninklijke Marechaussee

Brief regering

Nummer: 2024D06344, datum: 2024-02-20, bijgewerkt: 2024-02-27 16:28, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30176-38).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30176 -38 Functioneren Koninklijke Marechaussee.

Onderdeel van zaak 2024Z02768:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

30 176 Functioneren Koninklijke Marechaussee

Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2024

Hierbij informeer ik u over de onderzoeksresultaten van een onafhankelijke commissie, die onderzoek heeft gedaan naar aanleiding van een tragische gebeurtenis. Een onderofficier (hierna: betrokkene) in dienst van de Koninklijke Marechaussee (KMar) is na interne onderzoeken, die plaatsvonden mede door meldingen van medewerkers, per 1 januari 2023 ontslag aangezegd wegens wangedrag. Korte tijd na dit ontslag benam hij zich van het leven. Het overlijden van betrokkene heeft veel leed veroorzaakt. De resultaten van de onderzoekscommissie bevatten lerende elementen voor de organisatie. Aangezien het rapport ziet op een tragische individuele casus en privacygevoelige elementen bevat, deel ik via deze brief met de Kamer de onderzoeksopdracht en de hoofdlijnen van de conclusies en aanbevelingen. Ik dank de commissie voor het verrichten van hun onderzoek en omarm de conclusies en aanbevelingen. Ik heb opdracht gegeven deze Defensiebreed te implementeren.

Onderzoeksopdracht

Op 19 juni 2023 stelde de secretaris-generaal van Defensie de onafhankelijke onderzoekscommissie onder leiding van dhr. mr. H.N. Brouwer in. De commissie had als taak het handelen van de KMar, dat heeft geleid tot het ontslag van betrokkene, te inventariseren en te analyseren, met als doel dat de KMar als lerende organisatie zo nodig werkwijzen en procedures kan verbeteren. De commissie heeft geen onderzoek gedaan naar een mogelijk causaal verband tussen het gedwongen ontslag en het zich van het leven benemen door betrokkene.

Conclusies

De commissie komt met betrekking tot het ontslag tot de conclusie dat de juiste procedures voor de behandeling van het voorval zijn gevolgd, maar dat de KMar bij het finale besluitvormingsmoment is tekortgeschoten in organisatie en werkwijze. Het ontbreekt in het besluit aan de nodige zorgvuldigheid, evenredigheid en vereiste motivering waardoor de ontslaggronden het ontslag niet kunnen dragen. Verder is naar het oordeel van de commissie betrokkene een aantal zaken aan te rekenen. Daarnaast is Defensie tekortgeschoten in de zorg voor de melders van het vermoeden van een integriteitsschending door betrokkene.

Aanbevelingen

De commissie doet aan Defensie aanbevelingen die zien op het hanteren van transparantie en reflectiemomenten over en tijdens de uitvoering van procedures, het inrichten van procescoördinatie en -begeleiding en leiderschap. Daarnaast moeten melders worden aangemoedigd bij en gesteund worden tijdens het doen van een melding. Tot slot adviseert de commissie om de mogelijkheden voor het nemen van rechtspositionele maatregelen uit te breiden met ten minste een maatregel die tussen ontslag en het opleggen van een ambtsbericht ligt.

Reflectie

Als lerende organisatie is Defensie continu bezig met het verder professionaliseren van procedures, werkwijzen en gedrag. Uit het onderzoek van de commissie volgt dat het proces van onderzoek en het opleggen van mogelijk zware maatregelen op verschillende onderdelen dient te worden verbeterd. Ik heb opdracht gegeven alle bovengenoemde aanbevelingen mee te nemen in lopende verbetertrajecten. Een aantal hiervan wordt in de loop van dit jaar afgerond. Het uitgangspunt is om als organisatie op een goede manier uitvoering te geven aan procedures met mogelijk verstrekkende gevolgen, rekening houdend met de menselijke maat.

Tot slot

Ik wil mijn dank uitspreken aan iedereen die een bijdrage aan het onderzoek heeft geleverd, ondanks de emotionele omstandigheden. Mijn waardering gaat verder uit naar de direct leidinggevenden van betrokkene, die betrokkene de zorg en aandacht hebben gegeven die nodig was. Daarnaast wil ik expliciet de medewerkers die melding hebben gedaan bedanken. Ik realiseer mij dat Defensie hen hierin onvoldoende heeft gesteund. Door te melden hebben zij de organisatie beter willen maken. Hiervoor ben ik hen zeer erkentelijk.

Dit rapport maakt opnieuw emoties los. Daarom wens ik de nabestaanden en iedereen die dichtbij betrokkene heeft gestaan, veel sterkte met het verder verwerken van het verlies.

De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren