De individuele studietoeslag
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D06373, datum: 2024-02-20, bijgewerkt: 2024-03-28 17:05, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z02776).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Mohandis, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2024Z02776:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Gericht aan: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: M. Mohandis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z02776
Vragen van de leden Mohandis en Westerveld (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over de individuele studietoeslag (ingezonden 20 februari 2024).
Vraag 1
Hoe wordt in algemene zin omgesprongen met de toekenning van individuele studietoeslagen op grond van de Participatiewet?
Vraag 2
Klopt het dat de individuele studietoeslag niet wordt toegekend als studenten een gedeelte van hun curriculum (studie, stage) van een Nederlandse onderwijsinstelling in het buitenland doorbrengen, ook als het een verplicht onderdeel van het curriculum betreft en Nederland de vaste woon- en verblijfplaats blijft? Zo ja, waarom?
Vraag 3
Deelt u de mening dat in de gevallen waarin een ziekte of beperking structureel in de weg staat aan bijverdienste naast de studie en daarom een individuele studietoeslag wordt toegekend deze óók moet worden voortgezet bij studiegerelateerd verblijf in het buitenland? Zo nee, waarom niet?