Aanvulling Wob-besluit 2009 registratie mogelijke burgerslachtoffers in Afghanistan
Bestrijding internationaal terrorisme
Brief regering
Nummer: 2024D06394, datum: 2024-02-20, bijgewerkt: 2024-02-28 15:45, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27925-964).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Defensie
Onderdeel van kamerstukdossier 27925 -964 Bestrijding internationaal terrorisme.
Onderdeel van zaak 2024Z02786:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2024-02-29 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-07 13:59: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 964 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 februari 2024
Door een informatieverzoek van media is gebleken dat een geweldsaanwending met mogelijke burgerslachtoffers tijdens de Nederlandse inzet in Afghanistan nog niet eerder openbaar is gemaakt. Het gaat daarbij om een wapeninzet op 14 september 2007, waarbij mogelijk zes doden en twee gewonden zijn gevallen. Dit was niet in de registratie opgenomen die op 18 december 2009 door het Ministerie van Defensie via een Wob-besluit openbaar is gemaakt. Daarbij is ook aangegeven dat deze registratie mogelijk niet volledig was (Kamerstuk 27 925, nr. 403).
In het kader van transparantie over (mogelijke) burgerslachtoffers in het bijzonder hecht ik aan een goede informatiepositie van uw Kamer. De feiten over deze geweldsinzet worden daarom bij elkaar gebracht. Zodra dit proces is voltooid wordt u hierover geïnformeerd. Het OM is van deze ontwikkeling op de hoogte gesteld.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren