[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Staat van de oorlog in Europa

Europese Raad

Brief regering

Nummer: 2024D06651, datum: 2024-02-23, bijgewerkt: 2024-03-08 16:48, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-2019).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-2019 Europese Raad.

Onderdeel van zaak 2024Z02901:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

21 501-20 Europese Raad

Nr. 2019 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2024

Op 24 februari is het twee jaar geleden sinds de grootschalige militaire inval van Rusland in Oekraïne. De Russische agressieoorlog duurt al meer dan 10 jaar en is inmiddels verspreid over het land. Daarmee veroorzaakte het Russische regime onnoemelijk leed in Oekraïne: tienduizenden doden en gewonden, de ontvoering van duizenden Oekraïense kinderen naar Rusland – volledige vernietiging van dorpen en steden en een stroom van miljoenen vluchtelingen en ontheemden waren het gevolg. Ook heeft het Russische regime de veiligheidsorde in Europa ernstig geschaad. Het is de grootste geopolitieke inbreuk op internationale politieke en economische stabiliteit sinds de Tweede Wereldoorlog en een ongekende schending van de internationale rechtsorde.

De uitkomst van dit conflict bepaalt de toekomst van Nederland en Europa. Het is daarom essentieel om onze steun voort te zetten en Oekraïne te blijven steunen in zijn strijd voor vrijheid. Niet alleen de vrijheid van Oekraïne staat op het spel, ook onze gedeelde waarden en het mondiale vertrouwen in de internationale rechtsorde. Als Oekraïne deze oorlog verliest, zullen de kosten, zowel materieel als immaterieel, waarmee Nederland zal worden geconfronteerd vele malen hoger zijn dat het nu steunen van Oekraïne. Hierdoor zal tevens de veiligheidssituatie in de wereld verder onder druk komen te staan, met onder andere als gevolg een toename aan conflicten, migratiestromen en een negatieve impact op de wereldeconomie. Nederland heeft Oekraïne vanaf de eerste dag van deze grootschalige inval politiek, militair, economisch en humanitair ondersteund en zal dat ook blijven doen zo lang dat nodig is. In deze brief geven wij, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, aan hoe.

Inleiding

Oekraïne heeft sinds het begin van de invasie, en ook het afgelopen jaar, op buitengewoon indrukwekkende wijze standgehouden. Rusland heeft geen enkel verklaard strategisch doel behaald. Dat is in de eerste plaats de verdienste van de Oekraïners zelf; voor hun moed en doorzettingsvermogen kunnen wij alleen het diepste respect hebben. Hoewel het geplande tegenoffensief niet is gelopen zoals gehoopt, houdt Oekraïne stand tegenover een grote overmacht, zonder luchtoverwicht. Ook heeft Oekraïne Rusland onder druk kunnen zetten door strategische aanvallen ver achter de frontlinie. Bovendien is het land erin geslaagd effectief de Russische luchtmacht en zijn Zwarte Zeevloot terug te dringen.

De internationale steun speelt daarbij een cruciale rol. Onze steun doet ertoe en hoe we die in de toekomst vormgeven zal de uitkomst op het slagveld in grote mate bepalen. Nederland blijft zich, eensgezind met zijn bondgenoten en internationale partners, inzetten voor Oekraïne. De door Nederland geleverde militaire steun is door Oekraïne effectief ingezet en heeft hieraan bijgedragen. Tegelijkertijd heeft de Nederlandse bijdrage aan niet-militaire steun – op basis van fair share – een belangrijke rol gespeeld bij het overeind houden van de Oekraïense economie en het blijven functioneren van de samenleving. Nederland is voor Oekraïne uitgegroeid tot een zeer gewaardeerde en belangrijke partner.

Desondanks is een einde van de oorlog voorlopig niet in zicht. Vorig jaar in februari voorzag het kabinet als meest realistische scenario een langdurige uitputtingsoorlog. Nu, een jaar later, is dat dit nog steeds het meest waarschijnlijke scenario. Rusland houdt nog ca. 18% van Oekraïne bezet en er zijn geen indicaties dat het van plan is zijn agressie te stoppen. Integendeel, de omvorming van de Russische economie naar een oorlogseconomie en steeds nauwere militaire samenwerking met landen als Iran en Noord-Korea toont aan dat Rusland voorlopig geenszins van plan is de strijd te staken. Ook zoekt Rusland steeds opnieuw naar mogelijkheden om Westerse sancties te ontwijken. Het bestrijden van sanctieontwijking is een van de kabinetsprioriteiten in de onderhandelingen over verdere sancties.

De oorlog bedreigt zoals gezegd ook de veiligheid in Europa en de internationale rechtsorde. Dit is eens te meer het geval nu het Kremlin zijn oorlog in Oekraïne in toenemende mate afschildert als een voor Rusland existentiële strijd. Dit vormt een bedreiging voor onze vrijheid, veiligheid en manier van leven. Dit gaat gepaard met informatiemanipulatie en agressieve desinformatiecampagnes. Deze zijn gericht op het Westen om het draagvlak voor Westerse steun aan Oekraïne op termijn te ondermijnen, maar meer nog op het mondiale Zuiden. Gebruikmakend van antiwesterse sentimenten, poogt Rusland meer steun te verkrijgen, en steun aan Oekraïne-materieel en politiek – te voorkomen.

De steun aan Oekraïne is een investering in onze eigen veiligheid

Met de Russische invasie van Oekraïne is andermaal pijnlijk duidelijk geworden dat veiligheid en vrijheid niet vanzelfsprekend en gratis zijn. Elke euro die Nederland besteedt aan het verstevigen van een onafhankelijk, vrij en welvarend Oekraïne is een essentiële bijdrage aan investering in de veiligheid en welvaart van Nederland en Europa. Het zijn Oekraïners die strijden tegen Russische agressie en voor vrijheid en die daarvoor een hoge prijs betalen.

Ook als Rusland de oorlog in Oekraïne zou winnen, zou de Russische territoriale expansiedrift niet verdwijnen. Het Russische regime zal verder gaan om de Europese veiligheidsarchitectuur te ontwrichten, waardoor Europese partners en bondgenoten veel grotere investeringen in hun veiligheid zouden moeten doen. Verdergaande escalatie door Rusland zou bovendien grote gevolgen hebben voor de wereldeconomie, en daarmee ook op energierekeningen, de voedselprijzen en de opvang van nieuwe stromen vluchtelingen in Nederland. Rusland kan niet beloond worden voor het met geweld herschikken van grenzen. Het fundament onder de internationale rechtsorde is het respecteren van territoriale integriteit en soevereiniteit. Die principes liggen aan de basis van vrijheid en veiligheid – in Europa en wereldwijd. Daarom moet Nederland internationaal zijn verantwoordelijkheid blijven nemen, en gezamenlijk met internationale partners het maximale blijven doen om Oekraïne te ondersteunen. We hebben geen alternatief.

Huidige situatie

Ondanks de voortdurende indrukwekkende prestaties van de Oekraïense Krijgsmacht, de steun van buitenlandse partners en de bewonderenswaardige moed en doorzettingsvermogen van de Oekraïense bevolking, is de situatie op de grond nog steeds zeer zorgwekkend. Nog steeds verliezen dagelijks honderden burgers en militairen in Oekraïne hun leven, raken gewond, of zien hun huizen en bezit in puin veranderen. Dit alles is een rechtstreekse consequentie van de Russische agressie. Circa 6 miljoen Oekraïners verblijven als vluchteling in het buitenland. Ongeveer 4 miljoen zijn ontheemd in eigen land.

De bevolking in de Krim en in (de bezette delen van) Donetsk, Loehansk, Cherson en Zaporizja lijdt onder de voortdurende bezetting en onder de dagelijkse schendingen van mensenrechten die de Russische bezetter pleegt. Er zijn bovendien steeds meer bewijzen dat Rusland in de bezette gebieden overgaat tot het deporteren naar Rusland van Oekraïners (waaronder ook tienduizenden kinderen) uit die regio’s en het importeren van Russen en andere inwoners van Rusland naar die regio’s. Het beoogde doel, russificatie, blijkt ook uit het feit dat het in deze regio’s nu al onmogelijk wordt gemaakt om zonder Russisch paspoort gebruik te maken van essentiële sociale dienstverlening, zoals gezondheidszorg.

Oekraïne heeft Rusland zware verliezen toegebracht, aan het front, in de lucht en rond en in de Zwarte Zee. Evenwel staat de gehele frontlinie aan Oekraïense zijde sinds december 2023 onder druk. Desondanks zijn er, behoudens de val van Avdiivka, de afgelopen tijd weinig verschuivingen aan het front. Oekraïne blijft grote behoefte hebben aan materieel en met name (artillerie)munitie om effectief te kunnen opereren. Voortzetting en intensivering van steun vanuit Europa en de Verenigde Staten zijn daarom essentieel. Dat vraagt van ons een steeds grotere inspanning.

Het kabinet constateert dat internationale politieke wil en structurele investering nodig zijn om de defensieproductiecapaciteit op het gewenste niveau te krijgen, mede omdat er reeds veel materieel is geleverd uit voorraad. Een toename van de productiecapaciteit is ook nodig om Europese krijgsmachten te kunnen versterken. De ophoging van de productiecapaciteit zal in nauwe samenwerking en afstemming met partners en bondgenoten moeten gebeuren.

Ook financieel-economisch en sociaal-maatschappelijk heeft de Russische oorlog tegen Oekraïne grote gevolgen. Het Oekraïense begrotingstekort voor 2024 wordt door het IMF geschat op USD 40 mld. De aanhoudende Russische aanvallen hebben bovendien grote impact op de kritieke infrastructuur van Oekraïne, zoals de elektriciteitsvoorziening en de gezondheidszorg. Volgens de meest recente raming van de Wereldbank in het Rapid Damage Needs Assessment bedragen de kosten voor herstel en wederopbouw USD 486 miljard.1 De VN ramen de humanitaire noden in 2024 op USD 3,1 miljard.

Inmiddels heeft de Europese Raad een akkoord bereikt over macro-financiële steun van 50 miljard euro voor de periode 2024–2027. De autonome handelsmaatregelen bieden de Oekraïense economie een steun in de rug, door een deel van de negatieve economische consequenties van de Russische agressieoorlog te mitigeren. Ook hebben ze een versterkend effect op de bilaterale handel tussen de EU en Oekraïne. Tot slot dragen de maatregelen bij aan alternatieve handelsroutes om schaarse landbouwproducten uit Oekraïne uit te voeren. Dankzij deze en andere maatregelen zoals verzekeringsmechanismen, bereikte de Oekraïense graanuitvoer in december 2023 zijn hoogste punt sinds de grootschalige Russische invasie.

Een functionerende overheid en macro-economische stabiliteit zijn randvoorwaarden om de strijd tegen de Russische agressor op termijn vol te kunnen houden. Ze zijn bovendien relevant voor de bredere Europese en Nederlandse belangen, waaronder het belang dat er voor Oekraïners een toekomst is in eigen land, wat migratie beperkt. Snelle, substantiële en structurele inzet van de internationale gemeenschap is essentieel. Met de brede niet-militaire steun worden bijvoorbeeld salarissen van ziekenhuispersoneel en overheidspersoneel betaald en wordt kritieke infrastructuur zoals het energienetwerk hersteld.

Vredesformule

Het is aan Oekraïne, waartegen de agressie wordt gepleegd, om te bepalen of en wanneer de juiste voorwaarden zich voordoen om vredesonderhandelingen te starten. Vooralsnog zijn er geen tekenen dat Oekraïne dat opportuun acht. Dat is een begrijpelijk standpunt, gelet op de omstandigheid dat 18 procent van het land nog steeds is bezet en de bevolking aldaar te lijden heeft onder Russische wandaden als verkrachtingen, martelingen, willekeurige executies, verdwijningen en in het algemeen een totale afwezigheid van respect voor mensenrechten. Daarnaast is er geen enkele indicatie dat Rusland bereid is te goeder trouw te gaan onderhandelen. De regelmatige persberichten uit het Kremlin dat Rusland hier wel toe bereid zou zijn, lijken vooral onderdeel te zijn van de desinformatiecampagne, want deze berichten worden niet gestut door enige concrete uiting van concessiebereidheid. Van vredesonderhandelingen lijkt voorlopig dus geen sprake.

Niettemin wordt er op hoog niveau intensief over mogelijke paden naar vrede gediscussieerd. De zgn. Vredesformule, een tienpuntenplan van President Zelensky dat het raamwerk voor een duurzame en rechtvaardige vrede uittekent, heeft inmiddels al meer dan tachtig landen rond de tafel verenigd.

Nederland steunt actief het proces rondom de Vredesformule. Het plan is een door President Zelensky gestarte poging om een routebeschrijving naar een uiteindelijke, duurzame en rechtvaardige vredesakkoord te ontwikkelen, en wint aan kracht door het gestadig groeiend aantal landen dat aan het proces deelneemt. Daarnaast is het tot dusverre het enige internationale vredesinitiatief dat van bestaande basisprincipes van internationaal recht uitgaat, waarbij met name van belang is het verbod op geweld tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van een staat (het non-agressiebeginsel), zoals opgenomen in het VN-Handvest.

De Nederlandse hulpinspanningen: meer dan de som der delen

Nederland zal Oekraïne blijven steunen tegen de agressieoorlog van Rusland. Militaire steun gaat daarbij hand in hand met humanitaire en macro-financiële hulp bij urgent herstel van bijvoorbeeld kritieke infrastructuur; het opvoeren van sancties tegen Rusland; ondersteuning van het bestrijden van straffeloosheid van internationale misdrijven («accountability»); technische assistentie aan het Oekraïense pre-accessietraject tot de EU en diplomatieke druk op Rusland om zijn agressie te stoppen, onder andere door middel van de bovengenoemde Vredesformule. Al deze steuntrajecten moeten in samenhang worden bezien. Zij versterken elkaar: zonder veiligheid zijn wederopbouw of terugkeer van vluchtelingen niet mogelijk; duurzame vrede is niet mogelijk zonder compensatie van de slachtoffers van de Russische agressie.

Hieronder volgt per onderdeel van de steun een omschrijving daarvan.

Bilaterale veiligheidsovereenkomst met Oekraïne als signaal van langjarige steun

Om het langjarige commitment aan Oekraïne vast te leggen, ondertekende Nederland op 12 juli 2023, samen met inmiddels 31 andere landen en de EU de G7+ verklaring in Vilnius.2 In deze verklaring kondigen ondertekenaars aan Oekraïne op de lange termijn te blijven steunen, daarnaast dient de verklaring als raamwerk voor de bilaterale afspraken tussen individuele landen en Oekraïne over steun en toezeggingen. Inmiddels tekenden Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hun bilaterale veiligheidsovereenkomsten met Oekraïne. Ook de EU werkt aan veiligheidsarrangementen, met het Ukraine Assistance Fund als kernelement.

Binnenkort zal ook Nederland een bilaterale veiligheidsovereenkomst met Oekraïne tekenen. Met deze veiligheidsovereenkomst maakt Nederland duidelijk dat het Oekraïne tenminste de komende tien jaar zal blijven steunen. Dit is een duidelijk signaal van ons niet aflatend commitment aan Oekraïne, aan onze internationale partners en aan Rusland. Bovendien blijft Nederland hiermee in lijn met motie Piri en Veldkamp3, en de motie Podt en Boswijk4 internationaal een voortrekkersrol spelen in de steun aan Oekraïne.

De focus in deze politiek bindende veiligheidsovereenkomst ligt op samenwerking op het vlak van veiligheid, waaronder militaire steun voor de middellange en lange termijn, samenwerking voor het verstevigen van de defensie-industrie, het vergroten van de (cyber)weerbaarheid van Oekraïne en het versterken van de interoperabiliteit van het Oekraïense leger met de NAVO. Ook wordt aandacht besteed aan herstel en wederopbouw, het tegengaan van hybride dreigingen, waarheidsvinding en gerechtigheid voor alle slachtoffers van de oorlog, en de blijvende inzet op sancties om Rusland verder onder druk te zetten zijn illegale agressie te staken.

Militaire steun

Leveringen

Nederland heeft tot 7 februari 2024 ruim 2,8 mld. euro aan militaire goederen geleverd aan Oekraïne, inclusief financiële bijdragen aan internationale fondsen zoals het International Fund for Ukraine. Uw Kamer wordt hierover in de volgende leveringenbrief nader geïnformeerd. Bij de najaarsbesluitvorming heeft het kabinet een bedrag van 2 mld. euro gealloceerd uit algemene middelen voor militaire steun aan Oekraïne (Kamerstuk 36 045, nr. 171). Hiermee geeft Nederland invulling aan de acute Oekraïense behoefte op het gebied van munitie en instandhouding van geleverde platformen en systemen. De exacte besteding geschiedt in nauw overleg met Oekraïne en bondgenoten. Nederland maakt hierbij zo veel mogelijk gebruik van de expertise van onze krijgsmacht en de bedrijven die hier gespecialiseerd in zijn. Zo bouwen we kennis op, bijvoorbeeld op het gebied van drones, en zorgen we ervoor dat Nederland zich ook kan verweren tegen de dreigingen van de toekomst. Het is van belang in toenemende mate in te zetten op de interoperabiliteit van het materieel van de Oekraïense strijdkrachten met materieel dat bondgenoten gebruiken, om de Russische dreiging ook in de toekomst geloofwaardig af te schrikken.

Bondgenoten en internationale partners stemmen de leveringen af via de Ukraine Defence Contact Group (UDCG). Binnen dit forum hebben deelnemende landen verschillende Capability Coalitions opgericht, gericht op verschillende deelcapaciteiten van de Oekraïense krijgsmacht voor de kortere en langere termijn. Nederland geeft samen met Denemarken en de Verenigde Staten leiding aan de luchtmacht coalitie. Het kabinet heeft besloten 24 F-16-toestellen gereed te stellen voor levering aan Oekraïne.5 Daarnaast werkt Defensie in de luchtmacht coalitie aan een breed ondersteuningspakket met reserveonderdelen en munitie om de vliegtuigen inzetbaar te houden. De overstap van Sovjetmaterieel naar moderne wapensystemen is een zeer complex proces, waar landen in vredestijd meerdere jaren voor nodig hebben. Naast afwijkende training, zowel voor vliegers als monteurs, vergen deze moderne systemen een andere onderhoudsaanpak en is nieuwe infrastructuur benodigd. Het op orde krijgen van het gehele systeem is dan ook een belangrijke randvoorwaarde voor een succesvolle en duurzame inzet. Binnen de luchtmacht coalitie werken partners er hard aan dat Oekraïne zo snel mogelijk aan deze randvoorwaarden kan voldoen. De Nederlandse bijdrage aan dit internationale samenwerkingsverband is – naast het leveren van toestellen – gericht op het opleiden van vliegers. Daartoe is mede door Nederland het European F-16 Training Centre (EFTC) in Roemenië opgericht, waar tot 18 Nederlandse F-16’s zullen worden gestationeerd. Training van Oekraïense piloten kan daar plaatsvinden onder de vlag van de EU Military Assistance Mission Ukraine (EUMAM). Ook draagt Nederland bij aan training voor Oekraïense onderhoudsmonteurs in België.

Naast de inzet voor de luchtmacht coalitie neemt Nederland deel aan de coalities maritieme veiligheid, geïntegreerde luchtdoelraketverdediging, drones en IT. Nederland neemt als waarnemer deel aan de pantser, ontmijning en artillerie-coalities.

Vanuit de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility, EPF) is tussen 2022 en 2023 5,6 miljard euro vrijgemaakt om de Oekraïense strijdkrachten te ondersteunen. Dit bedrag dient als compensatie voor leveringen van militair materieel van EU-landen. Tot op heden ontvangt Nederland een deel van de EPF-bijdrage voor Oekraïne terug via declaraties voor bilateraal geleverde steun. Om deze militaire EU-steun te continueren zet Nederland zich ervoor in om een Ukraine Assistance Fund op te richten met 5 miljard euro voor 2024.

Trainingen

De aanhoudende oorlog maakt dat het blijven opleiden van Oekraïense militairen een absolute noodzaak is. Opleidingen stellen Oekraïense militairen in staat de door Nederland en andere partners en bondgenoten geleverde goederen en systemen goed te gebruiken en vergroten de overlevingskansen van de militairen.

Nederland heeft bijgedragen aan 24 verschillende trainingen. Dit zijn basistrainingen zoals Interflex6, specialistische opleidingen gekoppeld aan de levering van militaire goederen en systemen7, en collectieve compagnie-, bataljons- en staf- en leiderschapstrainingen via onder andere EUMAM Oekraïne. Via operatie Interflex zijn tot nu toe bijna 35.000 Oekraïense militairen getraind. Aan een training voor Oekraïense mariniers in het VK droeg Nederland in 2023 bij met in totaal circa tachtig militairen. In 2023 werden middels die training circa 1.000 Oekraïense mariniers getraind. Ook in 2024 draagt Nederland weer aan deze training bij, onder andere met training in Nederland. Ten slotte levert Nederland met twee trainers een doorlopende bijdrage aan medische trainingen in het VK.

In totaal hebben EU-lidstaten via EUMAM ruim 40.000 Oekraïense militairen getraind. Nederland blijft ook in 2024 doorlopend tot negen stafofficieren leveren aan de hoofdkwartieren van EUMAM, waaronder de plaatsvervangend commandant van het hoofdkwartier in Duitsland (ST-C). Ook zal Nederland materieel gerelateerde en specialistische trainingen en opleidingen, waaronder op medisch gebied, blijven aanbieden. EUMAM wordt gefinancierd middels de Europese Vredesfaciliteit. Met dit fonds worden lidstaten gestimuleerd om meer militaire steun aan Oekraïne te leveren onder andere door de levering van militair materieel door lidstaten aan Oekraïne deels te vergoeden en EUMAM gedeeltelijk te financieren. Binnen dit instrument is inmiddels circa 5.6 miljard euro vrijgemaakt voor militaire steun aan Oekraïne. De totale militaire steun van de EU en de individuele lidstaten aan Oekraïne over de afgelopen twee jaar is 28 miljard euro.

Naast het trainen van Oekraïense militairen, is het ook van belang om zelf lessen te trekken uit de oorlog in Oekraïne. Gesterkt door de motie Tuinman c.s.8 zal Defensie de geleerde lessen borgen in doctrines en opleidingen in nauw overleg met partners en bondgenoten.

Ook voor gewonde Oekraïense militairen en veteranen blijft Nederland zich inzetten. Voor zowel psychologische als fysieke klachten worden militairen en veteranen uit Oekraïne verzorgd in het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht en het Militair Revalidatie centrum in Doorn.

Versterken, afschrikken en verdedigen

De Russische invasie van Oekraïne leidt tot een steeds verdere verslechtering van de Europese veiligheidssituatie.

Kort na de invasie nam de NAVO al verschillende maatregelen om de veiligheid van het NAVO-verdragsgebied zeker te blijven stellen, waaronder de versterking en activatie van delen van de snelle reactiemacht van de NAVO (de NATO Response Force), de activering van de NAVO-standaardplannen voor de verdediging van het verdragsgebied en de ontplooiing van extra Battle Groups aan de zuidoostflank van het verdragsgebied. Ook herziet de NAVO de NAVO-commandostructuur, moderniseert het zijn troepenstructuur (het NATO Force Model) en werkt het verder aan de implementatie van het Concept for the Deterrence and Defence of the Euro-Atlantic Area (DDA) en de hieruit voortvloeiende militaire verdedigingsplannen.

De toetreding van Finland en de aanstaande toetreding van Zweden versterkt de NAVO en de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging verder. De uitvoering van het pakket aan militaire plannen en maatregelen dat bondgenoten hebben aangenomen in Vilnius vormt de komende jaren een grote uitdaging voor de NAVO en de krijgsmachten van bondgenoten. Het vereist aanvullende inspanningen van het bondgenootschap. Het voldoen aan de Defence Investment Pledge, waarmee bondgenoten in 2023 afspraken om structureel minimaal 2% van het bbp aan defensie besteden, is een cruciale randvoorwaarde voor de uitvoerbaarheid van de militaire plannen. In aanloop naar de NAVO-top in Washington in de zomer van 2024 wordt momenteel gewerkt aan concrete, nieuwe stappen om de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging verder te versterken.

Nederlandse paraatheid tegen Russische dreiging

De Veiligheidsstrategie9 voor het Koninkrijk der Nederlanden biedt het kader en de prioriteiten voor de versterking van de maatschappelijke weerbaarheid en paraatheid van Nederland. Vanuit deze kaders en prioriteiten werkt de NCTV samen met andere departementen en organisaties aan de Nederlandse voorbereiding op militaire dreigingen. De aanpak tegen statelijke dreigingen10, de versterkte aanpak vitale infrastructuur11, de Nederlandse Cybersecuritystrategie12 en het verminderen van risicovolle strategische afhankelijkheden13 zijn daar voorbeelden van. Daarnaast heeft de Staatssecretaris van Defensie, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, tijdens de begrotingsbehandeling van Defensie van 6 februari jl. een Kamerbrief toegezegd over wat er nodig is om de maatschappij voor te bereiden op een militaire dreiging en welke beleidskeuzes er zijn. In deze Kamerbrief zal ook meer informatie gegeven worden over het nationale deel van de motie die het lid Dassen heeft ingediend op 6 februari 2024.14 Verder vroeg uw Kamer 13 februari jl. (kenmerk 2024Z01965) hoe het kabinet uitvoering geeft aan de motie Nordkamp c.s. (36 410-X-48) over de versterking van de weerbaarheid van de samenleving tegen desinformatie. De voortgangsbrief «Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie» die de Minister en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op korte termijn naar de Kamer sturen, zal hier nader op ingaan.

In lijn met motie Dassen c.s. bereidt Nederland zich voor op verschillende scenario’s, ook binnen EU- en NAVO-verband. Binnen de Nederlandse ministeries, waaronder BZ, Defensie en de veiligheidsdiensten, worden voortdurend verschillende scenario’s uitgedacht, die aan de hand van de ontwikkelingen aan het front of in Rusland regelmatig worden bijgesteld. Daarnaast komen in gesprekken met onderzoeksinstituten mogelijke scenario’s en handelingsperspectieven aan bod. Het kabinet blijft de Kamer, met inachtneming van de noodzakelijke vertrouwelijkheid, informeren over onze inzet en welke afwegingen aan deze inzet ten grondslag liggen.

Ook binnen de NAVO en de EU wordt continu gewerkt aan voorbereiding op mogelijke veiligheidsdreigingen. Daarbij wordt uiteraard rekening gehouden met verschillende scenario’s,. Bijvoorbeeld tijdens de tweejaarlijkse Crisis Management Exercise, of de halfjaarlijkse Short-Notice Exercise. De geleerde lessen uit deze oefeningen worden verwerkt in de crisis- en verdedigingsplannen van de NAVO en ook van individuele bondgenoten. Vanwege de rubricering wordt in het openbaar niet gecommuniceerd over deze oefeningen.

Ook betrekken EU en NAVO elkaar bij hun crisisoefeningen via het Parallel And Coordinated Exercises (PACE-)concept. Tevens worden scenario’s ontwikkeld voor de snel-inzetbare EU-capaciteit (EU Rapid Deployment Capacity – RDC), die in 2025 operationeel moet zijn. Het kabinet zet binnen EU en NAVO verband in op nauwe samenwerking tussen beiden organisaties om mogelijke dreigingen effectief gezamenlijk te kunnen adresseren. De Russische invasie in Oekraïne heeft ook laten zien dat het open karakter van de economie ons kwetsbaarbaarheden met zich mee kan brengen. In de Veiligheidsstrategie van het Koninkrijk der Nederlanden 2023–2029 en recente risico- en dreigingsbeelden, zoals het Cybersecuritybeeld Nederland, het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2 en de Rijksbrede Risicoanalyse Nationale Veiligheid, is een aantal ontwikkelingen en dreigingen geïdentificeerd o.a. afkomstig van Rusland. Het kabinet zet in op het nemen van maatregelen om de dreiging te verminderen, statelijke actoren te ontmoedigen, en de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving te verhogen.15

Industrie

Om militaire steun aan Oekraïne door te blijven zetten en de gereedheid van onze eigen krijgsmacht te vergroten, zijn investeringen in Europese productiecapaciteit noodzakelijk. Via de EU wordt gewerkt aan het versterken van de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB), onder andere door middel van nieuwe EU-instrumenten Act in support of Ammunition Production (ASAP) en European Defence Industry Reinforcement through Common Procurement Act (EDIRPA). Met de EDIRPA-verordening wordt 300 mln. euro uit het EU-budget ingezet om gemeenschappelijke aanschaf van capaciteiten te stimuleren. Met de ASAP-verordening wordt 500 mln. euro uit het EU-budget ingezet om de Europese defensie-industrie te ondersteunen bij het opschalen van de productiecapaciteit. Tevens heeft de Europese Commissie aangekondigd begin maart 2024 een Europese Defensie-industrie Strategie (EDIS) en een bijhorend voorstel voor een Europees Defensie Industrieprogramma (EDIP) te presenteren. Deze moeten bijdragen aan het op de middellange- en lange termijn versterken van de (EDTIB).

De Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie spraken de verwachting uit dat het doel van levering van 1 miljoen artilleriegranaten aan Oekraïne eind 2024 gehaald zal worden. De Commissie verwacht dat de Europese productiecapaciteit van artilleriemunitie in maart 2024 is opgeschaald tot 1 miljoen granaten op jaarbasis. Eind 2024 zal dit getal zijn gestegen tot 1,4 miljoen.

Betere toegang van de defensie-industrie tot private financiering is ook van belang voor het onderzoek en innovatie en het opschalen van productiecapaciteiten. Daarom worden maatregelen genomen om toegang tot financiering te verbeteren. Op 12 januari jl. presenteerde de Commissie de Defence Equity Facility met daarin 175 mln. euro om investeringen in MKB-bedrijven in de defensiesector aan te jagen.

Ook binnen de NAVO wordt gewerkt aan het versterken van de defensie-industrie. Tijdens de NAVO top van 11 en 12 juli 2023 in Vilnius kwamen bondgenoten het Defense Production Action Plan (DPAP) overeen. Dit plan ziet onder andere toe op nauwere samenwerking tussen de NAVO en de defensie-industrie, vraagbundeling en het wegnemen van belemmeringen. Gezamenlijke aanschaf kan gefaciliteerd worden door het NATO Support and Procurement Agency (NSPA). Op initiatief van Nederland, Duitsland, Spanje en Roemenië zal via de NSPA een productielijn worden opgezet in Zuid-Duitsland om Patriot-rakketten te produceren. Ten behoeve van steun aan Oekraïne draagt Nederland via de NSPA bij aan geaggregeerde gezamenlijke inkoop van brandstof, reservedelen en IT-middelen. Ook draagt het bij aan het Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) fonds, waaruit niet-lethale steun aan de Oekraïense strijdkrachten wordt geleverd.

Om de multilaterale initiatieven om de Europese, waaronder de Nederlandse, defensie-industrie verder te versterken wordt door de nieuw opgerichte Taskforce Productiezekerheid gewerkt aan concrete voorstellen om de productie- en leveringszekerheid van militair materieel te vergroten ten behoeve van zowel onze eigen operationele gereedheid, als voor de militaire steun aan Oekraïne. Het doel is het versnellen van productie en het terugdringen van afhankelijkheden in EU- en NAVO-productieketens, en structurele opschaling van de industriële capaciteit rond technologiegebieden waar Nederland een comparatief voordeel heeft, ter vergroting van de open strategische autonomie van de EU. Daarnaast wordt gekeken welke randvoorwaarden de overheid moet scheppen om de versnelling van productie en het afschalen van strategische afhankelijkheden in EU te realiseren. Uw Kamer zal hierover binnenkort uitgebreider over geïnformeerd worden.

Niet-militaire hulp en steun voor herstel en wederopbouw

Sinds de grootschalige Russische inval in Oekraïne heeft Nederland naast militaire steun op verschillende andere manieren ook hulp geboden. In grote lijnen valt de niet-militaire steun uiteen in steun voor de Oekraïense begroting, humanitaire hulp en steun voor herstel en wederopbouw. Daarnaast levert Nederland een bijdrage aan verhoging van de cyberweerbaarheid van Oekraïne, en draagt het via de EU, NAVO en andere coalities actief bij aan het tegengaan van Russische informatiemanipulatie.

Financiële steun via de EU

Nederland draagt in EU-verband bij aan financiële steun aan Oekraïne. In 2022–2023 betrof dit in totaal 25,2 miljard euro aan macro-financiële bijstand, verleend op ad-hoc basis. Nederland droeg hier, net als andere lidstaten, aan bij via een garantstelling op basis van het relatieve Nederlandse aandeel in de EU-afdracht, die is gebaseerd op het bruto nationaal inkomen (bni). Daarmee heeft Oekraïne bijvoorbeeld salarissen van ziekenhuispersoneel en ambtenaren kunnen betalen.

Op 1 februari jl. bereikte de Europese Raad een historisch akkoord voor een meerjarig financieel steunpakket van 50 mld. euro voor 2024–2027. Dit betekent meer structurele en voorspelbare EU steun voor Oekraïne. Deze Oekraïne-faciliteit bestaat uit een combinatie van leningen tegen gunstige voorwaarden (33 mld. euro) en giften (17 mld. euro) en is gericht op herstel, wederopbouw en hervormingen in het licht van het EU-toetredingsproces. Gezien de urgente noden van Oekraïne is het van belang dat uitbetaling van de steun zo snel mogelijk start. Naast het EU-bedrag van EUR 50 mld. voor 2024–2027, blijftgrootschalige inzet van de internationale gemeenschap essentieel. Effectieve donorcoördinatie met derde landen en internationale financiële instellingen is daarom een aandachtspunt van het kabinet, evenals voldoende betrokkenheid van EU-lidstaten bij de aansturing van de faciliteit.

Financiële steun via het Internationaal Monetair Fonds (IMF)

Sinds maart 2023 heeft Oekraïne een IMF-programma, mede dankzij de inspanning van Nederland. Oekraïne is onderdeel van de Nederlands-Belgische kiesgroep bij het IMF, en wordt daarom door Nederland vertegenwoordigd in de Raad van Bewindvoerders van deze instelling. Daarnaast heeft Nederland – samen met een aantal andere G7+-landen – financing assurances aan het Fonds afgegeven. Hiermee heeft Nederland toegezegd Oekraïne de komende jaren te blijven steunen, zodat de houdbaarheid van de Oekraïense schuld en financiering van het financieringstekort gewaarborgd kan worden.

Specifiek heeft Oekraïne een Extended Fund Facility (EFF)-programma, met een looptijd van vier jaar en financiering van ongeveer EUR 12,6 mld. Het programma bevat daarnaast ook afspraken over macro-economisch beleid en hervormingen. Uitbetaling van de financieringstranches is conditioneel aan het halen van de voorafgaand afgesproken doelstellingen. Tot nu toe hebben twee «reviews» van het EFF-programma plaatsgevonden en heeft Oekraïne indrukwekkende resultaten laten zien. Het land heeft bijna alle doelstellingen op tijd gehaald, en boekt dus aantoonbaar vooruitgang met o.a. het versterken van belastinginkomsten en de aanpak van corruptie en fraude.

Humanitair

Op humanitair gebied droeg Nederland afgelopen jaar 20 miljoen euro bij aan het Ukraine Humanitarian Fund van de VN, waarmee onder meer ontheemde Oekraïners van eerste levensbehoeften zoals voedsel, water en onderdak werden voorzien. Het opblazen van de dam bij Nova Kakhovka in juni 2023 veroorzaakte grote overstromingen in het omliggende gebied, waardoor tientallen mensen om het leven kwamen en een nijpende humanitaire situatie ontstond.16 Nederland heeft direct bilateraal humanitaire hulpgoederen geleverd aan Oekraïne, in samenwerking met de Unie van Waterschappen en de Reddingsbrigade.

Ook in 2024 zijn de humanitaire noden hoog. In het Humanitarian Response Plan voor 2024 van de Verenigde Naties wordt USD 3.1 miljard gezocht om zo’n 8,5 miljoen mensen in Oekraïne te kunnen helpen. Het kabinet kondigde op 15 december jl. opnieuw een bijdrage (15 miljoen euro) aan het Ukraine Humanitarian Fund voor 2024.17

Herstel en wederopbouw

Sinds de start van de grootschalige invasie heeft Nederland in internationaal verband een prominente rol gespeeld op het terrein van steun voor herstel en wederopbouw. Aanhoudende Russische aanvallen op civiele objecten hebben ook in 2023 tot significante schade en verstoringen van kritieke infrastructuur geleid.

Het is kabinetsbeleid dat Nederland zijn «fair share» bijdraagt aan het adresseren van de herstel- en wederopbouwnoden in Oekraïne.18 Uitgangspunt bij het bepalen waar de Nederlandse steun voor herstel en wederopbouw naartoe gaat is de Rapid Damage Needs Assessment (RDNA) die wordt opgesteld door de Wereldbank, de VN, Oekraïne en de Europese Commissie.19 Volgens de meest recente update van 15 februari jl., bedragen de totale kosten voor herstel en wederopbouw van Oekraïne 486 miljard dollar.20 Dit is een forse stijging ten opzichte van de cijfers van maart 2023, toen de kosten op nog op 411 miljard dollar waren geraamd.

De noden van Oekraïne staan centraal in de Nederlandse inzet op herstel en wederopbouw. In lijn met de BHOS-strategie – Doen waar Nederland goed in is – beoogt Nederland daarnaast van meerwaarde te zijn op thema’s waar het de expertise op heeft. Mede op basis van inzichten uit de Nederlandse private sector wordt specifiek binnen de Nederlandse (bedrijfsleven) inzet extra focus aangebracht op de thema’s gezondheidszorg, water en landbouw. Daartoe zijn in 2022 publiek-private platforms opgericht en is een Speciaal Gezant voor Bedrijfsleven en Wederopbouw aangesteld die in november een Nederlandse handelsdelegatie leidde tijdens de Rebuild Ukraine conferentie in Warschau In 2023 kondigde Nederland de Ukraine Partnership Facility aan, die Nederlandse bedrijven en maatschappelijke organisaties in staat stelt projecten met een Oekraïense partner te ontplooien. Ook zet Nederland in op het op orde brengen van de randvoorwaarden voor de bijdrage van de private sector aan de wederopbouw, via de exportkredietverzekering (EKV) die in 2023 werd aangekondigd.

Mede op basis van de omvang van de Nederlandse steun, is Nederland sinds februari 2024 toegelaten als (tijdelijk) lid van het Steering Committee van het G7 Multi-Agency Donor Coordination Platform (MDCP), het donorcoördinatieplatform voor hulp aan Oekraïne. In het MDCP zijn de G7-landen, de Internationale Financiële Instellingen en de belangrijkste donoren en partnerorganisaties van Oekraïne vertegenwoordigd.

In 2023 en 2024 heeft de Nederlandse steun voor herstel en wederopbouw vorm gekregen in vier steunpakketten.21 Deze bijdragen komen ten goede aan het herstel van kritieke infrastructuur, zoals de energievoorziening, huisvesting en transportinfrastructuur. Daarbij is een groot deel gekanaliseerd via internationale financiële instellingen (IFI’s), zoals de Wereldbank (WB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD), vanwege de efficiëntie en de safeguards die deze instellingen bieden op het gebied van anti-corruptie. Dankzij een bijdrage van Nederland en Noorwegen aan nationale gasdistributeur Naftogaz via de EBRD heeft Oekraïne ca. 400 mln. kubieke meter gas kunnen inkopen voor licht, warmte en stroom voor huishoudens en ziekenhuizen. Ook ontving de Oekraïense spoorbeheerder de noodzakelijke machines en uitrustingen voor herstel van spoorwegen. Bilateraal heeft het Ministerie van Economische Zaken doorlopend onderdelen geleverd ten behoeve van het herstel van het Oekraïense elektriciteitsnetwerk: in 2023 zijn 126 truckladingen met onderdelen geleverd voor het Oekraïense elektriciteitsnet. Daarnaast is Oekraïne vorig jaar lid geworden van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa. Door middel van een kapitaalsverhoging waar Nederland een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd, zullen er dit jaar sociale ontwikkelingsprojecten in Oekraïne kunnen worden gestart.

Een centrale uitdaging in de herstel- en wederopbouwopgave is humanitaire ontmijning. Oekraïne is momenteel het meest door explosieven vervuilde land ter wereld. Door bijdragen aan (humanitaire) ontmijningsorganisaties zijn landmijnen en explosieven rondom tientallen schole2n en speeltuinen in de provincies Kyiv, Tsjernihiv en Soemy onschadelijk gemaakt. Ook is 21.000 km landbouwgrond ontmijnd. In 2023 kondigde Nederland een partnerschap aan met UNDP, waarmee de ontmijningscapaciteit van de Special Emergency Services of Ukraine (SESU) wordt uitgebreid.

Internationale steun via de OVSE

Nederland is een van de grootste donoren van het OSCE Support Programme for Ukraine (SPU). Met dit extra-budgettaire programma ter waarde van in totaal 28,7 miljoen euro wordt de OVSE-veldmissie in Oekraïne gefinancierd. De OVSE implementeert op dit moment 20 projecten op het gebied van rechtsstaat en mensenrechten, democratisering en goed bestuur, Human Security, economie en milieu en op politiek-militair terrein. Hierdoor konden onder meer juristen worden getraind, een dialoog over professionele journalistieke standaarden worden bevorderd, trainingen voor politieagenten over cybercrime onderzoek worden georganiseerd, en autoriteiten ondersteund bij het opstellen van mijnactiestandaarden.

Cybersteun

De oorlog die wordt uitgevochten is ook een digitale. Zowel voor als na de invasie hebben Russische cyberoperaties significante impact gehad op het vermogen van Oekraïne om zich te verdedigen. Deze aanvallen kunnen door spillover effecten ook leiden tot ontwrichting in Nederland. Het is daarom belangrijk een actieve bijdrage te leveren aan de Oekraïense cyberweerbaarheid. Daarom verstrekte het Ministerie van Buitenlandse Zaken tot op heden 2,4 miljoen euro financiële steun aan cybersecuritybedrijven die Oekraïense overheidsinstellingen helpen beveiligen, bijvoorbeeld door het mitigeren van cyberincidenten, het verlenen van softwarelicenties en het trainen van IT-personeel.

Naast acute steun voor verdediging tegen Russische cyberoperaties wordt op diplomatiek front ook gewerkt aan het verbeteren van donorcoördinatie. Nederland is onderdeel van het Tallinn Mechanisme, een samenwerkingsverband van de tien grootste donoren op cybergebied plus de EU en NAVO, dat als doel heeft cybersteun aan Oekraïne effectiever te maken. Het mechanisme coördineert niet-militaire cybersteun.

Om het belang dat Nederland hecht aan de verbetering van de Oekraïense cyberweerbaarheid te onderstrepen, is eind 2023 aangekondigd dat er in 2024 3 miljoen euro aanvullend vrij wordt gemaakt voor cybersteun aan Oekraïne. Op dit moment wordt, in nauwe afstemming met andere betrokkenen bij het Tallinn Mechanisme, bezien hoe dat precies besteed gaat worden.

Accountability

In het kader van punt 7 (restoring justice) van de Vredesformule van de Oekraïense president Zelensky speelt Nederland een voortrekkersrol op het gebied van accountability voor schendingen van het internationaal recht begaan in Oekraïne. Hierover staat Nederland in nauw contact met Oekraïne, de EU, het Internationaal Strafhof (ICC) en andere internationale spelers. De Russische agressie en flagrante schendingen van het internationaal recht bedreigen niet alleen Oekraïne maar vormen ook een bedreiging voor de internationale rechtsorde. De Nederlandse accountability inzet loopt op de onderstaande vier sporen:

Ten eerste, steun aan nationale opsporing en vervolging van internationale misdrijven door Oekraïne. Daartoe heeft Nederland 9 miljoen euro vrijgemaakt voor een project ter ondersteuning van de Oekraïense justitiële sector. Ook de OVSE assisteert Oekraïne – met Nederlandse steun – bij het versterken van de expertise in de justitiële sector en van het maatschappelijk middenveld om oorlogsmisdrijven o.a. te documenteren. Via de Europese Adviesmissie (EUAM) in Oekraïne draagt Nederland tevens personeel, waaronder ook politiefunctionarissen, bij aan versterking van de justitiële keten. Het kabinet stelde in december 2023 8 miljoen euro beschikbaar aan EUAM voor financiering van een project ter ondersteuning van veiligheidsautoriteiten ter stabilisering van recent bevrijde en daaraan grenzende gebieden.

Ten tweede, opsporing en vervolging van internationale misdrijven op internationaal niveau, inclusief het misdrijf agressie. Op 3 juli 2023 is het International Centre for the Prosecution of the Crime of Aggression (ICPA) van start gegaan in Den Haag. Hier doen aanklagers uit verschillende landen samen onderzoek naar het misdrijf agressie ter voorbereiding op latere nationale of internationale strafprocedures. Daarnaast blijft het kabinet bereid om gastvrijheid te verlenen aan een mogelijk op te richten agressietribunaal mits daar (a) brede internationale politieke en financiële steun voor is, (b) het de werkzaamheden van het ICC niet zal ondermijnen en (c) er voldoende capaciteit voor Nederland als gastland, waaronder voldoende financiële dekking, is om zo’n tribunaal te huisvesten. Nederland neemt actief deel aan discussies over het tribunaal die voornamelijk plaatsvinden in de kerngroep van meer dan 30 landen. Nederland heeft in 2023 (als in 2022) twee forensische onderzoeksmissies van de Koninklijke Marechaussee onder de vlag van het ICC naar Oekraïne gestuurd, aangevuld met experts van andere defensieonderdelen en deskundigen uit Tsjechië en België. Ook zijn er twee Nederlandse politieambtenaren gedetacheerd bij het ICC waar zij, vanuit hun kennis van forensische expertise, een bijdrage leveren aan strafrechtelijk onderzoek naar oorlogsmisdaden. Bovendien ondersteunt Nederland het Parket van de Aanklager van het Internationaal Strafhof bij onderzoeken naar internationale misdrijven, waaronder in Oekraïne.

Hiertoe organiseerde het Ministerie van Justitie en Veiligheid met het Verenigd Koninkrijk op 20 maart een internationale conferentie. Tijdens de conferentie zegde Nederland 1 miljoen euro toe.

Ten derde compensatie voor geleden oorlogsschade. Het tijdens de Top van de Raad van Europa in Reykjavik opgerichte schaderegister voor Oekraïne is in juli 2023 Den Haag van start gegaan. Het schaderegister verwacht binnenkort te kunnen beginnen met het daadwerkelijk ontvangen, behandelen en registeren van schadeclaims van Oekraïense burgers, bedrijven en overheden. Over de kernelementen van een volledig compensatiemechanisme, waarvan het schaderegister de eerste stap is, zijn inmiddels de eerste gesprekken gestart met de belangrijkste betrokken landen, waaronder Oekraïne en Nederland.

Ten vierde het internationaal op de agenda houden van en coördineren van de verschillende accountability-initiatieven. Dit wordt onder andere gestimuleerd middels de Dialogue Group on Accountability for Ukraine, een coördinatiemechanisme dat voortvloeit uit de Oekraïne Accountability Conferentie die in juli 2022 in Den Haag plaatsvond en waarvan het secretariaat in januari 2024 in Kyiv van start is gegaan.

Om voortuitgang te stimuleren en internationale politieke steun vast te leggen op bovenstaande vier sporen zal Nederland samen met Oekraïne en de Europese Commissie een internationale ministeriële conferentie over gerechtigheid voor Oekraïne organiseren op 2 april in Den Haag.

Sancties

Nederland speelt een voortrekkersrol binnen de tot nu dertien sanctiepakketten die de EU heeft aangenomen naar aanleiding van de Russische agressie tegen Oekraïne. Deze sancties hebben tot doel het Russische vermogen om de oorlog voor te zetten in te perken en aan de aanvalsoorlog voor Rusland een hoge prijs te verbinden. De reeds ingestelde sancties kosten Rusland nu al heel veel geld. Op dit moment is ongeveer 300 miljard euro aan tegoeden van de Russische Centrale Bank geblokkeerd in de EU en de G7. Het kabinet steunt de G7-verklaring die stelt dat deze Russische tegoeden bevroren blijven totdat de Russische Federatie bijdraagt aan de schade die het heeft aangericht in Oekraïne. Voor het kabinet staat ook vast dat Rusland linksom of rechtsom zal moeten betalen voor de schade die het aanricht. Mede in dat licht verwelkomt het kabinet de stappen die de EU heeft gezet om buitengewone rente die geïmmobiliseerde Russische Centrale Banktegoeden genereren opzij te zetten, in een eerste stap richting het afromen van deze rente ten behoeve van steun aan Oekraïne. Het kabinet blijft inzetten op snelle vervolgstappen. Daarnaast is ruim 21 miljard euro aan private tegoeden bevroren. Naar schatting van de Europese Commissie valt zo’n 90 miljard euro aan waarde van de vooroorlogse Russische export naar de EU onder EU-sancties. Met het prijsplafond op olie zorgen we dat Rusland ook op de wereldmarkt veel minder kan verdienen. Al dit geld kan Rusland nu niet gebruiken voor de oorlogsindustrie.

Tegelijkertijd moeten we het incasseringsvermogen van Rusland niet onderschatten. Rusland heeft de afgelopen twee jaar een belangrijk deel van zijn reserves aangewend om enorme investeringen in de oorlogsindustrie te doen. De Russische federale uitgaven aan defensie zijn ruimschoots verdrievoudigd ten opzichte van 2021. Naar schatting geeft de Russische federale overheid nu een derde van haar budget uit aan de oorlog in Oekraïne. Dit vertekent de BBP-cijfers en zo lijkt het op papier alsof de Russische economie relatief goed draait. De oorlogseconomie onttrekt echter arbeid en kapitaal uit de burgereconomie. Dit erodeert het verdienvermogen van Rusland op de lange termijn. De inflatie in Rusland loopt op, ondanks inspanningen van de Centrale Bank om de inflatie met een hoge rente omlaag te brengen. De Russische overheid lijkt zich weinig aan te trekken van de schade aan de burgereconomie en zich economisch voor te bereiden op een langdurige confrontatie met het westen. Ook blijft Rusland creatief in het omzeilen van sancties. Daarom is het belangrijk om waar mogelijk de druk te blijven opvoeren door het verder aanscherpen van de sancties, strikte handhaving en het tegengaan van sanctie-omzeiling. Het kabinet is ambitieus in het instellen van nieuwe sancties en beperkende maatregelen waarbij alle mogelijkheden op tafel moeten liggen. Prioriteiten hierin zijn het direct raken van het oorlogvoerende vermogen van Rusland door maatregelen tegen het militair-industrieel complex, het verminderen van het verdienvermogen van Rusland op de lange termijn en het tegengaan van omzeiling via derde landen. Op dit laatste vlak is als onderdeel van het elfde pakket een nieuw instrument ingesteld waarmee exportbeperkingen kunnen worden opgelegd aan entiteiten in derde landen die betrokken zijn bij omzeiling. Tot slot zet het kabinet ook in op het op sanctielijst plaatsen van personen en entiteiten die betrokken zijn bij schendingen van internationaal humanitair recht in de context van de Russische agressie tegen Oekraïne.

Het kabinet is, in lijn met de motie Dobbe c.s.22, bovendien voorstander van spoedige vervolgstappen ten aanzien van de bijzondere inkomsten uit geïmmobiliseerde tegoeden van de Russische Centrale Bank. Voorop staat dat Rusland zal moeten betalen voor de schade die het aanricht in Oekraïne. In deze discussie hanteert het kabinet het standpunt dat ambitie, zorgvuldigheid en internationale samenwerking samen moeten gaan.

EU-uitbreiding

De Europese Raad van 14 en 15 december 2023 besloot de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne te openen. Het kabinet erkent de inspanningen van Oekraïne om hervormingen door te voeren onder zeer moeilijke omstandigheden. De voortgang van Oekraïne in het EU-toetredingsproces zal afhangen van de eigen merites, onder andere op het gebied van de rechtsstaat en corruptiebestrijding. Het kabinet blijft strikt, fair en betrokken ten aanzien van EU-uitbreiding. Via het Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI), het Nederlandse Matra-programma, het actieplan Oekraïne van de Raad van Europa en binnenkort de Oekraïne-faciliteit ondersteunen de EU en Nederland de hervormingsprocessen in Oekraïne.

Conclusie

President Zelensky deed op de Münchense Veiligheidsconferentie (17–18 februari jl.) de inmiddels gevleugelde uitspraak «Vraag niet aan Oekraïne wanneer de oorlog eindigt, maar vraag uzelf af hoe het kan dat Poetin deze oorlog kan voortzetten». Het is immers duidelijk dat Oekraïne deze oorlog niet begonnen is en niets bij deze oorlog te winnen heeft. De Russische agressie is niet alleen een existentiële dreiging voor Oekraïne, maar ook een bedreiging voor onze vrijheid, veiligheid en manier van leven. De Russische agressie zal niet vanzelf stoppen; deze kan alleen met steun van de internationale gemeenschap beëindigd worden. Indien de Russische agressie geen halt toe kan worden geroepen, zal dit vergaande consequenties hebben voor de veiligheid van Nederland, Europa en de NAVO. Het is om deze reden dat het kabinet streeft naar solide, voor meerdere jaren voorziene hulp aan Oekraïne op zowel militair als niet-militair gebied. Opdat Oekraïne niet alleen de wapens en munitie heeft om mee te vechten, maar ook de middelen om als land en volk voort te bestaan. Het kabinet werkt aan een nadere invulling van dit politieke commitment, en dit zal mede betrokken worden bij de budgettaire besluitvorming. Dit is niet alleen het juiste om te doen, maar ook niets meer en niets minder dan in het Nederlands belang.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot

De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen


  1. Zie: https://documents.worldbank.org/en/publication/documents-reports/documentdetail/099021324115085807/p1801741bea12c012189ca16d95d8c2556a.↩︎

  2. Zie https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2023/07/12/g7-joint-declaration-of-support-for-ukraine/; Zie ook verslag NAVO Top in Vilnius van 11 en 12 juli, d.d. 18 juli 2023, Kamerstuk 28 676, nr. 440.↩︎

  3. Motie van de leden Piri en Veldkamp (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1993) over uitspreken dat Nederland een voortrekkersrol moet blijven spelen in het steunen van Oekraïne.↩︎

  4. Motie van de leden Podt en Boswijk (Kamerstuk 36 410 X, nr. 49) over uitspreken dat het voor de veiligheid en stabiliteit in Europa nodig is om Oekraïne zo lang als nodig en minimaal op hetzelfde niveau militair te steunen.↩︎

  5. Kamerstuk 36 045, nr. 173 van 23 december 2023 en Kamerstuk 22 054, nr. 400 van 5 februari 2024.↩︎

  6. Kamerbrief Nieuwe Nederlandse militaire bijdrage aan Oekraïense luchtverdediging (Kamerstuk 36 045, nr. 136 d.d. 20 januari 2023), Kamerbrief verslag NAVO DMM en UDCG van 11 en 12 oktober 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 445).↩︎

  7. Bijvoorbeeld Leopard 2 tanks (Kamerstuk 36 045, nr. 157) of de Alkmaarklasse mijnenjagers (Kamerstuk 22 054, nr. 386).↩︎

  8. Motie van het lid Tuinman c.s. (Kamerstuk 36 410 X, nr. 51) over het inrichten van een leerproces dat continu de Oekraïense oorlog monitort.↩︎

  9. Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden | Publicatie | Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (nctv.nl).↩︎

  10. Aanpak statelijke dreigingen, Kamerstuk 30 821, nr. 175.↩︎

  11. Kamerbrief Versterkte aanpak vitale infrastructuur, Kamerstuk 30 821, nr. 182.↩︎

  12. Nederlandse Cybersecuritystrategie 2022–2028 | Publicatie | Nationaal Cyber Security Centrum (ncsc.nl).↩︎

  13. Kamerbrief over voortgang kabinetsaanpak risicovolle strategische afhankelijkheden, Kamerstuk 30 821, nr. 204.↩︎

  14. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2825.↩︎

  15. Kamerbrief over aanpak statelijke dreigingen en aanbieding dreigingsbeeld statelijke actoren 2, Kamerstuk 30 821, nr. 175.↩︎

  16. United Nations Environmental Programme, Rapid Environmental Assessment of Kakhovka Dam Breach Ukraine, 25 oktober 2023 https://wedocs.unep.org/bitstream/handle/20.500.11822/43696/Kakhovka_Dam_Breach_Ukraine_Assessment.pdf?sequence=3&isAllowed=y.↩︎

  17. Kamerbrief Eerste Steunpakket Oekraïne 2024, 15 december 2023, Kamerstuk 36 045, nr. 172.↩︎

  18. Vastgelegd in Kamerbrief «Stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne» van 27 september 2022, Kamerstuk 36 045, nr. 113.↩︎

  19. Energie-infrastructuur, huisvesting, kritieke infrastructuur, steun aan de private sector en humanitaire ontmijning waren voor 2023 de vijf prioriteiten voor herstel en wederopbouw in OEK zoals vastgesteld in de Rapid Damage Needs Assessment (RDNA) van de Wereldbank.↩︎

  20. https://documents.worldbank.org/en/publication/documents-reports/documentdetail/099021324115085807/p1801741bea12c012189ca16d95d8c2556a.↩︎

  21. Kamerbrief Eerste Steunpakket Oekraïne 2024, 15 december 2023, 36 045, nr. 172. Kamerbrief Derde Steunpakket Oekraïne, 6 oktober 2023, Kamerstuk 36 045, nr. 169. Kamerbrief Tweede Steunpakket Oekraïne, 4 juli 2023, Kamerstuk 36 045, nr. 165. Kamerbrief Eerste Steunpakket Oekraïne, 3 april 2023, Kamerstuk 36 336, nr. 3.↩︎

  22. Motie van het lid Dobbe (Kamerstuk 36 140-V) over de bevroren Russische tegoeden inzetten voor de wederopbouw van Oekraïne en het onder druk zetten van Rusland om de agressie te staken.↩︎