Antwoord op vragen van de Kamerleden Vondeling en Crijns over het bericht dat uithuisplaatsingen van kinderen stilzwijgend worden verlengd
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D06927, datum: 2024-02-27, bijgewerkt: 2024-02-27 16:16, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1105).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van zaak 2024Z01387:
- Gericht aan: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Gericht aan: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: M. Vondeling, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.P. Crijns, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1105
Vragen van de leden Vondeling en Crijns (beiden PVV) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat uithuisplaatsingen van kinderen stilzwijgend worden verlengd (ingezonden 30 januari 2024).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 27 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1074.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Uithuisplaatsingen van kinderen mogen niet langer stilzwijgend worden verlengd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe vaak worden er uithuisplaatsingen en/of ondertoezichtstellingen verlengd zonder dat er een zitting in een rechtbank aan te pas komt?
Antwoord 2
In de periode 2020–2023 werden jaarlijks ongeveer 12.000 verlengingsverzoeken ingediend, waarvan gemiddeld iets minder dan 4.000 verzoeken zonder zitting werden afgedaan. Procentueel gaat het om iets minder dan 30% van deze zaken die in de periode 2020–2023 zonder zitting is afgedaan. Er kunnen verschillende redenen ten grondslag liggen aan het zonder zitting afdoen van een zaak.
Vraag 3
Vindt u het ook zorgelijk dat ouders de kans om de verlenging van een kinderbeschermingsmaatregel aan te vechten mislopen doordat zij de zogenaamde meldbrief die zij toegestuurd horen te krijgen, niet ontvangen, niet lezen of niet begrijpen?
Antwoord 3
Ja, dat vind ik zorgelijk. Ouders en belanghebbenden moet een effectieve toegang tot het recht worden geboden. Ook de rechtspraak vindt dit vanzelfsprekend van groot belang. Het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en jeugdrecht (LOVF) heeft in overleg met mijn ministerie aangegeven hoge prioriteit te geven aan het zoeken naar een alternatief voor de huidige procedure met de meldbrief. Met dit alternatief wordt in de eerste plaats beoogd de rechtsbescherming van ouders en kinderen en hun effectieve toegang tot de rechter beter te waarborgen en tegelijkertijd negatieve neveneffecten zo veel mogelijk te voorkomen. Denk daarbij aan de ervaren emotionele belasting van een zitting voor ouders terwijl een zitting voor hen niet had gehoeven, een (druk- bezette) jeugdzorgmedewerker die op zitting komt terwijl de ouders er niet zijn, of het verlies aan zittingscapaciteit voor zaken waarin de ouder niet verschijnt.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er nooit sprake mag zijn van een stilzwijgende verlenging van een traumatische maatregel, zoals de uithuisplaatsing van een kind?
Antwoord 4
Daar ben ik het mee eens. En dat gebeurt ook niet. Het is de kinderrechter die uiteindelijk beslist of een zitting wordt gehouden. Daartoe maakt hij bij ieder verzoek opnieuw de afweging of hij op basis van de beschikbare informatie in de stukken geïnformeerd en onderbouwd kan beslissen op het verzoek. Ook als een zaak zonder zitting wordt afgedaan is dus geen sprake van een stilzwijgende verlenging.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het hier gaat om een buitenwettelijke procedure? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De meldbrief procedure heeft als grondslag het Procesreglement Civiel jeugdrecht (hierna Pcj). Artikel 6.1 van het Pcj luidt: op een door de GI ingediend verlengingsverzoek (van een ondertoezichtstelling en/of een uithuisplaatsing) alsmede op een door de GI ingediend verzoek tot vervanging van de GI door een andere GI, kan de rechtbank aan verzoeker en belanghebbende(n) de vraag voorleggen of door hen een mondelinge behandeling ter zitting wordt gewenst en, zo ja, dat binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk dan wel mondeling aan de rechtbank kenbaar te maken. De brief waarin deze vraag wordt voorgelegd (meldbrief) wordt aan belanghebbende(n) gestuurd. Ingeval zich voor belanghebbende(n) een advocaat heeft gesteld, wordt de meldbrief per gewone post aan de advocaat gestuurd. Indien iedere reactie uitblijft, zal een mondelinge behandeling achterwege blijven en wordt het verzoek op de stukken afgedaan, tenzij de kinderrechter termen aanwezig acht toch een mondelinge behandeling te gelasten.
Vraag 6
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de stilzwijgende verlenging van een uithuisplaatsing of ondertoezichtstelling wordt gestopt?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 3.
Het LOVF zoekt naar een alternatief voor de meldbriefprocedure in de huidige vorm, mede ook naar aanleiding van het reflectierapport «Recht doen aan kinderen en ouders».
AD, 29 januari 2024, Uithuisplaatsingen van kinderen mogen niet langer stilzwijgend worden verlengd (www.ad.nl/binnenland/advocaten-starten-proefproces-over-stilzwijgend-verlengen-uithuisplaatsing-kind~a96d0ea3/#:~:text=%C2%A9%20Arie%20Kievit-,%27Uithuisplaatsingen%20van%20kinderen%20mogen%20niet%20langer%20stilzwijgend%20worden%20verlengd%27,rechters%20die%20dit%20mogelijk%20maken.).↩︎