Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2023-2024

36 036 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met het verbeteren van de bestrijding van heling, witwassen en de daaraan ten grondslag liggende vermogensdelicten

Nr. 10 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 maart 2024

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 437, vierde lid, wordt «Met dezelfde straf» vervangen door «Met dezelfde straf als bedoeld in het eerste lid,» en wordt «de persoon, bedoeld in het eerste lid,» vervangen door «de persoon, bedoeld in dat lid,».

2. Aan artikel 437 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

8. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor het verwerken van gegevens in het bestand, bedoeld in het eerste lid, onder a.

B

Aan artikel 437ter wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het verwerken van de gegevens in de voorziening, bedoeld in het tweede lid.

Toelichting

Deze nota van wijziging heeft tot doel te voorzien in een delegatiegrondslag voor het verwerken van gegevens in het Digitaal opkopersregister (DOR), dat is het bestand, bedoeld in het voorgestelde artikel 437, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht (Sr), en in het Digitaal opkopersloket (DOL), dat is de voorziening, bedoeld in het voorgestelde artikel 437ter, tweede lid, Sr. Op dit moment biedt het bij het onderhavige wetsvoorstel aangepaste artikel 437, eerste lid, Sr alleen maar de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen over de gegevens die een opkoper van of een handelaar in de bij die maatregel aangewezen categorieën van gebruikte of ongeregelde goederen in het DOR dient te registeren en welke regels hij daarbij in acht dient te nemen. Verder voorziet het eerste lid, onder b, van het voorgestelde artikel 437 Sr in de verplichting dat die opkoper of handelaar in het DOR de identificerende persoonsgegevens verwerkt van degene van wie hij die goederen heeft verkregen. Hoewel dat wel de bedoeling was, is in het voorgestelde artikel 437 Sr echter abusievelijk nagelaten ook een delegatiegrondslag op te nemen om bij algemene maatregel van bestuur de verwerkingsverantwoordelijke voor het DOR aan te wijzen, voor het vernietigen van de in dat bestand verwerkte (persoons)gegevens na ommekomst van een termijn van vier jaar een regeling te treffen en de toegang tot of het gebruik van het DOR door daartoe bevoegde ambtenaren te regelen (zie voor achtergrondinformatie over die onderwerpen de paragrafen 1.4.1 en 1.4.2 en de toelichting in hoofdstuk 2). Datzelfde geldt in overeenkomstige zin ook voor het DOL. Het bij onderdeel A, onder 2, van deze nota van wijziging aan artikel 437 Sr toegevoegde achtste lid en het bij onderdeel B van deze nota van wijziging aan artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht toegevoegde vierde lid voorzien alsnog in de benodigde delegatiegrondslagen.

In de tweede plaats strekt deze nota van wijziging ertoe om in het voorgestelde artikel 437, vierde lid, Sr enkele wijzigingen aan te brengen die louter van redactionele aard zijn.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeșilgöz-Zegerius