[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorhang Ontwerpbesluit grondslag verplicht elektronisch procederen in civiele zaken

Rechtsstaat en Rechtsorde

Brief regering

Nummer: 2024D08177, datum: 2024-03-05, bijgewerkt: 2024-03-21 14:17, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-839).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -839 Rechtsstaat en Rechtsorde.

Onderdeel van zaak 2024Z03450:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 839 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2024

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot de grondslag van het verplicht elektronisch procederen in civiele zaken (Besluit grondslag verplicht elektronisch procederen in civiele zaken). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 33, vijfde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Deze termijn eindigt op 5 april 2024.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind