Amendement van de leden Sneller en Lahlah over visueel toezicht als optie in plaats van als standaard
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie
Amendement
Nummer: 2024D08387, datum: 2024-03-06, bijgewerkt: 2024-03-13 08:44, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36372-13).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: A. Lahlah, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36372 -13 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie.
Onderdeel van zaak 2024Z03585:
- Indiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A. Lahlah, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 372 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie
Nr. 13 AMENDEMENT VAN DE LEDEN SNELLER EN LAHLAH
Ontvangen 6 maart 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel C, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «twee onderdelen» vervangen door «vier onderdelen».
2. Na de aanhef wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. tot het visueel toezicht houden als bedoeld in artikel 38, achtste lid;.
II
In artikel I, onderdeel D, onder 2, wordt in het voorgestelde achtste lid «wordt visueel toezicht gehouden» vervangen door «kan Onze Minister bepalen dat visueel toezicht wordt gehouden indien een bevel als bedoeld in artikel 40b is gegeven».
Toelichting
Het wetsvoorstel introduceert de maatregel dat EBI- en AIT-gedetineerden tijdens het contact met hun rechtsbijstandverleners onderworpen worden aan cameratoezicht. Hoewel de indieners de noodzaak van het opleggen van die maatregel voor een bepaalde buitencategorie gedetineerden onderkennen, achten zij het van belang dat steeds wordt afgewogen of het opleggen van die maatregel proportioneel en noodzakelijk is. Gezien de ruime geformuleerde plaatsingsgronden voor de EBI- en AIT-afdelingen is de populatie gedetineerden op die afdelingen divers. Op voorhand is daarom niet generiek vast te stellen dat het visueel toezicht op alle gedetineerden op die afdelingen dient te worden uitgeoefend. De indieners beogen met het amendement te regelen dat per individuele gedetineerde wordt afgewogen of visueel toezicht noodzakelijk, proportioneel en subsidiair is.
Sneller
Lahlah