Antwoord op de vraag van het lid Van Houwelingen over bouwvergunningen die de afgelopen jaren (versneld) zijn afgegeven aan (drink)waterbedrijven
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D08810, datum: 2024-03-07, bijgewerkt: 2024-03-11 16:33, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1182).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z02771:
- Gericht aan: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1182
Vraag van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over bouwvergunningen die de afgelopen jaren (versneld) zijn afgegeven aan (drink)waterbedrijven (ingezonden 20 februari 2024).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 7 maart 2024).
Vraag 1
Kunt u wellicht een of meer voorbeelden naar de Kamer sturen van bouwvergunningen die de afgelopen jaren (versneld) zijn afgegeven aan (drink)waterbedrijven (zoals Dunea en Vitens) in het kader van «water en bodem sturend beleid»?
Antwoord 1
Sinds 2010 is de bouwvergunning vervangen door de omgevingsvergunning met de activiteit bouwen. Met het ontstaan van de omgevingsvergunning worden verschillende aspecten van de ruimtelijke ordening en milieu, waaronder bouwen, geïntegreerd in één vergunningaanvraag. Drinkwaterbedrijven dienen een aanvraag voor een omgevingsvergunning in bij de gemeente die het bevoegd gezag is. Er is geen landelijk overzicht van deze omgevingsvergunningen, omdat ze worden uitgegeven door gemeenten. Het «water en bodem sturend» beleid richt zich primair op de ruimtelijke inrichting van Nederland. Dit kan invloed hebben op omgevingsvergunningen aan drinkwaterbedrijven, bijvoorbeeld via de watertoets, maar slechts indirect op de activiteit bouwen.
Om voldoende drinkwaterbronnen voor de toekomst te hebben is het voor de betrokken bevoegde gezagen wel noodzaak om bij besluitvorming over (nieuwe) drinkwaterbronnen het drinkwaterbelang daar waar nodig en onder strikte voorwaarden zwaarder te laten wegen, zoals ook is aangegeven in de Kamerbrief over Water en Bodem Sturend van 25 november 2022 (Kamerstukken 27 625 en 30 015, nr. 592).