Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2024
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2024D09000, datum: 2024-03-08, bijgewerkt: 2024-03-18 14:22, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2843).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
- Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2024
- Beslisnota bij Kamerbrief Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2024
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2843 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2024Z03844:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-03-12 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-12 17:00: Raad Buitenlandse Zaken d.d. 18 maart 2024 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-03-14 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2843 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2024
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken 18 maart 2024
Op maandag 18 maart a.s. vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Brussel. Op de agenda staan de Russische agressie tegen Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten en de situatie in Belarus. Onder Current Affairs zal de Raad spreken over de situatie in Armenië en Azerbeidzjan. De Minister van Buitenlandse Zaken is verhinderd voor deze Raad vanwege haar deelname aan het Staatsbezoek aan Vietnam. Nederland zal daarom tijdens deze Raad worden vertegenwoordigd door de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiger bij de EU.
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad zal spreken over de voortdurende Russische oorlog tegen Oekraïne. De Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken Kuleba is voor deze sessie uitgenodigd om te spreken. De kern van de inzet van het kabinet blijft onverminderd gericht op enerzijds verlenen van zoveel mogelijk steun aan Oekraïne en anderzijds op het vergroten van de druk op Rusland om de agressie te beëindigen.
De Raad zal onder andere spreken over het voortzetten van militaire steun. Nederland heeft op 1 maart jl. een bilaterale veiligheidsovereenkomst met Oekraïne ondertekend. Op 21 februari jl. deed de Hoge Vertegenwoordiger (HV) een oproep aan alle EU Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie met een oproep om militaire steun, met name munitie, aan Oekraïne op te schalen. Het kabinet ondersteunt deze oproep en zal dit tijdens de Raad benadrukken.
De Raad zal verder spreken over de oprichting van een Ukraine Assistance Fund (UAF) onder de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Tijdens de buitengewone Europese Raad van 1 februari jl. kwamen de regeringsleiders overeen om begin maart tot een akkoord te komen.1 Een akkoord is nog niet bereikt om een UAF van 5 miljard euro voor 2024 op te richten. De lidstaten spreken nog over de modaliteiten van het fonds. Uw Kamer zal over de voortgang worden geïnformeerd.
Daarnaast zal Nederland het blijvende belang van accountability voor Oekraïne benadrukken en verwijzen naar de Restoring Justice for Ukraine conferentie die Nederland op 2 april as. in Den Haag organiseert. Nederland roept op tot deelname op ministerieel niveau (Buitenlandse Zaken of Justitie).
Tenslotte zal de Raad spreken over nieuwe sancties naar aanleiding van de dood van Navalny. Nederland speelt een ambitieuze rol als het gaat om het opvoeren van de sanctiedruk op Rusland, zowel als het gaat om de Russische agressie tegen Oekraïne als om mensenrechtenschendingen in Rusland.
Situatie in het Midden-Oosten
De Raad zal stilstaan bij de situatie in het Midden-Oosten en met name bij het voortdurende gewapende conflict tussen Israël en Hamas en de toenemende spanningen in de regio. Het kabinet betreurt de verschrikkelijke humanitaire situatie in Gaza en het grote aantal burgerslachtoffers en heeft met afschuw kennis genomen van het drama dat zich bij het uitdelen van voedsel heeft voltrokken in het noorden van Gaza op 29 februari jl. Nederland heeft Israël om opheldering gevraagd over deze tragische gebeurtenis. Nederland roept op tot een onmiddellijk tijdelijk humanitair staakt-het-vuren dat moet leiden tot het vrijlaten van alle gegijzelden en voor een drastische toename van humanitaire hulp aan Gaza. Er vallen veel te veel burgerslachtoffers. Er moet meer worden gedaan om burgers in heel Gaza van de nodige humanitaire hulp te voorzien, om te voorkomen dat er meer burgerslachtoffers vallen. Nederland onderstreept dat regionale escalatie voorkomen moet worden en dat er met Libanon dient te worden gekomen tot een diplomatieke oplossing. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft tijdens haar bezoek aan Egypte, de Palestijnse gebieden en Israël van 4 tot en met 6 maart jl. ook over deze onderwerpen gesproken met haar Israëlische en Egyptische collega’s en de Palestijnse premier Shtayyeh.
In lijn met diverse moties is Nederland in EU-verband bezig mogelijkheden te verkennen om sancties op te leggen aan gewelddadige kolonisten.2 Het kabinet blijft zich maximaal inzetten om overeenstemming over dergelijke maatregelen te bereiken binnen de Raad. Zoals toegezegd in het commissiedebat RBZ van 18 januari jl. (Kamerstuk 21501-02, nr. 2837) zal uw Kamer worden geïnformeerd zodra concrete vervolgstappen te melden zijn.3 Conform staand beleid en gezien de grotere impact van deze maatregelen streeft Nederland naar het instellen van sancties op Europees niveau. Nederland zet zich vol in voor het bereiken van het benodigde draagvlak. Momenteel wordt ook verkend wat op nationaal niveau gedaan kan worden.
Een aantal lidstaten heeft verzocht van gedachten te wisselen over de mensenrechtenaspecten binnen de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël.
Daarnaast zal de Raad de nieuwe EU-operatie in de Rode Zee bespreken. Deze nieuwe EU-missie, genaamd EU Naval Force (EUNAVFOR) Operatie ASPIDES, heeft taken op het gebied van begeleiding en beveiliging van internationale scheepvaart. Gezien het grote belang van maritieme veiligheid en vrije en veilige doorvaart voor Nederland en de EU, draagt Nederland met vijf stafofficieren bij aan deze operatie4 en verkent het een mogelijke aanvullende bijdrage zoals gemeld in de Kennisgeving onderzoek naar bijdrage maritieme veiligheid Golfregio.5 Het kabinet informeert uw Kamer via een artikel 100-brief over het kabinetsbesluit Zr.Ms. Tromp in te zetten in de Rode Zee. Nederland draagt bij aan verschillende initiatieven ten behoeve van het bevorderen van maritieme veiligheid in de Rode Zee. Het betreft hier onder andere diplomatieke inspanningen, de militaire bijdrage aan operatie Prosperity Guardian, en de politieke en niet-operationele militaire steun aan de door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk geleide operatie tegen de Houthi’s die de internationale scheepvaart bedreigen.
Een groot aantal EU-lidstaten, waaronder Nederland, is zeer bezorgd over de inzet en proliferatie van Iraanse unmanned aerial vehicles (UAV’s) en raketten en de steun van Iran aan diverse destabiliserende groeperingen in de regio, waaronder aan de Houthi’s die hiermee de vrije scheepvaart in de Rode Zee belemmeren. Iran overweegt momenteel de levering van ballistische raketten aan Rusland. Iraanse wapens worden reeds ingezet door diverse aan Iran gerelateerde groeperingen in het gehele Midden-Oosten. Momenteel wordt in EU-verband gesproken over uitbreiding van het sanctieregime, dat gericht is tegen de Iraanse UAV-industrie. Uitbreiding moet resulteren in mogelijkheden om ook de verantwoordelijken voor het Iraanse raketprogramma en regionale destabilisatie door Iran te kunnen sanctioneren. Nederland heeft hier mede toe initiatief genomen.
Belarus
De Raad zal onder meer spreken over de zorgelijke mensenrechtensituatie in het land en de medeplichtigheid van Belarus aan de Russische oorlog tegen Oekraïne.
Het kabinet maakt zich zorgen over de ontwikkelingen in Belarus, waaronder de omstandigheden van politieke gevangenen. Het recente overlijden van de vijfde politieke gevangene in twee jaar tijd vergroot de noodzaak van druk op het regime tot onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen. Daarnaast is het kabinet bezorgd over de medeplichtigheid van Belarus aan het deporteren van Oekraïense kinderen.
De mogelijkheden voor verdere druk zullen door de Raad besproken worden. Het kabinet is van mening dat aanvullende sanctiemaatregelen hierbij een belangrijk instrument zijn. Ook om omzeiling van de Rusland-sancties tegen te gaan zijn verdere sancties tegen Belarus gewenst.
Current Affairs
De Raad zal spreken over de situatie in Armenië en Azerbeidzjan en de recente regionale ontwikkelingen, waaronder stappen in het vredesproces, de rol die de EU hierbij kan spelen, en onderlinge incidenten. Daarnaast zal de Raad mogelijk spreken over de bredere relatie tussen de EU en Armenië. Het kabinet houdt de regionale ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en steunt initiatieven om te komen tot een duurzaam vredesakkoord, alsmede het intensiveren van de relatie met Armenië.
Via website Commissie: https://www.consilium.europa.eu/media/69874/20240201-special-euco-conclusions-en.pdf.↩︎
Waaronder: Motie van het lid Paternotte c.s. over zich Europees inspannen voor een visumverbod voor kolonisten die geweld plegen en het verheerlijken (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1984); Gewijzigde motie van het lid Dassen c.s. over sancties opleggen aan Israëlische kolonisten die zich schuldig maken aan misdaden op de Westelijke Jordaanoever, en een Europese coalition of the willing vormen (36 410-V, nr. 75).↩︎
Nummer toezegging: TZ202401–022.↩︎
Zie verslag Raad Buitenlandse Zaken 19 februari 2024, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2838.↩︎
Kamerstuk 29 521, nr. 465.↩︎