Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over begroten en verantwoorden (o.a. Kamerstuk 31865-228)
Verbetering verantwoording en begroting
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D10613, datum: 2024-03-19, bijgewerkt: 2024-03-21 13:16, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D10613).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. Sneller, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven (D66)
- Mede ondertekenaar: A.H.M. Weeber, griffier
Onderdeel van zaak 2023Z07731:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- 2023-05-25 10:00: Procedurevergadering commissie Rijksuitgaven (Wttewaall van Stoetwegenzaal) (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2023-06-06 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-06 16:00: Extra procedurevergadering commissie Rijksuitgaven (groslijst controversieel verklaren) (Troelstrazaal) (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2023-12-21 10:00: Procedurevergadering commissie Rijksuitgaven (Troelstrazaal) (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2024-03-19 14:00: Brieven inzake begroten en verantwoorden (Inbreng schriftelijk overleg), commissie voor de Rijksuitgaven
Preview document (🔗 origineel)
2024D10613 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De commissie voor de Rijksuitgaven heeft op 19 maart 2024 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over enkele brieven inzake begroten en verantwoorden (Kamerstuk 31 865, nrs. 228, 231, 238 en 243).
De voorzitter van de commissie,
Sneller
De waarnemend griffier van de commissie,
Weeber
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brieven inzake begroten en verantwoorden. Naar aanleiding hiervan hebben deze leden nog enkele vragen.
Allereerst zijn de leden van de PVV-fractie verheugd dat de Taskforce Verbetering Financieel beheer haar taken dit jaar voortzet. Hoewel er zeker sprake is van verbeteringen, zijn deze leden geschrokken van de achterstand die er bij de rijksoverheid bestaat in vergelijking met het bedrijfsleven. Er valt nog wel een weg te gaan.
Als het om de verschillende ministeries gaat, gaat bij de leden van de PVV-fractie de meeste zorg uit naar het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze leden zouden graag willen weten waarom het zo verkeerd is gegaan en hoe dat in de toekomst kan worden voorkomen.
Verder merken de leden van de PVV-fractie uit het overzicht van de zeven incidentele suppletoire begrotingen (ISB’s) op dat te snel een beroep gedaan wordt op spoed terwijl daar geen sprake van is. Deze leden zouden graag willen weten welke gevolgen dit heeft en op welke wijze dit verbeterd kan worden.
Voorts zouden de leden van de PVV-fractie het op prijs stellen vaker en in meer detail te worden geïnformeerd. Een technische briefing wordt dan als heel effectief en inzichtelijk ervaren. Op welke wijze kunt u aan deze wens tegemoet komen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven over begroten en verantwoorden en hebben daarover nog de volgende vragen.
De leden van de D66-fractie hechten groot belang aan goede verantwoording en spreken daarom ook waardering uit voor de inspanningen die worden gedaan vanuit de Taskforce Verbetering Financieel beheer en anderszins om hierin verbetering aan te brengen. Op basis waarvan concludeert de Minister dat de Najaarsronde het beeld oplevert dat het financieel beheer beter op de agenda staat bij de departementen? Kan de Minister inzicht bieden wat precies een rechtmatigheidsdashboard inhoudt en op welke manier deze verbetering in de verantwoording kan bewerkstelligen? Kan de Minister nader verkennen op welke wijze ook Kamerleden toegang zouden kunnen krijgen tot de tools die door, ten behoeve van of op instigatie van de Taskforce zijn ontwikkeld?
De leden van de D66-fractie merken op dat de acties van de Taskforce zich voornamelijk richten op de afdelingen Financieel Economische Zaken (FEZ), terwijl ook de beleidsafdelingen in hun keuzes en werkwijze een belangrijke rol spelen in een goede verantwoording en rechtmatigheid. Onderschrijft de Minister deze constatering? Op welke wijze worden de beleidsafdelingen betrokken bij het werk van de Taskforce en ziet de Minister ruimte om dat aan te scherpen? Kan de Minister inzicht bieden in welke mate beleidsmedewerkers van FEZ-directies en beleidsdirecties deelnemen aan cursussen en activiteiten die gericht zijn op een betere verantwoording?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister nadere toelichting kan geven op de manier waarop departementen ondersteund worden om hun aanbestedingsprocedures rechtmatig en zorgvuldig te doen. Wat zijn andere voorbeelden hoe de regelgeving en beleidskaders op het gebied van inkopen en aanbestedingen zijn vereenvoudigd en verduidelijkt? Welke zaken waren tot voor kort nog onduidelijk voor departementen en hoe vaak waren er inkoopprocedures of aanbestedingen die buiten de kaders plaatsvonden? Hoe vaak werd er bijvoorbeeld in de afgelopen twee jaar afgeweken van de gebruikelijke inkoopprocedures binnen het Rijk? Bestaat er een voorschrift om het afwijken van de gebruikelijke inkoopprocedure (bijvoorbeeld om een opdracht onderhands te gunnen) publiekelijk bekend te maken of expliciet aan de Kamer te melden? Zo ja, is dat in de afgelopen jaren altijd proactief door departementen gedaan en hoe? Zo nee, waarom bestaat dat voorschrift niet en is de Minister bereid om op de voor- en nadelen daarvan te delen met de Kamer? Hoe verhouden deze voorschriften zich tot de procedure rond onderhandse gunningen bij decentrale overheden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven inzake begroten en verantwoorden die onderdeel zijn van de agenda van het schriftelijk overleg van 19 maart 2024.
In de brief «Taskforce Verbetering Financieel beheer voortgang januari 2024» schrijft de Minister het volgende:
«Met de brief van 29 september 2023 (Kamerstuk 31 865, nr. 238) heeft mijn ambtsvoorganger u geïnformeerd dat alle departementen zijn verzocht de interim- rapportages van de ADR naar de vaste Kamercommissies te sturen. Hiermee worden de vaste Kamercommissies in staat gesteld tussentijds vragen aan de Ministers te stellen over het financieel beheer en op die manier extra aandacht te creëren voor het financieel beheer bij departementen. Door alle departementen is inmiddels het interim- rapport van de ADR naar de vaste Kamercommissie gestuurd.»
De leden van de BBB-fractie vragen hoe vaak tussenrapportages naar de Kamer gestuurd zullen worden. Is er nog steeds sprake van jaarlijkse toezending? Deze leden vragen of er sprake is van een verplichting om dit te doen voor de Auditdienst Rijk (ADR).
Voorts hebben de leden van de BBB-fractie een vraag over de evaluatie «Beleidskeuzes uitgelegd». Deze leden zijn van mening dat het waardevol is dat Kamerbrieven via het genoemde kader worden vormgegeven. Wel willen deze leden aandacht vragen voor leesbaarheid en overzichtelijkheid. Is de Minister van mening dat er een risico is dat brieven langer en onoverzichtelijk worden en dat deze verplichting voor bewindspersonen soms moeilijk uit te voeren is? Graag een reflectie.