Verslag Eurogroep en Ecofinraad 11 en 12 maart 2024 en nazending beslisnota
Raad voor Economische en Financiële Zaken
Brief regering
Nummer: 2024D11098, datum: 2024-03-21, bijgewerkt: 2024-03-26 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-07-2023).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën (Ooit D66 kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief Kabinetsappreciatie Triloogakkoord Europees Begrotingsraamwerk
- Beslisnota bij Kamerbrief Verslag Eurogroep en Ecofinraad 11 en 12 maart 2024 en nazending beslisnota
- Verslag Eurogroep en Ecofinraad 11 en 12 maart 2024
- Bijlage Submission to AHC by The Netherlands
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 07-2023 Raad voor Economische en Financiële Zaken.
Onderdeel van zaak 2024Z04774:
- Indiener: S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-03-26 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-28 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-04-03 13:00: Eurogroep/Ecofinraad (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2024-04-04 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2023 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2024
Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 11 en 12 maart 2024. Met deze brief voldoe ik tevens aan de motie Van der Lee-Dassen inzake de verklaring van de Eurogroep over de kapitaalmarktunie.1
In het verslag ga ik ook in op een drietal andere zaken. Ten eerste ga ik in op de ontwikkelingen ten aanzien van de digitale euro, conform het verzoek van uw Kamer hierover. Daarbij geef ik ook een appreciatie van de motie van het lid Dassen over in Europees verband pleiten voor de ontwikkeling van een wholesale-variant van de digitale euro.2 Ten tweede informeer ik u over het triloogakkoord over een gerichte wijziging van de richtlijn duurzaamheidsrapportage (Corporate Sustainability Reporting Directive; CSRD) die de datum voor het vaststellen van de rapportagestandaarden voor specifieke sectoren en voor bepaalde bedrijven uit derde landen met twee jaar uitstelt van juni 2024 naar juni 2026.Ten derde informeer ik u over resolutie 78/230 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties betreffende internationale belastingsamenwerking.
Als bijlage bij het verslag stuur ik u als nazending de beslisnota van 22 februari 2024 over de Kamerbrief met de appreciatie van het triloogakkoord over het Europees Begrotingsraamwerk (Kamerstuk 21 501-07, nr. 2009).
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
Verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 11 en 12 maart
Eurogroep in reguliere samenstelling
Macro-economische ontwikkelingen en begrotingsbeleid in de eurozone 2025
De Eurogroep had een gedachtewisseling over het geaggregeerde begrotingsbeleid, de zogenaamde fiscal stance, in de eurozone. De voorzitter van de Eurogroep Paschal Donohoe en vervolgens de Europese Commissie (Commissie) gaven een toelichting op de macro-economische ontwikkelingen.
Na afloop van de bijeenkomst bracht de Eurogroep een verklaring uit over de koers van het begrotingsbeleid 2025.3 In de verklaring wordt verwelkomd dat een triloogakkoord is bereikt over de herziening van het Europees begrotingsraamwerk. De verklaring schetst vervolgens dat de verwachting is dat de economie in 2025 verder zal aantrekken, ondersteund door een sterke arbeidsmarkt en hogere reële lonen. De inflatie zal naar verwachting tegen eind 2025 dalen tot net boven de doelstelling van 2% van de ECB. Tegelijkertijd wordt melding gemaakt van de mondiale onzekerheid die drukt op de economische vooruitzichten.
In de verklaring wordt ook het belang benoemd van schuldhoudbaarheid en het bevorderen van investeringen en structurele hervormingen, net als de implementatie en handhaving van de herziene begrotingsregels. Verder wordt vermeld dat enigszins verkrappend begrotingsbeleid in de huidige situatie passend is.
Eurogroep in inclusieve samenstelling
Toekomst van de Europese kapitaalmarktunie
De Eurogroep in inclusieve samenstelling sprak over de toekomst van de ontwikkeling van de Europese kapitaalmarkten. In de afgelopen maanden heeft de Eurogroep conform haar werkprogramma de uitdagingen ten aanzien van de verdieping en integratie van Europese kapitaalmarkten verkend. Hieruit volgde een gedeeld beeld van experts dat de knelpunten voor financiering van de transitie naar een duurzame en digitale economie urgent aangepakt moeten worden. Tijdens de vorige bespreking is de verklaring op hoofdlijnen besproken en vond discussie plaats over de maatregelen waarover nog geen consensus was bereikt.
De voorzitter van de Eurogroep heeft tijdens deze vergadering opnieuw het belang van sterke kapitaalmarkten geschetst. De urgentie om marktfinanciering voor Europese, groei georiënteerde en innovatieve bedrijven beter te faciliteren wordt breed gedeeld door zowel de leden van de Eurogroep als experts. Daarvoor is het van belang dat kapitaalmarkten goed ontwikkeld zijn en de financiële sector haar faciliterende rol bij efficiënte kapitaalallocatie kan vervullen. Zo kunnen burgers en investeerders rendement behalen op hun vermogen, en kan dit kapitaal worden ingezet voor investeringen in het Europese concurrentievermogen en de financiering van de digitale en duurzaamheidstransities.
Verschillende lidstaten intervenieerden in de discussie die volgde. Zij benadrukten daarbij, evenals in eerdere besprekingen, de urgentie van diepe en geïntegreerde kapitaalmarkten voor de verschillende investeringsuitdagingen waar de EU voor staat. De lidstaten spraken unaniem steun uit voor de verklaring die voorlag en op veel terreinen maatregelen bepleit voor voortgang bij de versterking van de kapitaalmarktunie. In het bijzonder werd in de bespreking ingegaan op verdere versterking van het toezicht op de kapitaalmarkten. Tijdens de vorige Eurogroep-vergadering bleek al dat de posities op dit onderwerp ver uiteen liggen. Enkele lidstaten noemden nu dat centralisatie van het toezicht niet de heilige graal is voor een sterke kapitaalmarktunie en zij bepleitten om ook op andere manieren toezicht in de EU te convergeren. Andere lidstaten, waaronder Nederland, markeerden dat het ambitieniveau van deze maatregel lager is dan gewenst, terwijl versterking van de rol van de Europese toezichthoudende entiteiten cruciaal is voor een aantrekkelijkere en minder gefragmenteerde kapitaalmarkt. Daarnaast noemden verschillende lidstaten het belang van goede impactbeoordelingen bij toekomstige voorstellen. Meerdere lidstaten prezen de voorzitter voor het overbruggen van de verschillende opvattingen in de voorliggende tekst waarmee de Eurogroep een sterk signaal kan afgeven over het belang van verdere acties op dit gebied.
De Eurogroep nam na afloop van de discussie haar verklaring aan over de toekomst van de kapitaalmarktunie.4 In de verklaring wordt het belang benadrukt van sterke kapitaalmarkten met een slim en robuust regelgevend kader voor een veerkrachtige en financieel stabiele EU. Er wordt niet opgeroepen tot deregulering die het financiële systeem kwetsbaarder maakt. Dit is in overeenstemming met de motie Van der Lee-Dassen, die ik hierbij als uitgevoerd beschouw.5 De voorzitter van de Eurogroep zal de voorzitter van de Europese Raad informeren over de werkzaamheden die binnen dit traject hebben plaatsgevonden en de uitkomsten ervan. De verklaring wordt tijdens de Eurozonetop en marge van de Europese Raad van 21 en 22 maart 2024 besproken. De verklaring dient bovendien als input voor de nieuwe Europese Commissie die naar verwachting na de verkiezingen van het Europees Parlement van juni a.s. zal aantreden.
Voorbereiding Eurotop in maart
En marge van de Europese Raad op 21 en 22 maart staat op vrijdag 22 maart een Eurotop gepland. Tijdens deze Eurotop zullen de regeringsleiders zoals gebruikelijk de economische situatie bespreken en van gedachten wisselen over de coördinatie van het begrotingsbeleid. De voorzitter van de Eurogroep gaf tijdens de Eurogroep een toelichting hoe hij bij de Eurotop de Europese Raad wil informeren over de voortgang op een aantal dossiers, in het bijzonder de lopende werkzaamheden van de Eurogroep over de toekomst van de kapitaalmarktunie, verbetering van het concurrentievermogen van de EU en monitoring van lidstaten die zich voorbereiden op toetreding tot de eurozone. Zoals gebruikelijk zal de voorzitter van de Eurogroep voorafgaand aan de Eurotop een brief sturen aan de regeringsleiders waarin hij de voortgang op diverse dossiers en zijn persoonlijk beschouwing daarop zal uiteenzetten.
Ecofinraadontbijt
Tijdens het Ecofinraadontbijt heeft de voorzitter van de Eurogroep een terugkoppeling gegeven van de besprekingen in de Eurogroep. Tevens heeft de Commissie een update gegeven over de macro-economische situatie. Ook werd door het Belgisch voorzitterschap aandacht besteed aan de eventuele herbenoeming van de Managing Director van het Internationaal Monetair Fonds, Kristalina Georgieva. De 27 Ministers van Financiën van de EU-lidstaten spraken hun steun uit voor een tweede termijn van Georgieva.
Gecombineerde Ecofinraad en Epscoraad
Sociale investeringen en hervormingen voor veerkrachtige economieën
De Ecofinraad en de Epsco-raad hadden een gezamenlijke gedachtewisseling over sociale investeringen en hervormingen voor veerkrachtige economieën. Voorafgaand aan de vergadering was door het voorzitterschap een nota verspreid met daarin ook enkele vragen om daarmee de gedachtewisseling te bevorderen.6
De Ministers bespraken het effect van sociale hervormingen en investeringen op de economische groei, het concurrentievermogen en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Nagenoeg alle sprekers onderstreepten dat sociale hervormingen en investeringen hand in hand gaan en complementair zijn. Dit blijkt ook uit het feit dat in de landenspecifieke aanbevelingen van de Commissie reeds veel aandacht is voor sociaal beleid en het samenspel van sociaal beleid met financieel beleid. Hervormingen en investeringen maken bovendien onderdeel uit van de Herstel- en Veerkrachtplannen van alle lidstaten. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte dat sociale hervormingen en investeringen hand in hand moeten gaan met houdbare overheidsfinanciën. Daarnaast spraken lidstaten brede steun uit om het effect van sociale investeringen te meten en monitoren met impact assessments. Daarbij benoemden enkele lidstaten wel dat het lastig kan zijn om dit effect te kwantificeren. Nederland bracht verder in dat het constructief delen van kennis over goede voorbeelden van effectieve sociale investeringen en hun uitwerking op de productiviteit, het concurrentievermogen en economische groei van belang is. Daarbij onderstreepte Nederland de meerwaarde van activerende arbeidsmarktmaatregelen, om-, her- en bijscholingsmaatregelen en kinderopvangvoorzieningen.
Veel aanwezigen gaven in het gesprek voorbeelden van recente werkgelegenheids- en sociale hervormingen in hun land die hebben bijgedragen aan een groter groeipotentieel van hun economieën. Daarnaast werd gereflecteerd op de manier waarop de samenwerking tussen de werkstromen van de Ecofinraad en de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid verder kan worden verbeterd. Doel van deze verbeterde samenwerking is om de impact van sociale investeringen en hervormingen op de economische groei, de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en de sociale cohesie in de context van het Europees Semester beter te kunnen beoordelen.
Meerdere lidstaten toonden zich voorstander van het ontwikkelen van vrijwillige richtlijnen waarmee sociale investeringen nader kunnen worden gedefinieerd. Tegelijkertijd gaf een aantal lidstaten expliciet aan tegenstander te zijn van Raadsconclusies over dit onderwerp.
Ecofinraad
Hamerpunt – Herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties
De herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties is als hamerpunt aangenomen.7 Deze herziening is opgesteld door de Gedragscodegroep die beoordeelt of landen buiten de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die daar niet aan voldoen komen te staan op de Europese lijst van non-coöperatieve jurisdicties (EU fiscaal zwarte lijst). Daarnaast is er ook een grijze lijst van landen die niet voldoen aan de standaard maar die op hoog politiek niveau hebben toegezegd om binnen een bepaalde periode alsnog aan de standaard te voldoen. De lijst wordt periodiek herzien, doorgaans tijdens de Ecofinraad-vergaderingen van februari en oktober.
De Ecofinraad besloot om de volgende vier landen aan de EU fiscaal zwarte lijst af te halen: Bahama’s, Belize, Seychellen en de Turks- en Caicoseilanden. De Bahama's en de Turks- en Caicoseilanden hebben voldoende voortgang gemaakt ten aanzien van eerder geconstateerde tekortkomingen in de handhaving van de minimumstandaard op het gebied van de economische substantie, die vereist wordt voor landen zonder of met een zeer laag winstbelastingtarief.
Verder bleken Belize en Seychellen in oktober 2023 niet te voldoen aan de minimum standaard die geldt voor de uitwisseling van fiscale informatie op verzoek. Daarom heeft de Gedragscodegroep toen besloten om beide landen op EU fiscaal zwarte lijst te zetten. Naar aanleiding van wijzigingen in de toepasselijke regelgeving in beide landen heeft het Global Forum van de OESO8 een aanvullende evaluatie toegezegd, die binnenkort zal plaatsvinden. In afwachting van het resultaat van deze evaluatie zijn Belize en de Seychellen opgenomen op de EU fiscaal grijze lijst.
De nieuwe EU fiscaal zwarte lijst bestaat uit twaalf landen, namelijk de Amerikaanse Maagdeneilanden, Amerikaans Samoa, Anguilla, Antigua & Barbuda, Fiji, Guam, Palau, Panama, Rusland, Samoa, Trinidad & Tobago, en Vanuatu.
De landen op de EU fiscale grijze lijst hebben toegezegd om binnen een overzichtelijke termijn alsnog te voldoen aan de fiscale standaard. Als dat niet lukt, dan worden de landen op de EU fiscaal zwarte lijst gezet. Aruba staat sinds 14 februari 2023 op de grijze lijst omdat het niet volledig kon voldoen aan de norm voor de automatische uitwisseling van informatie. Aruba heeft op hoog politiek niveau toegezegd dat uiterlijk in het najaar 2024 alsnog zal worden voldaan aan de genoemde standaard. Curaçao stond voorheen om dezelfde reden als Aruba ook op de EU fiscaal grijze lijst maar is van de EU fiscaal grijze lijst afgehaald, omdat Curaçao voldoet aan de norm. Meer informatie over de EU fiscale lijst is te vinden op de website van de Raad van de Europese Unie.9
Lopende wetgevingsvoorstellen over financiële diensten
Het voorzitterschap van de Raad en de Commissie hebben de Ecofinraad geïnformeerd over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten.10
Implementatie van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
De Commissie gaf een toelichting op de stand van zaken over de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). Daarbij gaf de Commissie ook een korte toelichting op de tussentijdse evaluatie van de HVF die op 21 februari jl. werd gepubliceerd.11 Over de uitkomsten hiervan zal naar verwachting tijdens de Ecofinraad op vrijdag 12 april een gedachtewisseling plaatsvinden.
Desalniettemin maakten verschillende lidstaten van de gelegenheid gebruik om nu al een reactie te geven op de tussentijdse evaluatie. Aan de ene kant gaf een aantal lidstaten aan dat het echt nog te vroeg is om nu al definitieve conclusies te trekken over de effectiviteit van de HVF. Aan de andere kant was juist een aantal lidstaten die zich positief toonde over het effect van de hervormingen in het kader van de HVF, in het bijzonder op het macro-economische herstel na de COVID-19 pandemie. Daarnaast sprak een aantal lidstaten, waaronder Nederland, zich uit over de administratieve lasten voor lidstaten bij implementatie van maatregelen uit hun Herstel- en Veerkrachtplan.
Nederland benoemde in de discussie de eerste positieve ervaringen met de HVF zoals de prikkel om hervormingen en landspecifieke aanbevelingen te adresseren. Tegelijkertijd markeerde Nederland dat dit een voorlopig conclusie betreft. Het welslagen van de HVF kan pas worden bepaald na het implementeren van alle structurele hervormingen en investeringen.
Economische en financiële gevolgen van Ruslands agressie tegen Oekraïne
De Ecofinraad besprak de economische en financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne en de Europese steunmaatregelen aan Oekraïne. De aanhoudende oorlog blijft in toenemende mate zijn tol eisen van de Oekraïense samenleving en economie. De behoeften blijven onverminderd groot, onder meer op het gebied van humanitaire hulp, watervoorziening, gezondheidszorg en herstel van infrastructuur. De Russische invasie heeft in Oekraïne grote financiële noden gecreëerd. De Oekraïense overheidsuitgaven zijn gestegen, de belastinginkomsten zijn gedaald en het land heeft geen toegang meer tot internationale kapitaalmarkten.
De Commissie gaf bij deze bespreking aan op zeer korte termijn met een voorstel te komen voor een vervolgstap inzake benutting van rente-inkomsten uit bevroren tegoeden van de Russische centrale bank, die worden aangehouden door centrale effectenbewaarinstellingen (Central Security Depositories (CSDs)).12 Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan dit te verwelkomen aangezien zij het van groot belang achten dat de rente-inkomsten uit bevroren tegoeden daadwerkelijk worden benut. Een aantal lidstaten wees in reactie daarop op de noodzaak dat de voorgestelde aanpak juridisch verantwoord is en in lijn met internationaal recht. Ook werd door een enkeling opgemerkt dat bij een dergelijk voorstel aandacht moet zijn voor mogelijke gevolgen voor de stabiliteit van het internationale financiële systeem als voor eventuele vergeldingsmaatregelen door Rusland.
Nederland benadrukte tijdens de gedachtewisseling nog Oekraïne te blijven steunen voor zolang als dat nodig is. Nederland draagt haar deel bij en pleitte ervoor dat andere EU-lidstaten en internationale partners dit ook (blijven) doen. Tot slot gaf Nederland aan het bemoedigend te vinden dat deze week de eerste uitbetaling van beschikbare middelen uit de Oekraïne-faciliteit plaatsvindt.
Terugkoppeling G20-vergadering van Ministers van Financiën en Presidenten van Centrale Banken
Het voorzitterschap en de Commissie hebben de Ministers geïnformeerd over de belangrijkste resultaten van de G20-bijeenkomst van de Ministers van Financiën en de presidenten van de Centrale Banken van 28-29 februari 2024 in São Paulo, Brazilië. De bijeenkomst was de eerste op ministerieel niveau onder het Braziliaanse voorzitterschap van de G20. De G20 voerde discussies over de rol van het economisch beleid bij het aanpakken van ongelijkheid, de wereldeconomie, internationale belastingen, mondiale schulden en financiering voor duurzame ontwikkeling. Ook was er aandacht voor de Russische agressie tegen Oekraïne en voor de situatie in het Midden-Oosten.
Decharge EU-jaarbegroting 2022
De Ecofinraad heeft de Raadsaanbeveling aan het Europees Parlement voor het verlenen van decharge aan de Commissie over de uitvoering van de Europese begroting 2022 aangenomen.13 Een meerderheid van de lidstaten heeft voor het aannemen van een positief dechargeadvies gestemd.
Nederland was echter van mening dat gezien het te hoge en stijgende foutenpercentage in de EU-begroting 2022 (4,2% in 2022, 3,0% in 2021, tolerantiegrens is 2,0%) er onvoldoende basis was om in te stemmen met de voorliggende Raadsaanbeveling met een positief dechargeadvies aan het Europees Parlement. Nederland stemde daarom tegen de aanname van deze positieve Raadsaanbeveling voor decharge. Denemarken, Finland, Oostenrijk en Zweden hadden dezelfde mening en stemden eveneens tegen. De stemming vond plaats op basis van gekwalificeerde meerderheid en daarmee hebben de Nederlandse, Deense, Finse, Oostenrijkse en Zweedse tegenstem de aanname van de Raadsaanbeveling niet tegen kunnen houden.
De vijf lidstaten hebben gezamenlijk een verklaring uitgebracht waarin zij hun tegenstem toelichten.14 Nederland heeft tijdens de vergadering en middels de verklaring aangegeven veel waarde te hechten aan de belangrijke en onafhankelijke rol van de Europese Rekenkamer (ERK) als externe auditor van de EU. In de verklaring benadrukken de vijf lidstaten het zorgelijke feit dat de ERK een afkeurend oordeel op de uitgaven heeft gegeven en roept de Europese Commissie en lidstaten op om de aanbevelingen van de ERK ter harte te nemen.
Begrotingsrichtlijnen voor EU-begroting 2025
De Ecorinraad heeft de Raadsconclusies over de richtlijnen voor de EU-begroting 2025 goedgekeurd.15 De goedgekeurde richtlijnen bieden de Commissie politieke sturing bij het opstellen van de begroting voor volgend jaar. De Commissie neemt de richtlijnen mee in het voorstel voor de begroting van 2025, dat naar verwachting in juni 2024 verschijnt.
In de Raadsconclusies wordt allereerst het belang van een prudente begroting benadrukt, waarbij tegelijkertijd wordt aangegeven dat er voldoende middelen beschikbaar dienen te zijn om de prioriteiten in de EU te ondersteunen. Daarnaast benadrukt de Raad, net als voorgaande jaren, het belang van budgettaire discipline in de EU: de plafonds van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) moeten gerespecteerd worden en er dienen voldoende marges onder de plafonds te resteren om te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden gedurende het jaar. Ook gaan de Raadsconclusies in op EU-steun aan Oekraïne. Er wordt aangegeven dat de EU samen met haar partners Oekraïne zal steunen zolang als nodig is.
Overig
Ontwikkelingen ten aanzien van digitale euro
De digitale euro was niet geagendeerd voor de Eurogroep en Ecofinraad van maart 2024. De verwachting is dat dit onderwerp in april weer wordt geagendeerd voor de Eurogroep-vergadering.
Hierbij kom ik graag terug op de motie van het lid Dassen16, ingediend in een debat met de Minister van Buitenlandse Zaken, waarin hij de regering verzoekt in Europees verband te pleiten voor de ontwikkeling van een wholesale-variant van de digitale euro, inclusief het opzetten van een Europees digitaal betaalplatform dat interoperabel is met digitale betaalplatformen van buiten de EU, teneinde de Europese muntmacht en de strategische autonomie te beschermen.
In de kabinetsreactie op het AIV-advies Internationale rol van de Euro die op 4 september 2023 door de Minister van Financiën met uw Kamer is gedeeld, is al ingegaan op dit onderwerp.17 Zoals naar voren komt in deze kabinetsreactie is het van belang om op te merken dat de term «wholesale» op verschillende manieren wordt gebruikt. Hierna ga ik in op de verschillende vormen van een digitaal centralebankgeld (CBDC) en de term wholesale.
De voorstellen van de Europese Commissie voor de vormgeving, uitgifte en distributie van een digitale euro zijn in juni 2023 gepubliceerd. Het kabinet heeft zijn standpunt over de voorstellen geformuleerd in een BNC-fiche.18 Het kabinet ziet, net als de Europese Commissie, de autonomie van het Europese betalingsverkeer als een van de belangrijkste drijfveren voor een digitale euro. De Commissievoorstellen richten zich op de digitale euro als betaalmiddel, zowel voor consumenten als voor bedrijven. Een digitale euro kan helpen om in de toekomst grip te houden op het Europese betalingsverkeer19 en om ervoor te zorgen dat publiek geld toegankelijk blijft en een belangrijke plek behoudt in de samenleving en in de economie, in aanvulling op contant geld. Daarmee kan een mogelijke digitale euro bijdragen aan de open strategische autonomie van de EU.
In de kabinetsreactie noemt het kabinet ook dat het belangrijk is dat de voorstellen ruimte bieden aan een digitale euro als betaalmiddel voor zowel retail (consumentenbetalingen) als corporate (zakelijke betalingen). Verder zal het kabinet de mogelijkheden steunen voor het internationaal gebruik van een digitale euro en inwisselbaarheid met andere valuta, zoals ook is voorgesteld door de Europese Commissie, om daarmee een digitale euro een volwaardige plek te geven naast andere CBDC’s.20 Het kabinet zet zich er in de Europese onderhandelingen voor in dat een digitale euro is gestoeld op Europese (betaal)infrastructuur, gebaseerd is op Europese wet- en regelgeving, door Europese bedrijven is ontwikkeld en in Europees beheer is.
Separaat van de wetsvoorstellen voor een digitale euro, biedt het Eurosysteem via TARGET-diensten21 de mogelijkheid voor banken om hun transacties in centralebankgeld af te wikkelen. Dit is een afwikkelmogelijkheid die ook wel wordt aangeduid als «wholesale». Het gaat hierbij nadrukkelijk niet om een wettig betaalmiddel voor (groot)bedrijven, maar om een afwikkelsysteem voor transacties tussen een specifieke groep financiële instellingen (zoals banken die deelnemen aan TARGET-diensten). Het Eurosysteem onderzoekt nu of de afwikkeling in het kader van haar TARGET-diensten verbeterd kan worden op basis van distributed ledger technology (DLT). Dit wordt vaak aangeduid als «wholesale CBDC». Hiervoor worden vanaf mei 2024 experimenten uitgevoerd in samenwerking met Europese marktpartijen.22 Daarbij wordt onder meer grensoverschrijdende transacties in centralebankgeld en wisseltransacties van de ene CBDC naar de andere onderzocht. Het geheel van Europese TARGET-diensten van het Eurosysteem is net als het Chinese initiatief dat wordt aangehaald in de motie van het lid Dassen (het Chinese Cross-border Interbank Payment System (CIPS)) ook een afwikkelplatform voor betalingen. Een groot verschil in termen van muntmacht is dat het Eurosysteem haar «wholesale CBDC» met name wil inzetten voor instellingen uit de EU en geen extraterritoriale werking nastreeft.
In gesprekken tussen het ministerie en partijen en vertegenwoordigers uit de betaalsector kwam naar voren dat er momenteel een trend zichtbaar is naar contracteren op basis van blockchain-technologie en tokenisatie (tokenization) van bedrijfsprocessen, zoals facturering. Er worden daarbij platforms gebouwd, waarop facturering en betaling mogelijk is. Op deze platformen worden dan betalingen afgewikkeld in bijvoorbeeld stablecoins of elektronisch geld. Het doel daarbij is onder meer om goedkopere en snellere grensoverschrijdende en multivaluta-betalingen te verrichten. Daarbij blijft echter kredietrisico bestaan op de aanbieder van het platform en/of de uitgever van de gebruikte digitale munt. De «wholesale CBDC» van het Eurosysteem zou een publiek afwikkelmechanisme kunnen zijn, waarop in de toekomst alle Europese banken dergelijke platform-betaaloplossingen kunnen aansluiten. Daarbij zou geen kredietrisico bestaan omdat de afwikkeling geschiedt in veilig centralebankgeld. Zoals gezegd, bevinden deze ontwikkelingen zich nog in een vroeg stadium en zal aan de hand van experimenten duidelijk worden hoe deze «wholesale CBDC» kan worden aangewend.
Zowel wetsvoorstellen van de Europese Commissie voor een digitale euro als betaalmiddel voor consumenten én (groot)bedrijven, als de lopende onderzoeken en experimenten van het Eurosysteem op het gebied van «wholesale CBDC» (ook in het kader van hiervoor genoemde trend) kunnen bijdragen aan de strategische autonomie van de EU. Het kabinet kijkt positief-kritisch naar de wetsvoorstellen ten aanzien van een digitale euro en pleit voor een digitale euro met zoveel mogelijk voordelen voor eenieder. Het kabinet ziet dat er al werk wordt verricht ten aanzien van een «wholesale CBDC» binnen Europa en steunt deze ontwikkeling vanwege toekomstbestendigheid van het Eurosysteem. Het kabinet benadrukt echter nogmaals de TARGET-diensten behoren tot de bevoegdheid van het Eurosysteem en het kabinet daar geen directe betrokkenheid bij heeft. Daarom zou ik de motie van het lid Dassen willen ontraden.
Triloogakkoord uitstel sectorspecifieke rapportagestandaarden richtlijn duurzaamheidsrapportage
Op 7 februari 2024 is een triloogakkoord bereikt over een gerichte wijziging van de richtlijn duurzaamheidsrapportage (Corporate Sustainability Reporting Directive; CSRD) die de datum voor het vaststellen van de rapportagestandaarden voor specifieke sectoren en voor bepaalde bedrijven uit derde landen met twee jaar uitstelt van juni 2024 naar juni 2026. Op grond van de CSRD moet straks een deel van het bedrijfsleven, waaronder grote ondernemingen en beurgenoteerde mkb-ondernemingen, gaan rapporteren over duurzaamheid in hun jaarverslag. De ondernemingen moeten gaan rapporteren volgens Europese rapportagestandaarden (European Sustainability Reporting Standards, ESRS). Er zijn vier reeksen ESRS: (i) sectoroverstijgend (aangenomen op 31 juli 2023); (ii) sectorspecifiek, (iii) bepaalde ondernemingen uit derde landen en (iv) beursgenoteerde MKB-ers. Daarnaast worden vrijwillige standaarden voor MKB-ers ontwikkeld.
Het triloogakkoord leidt ertoe dat de vaststelling van rapportagestandaarden voor specifieke sectoren (ii) en voor bepaalde ondernemingen uit derde landen (iii) met twee jaar worden uitgesteld van juni 2024 naar juni 2026. Het uitstel is gekoppeld aan een inspanningsverplichting van de Commissie om de standaarden zo snel mogelijk aan te nemen zodra elk ervan gereed is. Op 14 februari 2024 is de Raad in Coreper akkoord gegaan met de compromistekst.
Het uitstel beoogt regeldruk voor bedrijven te verminderen. Het kabinet had er vraagtekens bij of het uitstel dit effect zou hebben. De Commissie heeft toegelicht dat dankzij het uitstel bedrijven zich kunnen concentreren op de implementatie van de sectoroverstijgende standaarden en dat er voldoende tijd is om efficiënte sectorspecifieke standaarden te ontwikkelen. Nederland heeft in Coreper ingestemd met de compromistekst gelet op het EU-speelveld – het voorstel is unaniem aangenomen. Daarbij is meegewogen dat de Commissie een inspanningsverplichting heeft om de standaarden alsnog zo snel mogelijk aan te nemen en dat het uitstel de administratieve lasten voor ondernemingen beoogt te beperken. Tegelijkertijd betreurt het kabinet het dat deze reeks aan standaarden vertraging oploopt. Nederland is voorstander van ambitieuze standaarden en hecht veel waarde aan de effectiviteit van het beleid ten aanzien van rapportageverplichtingen. Het is voor Nederland verder belangrijk dat de standaarden de noodzakelijke bepalingen bevatten om transparantie over duurzaamheid te bereiken.
Resolutie 78/230 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties betreffende internationale belastingsamenwerking
Tijdens verschillende vergaderingen is in verschillende EU gremia gesproken over Resolutie 78/230 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties («AVVN») betreffende internationale belastingsamenwerking. In deze resolutie zijn de Verenigde Naties («VN») opgeroepen om een voortrekkersrol op zich te nemen op het gebied van inclusieve en effectieve internationale belastingsamenwerking. De VN heeft hiervoor een Ad Hoc Comité («AHC») opgericht die zullen werken aan de kaders, de Terms of Reference («ToR»), van een Framework Convention («FC»).
Lidstaten hebben tijdens deze vergaderingen gesproken over deze ontwikkeling, de procedures binnen de VN, de inhoud van het FC, en vertegenwoordiging van de EU bij de AVVN door een Europese instelling, bijvoorbeeld de Raad, de Europese Commissie of de Europese Dienst voor Extern Optreden.
Inhoudelijk hebben lidstaten gesproken over de oproep van het AHC om inbreng in te sturen ten behoeve van de inhoudelijke kadering van de ToR voor het beoogde FC. Lidstaten hebben gesproken over deze inhoudelijke kadering en algemene principes waar het FC aan zou moeten voldoen. Een groot deel van de lidstaten was het eens over de algemene principes, namelijk dat de lidstaten van de EU zich constructief moeten opstellen binnen de AVVN, dat er synergiën gezocht moeten worden met ontwikkelingen binnen andere internationale gremia maar dat dubbelwerk met deze gremia voorkomen dient te worden, en dat besluitvorming binnen de AVVN zou moeten streven naar consensus.
Alhoewel de algemene principes grotendeels overeenkomen, is er geen officiële EU positie gevormd. Lidstaten hebben hierom zelf de afweging gemaakt om inbreng in te sturen aan het AHC en een eigen invulling geven aan de inhoud van de inbreng. Ten tijde van dit verslag is niet bekend welke lidstaten hier gebruik van hebben gemaakt. Nederland heeft een eigen inbreng ingestuurd. Deze Engelstalige inbreng vindt u als bijlage bij dit verslag. Deze inbreng zal eveneens op de website van de VN worden gepubliceerd.
Nederland geeft in de inbreng aan dat het zich constructief zal opstellen in de discussie binnen de AVVN. Hiervoor worden ook een aantal onderwerpen aangedragen waarvan Nederland de VN het geschikte gremium vindt voor de discussie en nader werk hieromtrent. Bij het aandragen van deze onderwerpen is rekening gehouden met de expertise binnen de VN en dat er geen sprake is van dubbelwerk met andere internationale gremia. Het voorkomen van dubbelwerk is één van de algemene principes die Nederland schetst in de inbreng. Deze algemene principes zijn voorwaarden waaraan (de doelstellingen van) het werk en de procedures binnen de VN aan zouden moeten voldoen.
Kamerstukken II, 2023–24, 21 501-07, nr. 2016.↩︎
Kamerstukken II, 2022–2023, 36 410 V, nr. 74↩︎
«Eurogroup statement on the fiscal policy orientation for 2025», Brussel, 11 maart 2024, https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2024/03/11/eurogroup-statement-on-the-fiscal-policy-orientation-for-2025/.↩︎
«Statement of the Eurogroup in inclusive format on the future of the Capital Market Union», 11 maart 2024, https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2024/03/11/statement-of-the-eurogroup-in-inclusive-format-on-the-future-of-capital-markets-union/.↩︎
Kamerstukken II, 2023–24, 21 501-07, nr. 2016.↩︎
«Social investments and reforms for resilient economies – Investing in people to boost productivity and growth prospects», 7163/24, Brussel, 4 maart 2024, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7163-2024-INIT/en/pdf.↩︎
«The Council conclusions on the revised EU list of non-cooperative jurisdictions for tax purposes», 6776/24, Brussel, 20 februari 2024, https://www.consilium.europa.eu/media/70365/st06776-en24.pdf.↩︎
The Global Forum on Transparency and Exchange of Information for Tax Purposes heeft de standaard op het gebied van fiscale informatie uitwisseling opgesteld en beoordeelt 171 aangesloten landen (waaronder NL) op deze standaard.↩︎
Raad van de Europese Unie, «EU list of non-cooperative jurisdictions for tax purposes», https://www.consilium.europa.eu/nl/policies/eu-list-of-non-cooperative-jurisdictions/.↩︎
Progress on financial services legislative files, 7039/24, Brussel, 4 maart 2024, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7039-2024-INIT/en/pdf.↩︎
European Commission, «Mid-term evaluation of the Recovery and Resilience Facility», 21 februari 2024, https://commission.europa.eu/about-european-commission/departments-and-executive-agencies/economic-and-financial-affairs/evaluation-reports-economic-and-financial-affairs-policies-and-spending-activities/mid-term-evaluation-recovery-and-resilience-facility-rrf_en↩︎
Dit voorstel is op 20 maart gepubliceerd. De Minister van Buitenlandse Zaken zal uw Kamer hier binnenkort over informeren.↩︎
«Council recommendation on the discharge to be given to the Commission in respect of the implementation of the general budget of the European Union for the financial year 2022», 6179/24 ADD1, Brussel, 9 februari 2024, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6179-2024-ADD-1/en/pdf.↩︎
«Council recommendation on the discharge to be given to the Commission in respect of the implementation of the general budget of the European Union for the financial year 2022. Statement by Austria, Denmark, Finland, the Netherlands and Sweden», 6179/24 ADD 2, Brussel, 14 februari 2024, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6179-2024-ADD-2/en/pdf.↩︎
«Council conclusions on the budget guidelines for 2025», 6178/24 ADD 1 REV 1, Brussel, 1 maart 2024, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6178-2024-ADD-1-REV-1/en/pdf↩︎
Kamerstukken II, 2022–2023, 36 410 V, nr. 74↩︎
Kamerstukken II, 2022–2023, 22 112, nr. 3792↩︎
BNC-fiche Digitale Euro, 18 augustus 2023, Kamerstuk 22 112, nr. 3747↩︎
Het kabinet is van mening dat de betalingsinfrastructuur van groot belang is voor de strategische autonomie van Nederland en de Europese Unie. Om deze reden is het betalingsverkeer aangemerkt als vitale infrastructuur.↩︎
Idem, p. 5.↩︎
De TARGET Services zijn verschillende diensten ontwikkeld en uitgevoerd door het Eurosysteem. Het gaat om marktinfrastructuren voor onder andere de afwikkeling (settlement) van betalingen (T2) en instant payments (TIPS).↩︎
How could new technology transform financial markets? (europa.eu)↩︎