Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Kabinetsappreciatie Witboek over uitgaande investeringen (Kamerstuk 22112-3904)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D11225, datum: 2024-03-22, bijgewerkt: 2024-03-25 11:00, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (nds-tk-2024D11225).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Thijssen, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: E.A.M. Meijers, griffier
Onderdeel van zaak 2024Z03351:
- Indiener: G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Medeindiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2024-03-05 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-14 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2024-03-22 10:00: Kabinetsappreciatie Witboek over uitgaande investeringen (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
Preview document (š origineel)
2024D11225 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Kabinetsappreciatie Witboek over uitgaande investeringen (Kamerstuk 22Ā 112, nr.Ā 3904).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Thijssen
De griffier van de commissie,
Meijers
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng GroenLinks-PvdA-fractie
Inbreng VVD-fractie
Inbreng NSC-fractie
Inbreng D66-fractie
Inbreng SGP-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het witboek over uitgaande investeringen en de Kabinetsappreciatie hierover. De leden zien de behoefte om meer controle uit te kunnen oefenen op uitgaande investeringen die van strategische waarde zijn, zowel vanuit economisch als vanuit defensie/veiligheidsperspectief. Zij hebben hier nog enkele opmerkingen en vragen over.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien tegelijkertijd dat de behoefte van deze leden om meer controle uit te kunnen oefenen op uitgaande investeringen die van strategische waarde zijn ingaat tegen de inzet op vrijhandel. In het geval van de uiteindelijke handelingsperspectieven om meer grip te krijgen en te houden op uitgaande investeringen zien de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie met name hoe de vergaande deregulering van de financiƫle sector het reƫle handelingsperspectief zeer beperkt maakt. Hoe ziet de Minister de uitvoering van het toetsen van uitgaande investeringen voor zich? Hoe wordt ervoor gezorgd dat eventuele nieuwe wet- of regelgeving helder is afgebakend, en dat proportionaliteit, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid hierbij worden gewaarborgd?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen zich af welke verantwoordelijkheid private actoren āĀ zowel maakbedrijven als handelshuizen als financiĆ«le instellingen zelfĀ ā hebben om de veiligheidsrisicoās mee te nemen in hun afwegingen. Daarnaast vragen de leden zich af hoe bestaande of in ontwikkeling zijnde juridische kaders inspelen op de rol van de private actoren in investeringsbeslissingen. Kan de Commissie aangeven waarom de (mogelijke) verplichtingen en verantwoordelijkheden van private actoren geen onderdeel zijn van het witboek? Is het mogelijk om dit element alsnog toe te voegen aan de gepresenteerde analyse en de voorgestelde acties?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien dat een groot deel van het kapitaal dat in de wereld omgaat via belastingparadijzen gaat. Een van de vier redenen waarom kapitaal in deze constructies wordt weggezet, is het gebrek aan transparantie. Dit is een grote complicerende factor als het gaat om het vergroten van controle op investeringen. Hoe schat het kabinet de effectiviteit in van een vergroting van de controle op uitgaande investeringen en het bestaan van deze belastingparadijzen? Lopen er parallelle trajecten die de mogelijkheden voor private actoren om gebruik te maken van deze constructen aan banden leggen om de controle te kunnen vergroten?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben een soortgelijke vraag over de relatie tussen het monitoren van uitgaande investeringen en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Zo kunnen de leden zich voorstellen dat uitgaande investeringen op het gebied van bepaalde kritieke technologieƫn (zoals artificiƫle intelligentie (AI)) ook leiden tot mensenrechtenschendingen. Kunnen de data die met dit voorstel door lidstaten worden verzameld over hun uitgaande investeringen worden gebruikt om meer inzicht te krijgen in de mate waarin bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen? Waarom wel of waarom niet? Hoe hangt economische veiligheid en Europese strategische autonomie in dit geval samen met IMVO?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken dat Ć©Ć©n van de meest gebruikte argumenten tegen vergaande transparantie in handels- en investeringsstromen is dat bedrijven concurrentiegevoelige informatie niet vrij kunnen of willen geven. Hoe verhoudt zich de ambitie om een sterkere controle uit te oefenen op uitgaande investeringen van de Commissie zich tot deze zorg?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben ook een vraag over hoe dit witboek zich verhoudt tot de open Europese markt. De EU is altijd een voorstander geweest van vrijhandel. Hoe verhoudt de ambitie om een sterkere controle uit te oefenen op uitgaande investeringen zich tot de WTO-agenda? Hoe wordt voorkomen dat maatregelen in het kader van economische veiligheid en strategische autonomie niet louter protectionistisch worden? Nederland is een van de meest open economieƫn van de EU. Juist vanwege het open karakter van de economie en de rol van Nederland als distributieland, hebben bedrijven zich in Nederland gevestigd. Welke consequenties kan dit beleid hebben voor het Nederlandse vestigingsklimaat?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Commissie ook de samenwerking op onderzoeksgebied en de mobiliteit van personeel als een risicofactor voor de Europese economische veiligheid ziet. Het kabinet stelt in haar reactie dat ze er geen voorstander van is om ook deze twee elementen te monitoren, maar geeft daar geen argumenten voor. Kan de Minister dat toelichten?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben het idee dat er, gegeven de breedte van de opdracht die de Commissie zichzelf en de lidstaten stelt, een significante hoeveelheid menskracht nodig zal zijn om een eerste analyse te maken. Gegeven de vragen hierboven, met name in relatie tot de mogelijke ineffectiviteit van het controleren van uitgaande investeringen door de vergaande deregulering van de financiƫle sector en het bestaan van belastingparadijzen: kan de Minister een inschatting geven van hoeveel van de schaarse menskracht er nodig is op niveau van de lidstaten om de plannen in het witboek uit te voeren?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen zich tot slot af in hoeverre de inzet op vrijhandel en deregulering van de financiƫle sector niet in algemenere zin aan revisie toe is. Dit gegeven de snel veranderende geopolitieke ontwikkelingen, maar ook uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld klimaat en voedselzekerheid. Is de Minister het hiermee eens? Waar wordt deze discussie precies gevoerd?
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Ā«Kabinetsappreciatie witboek over uitgaande investeringenĀ» d.d. 01-03-2024. Zij bedanken de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor de toezending hiervan. De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen met betrekking tot de kabinetsappreciatie.
De leden van de VVD-fractie hechten belang aan het doen van verder onderzoek naar mogelijke risicoās van uitgaande investeringen. Zij zijn zich bewust van een veranderende context, waardoor er een verhoogde kans is dat risicoās zich kunnen voordoen bij uitgaande investeringen. De leden van de VVD-fractie delen de opvatting van het kabinet dat voordat eventuele maatregelen worden genomen, het noodzakelijk is om eerst te beoordelen welke concrete risicoās voortkomen uit uitgaande investeringen en of aanvullende maatregelen nodig zijn om deze risicoās zo nodig te mitigeren. De leden van de VVD-fractie delen de mening dat eventuele maatregelen wel proportioneel moeten zijn. Hoe gaat het kabinet hier voor zorgen en zijn er meer landen die deze inzet delen?
De leden van de VVD-fractie willen voorts opmerken dat zij het Europese vestigingsklimaat, start- en scale- up beleid en Europese handels- en investeringsklimaat zeer van belang vinden en het essentieel achten dat eventuele maatregelen rekening houden met bovenstaande factoren. Welke risicoās ziet de Minister en op welke wijze gaat de Minister hier aandacht voor vragen?
De leden van de VVD-fractie willen ook extra aandacht vragen voor de uitvoerbaarheid van de monitoring van investeringstransacties, gezien de extensieve werkzaamheden die hierbij komen kijken. Zij lezen dat lidstaten zullen moeten investeren in capaciteitsopbouw om deze taken uit te voeren. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hoe het kabinet voornemens is om te investeren in capaciteitsopbouw en hoeveel capaciteit er nodig is om bovenstaande monitoring op een gedegen manier uit te kunnen voeren. In hoeverre passen de gevraagde gegevens binnen de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)? Hoe wordt extra regeldruk voor bedrijven en financiƫle instanties voorkomen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Expertgroep eerder heeft vastgesteld dat data over investeringen op transactieniveau vaak ontoereikend zijn om potentiĆ«le risicoās te identificeren. De leden van de VVD-fractie zijn blij dat de Europese Commissie in juli 2023 de Expertgroep voor Uitgaande Investeringen heeft opgericht en dat Nederland hier conform de motie Brekelmans proactief aan deelneemt. Kan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een nadere toelichting geven op de Nederlandse inzet in deze expertgroep? Is er al zicht op de posities van andere landen en zo ja, kan de Minister die schetsen?
Voorts delen de leden van de VVD-fractie het aandachtspunt van het kabinet of de rapportageverplichtingen aan centrale banken of nationale statistiekbureaus genoeg gedetailleerde data kunnen leveren om specifieke risicoās te identificeren. Ziet het kabinet mogelijkheden om dit te verbeteren?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de monitoringsmethode een punt van aandacht is voor het kabinet. De Europese Commissie heeft aangegeven dat om het monitoren voor het verkrijgen van de vereiste data uit te voeren, bestaande instrumenten moeten worden gebruikt, bestaande instrumenten moeten worden aangepast of nieuwe instrumenten moeten worden opgericht. Kan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking uitleggen wat de Nederlandse inzet hierop is en hoe het kabinet de aanpassing van bestaande instrumenten voor zich ziet? Is er al zicht op de posities van andere landen en zo ja, kan de Minister die schetsen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet drie aanpassingen voor de monitoringsmethode wil voorstellen. Zij ondersteunen het kabinet hierbij en willen benadrukken dat het goed is als er een zo volledig mogelijk beeld over de potentiĆ«le risicoās van uitgaande investeringen ontstaat. Zij vragen de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hoe hij aankijkt tegen het voorstel van de Europese Commissie om binnen bestaande overheidsstructuren een autoriteit aan te wijzen om onderzoek hiernaar te coƶrdineren. Welke organisatie heeft het kabinet hiervoor voor ogen, welke bevoegdheden krijgt deze autoriteit precies en hoe verhoudt dit zich tot andere Europese autoriteiten?
Wat betreft het voorstel om transacties met terugwerkende kracht te monitoren wijzen de leden van de VVD-fractie op de uitvoerbaarheid hiervan, waarbij zij pleiten voor het in acht nemen van een niet te grote sectorale reikwijdte en monitoring in te perken op basis van een risicoanalyse. Zij willen de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking daarnaast vragen of er naast het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren nog meer bestaande dreiging- en risicoprofielen zijn.
Inbreng leden van de NSC-fractie
De leden van de fractie van NSC heeft met belangstelling kennisgenomen van de kabinetsappreciatie. De leden zijn het met de regering eens dat een gedegen risico analyse gewenst is. Het is de leden van de NSC-fractie op dit moment onvoldoende duidelijk wat de risicoās zijn die gemonitord dienen te worden. Zij achten inzicht hierin wel nodig voordat op grote schaal datavragen worden uitgezet. De leden van de NSC-fractie staan daarom achter de lijn van de regering in dit stuk.
Daarnaast zouden de leden van de NSC-fractie graag inzicht krijgen in wat de impact van een dergelijke werkwijze is op ontwikkelingssamenwerkingsinitiatieven met een investeringscomponent. Kan de regering dit toelichten?
Tot slot zijn de leden van de NSC-fractie benieuwd of het witboek is voorgelegd aan (een select aantal) functionarissen binnen ons wereldwijde postennetwerk voor hun input. In hoeverre zijn zij betrokken bij de kabinetsappreciatie?
Inbreng leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de appreciatie op het witboek over uitgaande investeringen. Zij onderschrijven de noodzaak en steunen in grote lijnen de inzet van het kabinet. Wel hebben zij hierover nog enkele vragen.
Ten eerste hebben deze leden begrip voor de landenneutrale aanpak en de inzet om lidstaten de ruimte te geven zelf risicovolle bestemmingen voor investeringen te identificeren. Tegelijkertijd willen zij ervoor waken dat monitoring versnippert met het mogelijke gevolg dat een bepaalde investering vanuit Nederland niet zou kunnen, maar vanuit een andere lidstaat wel. Kan het kabinet hierop reflecteren en aangeven hoe zij Europese coƶrdinatie op dit punt voor zich zien, zo vragen de aan het woord zijnde leden. Daarnaast zien zij ook kansen in sectorale samenwerking tussen bedrijven, zowel op nationaal als Europees niveau. Kan het kabinet toezeggen om in hun reactie op het witboek deze optie mee te nemen en met de Commissie en andere lidstaten te bespreken op welke manier een dergelijke samenwerking kan worden gefaciliteerd, zo vragen deze leden.
Inbreng leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben de stukken over het witboek uitgaande investeringen met belangstelling gelezen en hebben de volgende vragen en opmerkingen.
Is het kabinet van mening dat, naast een risicoanalyse, een handelsperspectief voor bedrijven nuttig zou zijn, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Welke handelingsperspectieven of informatie zijn er op dit onderwerp bij onder andere de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de ambassades voor betreffende landen waar geĆÆnvesteerd zou worden?
Herkent het kabinet zich in de tweede bevinding van de expertgroep dat lidstaten zich weinig systematisch met toetsing van uitgaande investeringen bezighouden, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Hoe werkt Nederland daar aan?
De Commissie noemt het optimaal gebruik maken van bestaande instrumenten. De leden van de SGP-fractie zijn ook voorstander van verstandig gebruik maken van bestaande instrumenten voor het optuigen van nieuwe instrumenten, maar sluiten dat laatste niet uit. Welke bestaande instrumenten zijn er op het exporteren van dual-use technologie, en wat zijn de voor en nadelen van dit uitbreiden naar de sectoren waar dit witboek over gaat, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
elke lessen leert het kabinet van andere landen die reeds uitgaande investeringen toetsen, vragen de leden van de SGP-fractie. Wat heeft het daar voor veiligheid en vestigingsklimaat gedaan?
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Kabinetsappreciatie Witboek over uitgaande investeringen.22Ā 112, nr.Ā 3904 āĀ Brief regering d.d. 01-03-2024, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher